Wijziging Nadere Regeling Sociaal Domein Gemeente Eindhoven

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

 

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 4, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 8.29, eerste lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020 en het gestelde in de Verordening Sociaal domein Gemeente Eindhoven en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

Heeft op 11 februari 2025 besloten:

 

 

Artikel I

De Nadere Regeling Sociaal Domein gemeente Eindhoven als volgt te wijzigen:

Hoofdstuk 5. Leerlingenvervoer wordt vervangen door:

‘Hoofdstuk 5 Leerlingenvervoer

 

Artikel 5.1 Bij aanvraag in te dienen gegevens

(Grondslag 5.2 Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven)

  • 1.

    Bij een aanvraag voor leerlingenvervoer dienen in aanvulling op de gegevens van de leerling en de aanvragende ouders tenminste de volgende gegevens verstrekt te worden:

  • a.

    naam, locatie, soort onderwijs van de school waarvoor een vervoersvoorziening wordt aangevraagd;

  • b.

    afstand woning en dichtstbijzijnde toegankelijke school;

  • c.

    schooltijden;

  • d.

    gegevens van vervoersvoorziening, in ieder geval zijnde

  • i.

    op welke dagen de vervoersvoorziening nodig is;

  • ii.

    gegevens van maximaal één tweede adres binnen de gemeente Eindhoven, waar leerling eveneens, met een vast patroon, verblijft;

  • e.

    indien van toepassing, naam en locatie van stageadres.

  • 2.

    Wanneer een leerling niet zelfstandig of onder begeleiding kan reizen, moet ter onderbouwing een actuele (medische) verklaring van een specialist, deskundige of onafhankelijke orthopedagoog worden meegestuurd. Uit de verklaring moet blijken waarom leerling niet zelfstandig of onder begeleiding gebruik kan maken van openbaar vervoer of fiets.

 

Artikel 5.2 Verantwoordelijkheid van ouders

(Grondslag 5.8 Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven)

  • 1.

    Van ouders wordt verwacht dat zij de noodzakelijke keuzes maken om hun verantwoordelijkheid ten aanzien van het schoolbezoek van de leerling te kunnen nemen. Werk van ouders ontslaat ouders niet van deze verantwoordelijkheid.

  • 2.

    Ouders worden geacht hun kind te stimuleren en te leren er naar toe te werken dat de leerling (met het bereiken van de negenjarige leeftijd) zo veilig en zelfstandig mogelijk naar school kan gaan. Dit kan in een persoonlijk vervoersontwikkelingsplan worden vormgegeven, met daarin opgenomen welke mogelijkheden er zijn om de leerling zelfstandiger te laten reizen, welke belemmeringen er mogelijk zijn (ingewikkeld traject), wat hiervoor nodig is, welke periode hiervoor gepland wordt, wat ouders hierin kunnen betekenen en waar de gemeente in kan ondersteunen. Denk hierbij aan een vervoerstraining.

 

Artikel 5.3 Bepalen afstand

(Grondslag 5.9 Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven)

Voor het bepalen van de afstand tussen het woonadres en het schooladres of het stageadres maakt het college gebruik van de Routenet routeplanner op www.routenet.nl optie kortste route.

 

Artikel 5.4 Bepalen reistijd en kosten van openbaar vervoer

(Grondslag 5.20 Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven)

  • 1.

    Het vaststellen van de reistijd per openbaar vervoer vindt plaats op basis van de reisplanner van 9292.

  • 2.

    De maximale reistijd voor een leerling die zelfstandig gebruik maakt van het openbaar vervoer is 90 minuten enkele reis.

  • 3.

    Indien kortingen of voordeelabonnementen van toepassing zijn, geldt het meest voordelige reisproduct als uitgangspunt.

 

Artikel 5.5 Kilometervergoeding voor fiets

(grondslag 5.17 en 5.18 Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven)

  • 1.

    De kilometervergoeding voor de fiets bedraagt de helft van de maximale belastingvrije kilometervergoeding zoals vastgesteld door de Belastingdienst, naar beneden afgerond.

 

Artikel 5.6 Aangepast vervoer

(Grondslag 5.20 Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven)

  • 1.

    Bij de inzet van aangepast vervoer is het uitgangspunt, dat leerlingen gecombineerd met andere leerlingen worden vervoerd in een touringcar, taxibusje of personenauto.

  • 2.

    Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat een leerling tijdelijk individueel vervoerd moet worden, omdat het niet samen met andere leerlingen kan worden vervoerd, ook niet onder begeleiding. Dit is individueel vervoer.

  • 3.

    Als dit type vervoer noodzakelijk is, dient dit te worden aangetoond door de ouders.

  • 4.

    Individueel vervoer wordt in beginsel toegekend voor de duur van maximaal acht weken. Bij een eventuele verlenging wordt opnieuw een belangenafweging gemaakt.

 

Artikel 5.7 Declaratie kosten

(Grondslag 5.17, 5.18 Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven)

Uitbetaling van de vergoeding voor het openbaar vervoer vindt uitsluitend plaats bij inlevering van het originele vervoersbewijs na afloop van de abonnementsperiode of per kwartaal na inlevering van de betaalbewijzen.

 

Artikel 5.8 Ontzegging van toegang tot het aangepast vervoer

(Grondslag 5.23 Verordening SD Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven)

  • 1.

    Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of definitief de toegang tot dit vervoer ontzeggen,

  • a.

    indien bij herhaling is gebleken dat de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in de taxibus verstoort of de veiligheid van de taxibus en inzittenden in gevaar brengt.

  • b.

    bij herhaling sprake is van verwijtbare loosmeldingen door de vervoerder over de leerling.

  • 2.

    Het college onderneemt hiervoor de volgende stappen:

  • c.

    Na melding van de klacht door vervoerder of andere ouders/leerlingen wordt een onderzoek gestart en met alle betrokkenen gesproken.

  • d.

    Blijkt er sprake te zijn van verwijtbaar gedrag van de leerling dan stuurt het college een waarschuwingsbrief aan de ouders.

  • e.

    Bij een volgende gegronde klacht kan een schorsing per direct volgen, voor een periode van één volle schoolweek. Er volgt een 2e waarschuwingsbrief aan ouders.

  • f.

    Bij een volgende gegronde klacht kan een schorsing per direct volgen, voor een periode van 4 weken. Er volgt een 3e waarschuwingsbrief aan ouders.

  • g.

    Bij een volgende gegronde klacht volgt met een 4e brief aan ouders een definitieve schorsing uit het aangepast vervoer. Naar het oordeel van het college kan deze schorsing ook gelden voor meerdere schooljaren.

  • h.

    De ouders worden hiervan gemotiveerd schriftelijk in kennis gesteld en kunnen tegen dit besluit bezwaar maken.

  • 3.

    Het college kan gemotiveerd afwijken van het stappenplan uit het tweede lid.

  • 4.

    Het college gaat na de ontzegging van de toegang tot het vervoer in gesprek met ouders om tot een passende vervoersoplossing te komen voor de leerling.

 

Artikel 5.9 Terugvordering van ten onrechte genoten bekostiging

(grondslag 5.23 Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven)

  • 1.

    Ten onrechte ontvangen tegemoetkomingen voor leerlingenvervoer worden door het college teruggevorderd.

  • 2.

    Indien hiertoe een dringende reden aanwezig is wordt geheel of gedeeltelijk afgezien van terugvordering.

  • 3.

    Van terugvordering wordt afgezien indien het totaal aan terug te vorderen bedragen lager is dan

€ 150,-per schooljaar.

 

Artikel 5.10 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1.

    Hoofdstuk 5. Leerlingenvervoer (Gemeenteblad 2021, 484294) zoals van kracht voorafgaand aan deze wijziging vervalt zodra ze is uitgewerkt.

  • 2.

    Deze wijziging treedt in werking op de dag volgend op haar bekendmaking. Ze is voor nieuwe aanvragen het eerst van toepassing op het Leerlingenvervoer in schooljaar 2025-2026.

  • 3.

    Voor reeds verleende meerjarige vervoersvoorzieningen die doorlopen tot ten minste schooljaar 2026-2027 is ze voor het eerst van toepassing op het Leerlingenvervoer in schooljaar 2026-2027, met uitzondering van artikel 5.5, die al van toepassing is van het schooljaar 2025-2026, aangezien deze bepaling gunstiger is voor ouders van de leerling of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling.

  • 4.

    In gevallen waarin deze overgangsbepaling niet voorziet beslist het college.

 

Artikel II

Het bepaalde in artikel I treedt in werking op de dag volgend op haar bekendmaking.

 

Eindhoven, 11 februari 2025.

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

, secretaris

Mij bekend,

De gemeentesecretaris van Eindhoven

Naar boven