Verkeersbesluit voor het veranderen van een fietspad in voetpad aan Vestingpad (via Ravelijn 6) te Naarden

• 1. Juridisch kader

Gelet op artikel 15, lid 1 en 2 Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is namens het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren een verkeersbesluit genomen.

• 2. Aanleiding verkeersbesluit

Het pad (via Ravelijn 6) evenwijdig aan de Kapitein G.A. Meijerweg te Naarden is na de reconstructie van de Kapitein G.A. Meijerweg omstreeks 2002 aangelegd door de voormalige Rijksgebouwendienst. In 2003 is dit pad aangewezen als onverplicht fietspad om jeugdige fietsers een veilige alternatieve route te bieden voor de Kapitein G.A. Meijerweg. Dit voetpad verbindt het Vestingpad rond de vesting Naarden met het in de vesting Naarden gelegen Ruysdaelplein (via de Utrechtse Poort). Tot aan 2011/2012 was dit vergezeld met een toegangsverbod voor voetgangers (C16) voor de parallel liggende Kapitein G.A. Meijerweg. Het pad (via Ravelijn 6) is ook bedoeld als een veilige route voor voetgangers ter vermijding van de Kapitein G.A. Meijerweg waarlangs na de genoemde reconstructie geen wandelpaden meer zijn. Naar aanleiding van klachten van voetgangers is het beeld ontstaan dat het medegebruik van fiets- en voetgangers niet langer veilig plaatsvindt.

• 3. Doelstelling verkeersbesluit

Zoals aangeven in artikel 2, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna WVW) kunnen de volgens deze wet vastgestelde regels leiden tot

• het verzekeren van de veiligheid op de weg;

• het beschermen van weggebruikers en passagiers;

• het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

• het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.

De regels kunnen volgens artikel 2, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 voorts strekken tot:

• het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, zoals bedoeld in de Wet milieubeheer

• het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden

• 4. Overwegingen

• 4.1 Met dit besluit wordt de onoverzichtelijke situatie rond de Utrechtse Poort vermeden door fietsers.

  De Utrechtse Poort geniet als deel van de Vestingwerken Naarden en onderdeel van het Unescomonument Hollandse Waterlinies een strikte bescherming. Er is bij het in- en uitrijden van de Utrechtse Poort van en naar het Ruysdaelplein geen zicht op kruisende verkeer voor de Utrechtse Poort langs. Door het toegenomen aantal fietsen met elektrische trapondersteuning welke een hogere gemiddelde snelheid bereiken is het risico op (meer en ernstige) ongevallen toegenomen.

• 4.2 Met dit besluit verbetert de veiligheid voor voetgangers

  De gemiddelde snelheid van het fietsverkeer is toegenomen door het groeiend aantal fietsen met elektrisch trapondersteuning. Ook heeft de fiets met elektrisch trapondersteuning gewonnen aan populariteit onder jongeren. Jongeren hebben een andere risicobeleving dan ouderen. Wandelende ouderen via het pad langs Ravelijn wanen zich hierdoor onveilig op het onverplichte fietspad.

• 4.3 De Kapitein G.A. Meijerweg is een goed alternatief voor het pad via Ravelijn 6

  De Kapitein G.A. Meijerweg is gelegen binnen de 3okm-zone van Naarden-Vesting hetgeen geldt als een veilige snelheid waarbij het gebruikelijk is dat fietser en autoverkeer gebruik maken van dezelfde weg. Naarden-Vesting heeft drie toegangswegen. De Kapitein G.A. Meijerweg is ca. 6m20 breed en voldoet ruimschoots aan de door het CROW voor 3okm wegen aanbevolen wegbreedte. Op zowel de Amsterdamsestraatweg als Burgemeester M.P. van Wettumweg zijn fiets en autoverkeer gemengd. Deze wegen zijn op gelijke wijze ingericht als de Kapitein G.A. Meijerweg en liggen eveneens in de 3okm-zone van de vesting Naarden.

• 4.4 Met de beheerder van de vestingwerken Naarden heeft overleg plaatsgevonden.

  Stichting Monumenten Bezit is geraadpleegd en stemt in met dit verkeersbesluit

• 5. Overleg politie

Op grond van artikel 24 BABW is advies gevraagd aan de politie. De politie heeft positief geadviseerd op het besluit.

• 6. Bekendmaking

Dit verkeersbesluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad. Tevens worden de direct omwonenden geïnformeerd dat dit verkeersbesluit is genomen en gepubliceerd en dat er een mogelijkheid is om bezwaar te maken conform de Algemene wet bestuursrecht.

• 7. Besluit

Op grond van de overwegingen is namens het college van burgemeester en wethouders besloten tot:

• Het weren van andere gebruikers dan voetgangers op het Vestingpad (gedeelte via Ravelijn 6) door plaatsing van een verkeersbord G07 aan het begin van beiden zijden van dit pad bij het einde van de brug uitkomend op het ravelijn en op de samenkomst van het Vestingpad en de Kapitein G.A. Meijerweg zoals bedoeld in bijlage I van het RVV 1990.

• Het weren van andere gebruikers dan voetgangers op het Vestingpad (gedeelte via Ravelijn 6) door plaatsing van een straatembleem onder de Utrechtsepoort aan het begin zoals bedoeld in bijlage I van het RVV 1990.

• Opheffing van het onverplichte fietspad dat loopt tussen de Utrechtse Poort via Ravelijn 6 naar de Kapitein G.A. Meijerweg door verwijdering van verkeersborden G13 en G14 aan beide zijden van dit pad.

Bussum, 24 april 2025

namens Burgemeester en wethouders van Gooise Meren,

Mevr. Y. Goverts

afdelingshoofd Mens en Omgeving

Bezwaar

U kunt tegen dit verkeersbesluit binnen zes weken na dag van bekendmaking bezwaar maken. Het bezwaarschrift moet schriftelijk gericht worden aan het College van Burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren, postbus 6000, 1400 HA Bussum.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

• a. naam en adres van de indiener;

• b. de dagtekening;

• c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

• d. de gronden van het bezwaar.

Voorlopige voorziening

Een bezwaar heeft geen opschortende werking van het besluit. Echter, de gemeente Gooise Meren plaatst geen borden zo lang de bezwaarprocedure loopt. De (voorbereiding van de) uitvoering start pas als het college het besluit op bezwaar heeft genomen o.b.v. het advies van de Bezwarencommissie én als het bezwaar in dit besluit ongegrond wordt verklaard.

Het voorgaande neemt niet weg dat u altijd de mogelijkheid heeft om toch een verzoek in te dienen om een voorlopige voorziening te treffen. U kunt dit verzoek indienen bij de Voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank binnen het rechtsgebied waarin u uw woonplaats heeft. Voor het verzoek wordt griffierecht geheven.