Convenant aanpak drugslocaties Oost-Brabant 2025-2030

1. Partijen bij het convenant

  • De Politie, eenheid Oost-Brabant, hierna: de politie

  • De 32 gemeenten binnen de politie-eenheid Oost-Brabant, hierna: de gemeente

  • Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, hierna: het UWV

  • Deelnemende woningcorporaties, hierna: de woningcorporatie

  • Netbeheerder Enexis, hierna: de netbeheerder

  • Brabant Water N.V., hierna: het drinkwaterbedrijf

  • Deelnemende Veiligheidsregio’s, hierna: de Veiligheidsregio

hierna gezamenlijk te noemen: de partijen.

Zie voor een volledig overzicht van alle convenantpartijen het overzicht op pagina 16 van dit convenant.

Het Openbaar Ministerie, arrondissementsparket Oost-Brabant, hierna: het OM, onderschrijft het belang van de samenwerking ten behoeve van de in dit convenant genoemde doelen. Het OM heeft een wettelijke taak in het proces van opsporen en vervolgen van de onderhavige criminaliteit. Tevens heeft het OM wettelijke mogelijkheden in het verstrekken van gegevens aan de partijen bij dit convenant. Dit vereist per geval een toets. Daarmee bestaat er voor het OM geen juridische noodzaak het convenant te tekenen als partij. Het OM tekent ‘voor gezien en akkoord’.

Overwegende dat:

  • In het verzorgingsgebied van de politie-eenheid Oost-Brabant veelvuldig sprake is van illegale productie, verwerking, opslag van en handel in drugs. Ook wordt drugsafval met regelmaat gedumpt en/of geloosd. Dit brengt gevaarlijke en schadelijke gevolgen voor milieu, maatschappij en volksgezondheid met zich mee;

  • Het voorkomt dat bewoners, huurders of eigenaren (een deel van) hun woning, woonwagen, schuur en/of (bedrijfs-)pand, perceel- of daarbij behorende opstallen, voertuigen en vaartuigen gebruiken of laten gebruiken om drugs te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren, of drugs aanwezig hebben;

  • De voorbereiding of bevordering van het telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren of voor handen hebben van drugs als genoemd op lijst I of II van de Opiumwet, strafbaar is, (stank)overlast en gevaarzetting (veelal in de vorm van brandgevaar) veroorzaakt, het woon- en leefklimaat van de omgeving en het veiligheidsgevoel van omwonenden aantast;

  • Dit vaak gepaard gaat met andere strafbare feiten, zoals: diefstal van elektriciteit, het illegaal aftappen van drinkwater door wegneming van de watermeter, uitkeringsfraude en het in gevaar brengen van de omgeving;

  • Deze criminele activiteiten schadelijk en ondermijnend zijn voor de rechtsorde, de samenleving, de openbare drinkwatervoorziening en daarmee de volksgezondheid, de leefbaarheid in de (woon)omgeving, het woningaanbod, de openbare orde en veiligheid en het maatschappelijk aanzien van de gemeenten in Oost-Brabant;

  • Partijen gevaarlijke situaties wensen te beëindigen, criminele activiteiten met betrekking tot de illegale productie, verwerking, opslag van en handel in drugs willen voorkomen en bestrijden, ernaar streven de leefbaarheid in de betreffende straten en buurten te verbeteren en gevoelens van onveiligheid weg te nemen;

  • Deze criminele activiteiten in strijd zijn met de overeenkomsten die de netbeheerder, het drinkwaterbedrijf, de woningcorporaties en gemeenten als verhuurders hebben gesloten met hun afnemers respectievelijk huurders en voornoemde organisaties hierdoor vaak aanzienlijke schade lijden en zij met alle mogelijke middelen willen bewerkstelligen dat al hun contractspartijen hun verplichtingen uit die overeenkomsten strikt nakomen;

  • Partijen daarnaast uitkeringsfraude, oneigenlijk gebruik van woonruimte, de diefstal van elektriciteit en/of gas en het illegaal aftappen van drinkwater willen beëindigen en getracht wordt het wederrechtelijk verkregen voordeel uit criminele activiteiten te ontnemen;

  • Partijen in onderlinge afstemming en in gezamenlijkheid gebruik willen maken van het brede palet van het strafrechtelijke, bestuursrechtelijke en/of civiele instrumentarium en iedere partij daarbij zijn eigen verantwoordelijkheid heeft;

  • Het hiervoor noodzakelijk is dat partijen Persoonsgegevens kunnen verwerken en/of verstrekken omdat het niet mogelijk is om op andere wijze aan deze gegevens te komen.

  • De informatieverstrekking zover gaat als de daartoe strekkende wettelijke kaders en voorschriften toestaan;

  • Partijen ieder voor zich alleen Verwerkingsverantwoordelijke zijn voor de verwerking in de eigen gegevensbestanden en de verstrekking vanuit de eigen gegevensbestanden aan elkaar, aan Betrokkene(n) en derden.

2. Definities

In dit convenant en de daarbij behorende bijlagen wordt verstaan onder:

  • a.

    AVG: Algemene Verordening Gegevensbescherming;

  • b.

    Betrokkene: degene op wie een Persoonsgegeven of politiegegeven betrekking heeft;

  • c.

    Bjsg: Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens;

  • d.

    Bpg: Besluit politiegegevens;

  • e.

    Dossier: Het complete proces-verbaal dat door de politie wordt gemaakt ten behoeve van het Openbaar Ministerie;

  • f.

    Drugs: middelen genoemd op lijst I of II behorende bij de Opiumwet dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid Opiumwet; 

  • g.

    Strafbare productie, verwerking, opslag van en handel in drugs: het in strijd met de Opiumwet telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben of vervaardigen van drugs, alsmede het uitvoeren van voorbereidende handelingen daartoe of het voorhanden hebben van een voorwerp of stof met dat doel;

  • h.

    Drugspand: een woning, lokaal of een ander gebouw waarbij een middel als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, wordt vervaardigd, geteeld, bereid, bewerkt, verkocht, afgeleverd en/of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is en/of een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3 of artikel 11a van de Opiumwet voorhanden is;

  • i.

    Drugsperceel: erf of grond waarvoor een rechtsorde (eigenaar/eigendomsrecht) geldt, waarbij een middel als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, wordt vervaardigd, geteeld, bereid, bewerkt, verkocht, afgeleverd en/of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is en/of een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3 of artikel 11a van de Opiumwet voorhanden is;

  • j.

    Drugscriminaliteit: misdaad samenhangend met de productie, verwerking, opslag van en handel in drugs zoals genoemd onder h.;

  • k.

    Facilitator: diegene die faciliteert in (illegale) activiteiten t.b.v. de drugscriminaliteit;

  • l.

    Persoonsgegevens: alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon (‘de Betrokkene’), zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid AVG;

  • m.

    Politiegegevens: elk Persoonsgegeven dat wordt verwerkt in het kader van de uitvoering van de politietaak, bedoeld in artikel 3 Politiewet 2012, met uitzondering van:

    • -

      de uitvoering van wettelijke voorschriften anders dan de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften;

    • -

      de bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000 opgedragen taken, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, onder 1̊ en artikel 4, eerste lid, onderdeel f Politiewet 2012; zoals bedoeld in artikel 1, onder a Wpg;

  • n.

    Richtlijn: Europese richtlijn gegevensbescherming, opsporing en vervolging, richtlijn EU 2016/680;

  • o.

    Strafvorderlijke gegevens: Persoonsgegevens of gegevens over een rechtspersoon die zijn verkregen in het kader van een Strafvorderlijk onderzoek en die het Openbaar Ministerie in een strafdossier of langs geautomatiseerde weg verwerkt, zoals bedoeld in artikel 1, onder b Wjsg;

  • p.

    SUWI: Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  • q.

    UAVG: Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming;

  • r.

    Verwerking: een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot Persoonsgegevens of een geheel van Persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens, zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid AVG;

  • s.

    Verwerkingsverantwoordelijke: een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan die/dat, alleen of samen met anderen, het doel van en de middelen voor de verwerking van Persoonsgegevens vaststelt, zoals bedoeld in artikel 4, zevende lid AVG, of genoemd in artikel 1, onder f Wpg of artikel 1, onder k Wjsg;

  • t.

    Wjsg: Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

  • u.

    Wpg: Wet politiegegevens;

  • v.

    Wet RO: Wet op de rechtelijke organisatie.

3. Doel van het convenant

Alle bij dit convenant betrokken partijen leveren een betekenisvolle bijdrage vanuit een maatschappelijk belang: het komen tot veilige en leefbare straten, wijken en buurten in de Oost-Brabantse gemeenten. Het doel van dit convenant is het voorkomen en aanpakken van (ondermijnende) drugscriminaliteit en de daarmee samenhangende problematiek, binnen de in dit convenant aangegeven reikwijdte.

De partijen onderkennen de dreigingen die met drugscriminaliteit gepaard gaan en komen overeen de illegale drugsproductie, verwerking, opslag van en handel in drugs via een gezamenlijke aanpak te voorkomen, te bestrijden en gevaarlijke situaties onmiddellijk te beëindigen. Door de bestuursrechtelijke, strafrechtelijke en civielrechtelijke maatregelen op elkaar af te stemmen wordt het aanpakken van drugscriminaliteit bevorderd. De partijen geven binnen de kaders van de eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden invulling aan hun eigen taak. Met de aanpak worden onderstaande doelen beoogd:

  • Het voorkomen, opsporen en vervolgen van drugs gerelateerde criminaliteit, zowel criminele netwerken alsmede individuele criminelen.

  • Het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven.

  • Het handhaven van de openbare orde.

  • Het uitoefenen van toezicht op het naleven van regelgeving.

  • Het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van overtredingen en/of tot het voorkomen van herhaling van overtredingen door middel van het opleggen van bestuurlijke herstelsancties en bestraffende sancties.

  • Het voorkomen en bestrijden van onrechtmatig gebruik van overheidsgelden en overheidsvoorzieningen.

  • Het zorgen voor de veiligheid en de betrouwbaarheid van de netten en van het transport van elektriciteit en gas over de netten op de meest doelmatige wijze te waarborgen. Het bevorderen van de veiligheid bij toestellen of installaties die elektriciteit of gas verbruiken.

  • Het behouden van een goede drinkwaterkwaliteit door (mogelijke) gevaarlijke situaties voor de drinkwaterkwaliteit als gevolg van drugs(productie) op te sporen en maatregelen te nemen. Dit alles in het kader van de volksgezondheid.

  • Het nemen van maatregelen zoals het beëindigen en/of terugvorderen van inkomensuitkeringen, indien blijkt dat inkomsten zijn verkregen uit drugscriminaliteit of werkzaamheden zijn verricht in de drugscriminaliteit;

  • Het tegengaan van het onrechtmatig gebruik van huurwoningen en bedrijfsruimtes en het bevorderen van de leefbaarheid en veiligheid in de samenleving door het verrichten van civielrechtelijke rechtshandelingen via de rechtbank, waaronder het beëindigen of (buitengerechtelijk) ontbinden van huurovereenkomsten en ontruimen van woningen en bedrijfsruimtes, of het opleggen van een gedragsaanwijzing indien ontbinding niet haalbaar is, of om voor de woningcorporatie moverende redenen niet gewenst is, en het civielrechtelijk verhalen van schade aan woningen en bedrijfsruimtes;

  • Het voorkomen en opheffen van voor de (volks)gezondheid en veiligheid potentieel gevaarlijke situaties en aldus de negatieve gevolgen van drugsgebruik, drugsproductie en drugshandel te beperken.

Voornoemde doelen worden aangemerkt als:

  • een zwaarwegend algemeen belang in de zin van de Wpg dat tot verstrekking van Persoonsgegevens noodzaakt of;

  • de vervulling van een wettelijke plicht die de Verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen in de zin van de AVG, dat tot verstrekking van Persoonsgegevens noodzaakt;

  • de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de Verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen in de zin van de AVG, dat tot verstrekking van Persoonsgegevens noodzaakt;

  • Een gerechtvaardigd belang in de zin van de AVG, waarbij het belang van de woningcorporatie zwaarder weegt dan het belang van de Betrokkene.

Het kunnen bereiken van die doelen en kunnen monitoren van de voortgang daarvan, vergt dat partijen de voor die situatie noodzakelijke Persoonsgegevens met elkaar kunnen uitwisselen.

Zonder verstrekking van politiegegevens aan partijen is het bereiken van deze doelstellingen niet mogelijk. De partijen voorzien elkaar van relevante persoons- en overige gegevens voor zover deze noodzakelijk, relevant en niet bovenmatig zijn voor de aan hen toebedeelde taken en verplichtingen in relatie tot de aanpak van drugscriminaliteit.

4. Grondslagen gegevensverwerking

De partijen hebben de volgende taken:

  • de politietaak zoals genoemd in artikel 3 Politiewet 2012;

  • de taak van het Openbaar Ministerie zoals genoemd in artikel 124 Wet op de Rechterlijke organisatie (Wet RO);

  • de gemeentetaak zoals genoemd in artikel 13b Opiumwet, artikel 172 Gemeentewet, afdeling 18.1 Omgevingswet, artikel 92 Woningwet, artikel 32 Huisvestingswet 2014, artikel 76a Participatiewet, artikel 34 en 35 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 34 en 35 de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 3 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, artikel 2.1.1 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 2.1 Jeugdwet;

  • de taak van het UWV, zoals genoemd in artikel 30 en 55a Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (SUWI), hoofdstuk 5 Awb en verder, zoals genoemd in de materiewetten als de wettelijke arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, de wettelijke ziekengeldverzekering, de wettelijke werkloosheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering jonggehandicapten, de Toeslagenwet, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, alsmede aan wetten die de uitvoering van deze wetten beheersen, voor zover die uitvoering niet bij of krachtens enige wet aan anderen is opgedragen;

  • de taak van de woningcorporatie zoals genoemd in artikel 45 lid 2 sub f van de Woningwet en artikel 51 Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting de verplichtingen die een woningcorporatie op grond van artikel 7:204 lid 2 en 7:206 lid 1 Burgerlijk Wetboek jegens haar huurders en op grond van artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek jegens omwonenden kan hebben gericht op behoud van woongenot, de leefbaarheid van de wijk en veiligheid van omwonenden;

  • de taak van de netbeheerder zoals genoemd in artikel 16, eerste lid van de Elektriciteitswet 1998 (en/of artikel 26 ab juncto artikel 95 ca van deze wet) en/of artikel 10, eerste tot en met derde en vijfde lid juncto 13b van de Gaswet. Daarnaast is de netbeheerder gehouden aan haar geheimhoudingsplicht conform artikel 79 Elektriciteitswet en artikel 37 Gaswet;

  • de taak van het drinkwaterbedrijf, zoals genoemd in artikel 7 en 24 van de Drinkwaterwet;

  • de taak van de door de Veiligheidsregio’s ingestelde brandweer, zoals genoemd in artikel 25 van de Wet veiligheidsregio’s.

De verwerking van Persoonsgegevens ter uitvoering van deze taken vindt plaats op basis van de volgende grondslagen:

  • 4.1

    De politie verwerkt politiegegevens voor zover die verwerking noodzakelijk is voor de vervulling van de politietaak, zoals neergelegd in artikel 3 Politiewet 2012. De grondslag voor verwerking van politiegegevens is gelegen in de Wpg. De grondslag voor de structurele verstrekking van artikel 8 en artikel 13 [en artikel 9 en artikel 10, eerste lid, onder a en c na toestemming van de bevoegd functionaris en/of Officier van Justitie van het Openbaar Ministerie] politiegegevens, aan partijen in het samenwerkingsverband is gelegen in artikel 20 Wpg. Dit is nader vastgelegd in de ‘beslissing tot structurele verstrekking van politiegegevens aan derden op grond van artikel 20 Wpg’ in het kader van dit convenant (zie ook artikel 7 van dit convenant).

    De door het Openbaar Ministerie te verlenen instemming ziet op de vraag of een voorgenomen verstrekking al dan niet het opsporing- en vervolgingsbelang kan schaden. Instemming wordt verleend ten aanzien van verstrekkingen waarbij duidelijk is dat opsporings- en vervolgbelangen niet worden geschaad.

  • 4.2

    De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente, ieder voor zo ver het hun wettelijke bevoegdheden betreft, verwerkt en verstrekt Persoonsgegevens voor zo ver dit noodzakelijk is om te voldoen aan een wettelijke verplichting op grond van artikel 6, eerste lid, onder c AVG, of voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan hem is opgedragen op grond van artikel 6, eerste lid, onder e AVG.

  • 4.3

    Woningcorporaties verwerken en verstrekken Persoonsgegevens, voor zover dat noodzakelijk is voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de betreffende woningcorporatie of van een betrokken derde in de zin van artikel 6, lid 1 onder f AVG. Als gerechtvaardigd belang wordt aangemerkt de naleving van de verplichtingen uit de overeenkomst met Betrokkene, de wettelijke taken verplichtingen die volgen uit de aangehaalde wetsartikelen in artikel 4 van dit convenant en het belang om de leefbaarheid zoveel mogelijk te borgen in de wijk waar de woningen van woningcorporaties zijn gelegen;

  • 4.4

    Netbeheerder Enexis en drinkwaterbedrijf Brabant Water verwerken en verstrekken Persoonsgegevens, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van een overeenkomst, waarbij de Betrokkene partij is op grond van artikel 6, eerste lid onder b AVG, om te voldoen aan een wettelijke verplichting op grond van artikel 6, eerste lid, onder c AVG, en/of voor de vervulling van een taak van algemeen belang op grond van artikel 6, eerste lid, onder e AVG, en/of omdat de verwerking van Persoonsgegevens noodzakelijk is om het gerechtvaardigd belang van de partij of haar klanten te behartigen op grond van artikel 6, eerste lid onder f AVG.

  • 4.5

    Het UWV verwerkt Persoonsgegevens voor zover dit noodzakelijk is om te voldoen aan een wettelijke verplichting op grond van artikel 6, eerste lid, onder c AVG, voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan hem is opgedragen op grond van artikel 6, eerste lid, onder e AVG. UWV verwerkt Persoonsgegevens, voor zover dat noodzakelijk is voor de vervulling van de taak als bedoeld in artikel 30 lid 1 van de Wet SUWI en artikel 55a van de Wet SUWI.

5. Categorieën Betrokkenen en categorieën Persoonsgegevens

In het kader van de samenwerking kunnen door partijen over de volgende categorieën personen de volgende categorieën Persoonsgegevens verstrekt worden voor zover dit voor de ontvangende partij noodzakelijk is om haar deel van de doelstellingen te kunnen bereiken en de gegevens toereikend zijn, ter zake dienend en niet bovenmatig zijn.

  • 5.1

    Categorie Betrokkene; verdachte:

    • a.

      NAW-gegevens en geboortedatum;

    • b.

      Bij verstrekking aan het UWV: Burgerservicenummer (BSN)

    • c.

      In aanvulling daarop kunnen door de politie de volgende politiegegevens worden verstrekt:

      • Politiegegevens als bedoeld in artikel 8 Wpg

      • Politiegegevens als bedoeld in artikel 13, eerste lid Wpg.

    • d.

      Politiegegevens als bedoeld in artikel 13, eerste lid Wpg.

      • Strafvorderlijke gegevens;

      • gegevens met betrekking tot de tenuitvoerlegging van straffen.

  • 5.2

    Categorie Betrokkene; overige Betrokkene(n)1:

    • a.

      NAW-gegevens, geboortedatum van de aangetroffen personen voor zover deze vermoedelijk zijn betrokken bij het strafbaar feit;

    • b.

      Telefoonnummer en e-mailgegevens;

    • c.

      In aanvulling daarop kunnen door de politie de volgende politiegegevens worden verstrekt:

      • Politiegegevens als bedoeld in artikel 8 Wpg;

      • Politiegegevens als bedoeld in artikel 13, eerste lid Wpg.

    • d.

      In aanvulling daarop kunnen door het OM de volgende Persoonsgegevens worden verstrekt:

      • Strafvorderlijke gegevens;

      • gegevens met betrekking tot de tenuitvoerlegging van straffen.

  • 5.3

    Categorie Betrokkene; betrokken medewerkers van de partijen:

    • a.

      Naam verstrekkende of behandelende ambtenaar of medewerker;

    • b.

      Functiebenaming verstrekkende ambtenaar of medewerker;

    • c.

      Telefoonnummer en/of e-mailadres verstrekkende ambtenaar of medewerker.

  • 5.4

    Het OM kan partijen op basis van een concreet en voldoende gemotiveerd verzoek informeren over de afdoening van een gesloten strafzaak.

6. Inspanningen, inrichting samenwerking en verwerkingsverantwoordelijkheid

  • 6.1

    Partijen verplichten zich over en weer, met inachtneming van de wettelijke bepalingen, alleen die informatie te verstrekken die noodzakelijk is om de doelstellingen van dit convenant te behalen en die gegevens dienen toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig zijn.

  • 6.2

    Om de doeleinden te bereiken, verplichten partijen zich tot bepaalde inspanningen. Deze worden per partij nader vermeld in het uitvoeringsprotocol (bijlage 1).

  • 6.3

    De politie verstrekt informatie conform het verstrekkingenkader (bijlage 2). Verstrekkingen gedaan door de politie conform het verstrekkingenkader zijn in overeenstemming met het bevoegd gezag ex artikel 20 Wet politiegegevens.

  • 6.4

    Als bij één van de partijen, op basis van haar ter beschikking staande feitelijke gegevens of andere informatie, het vermoeden bestaat dat er sprake is van illegale productie, verwerking, opslag van of handel in drugs, dan informeert zij onverwijld de politie over de plaats van de vermoedelijke productie-, verwerkings-, opslag- of handelslocatie alsmede de aanleiding waarop dat vermoeden is gebaseerd.

  • 6.5

    De politie onderzoekt – in afstemming met het Openbaar Ministerie – het vermoeden om vast te stellen of er voldoende aanwijzingen zijn om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen. Bij het vermoeden van een strafbaar feit worden partijen met een controlebevoegdheid en/of opsporingsbevoegdheid en de betreffende gemeente geïnformeerd, zodat zij adequate maatregelen kunnen treffen, tenzij het belang van het strafrechtelijk onderzoek zich daartegen verzet.

  • 6.6

    De coördinatie van plaatselijke acties ter beëindiging van de illegale productie, verwerking, opslag van of handel in drugs is de verantwoordelijkheid van de politie.

  • 6.7

    Afhankelijk van de aangetroffen situatie worden de relevante partijen geïnformeerd over de bevindingen voor zover zij deze informatie nodig hebben om eventuele maatregelen te treffen. De politie zal conform het verstrekkingenkader zo snel mogelijk de berichtgeving ten aanzien van de convenantpartijen verzorgen, voor zo ver dit voor hun taak noodzakelijk is.

  • 6.8

    Indien er sprake is van drugscriminaliteit geven gemeenten uitvoering aan hun wettelijke taak met gebruikmaking van beleidsregels.

  • 6.9

    De woningcorporatie komt met haar huurders overeen dat drugscriminaliteit verbonden aan het gehuurde wordt uitgesloten en kan leiden tot een grond voor ontbinding van de huurovereenkomst door de rechter en ontruiming van het gehuurde.

  • 6.10

    Als blijkt dat er sprake is van het tekortschieten in de verplichting uit de huurovereenkomst omdat sprake is van een drugspand in de zin van dit convenant ten aanzien van een huurwoning, huurwoonwagen en/of op een woonwagenstandplaats of daarbij behorend bijgebouw, erf of grond, dan zal de betreffende woningcorporatie alle mogelijke maatregelen treffen teneinde de overtreding te beëindigen, herhaling op die locatie te voorkomen en het signaal afgeven dat dergelijk handelen van een huurder niet wordt getolereerd. Indien de huurder/bewoner weigert om vrijwillig te ontruimen en de woningcorporatie dit om deze doelen te bereiken noodzakelijk acht, gaat de betreffende woningcorporatie over tot het opstarten van een gerechtelijke procedure om toestemming te verkrijgen van de rechter voor ontruiming van de woning, woonwagen of standplaats, en, zo nodig, de huurovereenkomst door de rechter te laten ontbinden inclusief het instellen van een vordering tot verhaal van mogelijk geleden materiële schade.

  • 6.11

    Als bij het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) divisie Handhaving op basis van de aan haar ter beschikking staande feitelijke gegevens of andere informatie, het vermoeden bestaat dat er sprake is van illegale productie, verwerking, opslag van of handel in drugs, dan onderzoekt het UWV of de deelnemer(s) wellicht ten onrechte één of meer uitkering(en) hebben genoten uit hoofde van de sociale verzekeringswetten. Door het UWV kunnen daarvoor maatregelen worden getroffen, zoals het beëindigen van of korten van inkomsten op uitkeringen, terugvorderen van ten onrechte verkregen uitkering(en), dan wel het opnemen van een aangifte en opmaken van een proces-verbaal uitkeringsfraude (indien het benadelingsbedrag boven de aangiftegrens ligt) ten behoeve van het Openbaar Ministerie, dan wel het opleggen van een bestuurlijke boete of waarschuwing.

  • 6.12

    In de politie basisteams wordt naar behoefte voorzien in periodieke beleidsmatige en operationele overleggen. De frequentie van de overleggen worden per politie basisteam bepaald.

  • 6.13

    Convenantpartijen verplichten zich over en weer tot elkaar om de in dit convenant neergelegde rechten en verplichtingen naar vermogen uit te voeren en na te leven, met inachtneming van de doelstelling van dit convenant en met behoud van ieders eigen verantwoordelijkheden en alle geldende wettelijke bepalingen.

  • 6.14

    Convenantpartijen verplichten zich om ervoor te zorgen dat hun eigen registraties (en verwerkingen) waaruit zij – via het overleg en de registratie - gegevens verstrekken aan de andere convenantpartijen, op orde zijn. Dat wil zeggen dat de convenantpartijen moeten waarborgen dat zij deze gegevens rechtmatig verzamelen én dat zij moeten waarborgen dat zij alleen als dat mag op grond van een geheimhoudingsverklaring de gegevens mogen verstrekken aan de andere convenantpartijen. Op welke wijze de convenantpartijen dat waarborgen gaat het bestek van het convenant te buiten. Het is van belang ervoor te zorgen dat de registraties van de convenantpartijen rechtmatig zijn en dat de verstrekking rechtmatig is. De rechtmatigheid van de gegevensontvangst door het overleg hangt immers mede af van de rechtmatigheid van de gegevensverstrekking door de convenantpartijen.

  • 6.15

    Partijen in het samenwerkingsverband zijn ieder voor zich alleen verwerkingsverantwoordelijk voor de verwerking in de eigen gegevensbestanden en de verstrekking vanuit de eigen gegevensbestanden aan elkaar, aan Betrokkenen en aan derden.

  • 6.16

    Ten behoeve van de samenwerking in het kader van dit convenant en de daaruit vloeiende verstrekkingen wordt geen gezamenlijk bestand gevormd. Dit betekent dat de noodzakelijke verstrekkingen aan ieder van de ontvangers afzonderlijk plaatsvinden en dat er met het oog op de gezamenlijke doeleinden uit dit convenant geen overzichten worden opgesteld met daarin naar individuele personen herleidbare gegevens. Iedere partij is daarmee zelf verantwoordelijk voor de registratie van de verstrekkingen in overeenstemming met de AVG.

7. Beslissing artikel 20 Wet politiegegevens

Op het moment van het ondertekenen van het convenant ‘Aanpak drugslocaties Oost-Brabant 2025 - 2030’ door burgemeester en Openbaar Ministerie, ondertekenen zij in hun hoedanigheid van bevoegd gezagdrager over de politie, tevens de beslissing in te stemmen met de verstrekking van politiegegevens conform artikel 20 Wpg. De beslissing artikel 20 Wpg wordt als afzonderlijk document aan dit convenant toegevoegd (bijlage 3).

8. Wijze van verstrekking

  • 8.1

    Persoonsgegevens worden alleen verstrekt door en aan die medewerkers van partijen die door die partijen zijn aangewezen en geautoriseerd voor het verwerken van deze gegevens voor zover dit noodzakelijk is voor hun taak bij het behalen van de doelstellingen van het samenwerkingsverband.

  • 8.2

    Politiegegevens kunnen mondeling en/of schriftelijk door de politie worden verstrekt, bijvoorbeeld mondeling tijdens een overleg of schriftelijk per brief of e-mail met inachtneming van de hieraan te stellen beveiligingseisen voor e-mailverkeer.

  • 8.3

    Strafvorderlijke en/of tenuitvoerleggingsgegevens kunnen mondeling en/of schriftelijk door het Openbaar Ministerie worden verstrekt, bijvoorbeeld mondeling tijdens een overleg of schriftelijk (brief of e-mail) met inachtneming van de hieraan te stellen beveiligingseisen voor e-mailverkeer.

  • 8.4

    Iedere partij die na verstrekking constateert dat verstrekte Persoonsgegevens onjuist of onvolledig zijn, stelt de andere partijen op de hoogte van correcties van en/of aanvullingen op de Persoonsgegevens. De partij die onjuiste gegevens heeft ontvangen vernietigt deze gegevens onverwijld.

  • 8.5

    Teneinde de ‘minimale gegevensverwerking’ te waarborgen, zal iedere partij bij het verstrekken van gegevens de afweging maken of verstrekken noodzakelijk is. De verstrekte gegevens dienen toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig te zijn.

  • 8.6

    De wijze en het moment van verstrekking wordt ten behoeve van een uniforme werkwijze vastgelegd in het uitvoeringsprotocol (bijlage 1) en het verstrekkingenkader (bijlage 2).

9. Geheimhoudingsplicht

  • 9.1

    Partijen dragen er zorg voor dat diegenen die Persoonsgegevens verwerken, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift een geheimhoudingsplicht geldt, verklaren tot geheimhouding van Persoonsgegevens en andere gegevens waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot bekendmaking verplicht.

    Artikel 7 Wpg ziet op de geheimhoudingsplicht. Daaruit volgt dat de ontvanger van politiegegevens deze gegevens kan ‘doorverstrekken’ ‘voor zover een bij of krachtens de wet gegeven voorschrift tot verstrekking verplicht of zijn taak daartoe noodzaakt’. Dit betekent dat de ontvanger moet kunnen aantonen dat het voor zijn taak noodzakelijk is om de gegevens te verstrekken, dat het belang om de gegevens te vestrekking in verhouding staan tot de beperking van de persoonlijke levenssfeer (proportionaliteit) en dat het ook niet met minder gegevens kan (subsidiariteit).

  • 9.2

    Partijen verplichten zich de andere partijen op de hoogte te stellen van de voor hen van toepassing zijnde geheimhoudingsplicht.

  • 9.2

    Doorverstrekking van Persoonsgegevens vindt alleen plaats onder gelijkluidende geheimhouding en beveiligingsvoorwaarden, welke bij verstrekking overeengekomen zijn.

10. Bewaartermijnen en vernietiging

  • 10.1

    Elke partij hanteert de voor hem geldende bewaartermijnen en de termijnen voor vernietiging voor de gegevens, die voor het doel van het convenant zijn verzameld of gebruikt. Elke partij is hiervoor afzonderlijk verantwoordelijk.

11. Beveiliging

  • 11.1

    Partijen beveiligen de Persoonsgegevens tegen verlies of enige vorm van onrechtmatige verwerking en treffen daartoe de nodige passende technische en organisatorische maatregelen. Overheidspartijen in het convenant voldoen aan de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), het normenkader voor informatie-beveiliging binnen de gehele overheid. De corporaties hanteren de Baseline Informatieveiligheid Corporaties (BIC). De andere convenantpartijen voldoen minimaal aan de ISO 27001, de internationale standaard voor informatiebeveiliging. De maatregelen betreffen in ieder geval:

    • a.

      Een autorisatieproces voor toegang tot systemen, informatie, gebouwen, werkruimten en speciale zones zodat medewerkers slechts toegang krijgen tot de voor hen relevante onderdelen en gegevens.

    • b.

      Bescherming tegen inbraak en andere vormen van ontvreemding van informatie zodanig dat digitale inbraakpogingen onmiddellijk worden gesignaleerd en de vertraging van inbraak afdoende is om diefstal van informatie te voorkomen, ook in geval van mobiele werkplekken.

    • c.

      Interne procedures opdat gegevens niet onbedoeld in handen van derden kunnen vallen, in ieder geval over omgang met externe media en beheer en gebruik daarvan.

    • d.

      Beveiligde elektronische uitwisseling van gegevens, indien mogelijk door encryptie en andere vormen van beveiliging, waarbij uitlekken van gegevens wordt gesignaleerd en gegevens niet direct leesbaar zijn voor derden. Indien partijen nog niet beschikken over de mogelijkheid om beveiligd elektronisch gegevens uit te wisselen, spannen partijen zich in om dit te implementeren.

    • e.

      Voor uitschakeling van de beveiliging zijn specifieke procedures ingericht die ongecontroleerd uitschakelen onmogelijk maken.

  • 11.2

    Partijen hebben procedures om de betrouwbaarheid, zowel bij aanname als gedurende het dienstverband, van medewerkers vast te stellen. Onderdeel hiervan is in ieder geval het laten ondertekenen van een geheimhoudingsverklaring en een screening van medewerkers, bijvoorbeeld door middel van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) of, waar nodig, een Verklaring Omtrent het Gedrag Politiegegevens (VOG-P).

  • 11.3

    Ieder bekend incident aangaande een (mogelijk) inbreuk op de beveiliging van gegevens die in het kader van het samenwerkingsverband worden verwerkt, wordt terstond, maar uiterlijk binnen 24 uur, aan de andere partijen gemeld.

  • 11.4

    Indien, gezien de aard van de inbreuk melding aan de Autoriteit Persoonsgegevens wettelijk verplicht is, dragen partijen zorg voor een afgestemde melding en woordvoering. Partijen kunnen op dat moment een nader onderzoek (laten) uitvoeren.

12. Informatieplicht

  • 12.1

    Om ervoor te zorgen dat personen en organisaties bekend worden met de gegevensuitwisseling in het kader van dit samenwerkingsverband, wordt dit convenant door de deelnemende partijen gepubliceerd op hun website en/of op andere wijze openbaar gemaakt. Hiervoor is een communicatieplan opgesteld.

  • 12.2

    Indien de door de convenantpartijen verwerkte Persoonsgegevens niet van de Betrokkene zelf zijn verkregen, wordt de Betrokkene door de Verwerkingsverantwoordelijke die hiertoe op grond van de AVG verplicht is geïnformeerd. Het informeren kan, gelet op in artikel 14, vijfde lid, AVG, artikel 23, eerste lid, AVG, en artikel 41, eerste lid, UAVG, genoemde bepalingen op een later moment plaatsvinden of in het uiterste geval achterwege blijven, voor zover dit noodzakelijk is in het belang van onder meer de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en vervolging van strafbare feiten, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid.

  • 12.3

    Iedere partij zorgt ervoor dat de afspraken uit dit convenant binnen de eigen organisatie worden gecommuniceerd. Hiervoor worden desgewenst interne werkinstructies vastgesteld.

13. Rechten van Betrokkene

  • 13.1

    Betrokkene kan bij partijen een verzoek indienen om:

    • a)

      Inzage in de Persoonsgegevens die over Betrokkene worden verwerkt;

    • b)

      Rectificatie of verwijdering van Betrokkene betreffende Persoonsgegevens dan wel beperking van de verwerking.

  • 13.2

    Indien Betrokkene een verzoek richt tot een van de partijen, bericht deze Betrokkene bij de beantwoording ook over de andere partijen in het samenwerkingsverband waaraan eerder voor de doeleinden van het samenwerkingsverband gegevens zijn verstrekt.

  • 13.3

    Partijen die vallen onder het regime van de AVG kunnen een verzoek als bedoeld in het eerste lid geheel of gedeeltelijk afwijzen voor zover dat noodzakelijk en evenredig is ter waarborging van het bepaalde in artikel 41, eerste lid UAVG.

  • 13.4

    Partijen, die gegevens verwerken onder het regime van de Wpg kunnen een verzoek geheel of gedeeltelijk afwijzen voor zover dat noodzakelijk en evenredig is ter waarborging van het bepaalde in artikel 27, eerste lid Wpg.

  • 13.5

    Een verzoek van een Betrokkene op grond van artikelen 12 t/m 22 AVG wordt in samenwerking tussen de Betrokkenen partijen afgehandeld.

  • 13.6

    Partijen stemmen onderling af alvorens Betrokkene wordt beantwoord conform de op de partijen van toepassing zijnde wet- en regelgeving en de daarin geldende termijnen.

14. Schade en kosten

  • 14.1

    Een Betrokkene die materiële of immateriële schade heeft geleden ten gevolge van een verwijtbare inbreuk op de voor de partijen van toepassing zijnde wet- en regelgeving, heeft het recht van de onderhavige Verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker schadevergoeding te ontvangen voor de geleden schade.

  • 14.2

    Partijen zijn in geval van toerekenbare tekortkoming ieder voor zich aansprakelijk voor schade als gevolg van hun eigen interne gegevensverwerking dan wel hun verstrekking aan partijen in het samenwerkingsverband of derden.

  • 14.3

    De partijen berekenen noch verrekenen onderling kosten voor werkzaamheden en middelen van welke aard dan ook voortvloeiende uit dit convenant.

15. Toe- en uittreding

  • 15.1

    Het convenant staat open voor toetreding door een partij die de in het convenant geformuleerde doelstellingen nastreeft en daartoe gerechtigd is. Een organisatie die tot het convenant wil toetreden, kan daartoe een aanvraag indienen bij de regioburgemeester van Oost-Brabant.

  • 15.2

    Een vertegenwoordiging van convenantpartijen wordt geconsulteerd over de toetreding van een nieuwe partij. Het is aan de eindbeoordeling van de Regionale Driehoek2 of een partij daadwerkelijk wordt toegelaten tot dit convenant. De beoordeling wordt gemaakt aan de hand van nut en noodzaak voor de doeleinden van het convenant, rechtmatigheid en integriteit van de beoogd toetredende partij.

  • 15.3

    Partijen die willen toetreden tot het convenant, verklaren de doelstelling te onderschrijven en gerechtigd te zijn tot gegevensuitwisseling als omschreven in dit convenant. Daartoe wordt een addendum bij dit convenant opgesteld waarbij de partijen zich volledig conformeren aan de bepalingen in het convenant. Toetreding vindt plaats door middel van ondertekening van het in dit genoemde addendum door de toetredende partij.

  • 15.4

    Indien er een nieuwe partij toetreedt tot het convenant, moet het bevoegd gezag van de politie, de regioburgemeester en het Openbaar Ministerie, instemmen met de verstrekking van politiegegevens conform artikel 20 Wpg. Dit betekent dat de beslissing tot structurele verstrekking van politiegegevens op grond van artikel 20 van de Wet politiegegevens in het kader van het convenant “Aanpak drugslocaties Oost-Brabant 2025-2030” (bijlage 3) wordt gewijzigd en opnieuw ter ondertekening wordt aangeboden aan de politie, het Openbaar Ministerie en de regioburgemeester.

  • 15.5

    Partijen kunnen hun deelname aan dit convenant, met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste drie maanden, beëindigen middels een schriftelijke verklaring aan alle convenantpartijen. Eenzijdig beëindiging van de deelname aan het convenant zonder opzegtermijn is niet mogelijk anders dan met instemming van alle convenantpartijen.

  • 15.6

    Verplichtingen die naar hun aard bestemd zijn om ook na de beëindiging van het convenant voort te duren, blijven bestaan. Tot deze verplichting behoort in ieder geval het bepaalde omtrent geheimhouding in artikel 9 van dit convenant.

16. Evaluatie en wijzigingen

  • 16.1

    Partijen verplichten zich om iedere twee jaar het convenant en de samenwerking te evalueren. Dit gebeurt ook uiterlijk een half jaar voor het verstrijken van de looptijd. De evaluatie ziet toe op enerzijds de effectiviteit van de gegevensuitwisseling en anderzijds op de naleving van de privacy principes, waaronder dataminimalisatie. De Programmaraad Ondermijning Oost-Brabant neemt het initiatief voor de evaluatie.

  • 16.2

    Het is van belang dat de privacy officers van de deelnemende organisaties betrokken worden bij de evaluatie van het convenant. Jaarlijks zijn er ontwikkelen onder andere op het vlak van de AVG, Wpg en Wjsg. De privacy officers beoordelen of het nodig is om de nieuwe ontwikkelingen te verwerken in het convenant.

  • 16.3

    Tussentijdse wijzigingen of aanvullingen kunnen in het convenant worden aangebracht op voorwaarde van schriftelijke instemming van alle partijen.

17. Communicatie

  • 17.1

    Externe communicatie over of voortvloeiende uit activiteiten op basis van, dit convenant, wordt door de convenantpartijen onderling afgestemd. Hierbij wordt rekening gehouden met de zelfstandige verantwoordelijkheid van elk der convenantpartijen.

18. Inwerkingtreding en looptijd

  • 18.1

    Dit convenant treedt in werking de dag na ondertekening door de laatste van alle convenantpartijen.

  • 18.2

    Dit convenant heeft een geldigheidsduur van 5 jaar (2025 tot 2030), te rekenen vanaf de datum van de laatste ondertekening.

  • 18.3

    Dit convenant wordt na deze 5 jaar automatisch verlengd met 5 jaar onder dezelfde voorwaarden, tenzij uit de genoemde evaluatie (artikel 16) is gebleken dat er noodzaak is tot aanpassing of stopzetting.

  • 18.4

    Dit convenant vervangt het Eenheidsconvenant Hennep Oost-Brabant. Laatstgenoemd convenant eindigt op het moment van inwerkingtreding van dit convenant.

19. Ondertekening

De onderstaande partijen verklaren deel te nemen aan het “Convenant aanpak drugslocaties Oost-Brabant 2025 – 2030” en invulling te geven aan de afspraken die in dit convenant en bijbehorende bijlagen worden genoemd. 

Deelnemende partijen aan het convenant

Gemeenten (weergegeven per politie basisteam)

Overige partijen

Gemeente Eindhoven

Politie eenheid Oost-Brabant

Gemeente ‘s-Hertogenbosch

Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)

Gemeente Heusden

Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost

Gemeente Boxtel

Veiligheidsregio Brabant-Noord

Gemeente Meierijstad

Enexis

Gemeente Sint-Michielsgestel

Brabant Water NV

Gemeente Vught

Gemeente Oss

Woningcorporaties

Gemeente Bernheze

Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl

Gemeente Maashorst

Goed wonen Gemert

Gemeente Land van Cuijk

Stichting Trudo en Trudo Holding B.V.

Gemeente Boekel

Woningstichting Helpt Elkander

Gemeente Cranendonck

Stichting Woonpartners

Gemeente Geldrop-Mierlo

woCom

Gemeente Heeze-Leende

Woningstichting Woningbelang

Gemeente Nuenen

Woningbouwvereniging Bergopwaarts

Gemeente Son en Breugel

Woningbouwvereniging Volksbelang

Gemeente Valkenswaard

Stichting Wooninc. en Stayinc. B.V.

Gemeente Asten

Woningstichting Compaen

Gemeente Deurne

Woningstichting De Zaligheden

Gemeente Gemert-Bakel

Woningcorporatie Zayaz

Gemeente Helmond

Woningstichting ‘Thuis

Gemeente Laarbeek

Woonstichting Charlotte van Beuningen

Gemeente Someren

Woningcorporatie Woonveste

Gemeente Bergeijk

Woningcorporatie Brabant Wonen

Gemeente Best

Woningcorporatie Area

Gemeente Bladel

Woningcorporatie Woonmeij

Gemeente Eersel

Woonstichting JOOST

Gemeente Oirschot

Woningcorporatie PeelrandWonen

Gemeente Reusel - De Mierden

Woningcorporatie Wonen Vierlingsbeek

Gemeente Veldhoven

Woningcorporatie Mooiland

Gemeente Waalre

Stichting Wonen Limburg en Wonen Limburg Accent B.V.

Ondertekening deelnemende partijen (tekenvellen)

Politie Oost-Brabant

ondertekend op: 18-03-2025 te ‘s-Hertogenbosch

Waarnemend politiechef eenheid Oost-Brabant

Mevrouw H.E. Jeurissen-Meussen

Openbaar Ministerie

Voor gezien en akkoord; ondertekend op: 18-03-2025 te ‘s-Hertogenbosch

De Hoofdofficier van Justitie arrondissementparket Oost-Brabant

Mevrouw H.G.M. Rutgers

Gemeente Eindhoven

ondertekend op: 28-03-2025 te Eindhoven

De burgemeester, De heer J.R.V.A. Dijsselbloem

Gemeente Den Bosch

ondertekend op: 28-03-2025 te ‘s-Hertogenbosch

De burgemeester, De heer J.M.L.N. Mikkers

Gemeente Cranendonck

ondertekend op: 27-03-2025 te Budel

De burgemeester, De heer F.A.P. van Kessel

Gemeente Geldrop-Mierlo

Ondertekend op: 20-03-2025 te Geldrop

De burgemeester, De heer J.C.J. van Bree

Gemeente Heeze-Leende

ondertekend op: 26-03-2025 te Heeze

De burgemeester, De heer T. Heldens

Gemeente Nuenen

ondertekend op: 31-03-2025 te Nuenen

De burgemeester, Mevrouw M.M. van Toorenburg

Gemeente Son en Breugel

ondertekend op: 27-03-2025 te Son en Breugel

De burgemeester, Mevrouw S.M. Otters – Bruijnen

Gemeente Valkenswaard

ondertekend op: 01-04-2025 te Valkenswaard

De burgemeester, De heer H.J. Looijen

Gemeente Asten

ondertekend op: 25-03-2025 te Asten

De burgemeester, Mevrouw A.A.H.C.M. van Extel – van Katwijk

Gemeente Deurne

ondertekend op: 24-03-2025 te Deurne

De burgemeester, Mevrouw G.T. Buter

Gemeente Gemert-Bakel

ondertekend op: 25-03-2025 te Gemert

De burgemeester, De heer M.S. van Veen

Gemeente Helmond

ondertekend op: 21-03-2025 te Helmond

De burgemeester, De heer S.C.C.M. Potters

Gemeente Laarbeek

ondertekend op: 17-03-2025 te Beek en Donk

De burgemeester, Mevrouw L.A.G.P. van der Aa

Gemeente Someren

ondertekend op: 25-03-2025 te Someren

De loco burgemeester, De heer P. van der Broeck

Gemeente Bergeijk

ondertekend op: 20-03-2025 te Bergeijk

De burgemeester,

Mevrouw W.J.G. Delissen-van Tongerlo

Gemeente Best

ondertekend op: 31-03-2025 te Best

De burgemeester, Mevrouw M.J.D. Donders-de Leest

Gemeente Bladel

ondertekend op: 25-03-2025 te Bladel

De burgemeester, De heer M.A.G. van den Bosch

Gemeente Eersel

ondertekend op: 25-03-2025 te Eersel

De burgemeester, De heer W.A.C.M. Wouters

Gemeente Oirschot

ondertekend op: 25-03-2025 te Oirschot

De burgemeester, Mevrouw J.C.R. Keijzers-Verschelling

Gemeente Reusel-de Mierden

ondertekend op: 25-03-2025 te Reusel

De burgemeester, Mevrouw A. van de Ven

Gemeente Veldhoven

ondertekend op: 26-03-2025 te Veldhoven

De burgemeester, De heer M.J.A. Delhez

Gemeente Waalre

ondertekend op: 27-03-2025 te Waalre

De burgemeester, De heer M.F. Oosterveer

Gemeente Boxtel

ondertekend op: 25-03-2025 te Boxtel

De burgemeester, De heer R.S. van Meygaarden

Gemeente Heusden

ondertekend op: 18-03-2025 te Vlijmen

De burgemeester, Mevrouw W. van Hees

Gemeente Meierijstad

ondertekend op: 24-03-2025 te Veghel

De burgemeester, De heer C.H.C. van Rooij

Gemeente Sint Michielsgestel

ondertekend op: 27-03-2025 te Sint Michielsgestel

De locoburgemeester, De heer P. Raaijmakers

Gemeente Vught

ondertekend op: 24-03-2025 te Vught

De burgemeester, De heer R.J. van de Mortel

Gemeente Bernheze

ondertekend op: 21-03-2025 te Heesch

De burgemeester, De heer M.W.J.M. de Man

Gemeente Oss

ondertekend op: 18-03-2025 te Oss

De burgemeester, Mevrouw W.J.L. Buijs-Glaudemans

Gemeente Boekel

ondertekend op: 27-03-2025 te Boekel

De burgemeester, Mevrouw C.J.M. van den Elsen

Gemeente Land van Cuijk

ondertekend op: 25-03-2025 te Cuijk

De burgemeester, Mevrouw M.A.H. Moorman

Gemeente Maashorst

ondertekend op: 27-03-2025 te Uden

De burgemeester, De heer J.A. van der Pas

Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl

Ondertekend op: 11-03-2025 te Eindhoven

Directeur-bestuurder, De heer R.F.P.M. Beijnsberger

Goed Wonen Gemert

Ondertekend op: 18-03-2025 te Gemert-Bakel

Directeur-bestuurder, Mevrouw J. Abbring

Stichting Trudo en Trudo Holding B.V.

Ondertekend op: 24-03-2025 te Eindhoven

Directeur-bestuurder, De heer E.J.P. Jansen

Woningstichting Helpt Elkander

Ondertekend op: 27-03-2025 te Nuenen

Directeur-bestuurder, De heer S.D.F.J. Putters

Stichting Woonpartners

Ondertekend op: 25-03-2025 te Helmond

Directeur-bestuurder, De heer B. Sievers

WoCom

Ondertekend op: 17-03-2025 te Someren

Directeur-bestuurder, De heer M.H. Biemans

Woningstichting Woningbelang

Ondertekend op: 17-03-2025 te Valkenswaard

Directeur-bestuurder, De heer M.J. Meulepas

Woningbouwvereniging Bergopwaarts

Ondertekend op: 27-03-2025 te Deurne

Directeur-bestuurder, De heer H. Vedder

Woningbouwvereniging Volksbelang

ondertekend op 17-03-2025 te Helmond

Directeur-bestuurder, De heer C.W.J. Theuws

Stichting Wooninc. en Stayinc. B.V.

Ondertekend op: 26-03-2025 te Eindhoven

Directeur-bestuurder, Mevrouw J.A.P.M. Pijnenburg

Woningstichting Compaen

Ondertekend op: 25-03-2025 te Helmond

Directeur-bestuurder, De heer ir J.M. Lobée

Woningstichting De Zaligheden

Ondertekend op: 17-03-2025 te Eersel

Directeur-bestuurder, De heer R. Kersjes

Woningstichting ‘Thuis

Ondertekend op: 13-03-2025 te Eindhoven

Directeur-bestuurder, De heer L. A. Severijnen

Woningcorporatie Zayaz

Ondertekend op: 18-03-2025 te Den Bosch

Directeur-bestuurder, Mevrouw C.J.M. Beukeboom-van Woerkum

Woonstichting Charlotte van Beuningen

Ondertekend op: 18-03-2025 te Vught

Directeur-bestuurder, Mevrouw M.E. Verheijen-Verkoijen

 Woningcorporatie Woonveste

Ondertekend op: 18-03-2025 te Drunen

Directeur-bestuurder, De heer E. Damen

Woningcorporatie Brabant Wonen

Ondertekend op: 18-03-2025 te Oss

Directeur-bestuurder, Mevrouw Y. van Mierlo

Woningcorporatie Area

Ondertekend op: 18-03-2025 te Uden

Directeur-bestuurder, De heer P. Barské

Woningcorporatie Woonmeij

Ondertekend op: 18-03-2025 te Schijndel

Directeur-bestuurder, De heer M.A.W. Wonders

Woonstichting JOOST

Ondertekend op: 18-03-2025 te Boxtel

Directeur-bestuurder, Mevrouw M.A.J. Vossen

Woningcorporatie PeelrandWonen

Ondertekend op: 18-03-2025 te Boekel

Directeur-bestuurder, Mevrouw K. Priem - Mens

Woningcorporatie Wonen Vlieringsbeek

Ondertekend op: 19-03-2025 te Vlieringsbeek

Directeur-bestuurder, Mevrouw D. Geene

Woningcorporatie Mooiland

Ondertekend op: 18-03-2025 te Grave

Directeur-bestuurder, Mevrouw C.M.L. Jansen

Woningcorporatie Wonen Limburg en Wonen Limburg Accent B.V.

Ondertekend op: 27-03-2025 te Roermond

Bestuursvoorzitter Stichting Wonen Limburg, De heer G.G.M.P. Peeters

Bestuurder Wonen Limburg Accent B.V., De heer G.G.M.P. Peeters

Netbeheerder Enexis

Ondertekend op: 27-03-2025 te ‘s-Hertogenbosch

De tekenbevoegde, De Heer P. Smits, teamleider fraudebestrijding

Brabant Water N.V.

Ondertekend op: 14-03-2025 te Den Bosch

Algemeen directeur-bestuurder, De heer R. van Dongen

UWV

Ondertekend op: 20-03-2025 te Amsterdam

Directeur UWV Handhaving, Mevrouw A. Nuij - Hendriks

Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost

Ondertekend op: 11-03-2025 te Eindhoven

Directeur, Mevrouw M. Wilms-Wils

Veiligheidsregio Brabant-Noord

Ondertekend op: 11-03-2025 te ’s-Hertogenbosch

Directeur, Mevrouw M.J.H. van Schaijk

Naar boven