Gemeenteblad van Maastricht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maastricht | Gemeenteblad 2025, 18279 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maastricht | Gemeenteblad 2025, 18279 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels terrassen gemeente Maastricht
Het college van burgmeester en wethouders van de gemeente Maastricht;
Gelet op artikel 6, vierde en vijfde lid van de Terrasverordening gemeente Maastricht;
Zij op grond van artikel 6, vijfde lid van de Terrasverordening gemeente Maastricht bevoegd zijn nadere regels vast te stellen met betrekking tot de voorschriften verbonden aan onder meer exploitatie van terrassen, het meubilair, terras gerelateerde voorzieningen (zoals parasols, luifels, terrasschotten) en openingstijden;
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze nadere regels staan verschillende begripsomschrijvingen. Hieronder worden deze uitgelegd:
Beschermd stadsgezicht: door de Rijksdienst van Cultureel Erfgoed aangewezen groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich één of meer monumenten bevinden.
HOOFDSTUK 2 NADERE UITWERKING TOETSINGSCRITERIA
In artikel 5 van de Terrasverordening zijn weigeringsgronden opgenomen. Op grond van artikel 6, vierde lid van de Terrasverordening kan het college hierover nadere regels vaststellen. In dit hoofdstuk worden de gronden zoals genoemd in artikel 5, van de Terrasverordening, welke bepalend zijn voor de vraag of een terrasvergunning verleend kan worden, nader uitgewerkt. Een weergave van artikel 5 van de Terrasverordening met de bijbehorende toelichting is opgenomen in bijlage 1.
Artikel 2:3:1 Overleg met de directe omgeving (artikel 9, vierde lid, onder e Terrasverordening)
Artikel 2:3:2 Bestaande, uit te breiden of nieuwe terrassen
Bij de beoordeling of een terras op ontoelaatbare wijze het woon- of leefsituatie beïnvloedt, wordt een onderscheid gemaakt in situaties waar al jaren een terras staat en waarvoor verlenging wordt aangevraagd (bestaand terras), waarvoor een uitbreiding wordt gevraagd (uitbreiding terrassen) en situaties die geheel nieuw zijn waarvoor een geheel nieuw plan wordt ingediend (nieuwe situaties).
Artikel 2:5 Ruimtelijke inpasbaarheid en stedenbouwkundig beeld (artikel 5, zesde lid, Terrasverordening)
Artikel 2:7 Ongehinderde doorgang hulpdiensten (artikel 5, tiende lid Terrasverordening)
Om een ongehinderde doorgang voor de hulpdiensten (ambulances, brandweer en politie) te kunnen garanderen is een minimale breedte van de doorgang 3,50 meter op een recht stuk weg en 4,50 meter bij een korte doorsteek of een flauwe bocht en een vrije hoogte van minimaal 4,50 meter vereist zoals opgenomen in het Besluit bouwwerken leefomgeving.
Artikel 2:8 Ongehinderde doorgang andere weggebruikers (artikel 5, elfde lid Terrasverordening)
In de straten die toegang geven tot het centrum is het drukker wat betreft rijdend verkeer en voetgangersverkeer. Daarom kan in deze straten een bredere ruimte worden geëist dan weergegeven in het eerste lid, onderdeel b en c. Ook in andere gevallen kan, indien de locatie dat vraagt, een bredere ruimte worden geëist.
HOOFDSTUK 3 NADERE UITWERKING WIJZE VAN EXPLOITATIE
In artikel 6, vijfde lid Terrasverordening is geregeld dat het college nadere regels kan vaststellen met betrekking tot de voorschriften verbonden aan onder meer exploitatie van terrassen, het meubilair, terras gerelateerde voorzieningen, parasols, luifels, terrasschotten en openingstijden. In dit hoofdstuk wordt dat nader uitgewerkt.
Maastricht kent verschillende soorten terrassen. Het betreft gevelterrassen, straatterrassen en pleinterrassen. Voor de begripsomschrijving van deze verschillende terrassen wordt verwezen naar artikel 1:1 van deze nadere regels. In bijlage 2 wordt van ieder soort terras een voorbeeld getoond middels een foto en is een kaart toegevoegd van de aangewezen ensembleterrassen. De voorschriften betreffende de verschillende soorten terrassen wordt ook in dit hoofdstuk nader uitgewerkt.
Op grond van de beoordeling van de woon- en leefsituatie wordt bepaald wat de openingstijden en sluitingstijden van het terras zijn. De openingstijden en sluitingstijden van het terras worden opgenomen in de terrasvergunning. Het venster waarin een terras wordt opgesteld is tussen 10:00 uur en 02:00 uur. Van dit venster kan worden afgeweken:
Bij het bepalen welk terrasmeubilair wordt toegestaan, wordt een onderscheid gemaakt tussen ensembles en solitaire terrassen. Voor solitaire terrassen geldt een grotere vrijheid dan bij ensembles vanwege de visuele samenhang.
Terrasbanken zijn toegestaan, mits ze tegen de gevel aanstaan, voldoen aan het Stoelenboek en rekening wordt gehouden met het gevelbeeld en gevelopeningen van monumenten.
Artikel 3:5 Beschutting verankerd aan de gevel
Zonneschermen en luifels verankerd aan de gevel van een horeca-inrichting maken geen deel uit van de terrasvergunning. Voor dergelijke voorzieningen is een omgevingsvergunning nodig.
Artikel 3:5:1 Niet verankerde parasols
Om de veiligheid te waarborgen bij parasols die niet zijn verankerd zijn, zijn parasols in ieder geval mogelijk onder de volgende voorwaarden:
Als het terras langdurig niet in gebruik is (bij een straat- en pleinterras in ieder geval in de winterperiode de eerste dag na de Kerstvakantie, zoals landelijk voor regio Zuid wordt vastgesteld, tot 15 februari) dient het parasolputje op maaiveldniveau naar behoren te worden afgedekt zodat het geen obstakel vormt voor voetgangers en er geen struikelgevaar ontstaat;
Binnen het centrum is het aanbrengen van (zij)flappen aan zonneschermen, luifels en markiezen niet toegestaan om het beschermd stadsgezicht en monumenten te waarborgen.
In de periode van 23:00 uur tot de sluitingstijd zoals opgenomen in de terrasvergunning is de horecaondernemer verplicht een gecertificeerd toezichthouder op het terras toezicht te laten houden op het gedrag van de gasten, het gebruik van glas op het terras, het gebruik van de toegangsdeur(en) en andere, voor een ordelijk verloop van het terrasgebruik benodigde aandachtspunten, daaronder begrepen het genoemde in het zesde, achtste en negende lid.
HOOFDSTUK 4 OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 4:1 Bijzondere afwijkingsbepaling
De burgemeester kan van deze nadere regels afwijken in bijzondere en onvoorziene gevallen.
Aldus besloten door het college van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d. 7 januari 2025
De Secretaris,
G.J.C. Kusters
De Burgemeester,
W.A.G. Hillenaar
BIJLAGE 1: ARTIKEL 5 TERRASVERORDENING MET BIJBEHORENDE TOELICHTING
Artikel 5 Weigeren van de vergunning
De burgemeester kan een vergunning als bedoeld in artikel 2 weigeren:
Toelichting artikel 5 Terrasverordening
Lid 1. Indien het omgevingsplan (en of een ander ruimtelijk besluit) een terras niet mogelijk maakt kan geen terrasvergunning worden verleend. Dit geeft de zekerheid aan de horecaondernemer dat hij met een terrasvergunning in de hand daadwerkelijk terrasexploitatie kan voeren. Tevens geeft dit de zekerheid dat een terras enkel wordt geëxploiteerd indien dat planologisch is toegestaan.
Lid 2. Een terrasvergunning wordt alleen verleend aan een horecaondernemer die in bezit is van een zogenaamde droge of een natte horecavergunning. Er wordt geen terras vergund bij zaken waar horeca een ondersteunende factor is, zoals bij winkel ondersteunende horeca. In die zin wordt de mogelijkheid van een terras gekoppeld aan inrichtingen die in hoofdzaak een horecafunctie hebben.
Lid 3. Deze grond biedt mogelijkheid om bijvoorbeeld in een woonwijk een terrasvergunning niet te verlenen als het terras volgens de aanvraag tot 02:00 uur openblijft.
Lid 4. Deze weigeringsgrond is overgenomen uit de weigeringsgrond uit de Algemene Plaatselijke Verordening van Maastricht die voorheen gold voor de terrasvergunning. Het gaat onder meer om het waarborgen van de openbare orde en veiligheid.
Lid 5. Om de welstandseisen in Maastricht te borgen staan in de door de gemeenteraad vastgestelde Welstandsnota eisen ten aanzien van het uiterlijk van terrassen. Die eisen worden gekoppeld aan de terrassen door het opnemen van een weigeringsgrond in de Terrasverordening.
Lid 6. Monumenten verdienen bescherming en dat is ook vertaald in de Terrasverordening. Op basis van deze weigeringsgrond is het mogelijk om een aanvraag te weigeren als een terras voor een monument wordt geplaatst of op andere wijze niet past in een historische stad als Maastricht.
Lid 7. De gemeente is verantwoordelijk voor de openbare ruimte. Om te waarborgen dat de openbare ruimte op de gewenste wijze wordt gebruikt, wordt in de verordening een bepaling opgenomen die dit moet waarborgen. Dubbel- en of strijdig gebruik moet worden voorkomen.
Als op de plaats waar de horecaondernemer terras wil voeren de openbare ruimte anderszins in gebruik is, heeft de burgemeester een mogelijkheid om de vergunningaanvraag te weigeren. Dit is bijvoorbeeld het geval als op de plek waar de ondernemer/ vergunning aanvrager een terras wil, fietsenstallingen staan, een parkeerplaats is of een bushokje staat. Een terras maakt gebruik van de openbare ruimte zoals die is.
Lid 8. Uitgangspunt is dat de ruimte wordt verdeeld. Er ontstaan situaties waarin voor een bepaalde ruimte meerdere gegadigden zijn. Om te voorkomen dat een vergunning voor een locatie aan meerdere gegadigden moet worden verleend is een cumulatiebepaling opgenomen.
Een aanvraag kan worden geweigerd als er meerdere horecalokaliteiten aanspraak willen maken op de plek. Voor aangewezen pleinterrassen is een speciale regeling opgenomen voor conflicterende aanspraken. Voor de overige gevallen is deze weigeringsgrond opgenomen in het uitzonderlijke geval dat er sprake is van een conflicterende aanspraak.
Lid 9. Indien het terras anders wordt geëxploiteerd dan op de wijze als vastgelegd in de nadere regels die het college van burgemeester en wethouders kan vaststellen ten aanzien van terrasmeubilair, terras gerelateerde voorzieningen, parasols enzovoorts.
Lid 10. De doorgang van brandweer, politie en ambulance moet ten alle tijden worden gewaarborgd. In het kader van de veiligheid en bereikbaarheid is dat van groot belang. Om dat belang te kunnen waarborgen is een specifieke weigeringsgrond opgenomen. Een terras kan niet worden geplaatst op een plek waar dat die doorgang niet wordt gewaarborgd.
Lid 11. De ongehinderde doorgang van andere weggebruikers moet worden gewaarborgd. Dit is niet overal hetzelfde. In straat met voornamelijk winkels zoals de Grote Staat zijn terrassen ongewenst en is de doorgang niet gewaarborgd. Op toegangswegen naar de binnenstad kan een ongehinderde doorgang een breder gebruik van het trottoir vereisen dan in straten in het voetgangersgebied. In het kader van het belang van inclusie en de naleving van het VN-verdrag van de rechten van personen met een handicap moet de doorgang worden gewaarborgd voor bijvoorbeeld mensen in een rolstoel.
Lid 12. De gemeente eist dat er vanuit de horecalokaliteit direct zicht is op het terras omdat zij in het kader van de openbare orde en veiligheid vindt dat de ondernemer in moet kunnen grijpen op het terras als daar wat gebeurt. Uiteraard is het voor de ondernemer ook van belang dat er direct zicht is; om gasten en bezoekers van het terras snel te bedienen. Direct zicht ontstaat niet door technische hulpmiddelen (camera’s) of door continu personeel op het terras aanwezig te laten zijn.
BIJLAGE 2: VOORBEELDEN TERRASSEN
De volgende terrassen zijn aangewezen als ensembleterrassen: Vrijthof Noord, Vrijthof West, Vrijthof Oost, de Platielstraat, het Sint Amorsplein, het Onze Lieve Vrouweplein, de Maaspromenade/ Kesselskade, Markt Noord en Markt Zuid, het Bassin, Koestraat en Cörversplein.
BIJLAGE 3: KLEURPALET PARASOLS ENSEMBLETERRASSEN
Eén kleurpalet zijn de kleurcombinaties ton-sur-ton. Dus kleurencombinaties uit één partje van onderstaande cirkel (totaal zijn er 12 partjes).
BIJLAGE 6: TOELICHTING NADERE REGELS TERRASSEN GEMEENTE MAASTRICHT
Onderdeel van deze prachtige stad waarin we wonen, werken en verblijven zijn de terrassen in Maastricht. Maastricht is dé stad voor de levensgenieter en dat komt ook door onze gezellige terrassen. Maastricht beleef je buiten. Onze prachtige, historische stad vormt het unieke decor om te genieten van de stad, het eten, het drinken, de bewoners, de bezoekers en elkaar.
Een terras wordt geëxploiteerd in de openbare ruimte. Een ruimte die zeker in een compacte stad als Maastricht beperkt is. In die openbare ruimte komen vele functies samen: er wordt geleefd, gewerkt, gewoond, bezocht, beleefd, gewinkeld, genoten, gewandeld, geparkeerd en gereden met fiets of auto. De verschillende aanspraken op die openbare ruimte moeten in een goede balans met elkaar komen zodat de een de ander niet overheerst. Onze prachtige historische binnenstad en het beschermde stadsgezicht is een trekker voor bezoekers. Bezoekers die vervolgens ook de horeca en de terrassen bezoeken. Het behoud van het beschermde stadsgezicht is dus ook in het belang van de horeca. Dat zorgt ervoor dat er extra aandacht is voor de inpassing en uitvoering van de terrassen en het betekent ook dat niet iedere plek voor terrasvoering geschikt of wenselijk is.
Om een goede balans te kunnen creëren tussen recreëren, werken en wonen zullen er regels voor terrassen moeten gelden. Deze regels zijn gericht op een integrale afweging van de bij terrasvoering betrokken belangen. Waarborging van de leefbaarheid (in het algemeen maar ook voor bewoners), de openbare ruimte, openbare orde en veiligheid zijn daarbij belangrijke voorwaarden. De Terrasverordening en deze nadere regels vormen samen deze balans.
In hoofdstuk 1 zijn algemene begrippen opgenomen. In hoofdstuk 2 staat de nadere uitwerking van de toetsingsgronden van artikel 5 van de Terrasverordening. In dit hoofdstuk wordt in feite antwoord gegeven op de vraag: waar mag een terras komen in Maastricht? In hoofdstuk 3 staan regels over de wijze van exploitatie, over welk meubilair er mag staan, welke minimale eisen er zijn ten aanzien van de parasols en andere vormen van beschutting, wanneer mag en wanneer moet een terras worden uitgezet. Dit betreft een nadere uitwerking van artikel 6, vijfde lid van de Terrasverordening. In feite gaat het hierbij om de vraag: welke regels gelden er voor de inrichting en exploitatie van een terras? In hoofdstuk 4 zijn de overige bepalingen opgenomen.
Terrassen bewegen in verschijningsvormen en exploitatie mee met de tijd. Daar waar vanuit de horecasector vernieuwende ideeën ontstaan ten aanzien van de exploitatie van een terras, geven de uitvoeringsregels ruimte om hierover met gemeente en in voorkomende gevallen met betrokken bewoners van gedachten te wisselen. Er is geen limitatieve lijst opgenomen. Dit om te voorkomen dat deze lijst tot verstarring leidt en toekomstige behoeftes en kansen in een stad in ontwikkeling c.q. daarmee samenhangend horeca – en terrassenbeleid bemoeilijkt.
In deze nadere regels wordt ruimte geboden om maatwerk toe te passen. Dit kan bijvoorbeeld worden geboden buiten het centrum waar minder strenge regels nodig zijn dan in het centrum, maar ook in het geval dat bijzondere omstandigheden het rechtvaardigen om van de hoofdregel af te wijken. Op grond van deze nadere regels kan maatwerk op grond van (bijzondere) omstandigheden worden geboden op basis van artikel 2:6, tweede lid (ander gebruik openbare ruimte), artikel 2:7, tweede lid en artikel 2:8, eerste lid, onder a (ongehinderde doorgang), artikel 2:9, vierde lid (direct zicht op het terras), artikel 3:2, eerste lid (uitstallen terras), artikel 3:6, tweede lid (terras gerelateerde voorzieningen/accessoires) en artikel 3:10, tweede lid (bereiden spijzen en (alcoholische) dranken op terreinen). Naast de genoemde bepalingen kan in zeer uitzonderlijke gevallen een beroep worden gedaan op artikel 4:1, de algemene bijzondere afwijkingsbepaling.
Het bieden van maatwerk kan ook door het toepassen van gebiedsdifferentiatie. Op basis van de gebiedsdifferentiatie wordt een onderscheid gemaakt tussen de regels binnen het centrum en daarbuiten. Buiten het centrum zijn in bepaalde gevallen minder strenge regels nodig dan buiten het centrum. In deze regels is gebiedsdifferentiatie toegepast bij de welstandstoets (artikel 2:4), de toets aan de ruimtelijke inpasbaarheid en stedenbouwkundig beeld (artikel 2:5), ander gebruik openbare ruimte (artikel 2:6), uitstallen terras (artikel 3:2), toetsing aan het Stoelenboek (artikel 3:3:1 en 3:3:2), parasols (artikel 3:6:1) en zijflappen (artikel 3:6:2).
Als je in het bezit bent van een terrasvergunning is niet zomaar alles toegestaan. Voor sommige andere activiteiten zoals (handels) reclame of bouwen kan een omgevingsvergunning nodig zijn. Dit verschilt per activiteit en soms ook per locatie. Daarnaast kunnen er ook nog andere vergunningen nodig zijn.
Enkele voorbeelden van wanneer een omgevingsvergunning nodig is zijn:
Een terrasvergunning wordt alleen verleend aan een horecaondernemer die in het bezit is van een vergunning zoals weergegeven in artikel 2:2 van deze nadere regels.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
Bij de begripsomschrijvingen is, waar nodig, aansluiting gezocht bij de begripsomschrijvingen zoals opgenomen in artikel 1 van de Terrasverordening. Vanwege de duidelijkheid en overzichtelijkheid zijn deze begrippen in de nadere regels herhaald en waar nodig wordt op bepaalde onderdelen nog een extra toelichting gegeven.
Er gelden op grond van de Terrasverordening speciale regels voor de verdeling van deze terrassen. De aanwijzing pleinterras is een noodzakelijk (voorbereidings-)besluit om uiteindelijk tot het verlenen van terrasvergunningen over te kunnen gaan.
Het kan zijn dat er een pad loopt tussen het gevelterras en het straatterras of dat er geen gevelterras is en er is een pad tussen gevel van het pand en het straatterras. Het straatterras wordt niet door een rijbaan van de horecalokaliteit gescheiden.
De WMC bestaat uit externe en onafhankelijke leden benoemd door de gemeenteraad.
HOOFDSTUK 2 NADERE UITWERKING TOETSINGSCRITERIA
Met de toetsingsgronden zoals opgenomen in artikel 5 van de Terrasverordening kan een objectieve, integrale afweging worden gemaakt of een terras op de aangevraagde plek wenselijk is en vergund kan worden. De toetsingsgronden zijn geformuleerd als facultatieve weigeringsgronden. Dat houdt in dat de burgemeester de aanvraag voor een terrasvergunning kan weigeren op basis van één of meerdere van deze gronden. Het gaat om een discretionaire bevoegdheid van de burgemeester en daarbij zal een afweging van alle belangen moeten plaatsvinden en is een onderbouwing van de weigering natuurlijk noodzakelijk.
De toetsingsgronden in de Terrasverordening zijn in algemene termen opgenomen. Het college van burgemeester en wethouders heeft op grond van artikel 6, vierde lid van de Terrasverordening de mogelijkheid om in nadere en concretere regels te verduidelijken onder welke omstandigheden een terrasvergunning kan worden geweigerd.
Op https://omgevingswet.overheid.nl/2 is te zien welke bestemming een bepaalde locatie heeft. Zo is voor zowel de horecaondernemer als omwonenden duidelijk of terrasvoering op een bepaalde locatie direct mogelijk is of alleen met een omgevingsvergunning voor afwijkend gebruik.
De droge horecavergunning is vereist voor een horecalokaliteit waar bedrijfsmatig eetwaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, zonder dat daar alcohol wordt geschonken. Voor horecazaken met nuttiging van alcohol ter plaatse is een vergunning op grond van de Alcoholwet nodig.
Hierdoor wordt de mogelijkheid van een terras gekoppeld aan inrichtingen die in hoofdzaak een horecafunctie hebben. Het uitbaten van een horecazaak betekent echter niet automatisch dat ook een terras geëxploiteerd kan worden. Dit is mede afhankelijk van andere factoren, waaronder de fysieke omgeving.
Artikel 2:3 Woon- en leefsituatie
Terrassen kunnen van invloed zijn op de woon- en leefsituatie van omwonenden.
Terrasbezoekers kunnen zorgen voor extra geluid en reuring in de buurt. Indien de verwachting is dat een (nieuwe) terrasfunctie tot overmatige hinder voor de omgeving kan/zal leiden dan kan het college aan initiatiefnemer vragen om een akoestisch onderzoek te doen om dit te objectiveren. De resultaten van dit onderzoek worden dan meegewogen in de eindbeoordeling. In die eindbeoordeling worden alle relevante belangen (waaronder geluid) afgewogen om zo te bepalen of we een afwijking van het omgevingsplan ten behoeve van een terrasfunctie honoreren. Uitkomst kan bijvoorbeeld zijn dat de omgevingsvergunning wordt verleend maar dat er wel bepaalde voorwaarden worden opgelegd (zoals specifieke gedragsregels of oppervlaktebeperkingen).
In de binnenstad zijn plekken die van oudsher georganiseerd zijn op meer levendigheid, zoals in de - in het omgevingsplan vastliggende - horecaconcentratiegebieden (zoals het Vrijthof, de Markt, de Kesselskade). In andere gebieden van de (binnen)stad kan vanwege de grotere concentratie van wooneenheden de nadruk liggen op leefbaarheid. Een terras zal eerder worden toegestaan in een gebied waar de levendigheid de boventoon voert dan in een gebied waar de leefbaarheid geborgd moet worden.
Artikel 2:3:1 Overleg met de directe omgeving
In Maastricht willen we het overleg met de directe omgeving promoten en daarom dat bij de aanvraag voor een terrasvergunning verplicht gesteld. Door het verplicht stellen van overleg met de directe omgeving wordt gestimuleerd dat er contact is en dat men elkaar kent. Overleg kan zorgen voor een versterking van de relatie met de buurt, het zorgt voor een dialoog tussen horecaondernemer en buurtbewoners, zodat problemen rechtstreeks met elkaar worden besproken in plaats van dat, dat via de gemeente gaat. Dit alles komt de woon- en leefsituatie ten goede.
Het is primair de verantwoordelijkheid van de aanvrager/horecaondernemer om adequate participatie te organiseren. Dit wordt gestimuleerd door de gemeente en de gemeente hanteert hierbij de uitgangspunten zoals opgenomen in deze nadere regels. Het kan zijn dat er geen overeenstemming is. In dat geval beoordeelt de gemeente wat het meest redelijk is gezien de standpunten, de locatie en de aangedragen bezwaren en bij een bestaand terras het klachtenpatroon uit het verleden. De gemeente betrekt de informatie over het overleg met de directe omgeving bij de afweging voor vergunningverlening, maar een negatieve uitkomst hoeft niet te betekenen dat de aanvraag wordt geweigerd.
Het overleg met de directe omgeving wordt zowel toegepast bij de vergunningverlening van een bestaand terras, uit te breiden als een nieuw terras. Bij een bestaand terras wordt hier wel pragmatischer mee omgegaan, omdat er niets is veranderd t.o.v. de vorige vergunning.
Het betreft hier een minimaal uitgangspunt. Per locatie kan de invulling variëren. Het is en blijft essentieel de omgeving mee te nemen in de aanvraag voor de terrasvergunning.
Artikel 2:3:2 Bestaande, uit te breiden of nieuwe terrassen
Aandachtspunten die gebruikt worden om de inbreng van de omgeving te beoordelen zijn:
Bij de beoordeling van de ervaringsgegevens uit het verleden wordt bekeken of er een (objectiveerbaar) klachten- en/of overlastpatroon is waarmee bij de vergunningverlening rekening gehouden dient te worden. In de regel zal dit tot hernieuwde vergunningverlening leiden, in sommige gevallen (afhankelijk van de genoemde ervaringsgegevens) wellicht met extra waarborgen ter voorkoming van toekomstige overlast.
Als de directe omgeving positief is over de komst van een terras, wordt aangenomen dat de komst van het terras het woon- of leefsituatie niet op ontoelaatbare wijze wordt beïnvloed.
Als de omgeving negatief is over de komst van het terras dan wordt gekeken naar alle omstandigheden om op objectieve wijze te beoordelen of een toekomstig terras het woon- en leefklimaat op ontoelaatbare wijze beïnvloedt.
Artikel 2:4 Redelijke eisen welstand
Om de welstandseisen in Maastricht te borgen staan in de door de gemeenteraad vastgestelde Welstandsnota eisen ten aanzien van het uiterlijk van terrassen.3 Die eisen zijn gekoppeld aan de terrassen door het opnemen van een weigeringsgrond in de Terrasverordening.
De welstandstoets vindt niet plaats ingeval van bestaande situaties. Daarnaast vindt de welstandstoets alleen plaats ingeval van beschermd stadsgezicht, monumenten en cultuurhistorie attentiegebieden, zoals opgenomen in het omgevingsplan. Dit betekent dat in de wijken waar deze categorieën niet aan de orde zijn de welstandstoets niet plaatsvindt.
Artikel 2:5 ruimtelijke inpasbaarheid en stedenbouwkundig beeld
De welstandstoets vindt niet plaats ingeval van bestaande situaties. Daarnaast vindt de welstandstoets alleen plaats ingeval van beschermd stadsgezicht, monumenten en cultuurhistorie attentiegebieden, zoals opgenomen in het omgevingsplan. Dit betekent dat in de wijken waar deze categorieën niet aan de orde zijn de welstandstoets niet plaatsvindt.
Gemeentelijke- of rijksmonumenten hebben bescherming. De binnenstad van Maastricht valt binnen een beschermd stadsgezicht.
Artikel 2:6 Ander gebruik openbare ruimte
Onder deze noemer wordt getoetst of de openbare ruimte reeds op een andere wijze in gebruik is. Daar waar bijvoorbeeld fietsenstallingen zijn gerealiseerd, is rechtstreeks en fysiek sprake van ander gebruik. Het uitgangspunt is dat een fietsenrek, maar ook andere vormen van straatmeubilair zoals zitbankjes, bushokjes en dergelijke, niet wijkt voor een terraswens.
De bevoegdheid van de burgemeester om een terrasvergunning te verlenen op plekken waar zich andere voorzieningen bevinden, vraagt om een zorgvuldige belangenafweging. Bij die afweging betrekt de burgemeester uiteraard bestaande regels en uitgangspunten. Aan het fietsparkeerbeleid wordt hoge prioriteit toegekend. In de beperkt beschikbare openbare ruimte die voor meerdere doeleinden gebruikt wordt (groen, parkeren, terrassen, straatmeubilair) is het inpassen van fietsparkeervoorzieningen een behoorlijk lastige opgave. Omdat de belangen om voldoende fietsparkeervoorzieningen in de openbare ruimte te realiseren en reeds aanwezige fietsenstallingen tegen verdringing te beschermen groot zijn, zullen deze zwaar wegen bij het al dan niet meer verlenen van een terrasvergunning.
Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als is onderzocht of het andere gebruik kan wijken of kan samengaan met een terras. De extra kosten die hierbij komen kijken zijn voor rekening van de aanvrager/horecaondernemer. Ook kan waarschijnlijk makkelijker worden afgeweken buiten het centrum, omdat de ruimte daar niet zo beperkt is.
Artikel 2:7 Ongehinderde doorgang hulpdiensten
In het kader van de veiligheid en bereikbaarheid is het van groot belang dat de doorgang voor brandweer, politie en ambulance te allen tijde wordt gewaarborgd. Alle voertuigen van brandweer, politie en Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio moeten ongehinderd en obstakelvrij locaties kunnen bereiken (niet alleen in de breedte, ook de hoogte). Een terras kan niet worden geplaatst op een plek waar die doorgang niet wordt gewaarborgd.
Het betreft hier de maatvoering zoals deze in het Besluit bouwwerken leefomgeving is opgenomen. Mocht in de toekomst dit Besluit wijzigen dan worden in ieder geval de maten bedoeld zoals deze dan van toepassing zijn.
Artikel 2:8 Ongehinderde doorgang overige weggebruikers
In het kader van de naleving van het VN-verdrag van de rechten van personen met een handicap moet de doorgang worden gewaarborgd voor bijvoorbeeld mensen in een rolstoel. Om de ongehinderde doorgang te verzekeren kan een terrasoppervlak worden beperkt.
De winkelstraten worden gebruikt door winkelend publiek. Voetgangersstromen kunnen gehinderd worden als in deze straten terrassen zouden uitstaan met als gevolg dat doorgangen worden geblokkeerd. Om het doelmatig en veilig gebruik van de openbare weg te waarborgen in de winkelstraten, zoals de Grote Staat, Muntstraat, Spilstraat, Stokstraat, Kleine Staat en de Wolfstraat zijn terrassen daarom daar niet gewenst. Ingeval van bijzondere omstandigheden kan hiervan worden afgeweken.
Bij andere gevallen kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de situatie dat bij de entree en of uitgang van wegen en in scherpe bochten de berekening van de terrasruimte, een verplichte vrije ruimte worden vastgesteld.
HOOFDSTUK 3 NADERE UITWERKING WIJZE VAN EXPLOITATIE
Als een aanvraag strijdig is met de vastgestelde “exploitatieregels” dan kan op basis hiervan de vergunning worden geweigerd. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als een aanvraag wordt ingediend voor een terras met pimpelpaarse stoelen en felgroene parasols. Hetzelfde geldt als een aanvraag voor een terrasvergunning wordt ingediend voor een terras dat geopend zal zijn na 2:00 uur ’s nachts. De zogenaamde exploitatieregels worden nader uitgewerkt in hoofdstuk 3 van deze nadere regels.
In afstemming met handhaving is een termijn van 4 weken opgenomen om het handhaafbaar te houden, maar ook om het werkbaar te houden voor de horecaondernemer (die soms ook op vakantie wil gaan en dan misschien niet altijd personeel heeft om de zaak open te houden).
Bij pleinterrassen en ensembleterrassen zorgt de gezamenlijkheid en de aangesloten terrassen voor een aantrekkelijk beeld om het terras te bezoeken. Dit geldt dus ook op sluitingsdagen. De aantrekkelijkheid van aaneengesloten terrassen wordt bevorderd als alle terrassen uitstaan. Ook het zicht op aaneengesloten terrassen is mooier als alle terrassen uitstaan en draagt bij aan terrassenstad Maastricht.
Terrasmeubilair, wat wordt geplaats op een terras binnen de singels en omgeving station, uit het Stoelenboek is in ieder geval toegestaan en voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. Terrasmeubilair dat niet in het Stoelenboek staat, wordt niettemin op zijn merites getoetst, waarbij in elk geval advies wordt gevraagd aan de WMC.
Het Stoelenboek is van toepassing op de singels en omgeving station. In het Stoelenboek wordt dit gebied nader gespecificeerd als historische binnenstad (zoals de Thermen, “oud Maastricht”), de fin de siècle (zoals Stationsstraat) en modern (zoals Céramique). Buiten de singels en omgeving station wordt dus niet getoetst aan het Stoelenboek.
De burgemeester maakt deze afweging bij de beoordeling van de aanvraag terrasvergunning.
Artikel 3:3:2 Ensemble/pleinterras
Het Stoelenboek is van toepassing op de singels en omgeving station. In het Stoelenboek wordt dit gebied nader gespecificeerd als historische binnenstad (zoals de Thermen, “oud Maastricht”), de fin de siècle (zoals Stationsstraat) en modern (zoals Céramique). Buiten de singels en omgeving station wordt dus niet getoetst aan het Stoelenboek.
De burgemeester maakt deze afweging bij de beoordeling van de aanvraag terrasvergunning.
Artikel 3:3:3 Verhoogd en verlaagd zitmeubilair
Verhoogd en verlaagd terrasmeubilair is gedurende deze periode toegestaan om de (kerst)wintersfeer in de stad te bevorderen.
Er is een afweging gemaakt tussen het beschermen van de historische binnenstad van Maastricht met haar zichtlijnen die belangrijk zijn en de historische binnenstad waar terrassen belangrijk zijn. De functie van het terras komt beter tot haar recht als je daar “windvrij” en enigszins beschermt tegen de regen kunt zitten. Dit onderschrijft de behoefte aan hogere terrasschotten bij gevelterrassen. Daarom is een maximale hoogte van 2 meter toegestaan– waarbij projectmatig wordt gecontroleerd op deze maximale hoogte - waarbij geldt dat het schot vanaf 1 meter transparant moet zijn. Zo blijven de gevels en zichtlijnen gewaarborgd. Met deze norm wordt aangesloten bij de praktijk.
Bij de beoordeling van de omgevingsvergunning wordt o.a. bekeken of de schotten beschikken over een hoogwaardige kwaliteit en of ze inpasbaar zijn in de specifieke omgeving van het terras. De WMC adviseert over de hoogwaardige kwaliteit. Welke voorwaarden aan de omgevingsvergunning worden gesteld wordt bekeken tijdens de beoordeling van de aanvraag.
Artikel 3:5:1 Verankerde parasols
Zolang rekening wordt gehouden met de veiligheid, zoals o.a. de ongehinderde doorgang, zijn parasols die niet worden verankerd toegestaan zoals omschreven in dit lid.
Gebleken is dat parasols in uitgeklapte toestand met een grotere maatvoering van 4 x 4 meter of een grotere totale oppervlakte van 16m2 niet meer veilig zijn. Een aanvraag voor een parasol die niet wordt verankerd volstaat dan niet meer en is dan ook niet toegestaan. In dat geval zal de parasol moeten worden verankerd en hiervoor is een omgevingsvergunning noodzakelijk.
In verband met het uiterlijk aanzien zijn de regels rondom parasols in het centrum strikter. Ronde of vierkante parasols zijn het uitgangspunt. Hiervan kan worden afgeweken met een goed plan, zodat innovaties ten aanzien van parasols kunnen worden toegestaan.
Artikel 3:6 Terras gerelateerde voorzieningen/accessoires
Van bijzondere omstandigheden kan bijvoorbeeld sprake zijn ingeval van een evenement.
Onder afbakening wordt verstaan een kleine en beheersbare afbakening zoals een lint of (theater)koord. Fysieke grotere afscheidingen (zoals een bloembak of uitgiftemeubel) behoren niet tot de afbakening zoals bedoeld in dit artikellid.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-18279.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.