Beleidsregels ontbreken woonlasten en inkomsten uit verhuur of kostgangersrelatie Twenterand 2025

Burgemeester en wethouders van Twenterand;

Wettelijke basis:

Bepalingen van de Participatiewet (artikel 27, 28 en 33, lid 4) en de Algemene wet bestuursrecht (titel 4.3).

Besluiten:

Vast te stellen de Beleidsregels ontbreken woonlasten en inkomsten uit verhuur of kostgangersrelatie Twenterand 2025

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

• 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

• 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a. belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;

  • b. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Twenterand;

  • c. commerciële verhuur: het in gebruik geven van een onroerende zaak voor een bepaalde periode aan een huurder, tegen periodieke betaling én marktconforme prijs;

  • d. gehuwdennorm: norm als bedoeld in artikel 21 onder b van de Participatiewet;

  • e. kostganger: degene die tegen een financiële vergoeding een gedeelte van een woning huurt van iemand die de woning in zijn geheel huurt van een ander dan wel in eigendom heeft, waarbij de huurder/ eigenaar en de kostganger geen partners van elkaar zijn of bloedverwanten in de eerste graad. Het verschil tussen de huurder en de kostganger is dat de kostganger naast het woongenot ook de maaltijden op kosten van de verhuurder nuttigt;

  • f. wet: Participatiewet.

Artikel 2 Toepasselijkheid

• 1. De bepalingen van deze beleidsregels gelden alleen voor belanghebbenden in de leeftijd van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze beleidsregels alleen als beide partners 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd zijn.

• 2. De bepalingen van de artikelen 3 tot en met 5 van deze beleidsregels laten de toepassing van artikel 18, eerste lid van de wet onverlet.

Hoofdstuk 2. Criteria voor het verlagen van de norm

Artikel 3 Verlaging norm in verband met woonsituatie

Het college maakt gebruik van de bevoegdheid in artikel 27 van de wet om de norm te verlagen als er sprake is van lagere noodzakelijke kosten van bestaan als gevolg van de woonsituatie. Hiervan is bijvoorbeeld sprake in geval van kraken of zwerven. De verlaging bedraagt:

• a. voor gehuwden 18% van de gehuwdennorm als bedoeld in artikel 21 onder b van de wet;

• b. voor de alleenstaande en alleenstaande ouder het bedrag van de basishuur zoals bedoeld in de artikelen 16 en 17 van de Wet op de huurtoeslag.

Artikel 4 Schoolverlaters

Het college maakt geen gebruik van de bevoegdheid in artikel 28 van de wet om de norm van een belanghebbende die recent de deelname aan onderwijs of opleiding heeft beëindigd, lager vast te stellen.

Hoofdstuk 3. Inkomsten uit verhuur of kostgangersrelatie

Artikel 5 Inkomsten uit verhuur of kostgangersrelatie

• 1. In artikel 33 lid 4 van de wet is het volgende bepaald: “Indien de belanghebbende de woning bewoont met een of meer huurders, onderhuurders of kostgangers, worden de daaruit voortvloeiende lagere algemene noodzakelijke kosten van het bestaan als inkomen in aanmerking genomen indien daarmee nog geen rekening is gehouden bij de vaststelling van de norm, bedoeld in artikel 22a”.

• 2. Als sprake is van commerciële verhuur of kostgangersrelatie, is de kostendelersnorm (zoals bepaald in artikel 19a en 22a van de wet) niet van toepassing. In dat geval wordt bij de ontvanger 30% van de overeengekomen prijs als inkomen in aanmerking genomen. De huurder / kostganger die een commerciële prijs betaalt, wordt geacht geen financieel voordeel te hebben in een dergelijke situatie. Om die reden wordt de uitkering van de huurder of kostganger niet lager vastgesteld.

• 3. Als er geen sprake is van commerciële verhuur of kostgangersrelatie zijn de bepalingen van de kostendelende medebewoners (als bedoeld in artikel 19a en 22a van de wet) van toepassing. Als sprake is van kostendelende medebewoners, bestaat er, mede op grond van artikel 33 lid 4 van de wet, geen aanleiding om het delen van de kosten aan te merken als inkomen. Dit is slechts anders als het ontvangen bedrag niet meer in verhouding staat tot de aannemelijk te maken kosten. In dat geval wordt het meerdere als inkomen in aanmerking genomen.

• 4. Als er geen sprake is van commerciële verhuur of kostgangersrelatie en de kostendelersnorm is niet van toepassing (bijvoorbeeld omdat de medebewoner jonger is dan 27 jaar) dan bestaat er eveneens geen aanleiding om het delen van de kosten aan te merken als inkomen. Dit is namelijk het gevolg van een bewuste keuze van de wetgever. Verder geldt dat de bijdrage dan geacht wordt slechts de kosten te dekken. Alleen als het ontvangen bedrag niet meer in verhouding staat tot de te delen kosten, wordt het meerdere als inkomen in aanmerking genomen.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 6 Inwerkingtreding

• 1. Deze beleidsregels treden in werking op 1 juni 2025.

• 2. Op het moment dat deze beleidsregels in werking treden, worden de op 17 maart 2015 vastgestelde Beleidsregels commerciële verhuur en Participatiewet gemeente Twenterand ingetrokken.

Artikel 7 Citeerartikel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels ontbreken woonlasten en inkomsten uit verhuur of kostgangersrelatie Twenterand 2025.

Vriezenveen, 20 mei 2025

Burgemeester en wethouders,

de secretaris

P.F.G. Rossen

de burgemeester

mr. J.C.F. Broekhuizen