Besluit van burgemeester en wethouders van Eindhoven tot vaststelling van de Subsidieregeling Lokaal Educatieve Agenda Eindhoven

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven;

Overwegende dat:

alle kinderen en jongeren van 0-23 jaar in Eindhoven de kans moeten krijgen om zich optimaal te ontwikkelen tot zelfredzame burgers waarbij segregatie en onderwijsachterstanden worden tegengegaan en integratie wordt bevorderd;

en gelet op het bepaalde in de ASV Eindhoven;

besluit vast te stellen de Subsidieregeling Lokaal Educatieve Agenda Eindhoven

Artikel 1. Definities

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

• Lokaal Educatieve Agenda Eindhoven: De meerjarige onderwijsagenda 2024-2028 ‘Kansen (be)grijpen, Drempels (weg)nemen’, met daarin de gezamenlijke opgave, de ambities en resultaten, zoals vastgesteld door het college. Hierna te noemen: LEA;

• Jaarplan LEA: per schooljaar wordt een jaarplan LEA opgesteld met daarin resultaten, onderwerpen, doelen, aanpak op hoofdlijnen en indicatoren waarbij de inhoud is ontleend aan de Lokaal Educatieve Agenda Eindhoven;

• LEA monitor: jaarlijkse terugblik op de behaalde resultaten van de Lokaal Educatieve Agenda Eindhoven;

• LEA partners: gemeente Eindhoven en in Eindhoven gevestigde: kinderopvangorganisaties (KOV’s), primair onderwijs (PO/SBO), voortgezet onderwijs (VO), speciaal onderwijs (SO), voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en middelbaar beroepsonderwijs Eindhoven (MBO);

• maatschappelijke partners: partners die een bijdrage leveren aan de uitvoering van de LEA: GGD Brabant-Zuidoost, Stichting WIJeindhoven, Lumens en Bibliotheek Eindhoven;

• Rijke Schooldag: naschoolse activiteiten gericht op het versterken van gelijke kansen. De activiteiten vinden plaats op een reguliere schooldag, buiten onderwijstijd. Dit kan voorafgaand aan de wettelijke onderwijstijd, of tussen in de middagpauze. Ook mogen de activiteiten doorlopen tijdens schoolvakanties of in het weekend, waarbij leerlingen dan op vrijwillige basis deelnemen op de ontwikkelgebieden:

  • sport;

  • cultuur;

  • cognitieve ontwikkeling;

  • sociale ontwikkeling;

  • oriëntatie op jezelf;

  • oriëntatie op de wereld.

• Rijke Schooldag coördinator: Persoon die in een SPILcentum of op een school verantwoordelijk en aanspreekpunt is voor de organisatie van Rijke Schooldag activiteiten;

• Achterstandsscore: de achterstandsscores drukken de verwachte

• onderwijsachterstand op scholen uit. De score is een maat voor het risico op

• onderwijsachterstanden, waarbij een achterstand wordt gezien als een

• slechtere prestatie dan zou kunnen worden gehaald in gunstigere situaties.

• Deze regeling volgt de berekening van de achterstandsscores van

• schoolvestigingen door het CBS;

• Relatieve achterstandsscore: de achterstandsscore gecorrigeerd op het aantal

• leerlingen van de individuele school;

• CUMI-score: Binnen het SBO, SO en VSO wordt in plaats van achterstands-

• scores gerekend met CUMI-scores: het aantal leerlingen met een niet-

• Nederlandse achtergrond;

• SPILcentrum: In een SPILcentrum werken onderwijs en opvang samen aan de

• versterking van de pedagogische infrastructuur van 0-12 jarigen. In een

• SPILcentrum wordt wijkgericht gewerkt en worden optimale ontwikkelings-

• kansen geboden aan kinderen en opvoedingsondersteuning op maat geboden

• aan ouders;

• Schoolvestiging: een school met een BRIN-nummer.

• Gemiddeld aantal leerlingen:

  • het opgegeven gemiddelde aantal leerlingen van de scholen die in 2024-2025 meedoen aan de landelijke regeling School en Omgeving;

  • voor scholen die meedoen aan de LEA Rijke Schooldag is geen gemiddeld aantal leerlingen bekend. Om tot een gemiddelde te komen wordt uitgegaan van het totaal gemiddelde aantal leerlingen van scholen die meedoen aan de landelijke regeling School en Omgeving 2024-2025: 23,7%.

Artikel 2. Activiteiten

• 1. De subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten zoals beschreven in het jaarplan LEA, die bijdragen aan:

• a. Goed burgerschap & Zingeving: activiteiten richten zich op dat alle kinderen en jongeren gelegenheid hebben om bij te dragen aan een verantwoordelijk en verbonden samenleving;

• b. Gelijke kansen: activiteiten in het kader van Rijke Schooldag richten zich op dat alle kinderen en jeugdigen hun talenten kunnen ontwikkelen ter bevordering van gelijkwaardige deelname aan de maatschappij;

• c. Normaliseren waar het kan: activiteiten richten zich op dat de pedagogische basis rondom het kind versterkt wordt waar nodig met meer inzet via informele netwerken en minder verwijzingen naar formele hulpverlening;

• d. SPIL centrum/school als samenwerkplaats: activiteiten richten zich op dat laagdrempelige toegankelijke ondersteuning op het gebied van preventie, jeugdhulp en zorg in onderwijstijd met minder verwijzingen naar jeugdhulp en een daling van verzuim.

Artikel 3. Doelgroep

• 1. Subsidie voor activiteiten zoals beschreven in artikel 2 eerste lid, onder a, c en d wordt uitsluitend verstrekt aan LEA- en maatschappelijke partners van de gemeente Eindhoven.

• 2. Subsidie voor activiteiten zoals beschreven in artikel 2 eerste lid, onder b, wordt

• uitsluitend verstrekt aan

• a. Scholen voor PO en VO met een positieve relatieve achterstandsscore;

• b. Scholen voor SBO, SO en VSO met een CUMI-score.

Artikel 4. Subsidiabele kosten

Voor subsidie komen de naar het oordeel van het college redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 2.

Artikel 5. Subsidievereisten

Om in aanmerking te komen voor subsidie voor activiteiten zoals beschreven in het artikel 2, eerste lid, onder b:

• a. Is er per schooljaar minimaal 27 weken een aanbod van activiteiten van minimaal 3 en een maximum van tien uur per week;

• b. Dient er een Rijke Schooldagcoördinator benoemd te worden.

Artikel 6. Weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 9, derde lid, aanhef en onder l, van de ASV Eindhoven kan subsidieverlening worden geweigerd indien:

• a. De activiteit tot een wettelijke taak van de subsidieaanvrager behoort;

• b. De subsidieaanvrager voor dezelfde activiteiten (school en omgeving) subsidie ontvangt voor hetzelfde jaar van het Rijk.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal:

• a. voor activiteiten genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a € 40.000,-;

• b. voor activiteiten genoemd in artikel 2, eerste lid, onder b wordt het maximaal subsidiebedrag per schoolvestiging aanvrager als volgt berekend: gemiddeld aantal deelnemende leerlingen x 6 uur x € 132,- (per leerling, per klokuur)

• c. voor activiteiten genoemd in artikel 2, eerste lid, onder c € 48.000,-;

• d. voor activiteiten genoemd in artikel 2, eerste lid, onder d aangevraagd door

• scholen voor primair onderwijs € 25.000,-;

• e. voor activiteiten genoemd in artikel 2, eerste lid, onder d aangevraagd door

• scholen voor voortgezet onderwijs € 53.750,-

Artikel 8. Subsidieplafond en wijze van verdeling

• 1. Het college stelt jaarlijks voor aanvang van het tijdvak waar de activiteiten van deze subsidieregeling betrekking op hebben, subsidieplafonds, verdeeld over vijf deelplafonds, vast binnen de door de raad vastgestelde begroting.

• 2. Verstrekking van subsidie voor activiteiten genoemd in artikel 2, eerste, derde en vierde lid vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken activiteit vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 3. Voor activiteiten zoals beschreven in artikel 2 eerste lid, onder b,

• a. Er wordt voorrang gegeven aan scholen die voorgaande jaren al

• participeerden aan de gemeentelijke (LEA) of landelijke regeling (School en

• Omgeving).

• b. Bij overvraging van de regeling wordt gerangschikt op relatieve

• onderwijsachterstandsscores.

• 4. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de volledige aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag door het college is ontvangen.

• 5. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag door het college wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

Artikel 9. Aanvraag

De subsidieaanvraag wordt digitaal ingediend middels een daartoe door het college vastgesteld aanvraagformulier.

Artikel 10. Aanvraagtermijn

• 1. Een aanvraag om een subsidie betrekking hebbende op schooljaar 2025-2026, wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV Eindhoven, ingediend van 6 mei 2025 tot en met 14 september 2025.

Artikel 11. Verplichtingen

• 1. In aanvulling op de ASV Eindhoven dient de subsidieontvanger de activiteiten uiterlijk 31 juli 2026 te hebben afgerond.

• 2. Het college kan bij de verleningsbeschikking aanvullende verplichtingen opleggen.

• 3. Voor activiteiten zoals beschreven onder artikel 2 eerste lid onder b, is minimaal 75% van de aangevraagde klokuren is daadwerkelijk uitgevoerd.

Artikel 12. Verantwoording

In afwijking van het bepaalde in de ASV Eindhoven dient de subsidieontvanger de verantwoording en aanvraag tot vaststelling uiterlijk 30 september 2026 in.

Artikel 13. Slotbepalingen

• 1. De subsidieregeling Lokaal Educatieve Agenda Eindhoven 2024-2028 wordt ingetrokken met dien verstande dat deze verstande dat deze nog van toepassing blijft voor de verantwoording en vaststelling van onder deze regeling verleende subsidies.

• 2. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie en geldt voor aanvragen betrekking hebbend op activiteiten vanaf 6 mei 2025.

• 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling Lokaal Educatieve Agenda Eindhoven’.

Eindhoven, 15 april 2025

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

, secretaris

Mij bekend,

De gemeentesecretaris van Eindhoven