Vestiging van een gemeentelijk voorkeursrecht op onroerende zaken aan de Jan Olieslagersweg 15 te Eindhoven (vestiging voorkeursrecht door college van burgemeester en wethouders)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt op grond van artikel 16.32b van de Omgevingswet bekend dat zij op 6 mei 2025 op basis van artikel 9.1, tweede lid, van de Omgevingswet heeft besloten om een gemeentelijk voorkeursrecht te vestigen.

 

De onroerende zaken zijn gelegen aan de Jan Olieslagersweg 15 van de gemeente Eindhoven en zijn nader aangegeven op de bij het besluit behorende grondtekening met nummer GRB-20250070 en de bijbehorende perceellijst.

 

Gevolgen van de vestiging

De vestiging van het voorkeursrecht houdt in dat eigenaren en andere rechthebbenden van de onroerende zaken, wanneer zij die onroerende zaken respectievelijk erop gevestigde beperkte rechten wensen te vervreemden, deze eerst aan de gemeente Eindhoven te koop moeten aanbieden. De eigenaren en de rechthebbenden op beperkte rechten hebben afzonderlijk bij brief bericht ontvangen over de inhoud van de voorkeursrechtbeschikking en de gevolgen daarvan.

 

Ingaan van het voorkeursrecht

Het voorkeursrecht gaat in op het tijdstip waar op de beschikking is ingeschreven in de openbare registers van het kadaster (inwerkingtreding).

 

Terinzagelegging stukken

Het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 6 mei 2025 (de voorkeurrechtsbeschikking), ligt samen met de bij dit besluit behorende grondtekening met nummer GRB-20250070 en de bijbehorende perceellijst, vermeldende de kadastrale aanduidingen, de perceelgrootte en de namen van de eigenaren en beperkt gerechtigden, met ingang van donderdag 8 mei 2025 gedurende zes weken ter inzage bij het Inwonersplein van de gemeente Eindhoven.

Het Inwonersplein bevindt zich in het Stadhuis, Stadhuisplein 1, en is geopend op: maandag van 8.30 tot 19.00 uur, dinsdag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur, zaterdag van 9.00 tot 12.00 uur.

 

De stukken zijn eveneens digitaal te raadplegen in het Gemeenteblad via de link “Bekijk documenten” behorende bij de publicatie.

 

Zienswijzen tegen ontwerp raadsvoorstel en ontwerp raadsbesluit

Het door het college van burgemeester en wethouders gevestigde voorkeursrecht als bedoeld in artikel 9.1, tweede lid van de Omgevingswet, vervalt drie maanden na het ingaan daarvan of, als dat eerder is, op het tijdstip dat een voorkeursrecht als bedoeld in artikel 9.1, eerste lid van de Omgevingswet ingaat (de vestiging van het voorkeursrecht door de gemeenteraad).

 

De gemeenteraad dient derhalve binnen drie maanden een besluit te nemen om op de onroerende zaken gelegen aan de Jan Olieslagersweg 15 het voorkeursrecht te vestigen (lees: bestendigen). In het kader van een zorgvuldige voorbereiding van het door de gemeenteraad te nemen besluit tot vestiging van het voorkeursrecht worden belanghebbenden, gelet op artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, in de gelegenheid gesteld om, gedurende twee weken, ingaande op de dag na bekendmaking van de voorkeursrechtbeschikking, derhalve tot en met 21 mei 2025, schriftelijk of mondeling hun zienswijzen ten aanzien van het ontwerp raadsvoorstel en ontwerp raadsbesluit naar voren te brengen. Schriftelijke zienswijzen kunnen worden gericht aan de raad van de gemeente Eindhoven, Postbus 90150, 5600 RB Eindhoven onder vermelding van “Voorkeursrecht Jan Olieslagersweg 15”.

 

Bezwaar en beroep

Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden gedurende een termijn van zes weken, ingaande de dag na bekendmaking van de voorkeursrechtbeschikking, schriftelijk bezwaar maken tegen de vestiging van het voorkeursrecht, door een bezwaarschrift in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven, Postbus 90150, 5600 RB Eindhoven.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet tenminste bevatten:

1. naam en adres van de indiener;

2. dagtekening;

3. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

4. de gronden van bezwaar.

 

Nadat de gemeenteraad een besluit inzake het voorkeursrecht heeft genomen (de voorkeursrechtbeschikking van de gemeenteraad), kunnen belanghebbenden ook bezwaar maken tegen dat raadsbesluit. Indien een belanghebbende kiest om nu reeds bezwaar te maken tegen het besluit van burgemeester en wethouders (de voorkeursrechtbeschikking van het college), dan wordt dat bezwaarschrift, zodra het besluit van de gemeenteraad tot vestiging van het voorkeursrecht bekend is gemaakt, op grond van artikel 16.32c van de Omgevingswet aangemerkt als te zijn gericht tegen de voorkeursrechtbeschikking van de gemeenteraad. Met deze regeling wordt voorkomen dat belanghebbenden tweemaal bezwaar dienen te maken.

 

Voorlopige voorziening

Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van het besluit (de voorkeursrechtbeschikking) niet op. Indien een bezwaarschrift is ingediend, kunnen belanghebbenden de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost Brabant (Sector bestuursrecht) te ’s-Hertogenbosch verzoeken een voorlopige voorziening te treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist, een en ander ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht. De voorzieningenrechter zal de verzoeker alleen ontvankelijk verklaren, indien daarbij een spoedeisend belang kan worden aangetoond. Voor het in behandeling nemen van het verzoek worden griffierechten geheven.

 

Eindhoven, 8 mei 2025

Het college van burgemeester en wethouders

 

 

Naar boven