Gedoogbeslissing Opvang voor asielzoekers Engellandweg, Dalfsen

 

Intitulé

Gedoogbeslissing Opvang voor 190 asielzoekers bij de Engellandweg in Dalfsen

Het college besluit:

  • 1.

    De bouw van een opvanglocatie voor maximaal 190 asielzoekers bij de Engellandweg in Dalfsen onder voorwaarden te gedogen.

  • 2.

    Deze gedoogbeslissing in ieder geval (elektronisch) bekend te maken in het Gemeenteblad, op www.overheid.nl en in het huis-aan-huisblad ‘De Dalfser Marskramer’.

     

1. Algemene overwegingen

Het Centraal orgaan opvang Asielzoekers (COA) heeft het college van burgemeester en wethouders (hierna college) van Dalfsen verzocht om een opvanglocatie te mogen realiseren. De spreidingswet en het ontbreken van voldoende opvanglocaties voor asielzoekers in Ter Apel en andere opvanglocaties heeft het college doen besluiten een tijdelijke opvanglocatie te realiseren. De vergunning voor de huidige tijdelijke (nood)opvanglocatie aan de Ambachtsweg in Lemelerveld loopt tot 1 maart 2026. Om te zorgen dat de asielzoekers niet terug hoeven naar Ter Apel of verspreid over het land naar andere opvanglocaties worden gebracht, terwijl de aanvraag voor de omgevingsvergunning loopt, wordt er gedoogd dat het COA begint met de werkzaamheden tot realisatie van de opvanglocatie aan de Engellandweg.

 

2. Aanleiding

In de brief d.d. 15 april 2024 van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer over de acute opvangsituatie in Nederland wordt benadrukt dat de reguliere opvanglocaties overvol zitten en er geen onderdak geboden kan worden aan asielzoekers.

Het COA geeft aan in 2025 weer voor een forse uitdaging te staan om voldoende opvangplekken te realiseren voor asielzoekers. De vraag naar opvangplekken blijft groeien. De bestaande opvanglocaties zitten nu al langdurig maximaal vol, zowel de noodlocaties als de reguliere locaties.

Met het ingaan van de spreidingswet op 1 februari 2024 hebben gemeenten de opdracht gekregen om asielopvangvoorzieningen mogelijk te maken.

 

3. Locatie

De opvanglocatie bevindt zich op het terrein aan de Engellandweg te Dalfsen, kadastraal bekend als DSN01 Q 00020 G 0000 en DSN01 Q 00878 G 0000 (gedeeltelijk), tegenover Engellandweg 6a (zie onderstaande afbeelding)

De locatie wordt ingericht met 6 woonunits, 2 ondersteuningsgebouwen (kantoren, onderwijs, beveiliging), speelterreinen en in gebruik genomen voor de beoogde duur van 7 jaar voor de opvang met mogelijkheid voor uitbreiding tot maximaal 10 jaar.

Ten behoeve van de opvanglocatie wordt er riolering en een voet-fietspad aangelegd vanaf het terrein van de opvanglocatie richting de Vossersteeg/Polhaarweg. De locatie is kadastraal bekend als DSN01 Q 00766 G 0000 en DSN01 Q 01193 G 0000. De ligging van het voet-fietspad is aangegeven op onderstaande afbeelding.

 

4. Noodzaak gedoogbeslissing vooruitlopend op vergunning

Voor de realisatie van deze opvang is een omgevingsvergunning vereist waarvoor een procedure dient te worden doorlopen die enige tijd vergt. De opvang is nodig vanwege eindiging van de tijdelijk opvang aan de Ambachtsweg te Lemelerveld. Daarom wordt bij dezen een gedoogbeslissing afgegeven om vooruitlopend op de verwachte vergunningverlening de inrichting van het terrein en de realisatie van tijdelijke bouwwerken mogelijk te maken. Een ontvankelijke en vergunbare aanvraag voor een omgevingsvergunning is inmiddels ingediend.

 

5. Planologisch kader

Voor het terrein aan Engellandweg te Dalfsen, is in het tijdelijk deel van het omgevingsplan opgenomen het bestemmingsplan ’Buitengebied Dalfsen’ en ‘Chw bestemmingsplan 9e verzamelplan buitengebied gemeente Dalfsen.’

Op de betreffende locatie gelden op basis van het omgevingsplan de volgende bestemmingen:

 

Enkelbestemming ‘Agrarisch met Waarden’.

Voor het gehele perceel geldt de bestemming ‘Agrarisch met waarden’. Op basis van de daaraan verbonden bestemmingsomschrijving past een tijdelijke opvangplek voor vluchtelingen en/of asielzoekers niet binnen deze bestemming.

Medewerking kan slecht worden verleend via een Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (Bopa).

Er zijn inmiddels meerdere onderzoeken verricht welke voor de beoordeling van een aanvraag voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) van belang zijn. Afgifte van een dergelijke vergunning is nodig, voordat de locatie daadwerkelijk in gebruik genomen wordt. De daarvoor inmiddels ingediende vergunningaanvraag zullen wij met voorrang behandelen.

De raad heeft bij besluit van 3 februari 2025 invulling gegeven aan de taakstelling voor de opvang van asielzoekers, waarmee uitvoering wordt gegeven aan de Spreidingswet en aan de motie van de raad d.d. juli 2023 voor de invulling van een menswaardige opvang van vluchtelingen. Tevens wordt vervolgopvang geboden aan de asielzoekers die momenteel in de tijdelijke gemeentelijke opvangvoorzieningen verblijven.

Volgens onze regeling inzake Adviesrecht en participatieplicht bij buitenplanse afwijkingen van het omgevingsplan wordt voor het realiseren van asielopvang in het buitengebied advies van de raad gevraagd (art. 16.15a, lid b onder 1 Ow). Gelet op de urgentie om voortvarend een duurzame opvanglocatie te realiseren, is door de raad bij het besluit van 3 februari 2025 tevens besloten om af te zien van het bindend adviesrecht.

 

Dubbelbestemming ‘Leiding - Water’.

Op een klein deel van het terrein geldt de bestemming ‘Leiding - Water”. Op basis van de daaraan verbonden bestemmingsomschrijving past een tijdelijke opvangplek voor vluchtelingen en/of asielzoekers niet binnen deze bestemming. Beoordeeld is in hoeverre externe veiligheid hier beperkingen aan het gebruik zou kunnen opleggen. Uit extern advies blijkt dat er geen aanleiding is om ten aanzien van dit aspect beperkingen aan het gebruik op te leggen.

Voorts is toestemming van de leidingbeheerder van de voor deze bestemming aangewezen functie verkregen om, met vergunning, aanlegwerkzaamheden te verrichten voor verhardingen en een waterberging. Dit vormt daarmee geen belemmering om vooruitlopend op vergunningverlening werkzaamheden dienovereenkomstig uit te voeren.

 

Dubbelbestemming ‘Waarde -Archeologie 5’.

Op een klein deel van het terrein geldt de bestemming ‘Waarde- Archeologie 5’.

Ten aanzien van het plaatsen van bebouwing en aanlegactiviteiten zijn in het omgevingsplan voorschriften opgenomen. In verband met de naleving van deze voorschriften is voor de uitvoering van werkzaamheden binnen het aangewezen gebied een Programma van eisen (Pve) vastgesteld. Uitvoering van de werkzaamheden volgens de Pve worden begeleid door een archeoloog.

Daarmee wordt voldaan aan de regels en de doelstelling die met de bestemming is voorzien.

 

Vergunningplicht

Gelet op het bovenstaande is het gebruik van de locatie als tijdelijke opvanglocatie voor asielzoekers in strijd met het tijdelijke deel van het Omgevingsplan. Om het gebruik van de locatie als tijdelijke opvang te realiseren, dient een vergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA, art. 5.1 lid 1 onder a Ow) verleend te worden. Daarnaast geldt dat voor het bouwen en plaatsen van tijdelijke bouwwerken een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit (art. 5.1 lid 2 onder a Ow) benodigd is. Dat betekent dat er een vergunning nodig is voor het realiseren van de opvang, een BOPA en voor een bouwactiviteit. Verder is, gezien het aantal personen dat ter plaatse verblijft, een melding brandveilig gebruik verplicht.

 

6. Juridisch kader

Op grond van artikel 18.2 in samenhang met artikel 5.8 van de Omgevingswet en de bij Gemeentewet gestelde bevoegdheden zijn wij als college het bevoegd gezag ten aanzien van handhaving van planologische regels. Wij hebben de bevoegdheid om in bijzondere gevallen bepaalde overtredingen voor een bepaalde termijn en onder bepaalde voorwaarden te gedogen. Zo is het mogelijk om in overmachts- of noodsituaties overtredingen (tijdelijk) te gedogen. In dit geval is er concreet zicht op legalisatie.

 

7. Handhavingsplicht

Het is vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat het bevoegd gezag bij de overtreding van wettelijke voorschriften, in dit geval het college van burgemeester en wethouders van Dalfsen, in beginsel verplicht is om handhavend hiertegen op te treden.

Onder bijzondere omstandigheden kan worden afgezien van handhaving en kan de strijdigheid met wet- en regelgeving tijdelijk worden gedoogd. Gedogen is – samengevat – aanvaardbaar als:

  • 1.

    het gedogen beperkt is in omvang en/of tijd;

  • 2.

    het gedogen expliciet bij beslissing gebeurt;

  • 3.

    duidelijke voorwaarden aan het gedogen worden gesteld;

  • 4.

    regelmatig wordt bezien of de situatie zodanig is dat gedogen nog gerechtvaardigd is, en of aan de voorwaarden die aan het gedogen zijn gesteld wordt voldaan.

 

Gedogen moet beperkt blijven tot uitzonderingssituaties:

  • 1.

    overgangs- en overmachtssituaties (waaronder concreet zicht op legalisatie, bedrijfsverplaatsing, experimenteersituaties, wetswijzigingen, etc.);

  • 2.

    wanneer het door de wettelijke regeling beschermde belang uiteindelijk beter gediend is door gedogen, bijvoorbeeld een milieubelang dat in een specifieke situatie gediend is met het gedogen van een overtreding;

  • 3.

    zwaarwegende belangen nopen tot een gedoogsituatie;

  • 4.

    handhaving in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel).

 

8. Belangenafweging

De opvanglocaties in Nederland zitten overvol. Het COA is druk bezig met het zoeken naar nieuwe opvanglocaties. Normaliter zijn dit trajecten die langere tijd duren. In de huidige situatie met een acute behoefte aan opvangplaatsen heeft het COA - in navolging van een oproep van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een beroep op alle gemeenten in Nederland gedaan om gedurende een bepaalde tijd aan een aantal vluchtelingen c.q. asielzoekers opvang te bieden. Zo ook aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen. Het COA heeft expliciet een verzoek gedaan om de huidige groep asielzoekers binnen de gemeente Dalfsen te behouden. Het Verdeelbesluit op basis van de zogeheten Spreidingswet schrijft gemeenten voor om per 1 juli 2025 de nodige opvangplekken te realiseren. Ook op dit moment is er een fors tekort aan opvangcapaciteit. Op humanitaire gronden en vanuit maatschappelijk oogpunt neemt het college de verantwoordelijkheid een bijdrage te leveren aan de opvang van vluchtelingen en/of asielzoekers.

 

De bestaande tijdelijke noodopvang in Lemelerveld eindigt binnen afzienbare termijn. Het beschikbaar hebben en houden van deze opvangplaatsen is van belang om het reeds bestaande tekort niet verder te laten oplopen en invulling te geven aan de internationale en Europeesrechtelijke verplichtingen van Nederland. Met de komst van de opvanglocatie Engellandweg in Dalfsen, geëxploiteerd door het COA, brengen we continuïteit aan voor deze mensen die al in deze gemeente dagbesteding, school of (vrijwilligers)werk hebben. Het belang de opvang binnen de gemeente Dalfsen te continueren en daarmee de huidige asielzoekers te behouden acht het college in dit geval zwaarder wegen dan het belang van handhaving van de relevante wet- en regelgeving, mede vanwege het zicht op legalisatie.

 

9. Legalisatie

Inmiddels heeft het COA op 9 april 2025 een formele aanvraag ingediend voor de omgevingsvergunningen voor het gebruik en voor het bouwen. Deze aanvraag is in behandeling genomen en ziet op zowel de omgevingsplan activiteiten voor het bouwen en het gebruik.

De vergunningsaanvraag is zodanig onderbouwd dat daarmee naar verwachting, mede gezien de wettelijke beslistermijnen, binnen afzienbare tijd concreet zicht op legalisatie van de gedoogsituatie bestaat.

Gelet op het voorgaande geeft het college onder voorwaarden een gedoogbeslissing af voor de periode totdat de aangevraagde omgevingsvergunning is verleend en in werking is getreden.

 

10. Besluit

Hierbij besluit het college van burgemeester en wethouders van Dalfsen voor het perceel tegenover Engellandweg 6a, Dalfsen kadastraal bekend als DSN01 Q 00020 G 0000 en DSN01 Q 00878 G 0000 (gedeeltelijk) onder voorwaarden een gedoogbeslissing af te geven.

 

Deze gedoogbeslissing ziet toe op de inrichting van het terrein en de realisatie van bijbehorende gebouwen voor de opvang van vluchtelingen en/of asielzoekers in strijd met de hiervoor omschreven wet- en regelgeving.

 

11. Voorwaarden
  • 1.

    Deze gedoogbeslissing wordt afgegeven voor de inrichting van het terrein en de realisatie van de tijdelijke bouwwerken op bovengenoemd perceel voor maximaal 190 asielzoekers.

  • 2.

    Deze gedoogbeslissing geldt voor de periode dat de aanvraag om de benodigde omgevingsvergunning in behandeling is. Dit houdt in dat de gedoogbeslissing vervalt na het in werking treden van de benodigde omgevingsvergunningen dan wel de inwerkingtreding van een besluit tot weigering van die vergunningen.

  • 3.

    Deze gedoogbeslissing ziet niet toe op de ingebruikname van de gebouwen als opvanglocatie. Hiervoor dient een omgevingsvergunning te zijn afgegeven.

  • 4.

    Deze gedoogbeslissing vervalt in ieder geval indien geen gebruik meer wordt gemaakt, dan wel kan worden gemaakt, van de gebouwen en het omliggende terrein.

  • 5.

    Bij het vervallen van de gedoogbeslissing en voor zover een omgevingsvergunning als bedoeld onder B, niet is verleend, de looptijd is verstreken of vergunning is ingetrokken, dient het gebruik van de gebouwen en het omliggende terrein te worden gestaakt en de aangebrachte voorzieningen te worden verwijderd.

  • 6.

    De binnen de kaders van deze gedoogbeslissing uitgevoerde werkzaamheden en activiteiten zijn en blijven voor risico van het COA.

 

12. Inwerkingtreding besluit

Op basis van artikel 3:40 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) treedt een besluit niet in werking voordat het bekend is gemaakt. Vervolgens bepaalt artikel 3:41, lid 1, Awb dat de bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door toezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager. In dit geval ligt er geen aanvraag van een partij om de opvang te gedogen zodat het gedoogbeslissing ambtshalve wordt genomen. Dat betekent dat artikel 3:41, lid 2, Awb van toepassing is, inhoudende dat wanneer de bekendmaking van het besluit niet kan geschieden op de wijze als voorzien in lid 1, de bekendmaking plaatsvindt op andere geschikte wijze. Dat is in dit geval plaatsing van het gedoogbeslissing in (in ieder geval) het Gemeenteblad, op www.overheid.nl en in het huis-aan-huisblad ‘De Dalfser Marskramer. Het voorliggende besluit treedt aldus per direct in werking op het moment van bekendmaking.

 

13. Bezwaarmogelijkheden

Op grond van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 24 april 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1356 (Bladel)) kunnen tegen een gedoogbeslissing geen rechtsmiddelen, zoals bezwaar, worden aangewend.

 

Wel kunnen inwoners een handhavingsverzoek indienen. Op basis daarvan neemt de gemeente een besluit en tegen dit besluit staat wel bezwaar en eventueel beroep open. Uiteindelijk beslist de rechter dan of dit voldoende grond is voor de opvang op de betreffende locatie en het terecht is dat de gemeente kortstondig gedoogt, of dat het in deze situatie wel een plicht heeft tot handhaving.

 

Burgemeester en wethouders van Dalfsen,

de burgemeester,

M.Sijbom

de gemeentesecretaris / algemeen directeur,

H.J.van der Woude

Naar boven