Intrekken onverplicht fietspad en instellen voetpad tussen de Stationsstraat en de Weegbree te Zetten

 

Ons kenmerk: 2023-066266

 

Burgemeester en wethouders van gemeente Overbetuwe,

 

Gelet op:

artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de Provincie of een waterschap;

 

artikel 15, lid 1 van de WVW 1994 ingevolge de plaatsing van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod wordt gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

 

artikel 12, lid b van het BABW, ingevolge het verwijderen van bord G13 en plaatsen van bord G7 geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

 

artikel 24 van het BABW ingevolge verkeersbesluiten worden genomen na overleg met een gemachtigde van de korpschef van de politie.

 

Aanleiding :

Bij de aanleg van de nieuwbouwwoningen aan de Weegbree is een onverplicht fietspad aangelegd tussen de Weegbree en de Stationsstraat. Er ontstaan gevaarlijke verkeerssituaties wanneer fietsers komende vanaf het fietspad de Stationsstraat oprijden.

 

Overwegende dat:

het onverplichte fietspad tussen de Weegbree en de Stationsstraat een pad binnen de bebouwde kom betreft in de kern Zetten en in eigendom, beheer en onderhoud is bij de gemeente Overbetuwe;

de Stationsstraat vanaf huisnummer 56 en de Weegbree zijn opgenomen in een 30km-zone;

het zicht vanaf het onverplichte fietspad op de aansluiting met de Stationsstraat beperkt is en dit de verkeerssituatie onveilig maakt;

het onverplichte fietspad de inrichting heeft van een voetpad en mogelijk daarom fietsers niet verwacht worden door de automobilisten op de Stationsstraat;

automobilisten en voetgangers beter op elkaar kunnen anticiperen bij deze verkeerssituatie;

de fietsaantallen op het pad tussen Weegbree en de Stationsstraat relatief laag zijn;

gelet op bovenstaande en het verbeteren van de verkeersveiligheid het wenselijk is om het onverplichte fietspad te wijzigen naar een voetpad;

het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;

de bovenvermelde maatregel wordt genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 voor het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers;

overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met een gemachtigde van de korpschef van de politie en dat positief is geadviseerd;

 

Burgemeester en wethouders nemen, gelet op het voorgaande, de volgende

 

  •  

B E S L U I T E N :

 

  • 1.

    Het onverplichte fietspad op het pad tussen de Weegbree en Stationsstraat in Zetten op te heffen door het verwijderen van twee borden model G13 van bijlage 1 van het RVV 1990 ter hoogte van de kruising van het pad met de Weegbree en met de Stationsstraat;

  •  

  • 2.

    Het instellen van een voetpad op het pad tussen de Weegbree en Stationsstraat in Zetten door het plaatsen van twee borden model G7 van bijlage 1 van het RVV 1990 ter hoogte van de kruising van het pad met de Weegbree en met de Stationsstraat;

  •  

  • 3.

    De bebording te plaatsen zoals wordt aangegeven op de bij dit besluit behorende situatietekening.

 

 

 

 

Elst, 6 mei 2025

R. Sloot

Beheerder verkeer

Bezwaar

Binnen zes weken na de dag dat dit besluit is bekendgemaakt kan een belanghebbende tegen dit besluit een bezwaarschrift indienen bij ons college. De termijn van zes weken begint te lopen op de dag na de publicatie van dit besluit.

 

Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste bevatten:

- naam en adres van de indiener,

- datum van het bezwaarschrift,

- omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht,

- de gronden van het bezwaar.

 

Heeft u er veel belang bij dat dit besluit niet in werking treedt, dan kunt u een voorlopige voorziening vragen. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet u richten aan de Voorzieningenrechter, sector bestuursrecht, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.

Indien u zo’n verzoek indient, moet u bij ons ook een bezwaarschrift indienen. Een kopie van dit bezwaarschrift moet u bij het verzoek om een voorlopige voorziening overleggen.

Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

 Een afschrift van dit verkeersbesluit wordt verzonden aan:

• Politie-eenheid Oost-Nederland, team verkeer, Postbus 618, 7300 AP, Apeldoorn.

Naar boven