Beleidsregels compensatie alleenstaande ouderkop

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk;

Gelet op artikel 35 van de Participatiewet en de artikelen 1:3, vierde lid, 4:81, eerste lid en van de Algemene bestuursrecht en

Omdat het wenselijk is om regels te stellen over het beleid over bijzondere bijstand voor inwoners die op grond van een weeffout in de belastingwetgeving niet in aanmerking komen voor de alleenstaande ouderkop;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende

Beleidsregels compensatie alleenstaande ouderkop

Artikel 1. Begrippen

• 1) In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a) ALO-kop: de aanspraak op een verhoging van het kindgebonden budget met de alleenstaande ouderkop als bedoeld in artikel 2 lid 6 van de Wet op het kindgebonden budget;

  • b) college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk;

  • c) inkomen: inkomen bedoeld zoals in artikel 32 en 33 Participatiewet, met uitzondering van heffingskortingen.

• 2) Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

• 3) Als een begrip niet (eenduidig) gedefinieerd is, geeft het college of de gemandateerde invulling aan dat begrip.

Artikel 2. Doelgroep

De voorwaarden om tot de doelgroep voor deze regeling te behoren, zijn:

• a) belanghebbende is 18 jaar of ouder; en

• b) belanghebbende is aan te merken als gehuwde met een niet-rechthebbende partner zoals bedoeld in de Participatiewet; en

• c) deze partner betreft niet een partner met wie belanghebbende een gezamenlijke huishouding voert zoals bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid van de Participatiewet; en

• d) deze partner is voor belanghebbende een toeslagpartner zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, waardoor er voor belanghebbende geen recht op de ALO-kop bestaat; en

• e) belanghebbende heeft één of meer ten laste komende kinderen zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid onder e van de Participatiewet; en

• f) het vermogen overstijgt de vermogensgrens van artikel 34, derde lid onder c Participatiewet niet.

Artikel 3. Bijzondere bijstand

• 1. Op aanvraag verstrekt het college periodiek onbelaste bijzondere bijstand aan de belanghebbende die tot de doelgroep als bedoeld in artikel 2 van deze beleidsregels behoort.

• 2. De Beleidsregels bijzondere bijstand 2019 zijn niet van toepassing op deze beleidsregels.

Artikel 4. Duur en hoogte bijzondere bijstand

• 1) De bijstand is gelijk aan de ALO-kop die belanghebbende zou ontvangen als deze geen fiscaal toeslagpartner zou hebben gehad;

• 2) Het inkomen wordt, voor zover dit meer bedraagt dan de toepasselijke bijstandsnorm, volledig in mindering gebracht op de in het eerste lid genoemde bijstand.

• 3) Als door het college is vastgesteld dat recht op bijstand bestaat, wordt de bijstand toegekend vanaf de dag waarop dit recht is ontstaan, voor zover deze dag niet ligt voor de dag waarop de belanghebbende zich heeft gemeld om bijstand aan te vragen.

• 4) In afwijking van het derde lid gaat de bijstand in op de dag waarop het recht is ontstaan, indien die dag gelegen is voor inwerkingtreding van deze beleidsregels en de belanghebbende op dat moment een bijstandsuitkering voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan ontving.

• 5) Het recht op bijzondere bijstand ter compensatie van de gemiste ALO-kop wordt ingetrokken zodra

  • belanghebbende niet langer tot de doelgroep zoals genoemd in artikel 2 valt; of

  • het inkomen meer bedraagt dan de van toepassing zijnde bijstandsnorm plus het bedrag van de ALO-kop; of

  • wetgeving deze beleidsregels overbodig maakt.

Artikel 5. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels compensatie alleenstaande ouderkop.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels gelden met ingang van de eerste dag na publicatie met terugwerkende kracht tot 1 januari 2024.

Vastgesteld in de collegevergadering van 17 december 2024

Burgemeester en wethouders van Nijkerk

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Nijkerk,

de secretaris,

de heer drs. J.G. de Jager

de burgemeester,

mevrouw T. de Jonge-Ruitenbeek

TOELICHTING op de Beleidsregels alleenstaande ouderkop

Artikel 2 onder f

Het vermogen van de niet-rechthebbende partner telt volledig mee, net als bij algemene bijstand.

Artikel 3 (en 4)

Artikel 12 van de Participatiewet is onverkort van toepassing op deze beleidsregels.

Artikel 4 lid 2 (en lid 5)

Het inkomen van de niet-rechthebbende partner telt volledig mee, voor zover het gezamenlijk inkomen de gehuwdennorm overstijgt, net als bij algemene bijstand.

Artikel 4 lid 5

Genoemde wetgeving kan wetgeving zijn met betrekking tot de Wet op het kindgebonden budget, Participatiewet of anderszins.

De beleidsregels zijn overbodig zodra de weeffout in de wetgeving is gerepareerd zodat de financiële gevolgen niet met bijstand hoeven worden opgelost, dan wel dat de Participatiewet eenduidig en zonder beleidskeuzes regelt hoe de problematiek moet worden opgelost.

Artikel 6

Let op het verschil tussen de datum van inwerkingtreding (het moment dat deze beleidsregels formele rechtskracht krijgen; de dag na publicatie) en het moment tot wanneer in voorkomende gevallen terugwerkende kracht kan worden toegepast (niet verder terug dan 1 januari 2024).