Evaluatie rapportage VTH 2024

Het college van B en W besluit:

  • 1.

    De evaluatierapportage VTH 2024 vast te stellen en bekend te maken aan de gemeenteraad en Gedeputeerde staten.

  • 2.

    De raadsinformatiebrief ‘Evaluatierapportage VTH 2024’ te versturen aan de gemeenteraad

Hoofdstuk 1: Inleiding

1.1 Aanleiding en achtergrond

Voor u ligt de evaluatie rapportage VTH 2024 op het uitvoeringsprogramma 2024 VTH, (vergunningverlening, toezicht en handhaving) van de Gemeente Best. Het is een verplicht onderdeel van de VTH beleidscyclus, het vaststellen van de evaluatie rapportage 2024 is een wettelijk vereiste op grond van artikel 13.11 van het Omgevingsbesluit (Ob). Deze dient vóór 1 mei 2025 te zijn vastgesteld door het college van B&W en ter kennisneming aan de gemeenteraad en Provinciale Staten toegezonden worden.

Een jaar waarin er vol spanning gekeken werd naar de veranderingen met betrekking tot invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). De vele aanvragen in 2023 heeft er wel voor gezorgd dat hier in 2024 nog werk aan de winkel was. Dit was een cruciaal jaar en dit is in het algemeen goed verlopen binnen de gemeente Best.

 

Het Beleidsplan VTH 2021-2025, het Uitvoeringsprogramma 2024 worden als leidraad gebruikt om op de gestelde doelen te kunnen terugblikken. Het jaar 2024 stond in het teken van de omgevingswet en daarnaast de verdere optimalisering en implementatie van digitale systemen, zoals de invoering van RX Mission. Processen zijn op elkaar afgestemd en er wordt gezocht naar een steeds betere (digitale) samenwerking. Daarnaast wordt er teruggekeken naar de jaarlijkse beoordeling van het Interbestuurlijke toezicht- omgevingsrecht van de Provincie Noord-Brabant, in hoeverre de activiteiten hebben bijgedragen aan het bereiken van de doelen. Jaarlijks beoordeelt de Provincie Noord-Brabant of lokale overheden hun taken uitvoeren volgens de vigerende wetgeving. In het kader van de VTH beleidscyclus controleert de Provincie of het VTH beleidsplan, uitvoeringsprogramma en evaluatieverslag voldoen aan de gestelde eisen en tijdig ter kennis gezonden is aan de Provincie. Over het algemeen wordt de gemeente Best goed beoordeeld op het aanleveren van kwaliteitsvolle beleidsstukken binnen de gevraagde termijnen. Er wordt gestreefd naar een continue verbeteringsslag.

 

Op 21 januari 2025 is een nieuw beleidsplan voor VTH vastgesteld, de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie 2025-2029. Daarnaast is voor het jaar 2025 het VTH Uitvoeringsprogramma 2025 vastgesteld.

 

In 2025 worden de kwaliteitscriteria 3.0 geïmplementeerd, in deze rapportage zal nog worden ingegaan op de set kwaliteitscriteria 2.3. De BIG-8 cyclus blijft een leidraad binnen het handteren en ontwikkelen van werkzaamheden en beleidsdocumenten en zal weer verder aangescherpt worden. Aan de hand van de evaluatie zullen doelstellingen geüpdatet worden en waar nodig passender gemaakt.

 

1.2 Leeswijzer

De hoofdstukindelingen zijn gebaseerd op het uitvoeringsprogramma van 2024 en deze zijn dan ook aangehouden in deze handreiking. Allereerst wordt de aanleiding en achtergrond van de evaluatierapportage toegelicht, waarna de samenvatting volgt, en dan het hoofdstuk over de organisatie van domein Omgeving met de huidige formatie en financiële borging. Vervolgens wordt er ingegaan op de Teambrede en team-/domein overstijgende projecten in kader van de omgevingswet en kwaliteitscriteria 2.3. In het laatste hoofdstuk wordt er geëvalueerd op de doelstellingen vanuit de verschillende clusters; vergunningen, toezicht & handhaving en milieu. In de bijlagen is de BIG-8-cyclus, organogram en kwaliteitscriteria 2.3 terug te vinden.

Hoofdstuk 2: Samenvatting

De samenvatting hieronder geeft een beknopt overzicht van de belangrijkste punten en conclusies uit de evaluatierapportage VTH 2024.

 

2.1 Vergunningen

De regie over vergunningaanvragen verloopt naar tevredenheid, met 80% vooroverleg bij Bopa’s. Doorlooptijden staan onder druk door hoge werkdruk, maar de inhoudelijke beoordeling voldoet aan de eisen. Beschikkingen voldoen aan wettelijke eisen en er is regelmatige afstemming om integraliteit te waarborgen. Aanvragen worden getoetst aan het tijdelijk Omgevingsplan en andere kaders, met focus op risicominimalisatie. Beleidsregels worden herzien indien verouderd, en vragen van inwoners en bedrijven worden goed beantwoord. Aanvragers worden binnen drie werkdagen geïnformeerd over de ontvangst van hun aanvraag.

 

Voor een goed fysiek leefmilieu worden maatregelen genomen om luchtkwaliteit te verbeteren en geluidsbelasting te verminderen. De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit functioneert naar behoren en beoordeelt activiteiten rondom monumenten. Archeologische onderzoeksrapporten worden getoetst door deskundigen en bij brandveiligheid wordt advies gevraagd aan de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost.

 

2.2 Toezicht en handhaving

De nalevingsstrategie voldoet grotendeels aan de kwaliteitscriteria en wordt risicogericht uitgevoerd volgens het VTH-beleidsplan, met wekelijkse overlegstructuren. Ondanks een toename in bezwaar- en beroepszaken, wordt de landelijke handhavingsstrategie consequent toegepast.

 

Onveilige situaties worden niet altijd binnen een week bevestigd, maar overige constateringen meestal binnen vier weken. Brandonveilige woonsituaties worden niet altijd binnen drie maanden opgelost, maar tijdelijke oplossingen worden gezocht. Bouwovertredingen worden grotendeels tijdens het werk opgelost.

Capaciteitsproblemen hebben het uitvoeren van zes controles per maand in het buitengebied bemoeilijkt. Bijna alle overtredingen worden binnen twee maanden opgepakt. Integrale controles op wild crossen, illegaal vissen, stropen en jagen vinden maandelijks plaats.

 

Extra prioriteiten zoals KIT-controles, bouwtoezicht bij monumenten, en toezicht op locaties met arbeidsmigranten en woonwagenlocaties zijn structureel uitgevoerd.

De samenwerking met de ODZOB verloopt goed, met geactualiseerde werkafspraken en directe actie bij urgente klachten. Technische problemen hebben de ontwikkeling van een klachtenportal vertraagd, waardoor sturing op preventie niet mogelijk was.

Meldingen met hoge prioriteit worden binnen drie werkdagen opgepakt. Meldingen met gemiddelde prioriteit worden geregistreerd en opgepakt bij voldoende capaciteit. Lage prioriteit meldingen krijgen een standaard bericht en melders worden gewezen op hun eigen verantwoordelijkheid. Alle melders krijgen een terugkoppeling.

 

2.3 APV en bijzondere wetten

De evaluatie toont vooruitgang, maar er zijn nog aandachtspunten. De verwerking van exploitatievergunningen is deels afgerond, met nog 10 openbare inrichtingen zonder vergunning. Het actualiseren van de APV is een doorlopend proces met input voor het omgevingsplan. Het strategisch evenementenbeleid en beleidsregels voor evenementen en horeca zijn nog in ontwikkeling. Het standplaatsenbeleid voldoet niet aan de dienstenrichtlijn en vereist aanpassing.

 

2.4 Milieu

Milieumaatregelen worden jaarlijks geborgd in omgevingsvergunningen en gecontroleerd op naleving. Door verruimde mandatering aan de ODZOB en personeelstekorten, zijn in 2024 steekproefsgewijs bestuurlijk gevoelige dossiers gecontroleerd. Meldingen en informatieplichten zijn conform werkafspraken afgehandeld.

Het project omgevingsplan en de transitie naar de Omgevingswet zijn voortgezet, met aandacht voor milieuthema’s en omzetting naar geluidproductieplafonds voor industrieterreinen. Inventarisatie van bijzondere lokale omstandigheden is gestart en loopt door in 2025.

Hoofdstuk 3: Organisatie

3.1 De organisatie van domein Omgeving

In 2024 hebben we onze organisatie heringericht om efficiënter en beter georganiseerd te werken binnen de gemeente Best. De nieuwe structuur bestaat uit drie domeinen: Omgeving, Bedrijfsvoering en Samenleving. Het domein Omgeving omvat nu onder andere de teams Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH), Omgevingsadvies en Ruimtelijke Ordening. Deze teams zijn verder onderverdeeld in clusters en worden geleid door een teamleider. De cluster Veiligheid is verplaatst naar het domein Samenleving en de cluster Milieu is geïntegreerd in het team Omgevingsadvies. Deze herstructurering moet nog worden doorontwikkeld om een duidelijkere taakverdeling en verantwoordelijkheden te realiseren. Met als doel te zorgen voor een betere focus en specialisatie binnen de teams en daarbij aan te sluiten om de leefomgeving in de Gemeente Best te optimaliseren. Het organogram is schematisch weergegeven in Bijlage II.

 

Er is al een duidelijke voor overleg met externe partijen, portefeuillehouders en teamleden, echter is de frequentie en aantal deelnemers van interne overleggen nog niet volledig zijn vastgesteld. Dit heeft geleid tot verbeterde communicatie en samenwerking binnen en tussen de domeinen.

 

3.2 Huidige formatie

Hieronder wordt een overzicht van de huidige formatie 2024 weergegeven:

 

Taken vergunningverlening

Formatie

Bezetting

Extern

Vacature-ruimte

Vergunningen:

Senior medewerker vergunningen

3,0

2,0

1,0

1,0

Jurist vergunningen

1,0

-

-

1,0

Medewerker vergunningen A

1,58

1,56

-

0,02

Medewerker vergunningen B

0,72

0,67

-

0,05

Ondersteunend medewerker vergunningen

1,53

1,42

0,89

-0,78

Applicatiebeheerder

0,61

0,61

-

-

Totaal Vergunningen

9,44

6,26

1,89

1,29

Toezicht en Handhaving 1

Senior medewerker handhaving

1,0

-

0,5

0,5

Jurist handhaving

2,83

1,83

0,5

0,5

Toezichthouder bouw & ruimte

2,0

1,0

0,67

0,33

Medewerker handhaving

0,94

-

0,4

0,54

Project assistent

0,78

0,78

-

-

Ondersteunend medewerker handhaving

1,0

-

-

1,0

Totaal Toezicht en Handhaving

8,55

3,61

2,07

2,87

Teamleider VTH

1,0

1,0

-

-

Totaal VTH

18,99

10,87

3,96

4,16

Milieu:

Senior medewerker vergunningen

1,0

1,0

-

-

Medewerking vergunningen a1

1,06

1,64

-

-0,58

Senior medewerker vergunningen PG

0,92

0,64

-

0,28

Extern medewerk(st)er

0

0

0

0

Totaal Milieu

2,98

3,28

0

-0,3

 

3.3 Taakverdeling binnen team VTH

Het team Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) is verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen, toezicht houden en handhaven van de al dan niet verleende vergunningen. Dit team stelt ook het VTH-beleid op en voert het uit.

 

Taken en verantwoordelijkheden:

  • Vergunningen: Het team beoordeelt en handelt meldingen en vergunningaanvragen af volgens de Omgevingswet (o.a. BOPA's en OPA's), APV (bv evenementenvergunningen) en bijzondere wetten, zoals de Alcoholwet.

  • Beleid: Naast de Omgevingswet is het team ook verantwoordelijk voor andere beleidsterreinen voortvloeiend uit de APV en bijzondere wetten.

  • Toezicht en handhaving: Het team houdt toezicht en handhaaft op het gebied van bouwen, sloop en planologisch strijdig gebruik. Projectmedewerkers zijn onderdeel van de teams. Algemene ondersteunende functies zijn gekoppeld aan meerdere teams, maar taken kunnen verschuiven voor praktische redenen en vervangbaarheid.

Systemen en processen:

  • RX. Mission: Het team beheert RX. Mission, het systeem waarin (omgevings-) vergunningen en handhavingsprocedures worden geregistreerd en afgehandeld.

Terugkijkend:

Het samenbrengen van vergunningverlening, toezicht en handhaving in één team heeft geleid tot verbetering in samenwerking en efficiëntie. Door de koppeling van ondersteunende functies aan meerdere teams is er een zekere mate van flexibiliteit en vervangbaarheid ontstaan. Het gebruik van RX. Mission heeft de registratie en afhandeling van procedures verbeterd. Het systeem is in 2023 geïmplementeerd en de voortgang moet nauwlettend in de gaten gehouden worden. De overleggen tussen de verschillende clusters en externe partijen kunnen hierbij mogelijk helpen.

 

3.4 Relatie met andere teams en instanties

In 2024 heeft Team VTH nauw samengewerkt met Ruimtelijke Ordening (RO) en Omgevingsadvies, dit heeft input opgeleverd voor het Omgevingsplan en ander beleid. De advisering over legalisatievraagstukken en vergunningaanvragen heeft bijgedragen aan een zorgvuldige toepassing van het tijdelijk Omgevingsplan.

 

De VTH-processen zijn herzien vanwege de Omgevingswet en Wkb. Nieuwe werkafspraken en een duidelijke rolverdeling hebben geleid tot een efficiëntere werkwijze. In 2024 zijn deze processen verder geactualiseerd op basis van praktijkervaringen. Het cluster juridische zaken heeft ondersteuning geboden bij juridische kwesties en bezwaar- en beroepszaken. Regelmatige afstemming met Beheer en Realisatie heeft bijgedragen aan een geïntegreerde aanpak van verkeer en openbare ruimte. Extern hebben we samengewerkt met ODZOB, VRBZO, politie, Openbaar Ministerie, Waterschap, Provincie, belastingdienst en woningcorporaties. Deze samenwerkingen hebben bijgedragen aan een effectieve uitvoering van onze taken.

 

3.5 Borging en financiële middelen

In 2021 en 2022 is extra geld vrijgemaakt voor toezicht en handhaving op prioriteiten en elk jaar mogen er gelden meegenomen worden naar het jaar erop.

Vanwege moeilijkheden bij het vinden van personeel en de vertraging van het bestemmingsplan buitengebied, is een deel van dit budget overgeheveld naar 2024. Er zijn nieuwe medewerkers aangenomen, echter zijn er door omstandigheden medewerkers uitgevallen en valt hier nog wel enige winst in te behalen. Hier wordt actie op ondernomen en samen met andere clusters in de gaten gehouden, door steeds als teams te evalueren over de gang van zaken.

Verder zijn er voor 2024 extra middelen al dan niet tijdelijk beschikbaar gesteld voor de invoering van de Omgevingswet, bv extra vergunningverlener, jurist en een regelanalist. De invulling van deze (tijdelijke) vacatures blijft een uitdaging.

 

Beschikbare budgetten voor formatie en uitgaven in 2024

Zoals hieronder terug te zien is, is er aan uitgaven voor toezicht en handhaving in het buitengebied geen uitgaven gedaan en dit budget wordt meegenomen naar 2025.

 

Beschikbare budget

Uitgaven eigen personeel + inhuur

Vergunningen

420.000

420.000

Toezicht en handhaving (reguliere)

580.000

580.000

Toezicht en handhaving (buitengebied)

340.000

0

Hoofdstuk 4: Teambrede en team-/domein overstijgende projecten

In 2024 heeft Team VTH zich gericht op drie belangrijke pijlers: de implementatie van de Omgevingswet, de Wet kwaliteitsborging (Wkb), en regionale samenwerking. Deze focus heeft geleid tot vooruitgang en verbeteringen in onze werkwijzen en samenwerkingsverbanden.

 

4.1 Omgevingswet

De integratie van verschillende wetten in de Omgevingswet heeft ons in staat gesteld om een evenwicht te zoeken tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving. Dankzij een voorbereidingsperiode is de start redelijk soepel verlopen. Het transitieplan, opgesteld in het eerste kwartaal van 2024, heeft ervoor gezorgd dat taken programmatisch worden opgepakt en waar mogelijk in de lijn worden weggelegd. Dit heeft enigszins geleid tot een efficiëntere uitvoering van onze reguliere activiteiten en een betere afstemming van procesafspraken. Er is gestart met het project omgevingsplan en deze wordt de komende jaren nog verder ontwikkeld;

  • Het verder opstellen van het omgevingsplan en de toepasbare regels,

  • Het ontwikkelen van de omgevingsvisie en daarbij horende beleidshuis van programma’s.

  • Een doorontwikkeling van monitoring en evaluatie van processen, resultaten en financiën.

  • Een doorontwikkeling van de dienstverlening, de manier waarop de vergunningverlening het vooroverleg en het wijzigen van het omgevingsplan inrichten.

  • Een doorontwikkeling van de invulling van de rollen van de raad van college, zoals deze in de omgevingswet bedoeld is.

4.2 De Kwaliteitsborging (Wkb)

De inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging heeft een nieuwe beweging gebracht in de behandeling en toetsing van (nieuw)bouwactiviteiten. Door de bouwtechnische toetsing over te dragen aan gecertificeerde Kwaliteitsborgers, kunnen wij ons richten op toezicht en handhaving. De gefaseerde invoering van de wet, te beginnen met eenvoudigere bouwprojecten, heeft ons in staat gesteld om geleidelijk aan te passen aan de nieuwe verantwoordelijkheden. De gemeente blijft echter bevoegd gezag en verantwoordelijk voor het toezicht op bestaande bouw en omgevingsveiligheid, wat een continuïteit in kwaliteit en veiligheid waarborgt.

 

4.3 Regionale samenwerking

Sinds 2021 hebben we gewerkt aan het verbeteren van de regionale samenwerking met de ODZOB. Dit heeft in 2022 geresulteerd in een kwaliteitsslag in de advisering van het college. Door een actievere rol te vervullen, hebben we meer invloed kunnen uitoefenen op regionale beleidskeuzes, wat heeft geleid tot een betere aansluiting van het regionaal beleid bij onze ambities. De volledige mandatering van basistaken aan de ODZOB sinds 2022 heeft de integraliteit en afstemming verder geborgd. In 2024 blijven we nauw samenwerken en monitoren om de effectiviteit van deze samenwerkingsverbanden te waarborgen, vooral in het licht van de Omgevingswet en Wkb.

 

4.4 Kwaliteitscriteria 2.3

Er wordt in deze evaluatie voor 2024 teruggekeken naar de kwaliteitscriteria 2.3, de toen nog geldende landelijke kwaliteitscriteria voor de fysieke leefomgeving. Op 1 januari 2025 is de nieuwe landelijke kwaliteitscriteria 3.0 ingegaan voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Deze criteria zorgen voor een uniforme en adequate uitvoering van de Omgevingswet. Artikelen 18.20 tot en met 18.23 van de Omgevingswet bepalen op welke manier de gemeente aandacht moet besteden aan de kwaliteit van uitvoering en handhaving. In Bijlage III is de uitwerking te vinden van kwaliteitscriteria 2.3. In 2025 wordt er verder gewerkt aan de kwaliteitscriteria 3.0 en zal deze geïmplementeerd worden.

4.4.1. IBT oordeel 2024

Op 4 juli 2024 ontving de gemeente Best het definitieve toezichtoordeel IBT omgevingsrecht van de Provincie Noord-Brabant. In het document zijn de VTH-documenten (het Beleidsplan VTH 2021-2025, het VTH uitvoeringsprogramma 2024 en de Evaluatie Uitvoeringsprogramma VTH 2023) beoordeeld naar tijdigheid/actualiteit en kwaliteit van de wettelijk vereiste documenten voor de uitoefening van de uitvoerings- en handhavingstaak.

 

Hieronder worden de onderdelen besproken waar in het toezichtoordeel verbeterpunten zijn aangegeven, voor de gehele documentatie verwijs ik u naar het ‘Beoordelingsformulier 2024 systematisch toezicht IBTomgevingsrecht Gemeente Best’:

 

Actualisatie VTH beleidsplan

Het beleidsplan is vastgesteld voor de periode 2021-2025. In het beleid wordt nog aangegeven dat de Omgevingswet in 2022 in werking treedt. Het huidige beleid is hiermee niet actueel. Er wordt nog verwezen naar de Wabo en de LHS. Gelet op de gebruikte terminologie in het beleid dient het beleid in 2024 te worden geëvalueerd en geactualiseerd.

 

Cultureel erfgoed in het beleidsplan

Het beleidsplan gaat niet in op de uitoefening van uitvoering en handhaving voor het onderdeel cultureel erfgoed. Gelet hierop moet aandacht worden besteed in het beleidsplan aan de uitoefening van uitvoering en handhaving voor het onderdeel cultureel erfgoed. Dit aan de hand van de omgevings-/probleemanalyse en de prioriteitstelling.

 

Cultureel erfgoed in het uitvoeringsprogramma

De uitoefening van handhaving voor het onderdeel cultureel erfgoed is niet beschreven in het uitvoeringsprogramma. Dit moet worden beschreven in het uitvoeringsprogramma.

 

Regels omgevingsplan in het beleidsplan

Het beleidsplan gaat niet in op de uitoefening van uitvoering en handhaving van de regels in het omgevingsplan. In het beleid dient hieraan aandacht te worden besteed, aan de hand van de uitkomst van de omgevings-/probleemanalyse en de prioriteitstelling.

 

Afstemming beleid en uitvoeringsprogramma

De doelen uit het beleidsplan en de doelen die in het uitvoeringsprogramma benoemd worden, komen, net als de prestatieindicatoren, niet éen-op-éen met elkaar overeen. In het uitvoeringsprogramma zijn taken extra geprioriteerd die bij de risicoanalyse niet in beeld gebracht zijn. Bij nieuwe doelen dient er nieuw beleid vastgesteld te worden. De doelen uit het beleidsplan moeten worden afgestemd met de doelen in het uitvoeringsprogramma. In het programma wordt de aanleiding voor de aanpassing van de prioritering beschreven.

 

Evaluatierapport en aanpassing beleid

Uit het evaluatierapport blijkt niet dat het beleidsplan bezien en waar nodig aangepast is. Dat heeft ertoe geleid dat het beleidsplan niet gebaseerd was op de Omgevingswet, die op 1 januari 2024 in werking getreden is.

Hoofdstuk 5: Evaluatie 2024

In dit hoofdstuk wordt geëvalueerd of de doelstellingen en prestatie-indicatoren uit het uitvoeringsprogramma 2024 behaald zijn. Bij vergunningverlening, toezicht en handhaving staat een goede fysieke leefomgeving centraal, met focus op veiligheid, bruikbaarheid, gezondheid en milieu. In 2024 heeft de focus op de Omgevingswet en Wet Kwaliteitsborging gelegen, met speciale aandacht voor monumenten en de commissie Ruimtelijke Kwaliteit. De doelen voor vergunningverlening zijn gebaseerd op het VTH-beleidsplan en de Omgevingswet/Wkb.

 

5.1 Programma Vergunningsverlening

Het team VTH bestaat uit de clusters “vergunningen” en “toezicht en handhaving”.

  • Bouwen en ruimte:

    • o

      Omgevingsplan activiteitvergunningen

  • APV en bijzondere wetten

    • o

      Alcoholwetvergunningen

    • o

      APV-vergunningen en- ontheffingen

Hoofdtaak: voeren van regie over vergunningsaanvragen en het behandelen daarvan.

 

Met het inwerking treden van de Omgevingswet is de afhandelingstermijn waarop aanvragen dienen te worden afgehandeld gesteld op acht weken met de mogelijkheid om deze termijn met zes weken te verlengen.

Het nemen van een besluit binnen deze beslistermijn staat steeds meer onder indruk. De reden hiervan is tweeledig. Allereerst is er sprake van een breder afwegingskader om tot besluit te moeten komen, dit zou kunnen zijn een toetsingskader dat is opgenomen in het tijdelijke Omgevingsplan. Daarnaast is er sprake van een breder afwegingskader (Evenwichtige toedeling van Functies) ter overweging of we een Buitenplanse Omgevingsplanactiviteit (Bopa’s) willen gaan toepassen.

 

Daarnaast is de bemensing van de vakspecialisten die inhoudelijk wordt gevraagd input aan te leveren voor het te nemen besluit niet op orde. Dit heeft te maken met de huidige krappe arbeidsmarkt waardoor vacatures zich niet makkelijk laten invullen. Tevens is er sprake van een hoge werkdruk bij de Omgevingsdienst Zuid – Oost Brabant (ODZOB) waardoor adviezen die we daar uitzette langer op zich laten wachten.

 

Voor het cluster APV/bijzondere wetten zetten we vooral in op kwalitatief goede aanvragen. Aanvragers bieden we de mogelijkheid van een intakegesprek.

Op verzoek kunnen aanvragers van evenementvergunningen aansluiten bij het evenementenoverleg. Aanvrager en interne en externe adviseurs hebben in de voorfase dan al contact met elkaar. Verwachtingen over en weer worden op die manier duidelijker. En dat leidt tot kwalitatief betere aanvragen. Dat komt het vergunningsverleningsproces ten goede.

 

Samenwerking en informatieverstrekking: De samenwerking met politie, justitie, de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) en de GGD heeft bijgedragen aan een integrale aanpak van vergunningverlening en handhaving. Daarnaast heeft het team zich ingezet voor de informatieverstrekking aan inwoners en ondernemers, waarbij uitleg werd gegeven over wet- en regelgeving, zoals de Omgevingswet, Wkb, APV en bijzondere wetten. Er wordt gestreefd naar een ververbetering van de kwaliteit van vergunningaanvragen, door het verstrekken van duidelijke en gedetailleerde informatie.

 

Beleidsontwikkeling en advisering: Het team heeft actief bijgedragen aan de vaststelling en actualisatie van de Algemene Plaatselijke Verordening en daarop gebaseerde beleidsregels, zoals het evenementen(geluid)beleid en horecabeleid. Deze beleidsstukken vormen de basis voor de Omgevingsvisie en het toekomstige Omgevingsplan. De input van vergunningverleners, toezichthouders en juristen heeft gezorgd voor een goede uitvoerbaarheid van de plannen.

 

Nieuwe initiatieven en balansbewaking: In samenwerking met het team Ruimtelijke Ontwikkeling heeft het team geadviseerd over nieuwe initiatieven. Alle specialisaties binnen het domein Omgeving hebben hieraan bijgedragen. Bij initiatieven die niet binnen het tijdelijk Omgevingsplan passen, is zorgvuldig bekeken hoe medewerking verleend kan worden. Het team heeft hierbij een goede balans bewaakt tussen verschillende functies, zoals wonen, bedrijvigheid en recreatie, om conflicterende belangen te minimaliseren.

5.1.1 Doelstellingen vergunningverlening

Hieronder zijn de doelstellingen en prestatie-indicatoren die van toepassing zijn geweest in 2024.

Voor vergunningverlening zijn de onderstaande doelen vastgesteld. Daarbij is aangegeven in welke mate deze doelen behaald zijn.

 

Doelstellingen en prestatie-indicatoren

vergunningverlening 2021-2025

Evaluatie

Doelstellingen

1

We voeren regie over vergunningaanvragen en het behandelen daarvan

Het verloop van de regie over vergunningaanvragen en het behandelen hiervan gaat naar tevredenheid.

2

Bij Buitenplanse Omgevingsplanactiviteit vergunningaanvragen (Bopa’s) wordt in minstens 80% van de gevallen vooroverleg gevoerd en/of eerst een conceptaanvraag ingediend.

Er zijn nog geen “grote bopa’s die vallen onder het beleid waarin is aangewezen voor welke gevallen bindend advies dient te worden aangevraagd bij de gemeenteraad en waarvoor we de uitgebreide procedure willen gaan volgen. De reden hiervan is dat deze nog steeds in de voorbereidende fase begeven voordat deze “rijp” zijn dat daarvoor een aanvraag kan worden.

3

We behandelen de ingekomen aanvragen en meldingen binnen zo kort mogelijke doorlooptijden en tegen zo laag mogelijke kosten

De doorlooptijden staan onder druk door te hoge werkdruk in relatie tot personele bezetting van vakspecialisten.

4

Het inhoudelijk beoordelen gebeurt minimaal volgens het bodemniveau zoals vastgelegd in de Verordening kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving die door de ons is vastgesteld

Er wordt momenteel voldaan aan de eisen die hiervoor staan.

5

De beschikkingen voldoen aan de wettelijke eisen

Er wordt momenteel voldaan aan de eisen die hiervoor staan.

6

Inhoudelijk wordt tussen en binnen de domeinen én met externe partners afgestemd om de integraliteit te waarborgen

Binnen de organisatie vindt regulier overleg plaatst om dit te waarborgen.

7

We toetsen aanvragen aan het tijdelijk Omgevingsplan, de bruidsschat en andere wettelijke en beleidsmatige kaders

Dit maakt onderdeel uit van de standaard prioritering van de te verrichten werkzaamheden.

8

De belangrijkste beoordelingskaders zijn gericht op het minimaliseren van de (veiligheids) risico’s en gebaseerd op de in het VTH-beleidsplan opgenomen prioritering

Er wordt momenteel voldaan aan de eisen die hiervoor staan.

9

Bij evenementenvergunningen worden risico’s goed in kaart gebracht

Niet alleen de risico’s in worden in beeld gebracht, maar ook de maatregelen die genomen worden om risico’s te beperken.

Daarnaast wordt per vergunning aan de verschillende disciplines adviezen gevraagd en deze worden in de tweewekelijkse evenementen overleg besproken.

10

We herzien beleidsregels die verouderd zijn en schaffen deze af indien mogelijk

Dit maakt onderdeel uit van de standaard prioritering van de te verrichten werkzaamheden.

Prestatie-indicatoren

1

Vragen van inwoners en bedrijven worden inhoudelijk goed beantwoord

Er wordt momenteel voldaan aan de eisen die hiervoor staan.

2

In 100% van de gevallen wordt nagegaan of een aanvraag voor een omgevingsplanactiviteit (Opa) betrekking heeft op een monument

Er wordt momenteel voldaan aan de eisen die hiervoor staan.

3

In 75% van de gevallen wordt bij een ingediende bouwmelding direct geconstateerd of ook een (B)Opa nodig is

Er wordt momenteel voldaan aan de eisen die hiervoor staan.

4

In 95% van de gevallen wordt een aanvrager binnen 3 werkdagen op de hoogte gesteld van de ontvangst van zijn/haar aanvraag

Na ontvangst van de aanvraag wordt hiervan de eerstvolgende werkdag daarvan een ontvangstbevestiging van worden verstuurd.

5

Zorgen voor een goed fysiek leefmilieu door onder meer:

  • De concentratie van (ultra)fijnstof, stikstofdioxide en roet op hetzelfde niveau te houden en waar mogelijk te verlagen. En in ieder geval onder de wettelijke norm te houden.

  • Het aantal bestaande woningen en geluidgevoelige bestemmingen met een te hoog binnen niveau door geluidbronnen te verminderen en nieuwe geluidbelaste situaties te voorkomen. De geluidbronnen betreffen wegverkeer, railverkeer, luchtvaart en industrie.

We hebben gewerkt aan het luchtbeleid om lokale emissies te stabiliseren of verminderen. Hiervoor namen we de volgende maatregelen:

  • Uitvoering van het Decentraal Uitvoeringsplan Luchtkwaliteit 2022-2026 om luchtkwaliteit te verbeteren.

  • Berekening van luchtkwaliteit in heel Best en metingen op drie locaties.

  • Vaststelling van de beleidsregel Handreiking luchtkwaliteit gevoelige bestemmingen Best om kwetsbare groepen te beschermen.

  • Samenwerking met Rijk, provincies, gemeenten en kennisinstellingen voor het Schone Lucht Akkoord.

We voerden het Programma geluid 2018-2023 uit (verlengd met een jaar) en stelden het Actieplan geluid 2024-2029 vast. We namen de volgende maatregelen voor een acceptabele geluidskwaliteit:

  • Bij nieuwbouw, wegenbouw en industriële activiteiten zorgden we dat de geluidbelasting binnen de normen bleef.

  • We namen maatregelen bij wegonderhoud en -inrichting, zoals het afwaarderen van wegen en het aanbrengen van geluidsreducerende verharding.

  • We namen maatregelen voor ander vervoer, zoals genoemd in het Programma Verkeer.

  • Waar nodig stonden we hogere geluidwaarden toe op gevels van woningen of andere gevoelige bestemmingen, onder voorwaarden dat een acceptabele geluidskwaliteit blijft bestaan.

  • We namen besluiten met maatwerkvoorschriften zodat de cumulatieve geluidbelasting van bedrijven op industrieterreinen binnen de 50 dB(A) contour bleef.

Speerpunten bouwen

1

De commissie Ruimtelijke Kwaliteit, ingesteld in 2023, is verantwoordelijk voor het bewaken van de ruimtelijke kwaliteit en beoordeelt activiteiten rondom (Rijks)monumenten. In 2024 wordt de inhoudelijke toetsing en het proces verder uitgewerkt.

De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit heeft c.q. de Monumentencommissie heeft zich in de nieuwe samenstelling over het afgelopen jaar georiënteerd op de specifieke omstandigheden in de gemeente en functioneert in beginsel zoals het hoort. Ook het proces heeft over het afgelopen jaar meer vorm gekregen door middel van een huishoudelijk regelement, werkafspraken tussen de commissie en de gemeente en het invoeren van een kleine welstand.

2

Bij aanvragen om omgevingsvergunningen voor monumenten wordt altijd beoordeeld of het om een monument gaat. Naast de inhoudelijke toetsing vindt er ook een beoordeling plaats door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed of de commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Hun advies wordt in principe overgenomen, tenzij er concrete redenen zijn om te twijfelen aan de juistheid of volledigheid.

Naast dat er bij elke vergunningaanvraag getoetst wordt of dat deze betrekking heeft op een monument wordt ook getoetst of er voldoende documentatie aangeleverd is om de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed of de monumentencommissie een advies te kunnen laten geven. In essentie wordt dit advies onveranderd overgenomen, en dat is in het afgelopen jaar bij vergunningen m.b.t. monumentale zaken ook zo gebeurd.

3

Archeologische onderzoeksrapporten in gebieden met een hoge verwachtingswaarde worden altijd getoetst door een deskundige, meestal de ODZOB. In andere gebieden wordt de volledigheid van het rapport beoordeeld, waarbij soms advies van een deskundige nodig is.

Er wordt momenteel voldaan aan de eisen die hiervoor staan.

4

In Nederland kan worden afgeweken van voorschriften als gelijkwaardigheid wordt aangetoond. Bij brandveiligheid spelen lokale omstandigheden een belangrijke rol. Het college vraagt bij complexe zaken advies aan deskundigen, zoals de VRBZO.

Hieraan wordt voldaan. Er zijn goede werkafspraken met de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost als het gaat om brandveiligheidsaspecten. Bij overige aspecten worden vakspecialisten benaderd

 

Doelstellingen en resultaten:

De Bopa aanvragen zijn voor het gemak onder te verdelen in twee categorieën, namelijk die vallen onder het beleid kruimelgevallenbeleid dat in december 2023 is vastgesteld en die daar niet onder kunnen worden geschaard.

 

Bopa’s die vallen onder dit beleid doorlopen relatief makkelijk het proces, het zijn namelijk aanvragen waarin het afwegingskader minder ruim is. Er zijn nog geen “grote Bopa’s die vallen onder het beleid waarin is aangewezen voor welke gevallen bindend advies dient te worden aangevraagd bij de gemeenteraad en waarvoor we de uitgebreide procedure willen gaan volgen. De reden hiervan is dat deze nog steeds in de voorbereidende fase begeven voordat deze “rijp” zijn dat daarvoor een aanvraag kan worden.

Kwaliteit en dienstverlening:

  • -

    De kwaliteit van de dienstverlening is verbeterd door de invoering van de nieuwe organisatie indeling, de vernieuwde en verbeterde procesafspraken hierin. Op het gebied van ruimtelijke kwaliteit blijken de termijnen niet gehaald te worden; dit duurt veel te lang en daarom kijken we komend jaar naar procesverbetering op dit gebied.

Samenwerking en integratie:

  • -

    De samenwerking tussen interne en externe partners is versterkt, wat heeft bijgedragen aan een integrale benadering van vergunningverlening en handhaving.

Communicatie en transparantie:

  • -

    De communicatie met inwoners en bedrijven is verbeterd, met name door de snelle en inhoudelijke beantwoording van vragen, wat heeft geleid tot een hogere klanttevredenheid. Als dienstverlening staan we er goed voor, wat terug te herleiden is uit de enquête: Waar staat je gemeente?

Milieu- en gezondheidsaspecten:

  • -

    Er zijn significante stappen gezet om de concentratie van (ultra)fijnstof en stikstofdioxide te verlagen, wat heeft bijgedragen aan een betere luchtkwaliteit en een gezondere leefomgeving.

5.1.2 Prestatie-indicatoren vergunningverlening

Voor vergunningverlening zijn de onderstaande prestatie-indicatoren vastgesteld. Daarbij is aangegeven in welke mate daaraan voldaan is. Wat betreft de betrouwbaarheid is enige voorzichtigheid geboden, gezien de overgang naar een nieuw systeem vanwege de omgevingswet. Aantal ingediende meldingen en verleende vergunningen en ontheffingen:

 

Type vergunning, melding of ontheffingen

2024

Beoordeling vergunning vrij bouwen

34

Wkb meldingen

14

Principeverzoeken ‘verzoeken beoordeling schetsplan’

82

OPA

161

OPA anders dan bouwen

29

BOPA regulier/uitgebreid

12

Omgevingsvergunning activiteit aanleggen uitweg

14

Gebruiksmelding ‘melding brandveilig gebruik’

11

Melding slopen

57

Vergunningsvrij evenement

47

A-B-C- evenement

22

Incidentele horecafestiviteiten (normaal)/Incidentele sportfestiviteiten

18

Incidentele horecafestiviteiten (kleinschalig)

9

Ontheffing sluitingstijden horeca

7

Ontheffing artikel 35 Alcoholwet

8

Standplaatsvergunning

14

Parkeerontheffing

15

Aanwijzing individuele invalidenparkeerplaats

15

Loterijvergunning

3

APV algemene ontheffing

‘vergunning gebruik openbare ruimte’

24 (verleend)

Wet op de lijkbezorging

8

Aanvraag Alcoholwetvergunning

6

Aanvraag exploitatievergunning

8

Wijziging leidinggevende

2

 

5.2 Toezicht en handhaving

In 2024 heeft het cluster Toezicht en Handhaving binnen het domein Omgeving bijgedragen aan een veilige leefomgeving door preventieve en reactieve maatregelen. Dit heeft geholpen bij de naleving van wet- en regelgeving en de handhaving van de openbare orde. Er zijn gezamenlijke controles uitgevoerd en bij overtredingen is opgetreden volgens de nieuwe landelijke handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO). Deze samenwerking heeft bijgedragen aan effectieve handhaving van wet- en regelgeving.

5.2.1 Doelen toezicht en handhaving

Voor toezicht en handhaving zijn de onderstaande doelen vastgesteld. Daarbij is aangegeven in welke mate deze doelen behaald zijn.

 

Doelstellingen toezicht en handhaving 2021-2025

Evaluatie

Doelstellingen en prestatie-indicatoren

1

Het toepassen van de nalevingsstrategie gebeurt minimaal conform het bodemniveau zoals vastgelegd in de Brabant brede verordening kwaliteit Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving die door de gemeente Best is vastgesteld

In 2024 is, net als voorgaande jaren, getoetst of voldaan wordt aan de gestelde kwaliteitscriteria voor de taken op het gebied van Toezicht en Handhaving. Geconcludeerd kan worden dat (grotendeels) aan deze criteria wordt voldaan.

2

Toezicht en handhaven wordt zoveel mogelijk risicogericht en informatie gestuurd uitgevoerd. Dit betekent dat de beschikbare capaciteit daar wordt ingezet waar het risico op én de risico’s van niet-naleving het grootst zijn. Voor de prioritering wordt verwezen naar

het VTH-beleidsplan;

Toezicht en Handhaving is uitgevoerd op basis van de prioriteiten uit het beleidsplan. Daarnaast is, voor zover de capaciteit dat toeliet, aandacht besteed aan de extra prioriteiten waarvoor de Raad budget beschikbaar heeft gesteld.

3

Inhoudelijk wordt tussen en binnen afdelingen én met externe partners afgestemd om de integraliteit te waarborgen

Met de komst van de Omgevingswet zijn diverse (wekelijkse) overlegstructuren in het leven geroepen, waarbij medewerkers van diverse disciplines aansluiten. Hiermee wordt de integrale behandeling van zaken gewaarborgd.

Waar het externe partners betreft, worden deze actief betrokken op casus, dan wel gebieds-, niveau.

4

Toezicht en handhaven gebeurt op een open, eenduidige en voortvarende wijze. Hierbij passen we de interventie toe die voor zowel de overtreder als de overtreding het best passend is; hierbij volgen we de nieuwe LHSO. Het hierboven liggende doel is het bereiken van een blijvende gedragsverandering: het moet zich lonen om preventief een vergunning aan te vragen en om zich aan de regels te houden.

De landelijke handhavingsstrategie wordt structureel toegepast, bij alle soorten overtreding. (Uitzondering hierop is de leidraad dwangsombedragen.)

In 2024 zagen we opnieuw een toename in het aantal bezwaar- en beroepszaken ten opzichte van 2023. Hieruit kan geconcludeerd worden dat mensen steeds mondiger worden en de weg naar de rechter steeds vaker weten te vinden.

Inhoudelijke doelen

1

In 100% van de geconstateerde onveilige situaties (hoog risico bouw/brandveiligheid/ ondermijning/Damocles) wordt deze binnen 1 week schriftelijk bevestigd

Deze doelstelling is in de praktijk niet haalbaar gebleken. In veel gevallen is het noodzakelijk eerst intern of met externe partners te overleggen. Pas daarna wordt de overtreding schriftelijk bevestigd.

2

Overige constateringen worden binnen 4 weken schriftelijk bevestigd

Nagenoeg alle constateringen worden binnen 4 weken schriftelijk bevestigd. Dit kan zijn via mail of middels een waarschuwingsbrief.

3

Toezicht en handhaving wordt op professionele wijze uitgeoefend

Deze doelstelling is in 2024 behaald.

4

100% van de brandonveilige woonsituaties is binnen 3 maanden na constatering opgelost

Procedureel is het niet haalbaar gebleken deze overtredingen binnen 3 maanden op te lossen. Wel wordt er, in overleg met de overtreder, gekeken naar tijdelijke oplossingen om het grootste gevaar zo snel mogelijk te beëindigen.

5

Minimaal 75% van de geconstateerde bouwovertredingen n.a.v. een verleende vergunning wordt tijdens het werk/op de bouw opgelost

Deze doelstelling is in 2024 behaald.

6

Van de overige 25% is 90% opgelost binnen 2 maanden na constatering

Er is gestreefd naar een zo snel mogelijke afhandeling van deze overtreding. Hierbij zijn wij echter afhankelijk van de medewerking van de overtreder en diens adviseurs. Bij een bouwstop of bouwen in afwijking van de vergunning, moet vaak een gewijzigde of nieuwe aanvraag voor een omgevingsvergunning worden ingediend. Pas na ontvangst van deze aanvraag kunnen wij deze beoordelen. In gevallen waarin deze aanvraag op zich liet wachten, was het niet mogelijk de overtreding binnen twee maanden op te lossen.

7

In het buitengebied vinden minimaal 6 controles per maand plaats op de regels uit het tijdelijk Omgevingsplan en bestaande bouw

Vanwege capaciteit bij toezicht en bestuurlijk te maken keuzes is het in 2024 niet gelukt om minimaal 6 controles in het buitengebied uit te voeren.

8

Er verbeurt nimmer een dwangsom wegens niet tijdig beslissen op een verzoek om handhaving

Deze doelstelling is in 2024 behaald.

9

Van de geconstateerde overtredingen is 100% binnen 2 maanden na constatering opgepakt

Bijna alle constateringen worden binnen twee maanden opgepakt. Dit kan mondeling gebeuren, via e-mail, of door middel van een waarschuwingsbrief, dan wel een voornemen tot het opleggen van een dwangsom of bestuursdwang.

10

Minimaal 1x per maand vindt een integrale controle plaats op wild crossen/illegaal vissen/stropen/jagen en gebiedsverboden

Evenals vorig jaar is, met uitzondering van de vakantieperiode, deze doelstelling behaald.

Door het uitvoeren van deze controles zien we, net als voorgaande jaren, dat het wild crossen ook op doordeweekse dagen plaatsvindt. Het probleem is helaas niet opgelost. Ook vinden controle plaats op (alle vormen van) stropen en jagen. Hierbij is het hoogste doel het stoppen of minimaliseren van deze activiteiten, maar dat is onhaalbaar en een zaak van lange adem. Evenals vorig jaar was in 2024 zichtbaar zijn en acteren op meldingen het belangrijkste doel. Dit doel wordt door deze acties zeker behaald.

Extra prioriteiten in 2024

1

Het uitvoeren van KIT-controles (steekproefsgewijs en op bepaalde locaties n.a.v. signalen)

KIT-controles zijn structureel uitgevoerd in 2024. Zaken die hieruit voortkwamen, zijn consequent opgepakt.

2

Bouwtoezicht bij monumenten

In 2024 zijn met regelmaat controles uitgevoerd bij monumenten. In 1 geval heeft dit geleid tot het stilleggen van de bouwwerkzaamheden.

3

Toezicht en handhaving op locaties waar arbeidsmigranten zijn gevestigd

Toezicht op locaties waar arbeidsmigranten gevestigd zijn, heeft in 2024, net als in voorgaande jaren, prioriteit gekregen. Wanneer geconstateerd werd dat hierbij zaken niet in orde waren, zijn deze direct opgepakt.

4

Toezicht en handhaving op de woonwagenlocatie

Ook toezicht en handhaving op woonwagenlocaties had in 2024, net als in voorgaande jaren, prioriteit. Wanneer geconstateerd werd dat hierbij zaken niet in orde waren, zijn deze, na afstemming met de projectgroep, opgepakt. Voor wat betreft woonwagenzaken is een projectgroep in het leven geroepen, waarbij zowel interne als externe partners aansluiting hebben. Waardoor deze integraal worden opgepakt.

5

Toezicht en handhaving in het buitengebied (met name RO-gericht).

(Zie punt 4, hierboven)

Doelen incidenteel toezicht en handhaving

1

Bij klachten op het gebied van milieu behouden we de goede samenwerking met de ODZOB

De werkafspraken zijn ook in 2024 geactualiseerd. Individuele meldingen worden geregistreerd in de milieu klachtenapplicatie. Bij meerdere klachten over dezelfde situatie, binnen een bepaalde periode, gaat de ODZOB ter plaatse controleren. In de overige gevallen wordt volstaan met een registratie. Uitzondeling daarop zijn urgente zaken, hierop wordt direct acties ondernomen.

2

Daarnaast is in 2024 is structureel (eenmaal per kwartaal) accountoverleg gevoerd om zaken te monitoren.

In 2024 zetten we verder in op het ontwikkelen van een portal waarbij alle klachten uit de verschillende systemen overzichtelijk worden weergegeven per thema.

Het is, vanwege technische redenen, niet gelukt deze applicatie in de luncht te krijgen. Hierover vindt overleg plaats met de ontwikkelaar van diverse systemen.

3

Op basis van deze gegevens gaan we (beter) sturen op preventie, inzet en capaciteit.

Zoals hierboven aangegeven is de applicatie nog niet in de lucht, hierdoor is het helaas niet mogelijk gebleken op basis van de uit de applicatie te vervaardigen gegevens te sturen. Deze doelstelling is dan ook niet behaald.

4

Meldingen met een hoge prioriteit worden binnen 3 werkdagen na indiening opgepakt.

Deze doelstelling is behaald in 2024.

5

Meldingen met een gemiddelde prioriteit worden op de achterstandslijst geplaatst en opgepakt

wanneer hier capaciteit voor is.

Dit is gebeurd in 2024. Aan de melders is teruggekoppeld dat de melding is geregistreerd en opgepakt wordt wanneer daar ruimte voor is.

6

Bij meldingen met een lage prioriteit krijgen melders een standaard bericht en worden zij gewezen op

hun eigen verantwoordelijkheid.

Dit is gebeurd in 2024.

7

Melders krijgen altijd een terugkoppeling naar aanleiding van de ingediende melding.

Deze doelstelling is behaald in 2024.

5.2.2 Gerealiseerde procedures en controles toezicht en handhaving

Hieronder zijn de definitieve cijfers over het jaar 2024 te vinden. Deze kunnen afwijken van de cijfers die in het uitvoeringsprogramma VTH 2025 staan, gezien deze nog niet bekend waren bij het ontwikkelen van het beleid. De definitieve cijfers over het jaar 2024 zijn als volgt:

 

Type controle / handhavingsprocedure

2020

2021

2022

2023

2024

Waarschuwingsbrieven

36

157

119

63

61

Voornemen last onder dwangsom

34

91

119

54

58

Voornemen last onder bestuursdwang

9

21

28

20

9

Besluit last onder dwangsom

28

45

90

25

51

Besluit last onder bestuursdwang

10

22

16

14

8

Besluit stilleggen bouwwerkzaamheden

5

12

7

12

4

Handhavingsverzoeken

13

17

8

6

6

Bezwaar

13

14

11

14

20

Beroep

10

3

2

3

10

Voorlopige voorziening

5

3

0

2

2

Initiële controles 2

421

487

526

468

405

Her controles

114

236

212

146

167

Voornemen tot invordering

2

5

6

2

9

Besluit tot invordering

1

4

7

2

5

Kostenverhaalsbeschikking

-

-

-

2

4

Intrekking omgevingsvergunning bouw / strijdig gebruik

-

-

7

4

10

 

 

5.3 Toezicht en handhaving APV en bijzondere wetten

Voor toezicht en handhaving zijn de onderstaande prestatie-indicatoren vastgesteld. Daarbij is aangegeven in welke mate aan deze prestatie-indicatoren voldaan is. De speerpunten voor 2024 zijn grotendeels hetzelfde gebleven als in 2023.

5.3.1 Doelen toezicht en handhaving APV en bijzondere wetten

Onder paragraaf 3.2 van het uitvoeringsprogramma VTH 2025 zijn voor het jaar 2024 voorlopige cijfers opgenomen. De definitieve cijfers over het jaar 2024 zijn als volgt:

 

Doelstellingen APV/bijzondere wetten 2021-2025

Evaluatie

1

Verwerken laatste aanvragen exploitatievergunning (ongeveer 17 aanvragen)

Inhaalslag er zijn 10 openbare inrichtingen zonder exploitatie.

2

Actualiseren APV

Er wordt naar gestreefd om APV actueel te behouden. Er wordt geparticipeerd om regels in het omgevingsplan te ontwikkelen, daar vindt de regie plaats en wij leveren input.

3

Leveren van bijdrage aan totstandkoming strategisch evenementenbeleid

Afdeling van domein samenleving/maatschappelijke ontwikkeling is dit nog aan het ontwikkeling.

4

Actualiseren beleidsregels evenementen en beleidsregels

horeca

Dat is nog steeds in ontwikkeling, afhankelijk van het strategische evenementen beleid, hoeveel evenementen en waar, wat is wenselijk.

5

Actualiseren standplaatsenbeleid

Het beleid wat er nu is, voldoet niet meer aan de dienstenrichtlijn. (niets in veranderd)

5.3.2 Gerealiseerde controles toezicht en handhaving APV en bijzondere wetten

Hieronder zijn de definitieve cijfers over het jaar 2024 te vinden. Deze kunnen afwijken van de cijfers die in het uitvoeringsprogramma VTH 2025 staan, gezien deze nog niet bekend waren bij het ontwikkelen van het beleid. APV gerelateerde klachten, deze zijn onderverdeeld in de volgende categorieën:

 

Type controle APV / bijzondere wetten

2024

Aanhangwagens

36

Dierenoverlast

122

Bijtincidenten

9

Loslopende honden

33

Drank- en drugsoverlast

6

Geluidsoverlast

220

Graffiti

2

Hangjongeren

45

Collecteren/bedelen

0

Overlast fietsen

240

Parkeeroverlast

312

Plaatsen reclameborden

12

Stookoverlast

142

Vuurwerkoverlast

110

Overig

477 

Totaal aantal klachten

1767

 

5.4 Milieu

Per 1 januari is de cluster Milieu in het team Omgevingsadvies ondergebracht. Casemanagement voor meervoudige vergunningaanvragen met een milieucomponent vindt plaats vanuit deze cluster. De behandeling van enkelvoudige milieuvergunning-aanvragen, meldingen en informatieplichten is gemandateerd aan de ODZOB. Hieronder worden de doelen weergegeven, met daarbij de motivatie en evaluatie.

 

Speerpunten Milieu 2021-2025

Evaluatie

1

Borgen opnemen milieumaatregelen in (B)opa’s en toezicht op naleving hiervan

Jaarlijks worden gemiddeld ongeveer 8 besluiten genomen om af te wijken van de standaardwaarde, die geluidsisolerende maatregelen bevatten. Extra aandacht wordt besteed aan het borgen van deze maatregelen in omgevingsvergunningen en het controleren van de naleving.

2

Monitoren verruiming mandatering ODZOB

Door de verruimde mandatering aan de ODZOB en personeelstekorten, wordt in 2024 steekproefsgewijs en op bestuurlijk gevoelige dossiers gecontroleerd of de advisering en producten van de ODZOB inhoudelijk goed zijn. Omdat de vergunningverlening grotendeels stil lag en er geen besluiten zijn geweest op bestuurlijk gevoelige dossiers is er geen steekproef uitgevoerd. Meldingen en informatieplichten zijn conform de werkafspraken afgehandeld.

3

Verder met project omgevingsplan en transitie omgevingswet

Voortzetting van het project omgevingsplan en de transitie naar de Omgevingswet. In de TAM-IMRO-plannen die in voorbereiding waren, is in lijn met de omgevingswet invulling gegeven aan de milieuthema’s. Er is gewerkt aan de omzetting naar geluidproductieplafonds voor de industrieterreinen. Dit loopt nog door in 2025. Ook is gestart met de inventarisatie van de bijzondere lokale omstandigheden, die in het kader van de Omgevingswet moeten worden vastgelegd.

5.4.1 Aandachtspunten in 2024:

  • Samenwerking tussen de zaaksystemen PowerBrowser (ODZOB) en RX.Mission (gemeente) wordt nauwlettend gevolgd, de ervaring is dat dit nog niet geheel synchroon verloopt.

  • Complexiteit en vertraging door stikstofproblematiek, wat invloed heeft op vergunningverlening. Agrarische vergunningverlening heeft als gevolg van de stikstofproblematiek grotendeels stil gelegen. Diverse uitspraken van de Raad van State hebben de situatie verder verslechterd. Eerder door de gemeente vergunde situaties hebben in sommige gevallen alsnog een natuurvergunning nodig van de provincie. De provincie is momenteel bezig deze situaties in kaart te brengen. De provincie kan geen natuurvergunningen verlenen omdat de stikstofregels dit niet toelaten. Onduidelijk is nog wanneer deze situatie gaat veranderen.

  • Verwachte toename in meldingen voor bodemenergiesystemen door de nadruk op duurzaamheid heeft niet plaatsgevonden en het is niet duidelijk wat hiervan de oorzaak is.

5.4.2 Reguliere activiteiten onderdeel milieu:

  • Toezicht op de uitvoering van milieuwetgeving in samenwerking met de ODZOB. Afstemming met gemeente door ODZOB. De ODZOB heeft de taken uitgevoerd conform het Regionaal Operationeel Kader (ROK) en het werkprogramma. De resultaten hiervan zijn terug te lezen in het jaarverslag van de ODZOB.

  • Jaarlijks opstellen van een Milieu Uitvoeringsprogramma (MUP).

  • Input vergunningen bouwen en ruimtelijke plannen, meervoudige aanvragen. Nieuwe informatieplichten die sinds half 2024 gelden.

 

In verband met de verplichte jaarlijkse milieuverslaglegging (art. 21.1 Wet milieubeheer) rapporteren we onderstaande cijfers*

Ingekomen aanvragen omgevingsvergunning milieu**

1

Beschikkingen omgevingsvergunning milieu

3

Beschikkingen met termijnoverschrijding

0

Omgevingsvergunningen beperkte milieutoets

0

Omgevingsvergunningen milieuneutraal wijzigen

1

Ingetrokken omgevingsvergunningen milieu

1

Ontvangen milieumeldingen

46

Waarvan voor gemeentelijke activiteiten

0

Besluiten in maatwerkprocedures milieu

3

Meldingen bodemenergiesystemen

9

Besluiten afwijken standaardwaarde

8

  • *

    Vanwege de implementatie van de omgevingswet brengen we deze cijfers onder voorbehoud

  • **

    Sinds 2023 liggen aanvragen voor veehouderijen veelal stil als gevolg van de stikstofproblematiek en de daarmee samenhangende gerechtelijke uitspraken. Recente uitspraken van de Raad van State (dec 2024) hebben deze situatie verder verslechterd.

Bijlage I De Big-8 cyclus

 

Hieronder wordt de Big-8-cyclus weergegeven:

 

Bijlage II Organogram

 

Hieronder staat de Organogram van de gemeente Best weergegeven. Deze bestaat uit drie verschillende domeinen ‘Omgeving’, ‘Samenleving’ en ‘ Bedrijfsvoering’. Ieder domein wordt door een domeinmanager geleidt en omvat meerdere teams. Daarnaast wordt elk team begeleid door een teamleider

 

Bijlage III Kwaliteitscriteria 2.3

 

Verschil in complexiteit

In de deskundigheidstabellen is per deskundigheidsgebied aangegeven of er een onderscheid is te maken tussen eenvoudige en complexe situaties. Aan het uitvoeren van deze taken zijn afhankelijk van de complexiteit verschillende eisen gesteld. De mate van complexiteit bepaalt aan welke delen van de kritieke massa de organisatie moet voldoen. Het bevoegd gezag dan wel de gemandateerde omgevingsdienst bepaalt zelf welke situaties eenvoudig of complex zijn. Een medewerker die voldoet aan de kwaliteitscriteria voor dat deskundigheidsgebied (bij voorkeur op hbo-niveau) beoordeelt bij de intake per geval of er sprake is van een complexe situatie.

 

Daarbij gelden wel enkele richtlijnen. Voor bouw wordt de indeling in gevolgklassen aangehouden op grond van de Wkb:

  • I.

    gevolgklasse 1: bestaat uit relatief eenvoudige bouwwerken zoals woningen, lage bedrijfsgebouwen en kleine infrastructurele werken. Bij deze gevolgklasse zijn de mogelijke maatschappelijke gevolgen van bouwfouten beperkt;

  • II.

    gevolgklasse 2: te denken aan bibliotheken, gemeentehuizen, onderwijsgebouwen, woongebouwen tot 70 meter hoogte. Deze gevolgklasse bestrijkt op deze manier een breed spectrum aan verschillende typen bouwwerken en gebruik;

  • III.

    gevolgklasse 3: gaat het om alle bouwwerken die niet in gevolgklasse 2 vallen. Hieronder kunnen vallen bouwwerken zoals metrostations, voetbalstadions, ziekenhuizen, gebouwen hoger dan 70 meter.

Dit betekent dat er sprake is van eenvoudige situaties bij gevolgklasse 1 en van complexe situaties bij gevolgklasse 2 en 3 en/of er sprake is van complexe omgevingsplantaken of BOPA’s.

 

Naar boven