Verkeersbesluit instellen verbod voor plaatsen fietsen, bromfietsen en snorfietsen in de binnenstad Haarlem

Nr. 2025/414273

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

Overwegende:

dat de Wilhelminastraat, Gedempte Oude Gracht, Verwulft, Jacobijnestraat, Stoofsteeg, Nobelstraat, Prinsenhof/Het Pand, Zijlstraat, Koningstraat, Paarlaarsteeg, Grote Markt, Grote Houtstraat, Nieuwe Groenmarkt, Kromme Elleboogsteeg, Krocht, Barteljorisstraat, Tuinstraat, Korte Herenstraat, Kruisstraat, Nassaustraat, Kruisbrug, Kruisweg, Smedestraat, Schoutensteeg, Jansstraat, Riviervismarkt, Klokhuisplein, Lange Begijnestraat, Damstraat, Nauwe Appelaarsteeg, Oude Groenmarkt, Lange Veerstraat, Anegang, Lepelstraat, Spekstraat, Korte Veerstraat, Kleine Houtstraat, Berkenrodesteeg, Turfsteeg, Helmbrekersteeg, Gravinnesteeg, Gierstraat, Botermarkt, Raaks, Bakkumstraat, Nieuwstraat, Grote Houtbrug, Tempeliersstraat en Houtplein gelegen zijn binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat de hierboven genoemde wegen in het beheer zijn bij de gemeente Haarlem;

dat dit wegen zijn zoals bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op dit artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor de voornoemde wegen;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan het afdelingshoofd Beheer en Beleid Openbare Ruimte, waarbij ondermandaat is verleend aan de Teammanager bereikbaarheid;

dat de gemeentelijke wegencategorisering van Haarlem op 25 april 2024 door de gemeenteraad is vastgesteld in de Beleidsnotitie Afweging 30 km/u;

dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijke beleid Duurzaam Veilig;

dat de Jacobijnestraat,Stoofsteeg, Nobelstraat, Koningstraat, Prinsenhof/Het Pand, Paarlaarsteeg, Grote Markt (plein), Grote Houtstraat (tussen Gedempte Oude Gracht en Nieuwstraat), Nieuwe Groenmarkt, Kruisstraat, Kromme Elleboogsteeg, Krocht, Barteljorisstraat, Nassaustraat (tussen Nassaulaan en Lange Margarethastraat, Smedestraat, Schoutensteeg, Jansstraat, Riviervismarkt, Klokhuisplein, Lange Begijnestraat, Damstraat (tussen Nauwe Appelaarsteeg en Lange Veerstraat), Berkenrodesteeg, Lange Veerstraat, Korte Veerstraat, Kleine Houtstraat, Turfsteeg, Helmbrekersteeg, Gravinnesteeg, Gierstraat (tussen Botermarkt en Grote Houtstraat) Zijlstraat (tussen Nassaulaan en Barteljorisstraat) en Nieuwstraat onderdeel uitmaken van de binnenstad, het winkelgebied en behoren tot de voetgangerszone waar fietsen enkel toegestaan is na de sluitingstijden van winkels;

dat de Grote Houtstraat (tussen Nieuwstraat en Gierstraat), Nassaustraat (tussen Lange Margarethastraat en Kruisstraat), Damstraat (tussen Spaarne en Nauwe Appelaarsteeg), Nauwe Appelaarsteeg, Gierstraat (tussen Boterstraat en Gedempte Oude Gracht), de Tuinstraat, de Korte Herenstraat, de Kruisbrug, de Kruisweg, Grote Markt, Botermarkt, Raaks, Zijlstraat (tussen Nassaulaan en Kinderhuisvest), Bakkumstraat, Grote Houtbrug, Tempeliersstraat en Houtplein (busbaan) hiervan uitgezonderd zijn en gecategoriseerd zijn als erftoegangswegen binnen de bebouwde kom waar een maximumsnelheid geldt van 30 km/u waar fietsen toegestaan is, maar snorfietsen verboden zijn;

dat de verkeersfunctie in een verblijfsgebied ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;

dat de Wilhelminastraat (tussen Zijlvest en Raamvest), (tussen Turfmarkt en Zijlstraat), gecategoriseerd zijn als gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom waar een maximumsnelheid van 30 km/u geldt ofwel zal gelden (GOW30);

dat het rijden met bromfietsen en snorfietsen in het gehele voetgangersgebied is verboden;

dat grote aantallen willekeurig gestalde fietsen, bakfietsen en bromfietsen hinder en overlast in de binnenstad veroorzaken;

dat door bovenstaande situatie er conflicten tussen voetgangers en fietsen ontstaan, waarbij vooral gehandicapten en slechtzienden hier hinder van ervaren;

dat de overlast vaak voorkomt door de grote hoeveelheid fietsen op een bepaalde locatie;

dat de bereikbaarheid van winkels, woningen en andere bedrijven en instellingen verslechtert door het parkeren van fietsen, bromfietsen of snorfietsen;

dat het parkeren van fietsen, bromfietsen en snorfietsen tevens tot gevolg heeft dat er stremmingen en onverwachte oversteken ontstaan en dat het vrije verkeer belemmert raakt;

dat het plaatsen van fietsen, bromfietsen en snorfietsen buiten de daarvoor bestemde plaatsen, ten koste gaat aan de toegankelijkheid van het verkeer en het vrije gebruik van de openbare ruimte op voornoemde wegen;

dat de gemeente Haarlem schone en gezonde vormen van vervoer stimuleert, waaronder het gebruik van de fiets;

dat er daarom rond het station en elders in de binnenstad grote gratis fietsenstallingen zijn gerealiseerd;

dat in het gebied waarin de voornoemde wegen zijn gelegen vakken en rekken voor het plaatsen van fietsen, bromfietsen en snorfietsen aanwezig zijn al dan niet voorzien van borden E8 van bijlage 1 van het RVV 1990;

dat de stallingen, vakken en rekken, de oplossing moeten bieden voor de eerdergenoemde hinder en overlast met betrekking tot het plaatsen van fietsen, bromfietsen en snorfietsen;

dat gelet op artikel 27 van het RVV 1990 fietsen en bromfietsen worden geplaatst op het trottoir, op het voetpad of in de berm dan wel op andere door het bevoegde gezag aangewezen plaatsen;

dat gelet op artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 het voor een ieder verboden is zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd;

dat gelet op artikel 2:51 lid 1 uit het Algemene plaatselijke verordening (APV) het verboden is een fiets, bromfiets of snorfiets te parkeren als daardoor:

• Op de weg de doorgang wordt gehinderd of belemmerd;

• De veiligheid of de doorstroming van of het uitzicht voor het verkeer wordt verhinderd;

• Schade wordt veroorzaakt aan de openbare ruimte of aan het uiterlijk aanzien van de gemeente;

• Voor een bewoner of gebruiker van het gebouw waartegen of waarvoor de fiets, bromfiets of de snorfiets staat geparkeerd de doorgang of het uitzicht wordt belemmerd en dit tegen de uitdrukkelijke verklaarde wil van de bewoner of gebruiker is;

dat gelet op artikel 2:51 lid 2 uit het Algemene plaatselijke verordening (hierna te noemen: APV) in het belang van de veiligheid en ter voorkoming van hinder en het toebrengen van schade aan de openbare ruimte of aan het uiterlijk aanzien van de gemeente is het verboden in door het college aangewezen gebieden fietsen, bromfietsen of snorfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde voorzieningen te parkeren;

dat handhaving op basis van artikel 2:51 van het APV vaak lastig is, vanwege het niet aantoonbaar kunnen maken welke fiets de overlast veroorzaakt;

dat gelet op artikel 2 lid 2 van het RVV 1990 de regels van dit besluit betreffende voetgangers voorts mede van toepassing zijn op personen die te voet een motorfiets, bromfiets of fiets aan de hand meevoeren, alsmede op personen die zich verplaatsen met behulp van voorwerpen, niet zijnde voertuigen;

dat ondanks bovengenoemde regels het niet uitgesloten is dat fietsen, snorfietsen en bromfietsen binnen de voetgangerszone geparkeerd worden;

dat het college van burgemeester en wethouders separaat een besluit heeft genomen tot aanpassing van de APV en de gebieden en zones als genoemd in dit verkeersbesluit aangewezen heeft als fietsparkeerverbodszone voor fietsen, snorfietsen en bromfietsen;

dat op grond van de aanpassing in het APV er gehandhaafd kan worden en bestuursdwang toegepast kan worden op fietsen, bromfietsen en snorfietsen die buiten de daartoe bestemde plaatsen zijn gestald;

dat om praktische redenen het toepassen van bestuursdwang op grond van deze APV-bepalingen op het stallen van bromfietsen en snorfietsen vrijwel onmogelijk is;

dat deze praktische bezwaren vooral zijn gelegen in het arbo-technische feit dat het veelvuldig tillen van bromfietsen en snorfietsen vanwege hun massa een gezondheidsrisico voor de werknemer kan opleveren alsmede de milieubelasting die kan ontstaan als gevolg van het lekken van vloeistoffen in de opslagruimte voor verplaatste bromfietsen en snorfietsen;

dat aangezien de handhaving op het plaatsen van fietsen en de daarbij behorende bestuursdwang plaatsvindt op basis van APV-bepalingen, op dezelfde gebieden, zones en wegvakken waar (zone-)borden E3 worden geplaatst, de handhaving beperkt kan worden tot toezicht op de naleving van de in het RVV 1990 opgenomen gedragsregels voor het plaatsen van bromfietsen en snorfietsen;

dat middels ‘handhaving op kenteken’ efficiënt en effectief kan worden gehandhaafd op een door middel van bord E3 aangeduid verbod tot het plaatsen van bromfietsen en snorfietsen;

dat het daarom gewenst is om op de wegen in dit besluit een verbod in te stellen voor het plaatsen van fietsen, bromfietsen en snorfietsen buiten de daarvoor bestemde weggedeelten;

dat voornoemde maatregelen worden gerealiseerd door het instellen van een verbod om fietsen en bromfietsen en snorfietsen te plaatsen door middel van het plaatsen van begin/einde zoneborden E3 van bijlage 1 van het RVV 1990 aan beide zijden van het trottoir op de voornoemde wegen in de binnenstad;

dat er op geëigende locaties zoneborden E3 ‘herhaling’ van bijlage 1 van het RVV 1990 geplaatst worden;

dat gelet op artikel 2b van het RVV 1990 de regels van dit besluit betreffende fietsen en fietsers, in plaats van de regels betreffende bromfietsen en bromfietsers, mede van toepassing zijn op snorfietsen en snorfietsers, tenzij anders is bepaald;

dat blijkens het bepaalde in artikel 65 lid 3 van het RVV 1990 een door middel van bord E3 aangeduid verbod om bromfietsen en snorfietsen te plaatsen niet van toepassing is op de daartoe bestemde weggedeelten zoals omschreven in artikel 27 van het RVV 1990;

dat blijkens de begripsbepaling in artikel 1 van het RVV 1990 een snorfiets of bromfiets een constructiesnelheid heeft van niet meer dan 25 km/u;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het verwijderen en plaatsen van borden E3 van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregel strekt tot het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg en het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt met uitvoeren van de hiervoor benoemde verkeersmaatregel;

dat gelet op alle voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer ondergeschikt is aan het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregel.

Het besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

- door middel van het verwijderen van begin/einde zoneborden E3zb en E3ze van bijlage 1 van het RVV 1990 aan beide zijden van de weg, op de trottoirs een verbod voor het plaatsen van fietsen, bromfietsen en snorfietsen in te stellen op de volgende wegen:

• • Kruisweg ter hoogte van de kruising met de Korte Herenstraat;

  • Kenaustraat ter hoogte van de kruising met de Tuinstraat;

  • Kruisweg ter hoogte van de kruising met de Parklaan.

- door middel van het plaatsen van begin/einde zoneborden E3zb en E3ze van bijlage 1 van het RVV 1990 aan beide zijden van de weg, op de trottoirs een verbod voor het plaatsen van fietsen, bromfietsen en snorfietsen in te stellen op de volgende wegen:

• • Wilhelminastraat tussen nr. 10 en 12;

  • Gedempte Oude Gracht/ (tussen Spaarne en Nassaulaan);

  • Verwulft

  • Jacobijnestraat;

  • Stoofsteeg;

  • Nobelstraat;

  • Prinsenhof/Het Pand;

  • Zijlstraat (vanaf Zijlvest, Witte Herenstraat en Vogelkoopsteeg);

  • Koningstraat;

  • Paarlaarsteeg;

  • Grote Markt;

  • Grote Houtstraat;

  • Nieuwe Groenmarkt;

  • Kromme Elleboogsteeg;

  • Krocht (ter hoogte van de Nieuwe Groenmarkt)

  • Barteljorisstraat;

  • Tuinstraat

  • Korte Herenstraat

  • Kruisstraat;

  • Nassaustraat (tussen nr. 9 en 6 en de Kruisstraat);

  • Kruisbrug;

  • Kruisweg;

  • Smedestraat (vanaf de Zuider/Noorder Schoolsteeg, Morinnesteeg en Lange Wijngaardstraat);

  • Schoutensteeg;

  • Jansstraat (tussen nr. 87 en 76A en de Grote Markt);

  • Riviervismarkt;

  • Klokhuisplein;

  • Lange Begijnestraat (tussen Klokhuisplein en Korte Begijnestraat);

  • Damstraat;

  • Simon de Vrieshof;

  • Nauwe Appelaarsteeg;

  • Oude Groenmarkt;

  • Lange Veerstraat;

  • Anegang;

  • Lepelstraat;

  • Warmoesstraat;

  • Spekstraat;

  • Korte Veerstraat;

  • Kleine Houtstraat (tussen Gedempte Oude Gracht en Lange Veerstraat);

  • Berkenrodesteeg;

  • Korte Veerstraat;

  • Turfsteeg;

  • Helmbrekersteeg;

  • Gravinnesteeg;

  • Frankestraat;

  • Gierstraat;

  • Botermarkt;

  • Raaks;

  • Gedempte Voldersgracht (vanaf Vestestraat);

  • Korte Zijlstraat;

  • Bakkumstraat;

  • Nieuwstraat;

  • Grote Houtbrug;

  • Tempeliersstraat (tussen Houtplein en Tempeliersstraat 54/65);

  • Houtplein.

- het verbod voor het plaatsen van fietsen, snorfietsen en bromfietsen niet geldt in stallingen, vakken en rekken in de bovengenoemde straten;

- een en ander overeenkomstig in de situatieschetsen.

Aldus vastgesteld op 8 mei 2025 te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,

Melvin Werkhoven

Teammanager bereikbaarheid

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in het Gemeenteblad. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in het Gemeenteblad bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. Daarnaast verzoeken wij u om ook uw telefoonnummer en/of e-mailadres te vermelden. Dit maakt het makkelijker om contact met u op te nemen over uw bezwaarschrift. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.