Gemeenteblad van Midden-Drenthe
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Midden-Drenthe | Gemeenteblad 2025, 175895 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Midden-Drenthe | Gemeenteblad 2025, 175895 | beleidsregel |
Beleidsregel hondenbijtincidenten Midden-Drenthe 2025
De burgemeester van de gemeente Midden-Drenthe,
B eleidsregel hondenbijtincidenten Midden-Drenthe 2025
In de algemene plaatselijke verordening van de gemeente Midden-Drenthe (hierna: APV) is in artikel 2:59 een bepaling opgenomen aangaande gevaarlijke honden. Op grond van dit artikel kan de burgemeester een aanlijngebod of aanlijn,- en muilkorfgebod opleggen aan een eigenaar van een hond die hij gevaarlijk of hinderlijk acht. In de gemeente Midden-Drenthe vinden er jaarlijks meerdere bijtincidenten met honden plaats. Daarnaast krijgt de gemeente meerdere keren per jaar meldingen van bijna-bijtincidenten en gevaarlijke of hinderlijke honden. Deze incidenten tasten de leefbaarheid en veiligheid binnen een straat en/of buurt aan en kunnen zorgen voor maatschappelijke onrust en verstoring van de openbare orde.
Doel van deze beleidsregel en toepassing bestuursrecht
Deze beleidsregel is bedoeld om de wijze van afhandeling van meldingen van bijtincidenten en meldingen van burgers over mogelijk gevaarlijke honden vast te leggen. Het gaat hierbij om de bestuursrechtelijke aanpak van gevaarlijke honden. Voorbeelden van bestuursrechtelijke instrumenten zijn de muilkorfplicht en het aanlijngebod. De burgemeester is bevoegd om deze instrumenten toe te passen als hij een hond gevaarlijk of hinderlijk acht. De muilkorfplicht- of aanlijnplicht kunnen worden gehandhaafd door een bevoegde toezichthouder van de gemeente of de politie.
Dit beleid beperkt zich tot hondenbijtincidenten. Dit betekent echter niet dat er geen maatregelen kunnen worden opgelegd aan eigenaren van hinderlijke honden. Omdat ieder bijtincident anders verloopt, is de afhandeling maatwerk. In alle gevallen zal worden gekeken naar de specifieke situatie en omstandigheden van het bijtincident. Er kan afhankelijk van de situatie te allen tijde worden afgeweken van de stappen zoals omschreven in deze beleidsregel.
De eigenaar/houder van de hond wordt verplicht om de hond te muilkorven met een muilkorf die is vervaardigd van kunststof, leer of van beide stoffen of van metaal. De muilkorf is door middel van een riem rond de hals aangebracht op zo’n manier dat verwijdering zonder tussenkomst van een persoon niet mogelijk is. De muilkorf is zodanig ingericht dat de hond geen mens of dier kan bijten. De afgesloten ruimte binnen de korf geeft de hond de mogelijkheid tot een geringe opening van zijn bek en er zijn geen scherpe delen binnen de korf aanwezig.
Artikel 1 Weging ernst bijtincidenten
Bij de weging van de ernst van bijtincidenten wordt onderscheid gemaakt tussen lichte, ernstige en zeer ernstige bijtincidenten. Daarnaast kan er sprake zijn van overige incidenten, waarbij er niet gebeten is, maar er wel sprake is van hinderlijk of gevaarlijk gedrag van de hond. De aard van het eventuele letsel wordt vastgesteld door de feitelijke situatie en, indien van toepassing, op grond van een oordeel door een medisch deskundige, zoals een behandelend (dieren)arts.
Artikel 2 Optreden tegen honden betrokken bij een licht bijtincident en bij overige incidenten.
Aan de houder/eigenaar van een hond die betrokken is bij een tweede of daaropvolgend (licht) bijtincident wordt aanlijn,- en muilkorfgebod opgelegd. Indien de inschatting is dat het risico op recidive nihil is wanneer er een aanlijngebod wordt opgelegd, kan worden volstaan met enkel een aanlijngebod.
Artikel 3 Optreden tegen honden betrokken bij ernstige bijtincidenten
Als de houder/eigenaar van een hond die als gevaarlijke hond is aangewezen in strijd met artikel 2:59 APV de hond houdt en de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt, dan geeft de burgemeester toepassing aan het vorige lid en wordt bij het OM geïnformeerd of naast de bestuursrechtelijke maatregel een strafrechtelijke sanctie op zijn plaats is wegens overtreding van de APV.
Artikel 4 Optreden tegen honden betrokken bij zeer ernstige bijtincidenten
Bij bijt recidive of bij zeer ernstige bijtincidenten informeert de gemeente het Openbaar Ministerie, zodat zij kan overwegen of het instellen van strafvervolging tegen de houder van de hond, terzake van mishandeling, vernieling, geen voldoende zorg dragen voor onschadelijk houden van een gevaarlijk dier, of overtreding van de APV aan de orde is.
Artikel 5 Vervolgstappen na Inbeslagname
Indien een eigenaar vrijwillig afstand doet van de hond, wordt de hond eigendom van de gemeente. De hond wordt dan op kosten van de gemeente vervoerd, gehuisvest en aan een risico-assessmenttest onderworpen bij een organisatie die is aangesloten bij de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied. Afhankelijk van de uitkomst van de test zal de hond ofwel elders worden geplaatst of eventueel worden geëuthanaseerd.
Indien een hond onvrijwillig in beslag is genomen wordt de hond, op kosten van de houder/eigenaar van de hond, vervoerd, gehuisvest, medisch gecontroleerd en aan een risico-assessmenttest onderworpen bij een gedragsdeskundige die is aangesloten bij een organisatie die is aangesloten bij de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied.
Indien uit de test blijkt dat het gedrag van de hond wel te corrigeren valt wordt beoordeeld of de hond bij de houder/eigenaar kan worden teruggeplaatst. Dit gebeurt niet als het risico op recidive bij terugplaatsing bij de houder hoog wordt ingeschat. In dat geval zal worden besloten tot herplaatsing bij een door de gemeente betrouwbaar geachte nieuwe houder. Een besluit tot terugplaatsing of herplaatsing wordt op schrift gesteld.
Indien gewenst, bijvoorbeeld bij een verschil van mening over het gevaar van de hond tussen de eigenaar/houder en de gemeente, kan een gedragstest door een daartoe benoemde gedragskeurmeester worden uitgevoerd. De gedragstest wordt afgenomen door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied benoemde gedragskeurmeester. De uitslag van de gedragstest kan meewegen bij het eventueel intrekken van een opgelegd aanlijn,- en muilkorfgebod.
Artikel 7 Overtreding aanlijn- en muilkorfgebod
Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-175895.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.