Besluit tot wijziging van de Beleidsregel parkeernormen auto 2021 gemeente Utrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

Gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3 vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht en op grond van de Omgevingswet;

Overwegende dat enkele onjuistheden en onduidelijkheden in de op 21 december 2021 vastgestelde versie van de Beleidsregel aanleiding zijn voor deze technische aanpassing van de geldende beleidsregel.

Besluiten de beleidsregel parkeernormen auto 2021 gemeente Utrecht als volgt te wijzigen:

Artikel I

De beleidsregel parkeernormen auto 2021 gemeente Utrecht wordt als volgt gewijzigd:

AA.

De aanhef wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de eerste zin vervalt de tekst ‘en artikel 3.1.2. lid 2 onder a van het Besluit ruimtelijke ordening.

  • 2.

    Onder de tekst van ‘Overwegende dat:’ wordt de tekst ‘artikel 2.4 van de Wet algemene bepalen omgevingsrecht’ vervangen door ‘de Omgevingswet’.

  • 3.

    Bij het tweede opsommingsteken wordt de volgende tekst toegevoegd ‘2021 de parkeervisie en’.

  • A.

    Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In het eerste lid wordt na “de bouwplannen” “, de verbouwing” toegevoegd

    • b.

      Na het eerste lid wordt een nieuw lid 2 ingevoegd: “Bouwblok: huizengroep of geschakelde appartementengebouwen die van de omgeving of van andere bouwblokken worden gescheiden door openbare ruimte groen of openbare wegen (waaronder fiets en voetpaden”

    • c.

      Lid 2: “Ruimtelijke ontwikkeling: alle ontwikkelingen waar een nieuw bestemmingsplan of aanpassing of afwijking van het bestemmingsplan nodig is, waarbij vierkante meters bebouwing of onbebouwde ruimte wordt toegevoegd, in gebruik wordt genomen of anders wordt gebruikt.”

  • wordt gewijzigd in lid 3: “Ruimtelijke ontwikkeling: alle ontwikkelingen waar een nieuw omgevingsplan, aanpassing of afwijking van het omgevingsplan voor nodig is, waarbij vierkante meters bebouwing of onbebouwde ruimte wordt toegevoegd, in gebruik wordt genomen of anders wordt gebruikt”

    • d.

      Lid wordt 4:Parkeernormentabel: tabel Parkeernormen auto in bijlage Parkeernormentabellen bij deze beleidsregel met daarin de parkeernormen auto per gebied/zon en per functie.

    • e.

      Lid 5 wordt ingevoegd: “P+R: Door gemeente gefaciliteerde autoparkeervoorziening voor parkeren aan de randen van de (bebouwde kom van de) stad of bij een stedelijk knooppunt, van waar overgestapt kan worden op een ander vervoermiddel”

    • f.

      Lid 4 wordt lid 6

    • g.

      Lid 5 wordt lid 7 "De parkeernormen: de normen in de tabel Parkeernormen Auto in de bijlage Parkeernormentabellen bij deze beleidsregel die de basis vormen voor de berekening van de capaciteitseis en parkeereis autoparkeren. De parkeernormen zijn uitgedrukt in vierkante meters bruto vloeroppervlakte (m2 bvo) tenzij anders aangegeven."

    • h.

      Lid 6 “ Zone A1, A2, etc. : de parkeerzones in de gemeente Utrecht waarvoor eigen parkeernormen of tarieven gelden zoals aangegeven in de parkeernormentabel”

  • wordt vervangen door lid 8: “Zone A1, A2, etc.: de parkeerzones zijn gebieden in de gemeente Utrecht conform bijlage Gebiedsindeling parkeernormen auto waarvoor parkeernormen gelden zoals opgenomen in de tabel Parkeernormen Auto in bijlage Parkeernormentabellen. Wanneer een college- of raadsbesluit leidt tot wijziging van een zone is de geactualiseerde gebiedsindeling vindbaar op https://parkeernormen.utrecht.nl/rekentool-parkeerbehoefte/rekentool-parkeerbehoefte-auto”

    • i.

      Lid 7 “Mobiliteitshub: locatie buiten de openbare ruimte waar minimaal drie soorten deelvervoer worden aangeboden door commerciële aanbieders”

  • wordt vervangen door lid 9: “Deelmobiliteitshub: een openbaar toegankelijk op- of overstappunt voor deelmobiliteit voorzien van éénzelfde stadsbreed gehanteerde aanduiding gelegen buiten de openbare ruimte of een door het College aan te wijzen gedeelte van de openbare ruimte, waarbij minimaal twee soorten deelvervoer en eventueel aanvullende diensten (zoals pakketkluis) worden geëxploiteerd door marktpartijen”

  • B.

    Artikel 2 wordt al volgt gewijzigd

  • De volgende tekst vervalt:

  • Vanwege de goede ruimtelijke ordening moet bij bouwontwikkelingen “voldoende parkeergelegenheid” worden geboden. In het gemeentelijke mobiliteitsbeleid wordt ingezet op het beperken van autoverkeer om de stad bereikbaar te houden terwijl de stad groeit, daarom wordt in (toekomstig) betaald parkeergebied de mogelijkheid om bij bouwontwikkelingen op eigen terrein parkeerplaatsen aan te leggen beperkt, en moeten daar mobiliteitsalternatieven worden geboden om de locatie bereikbaar te houden.

    • C.

      In artikel 3 wordt de tekst ‘artikel 2.1, eerste lid, onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’ vervangen door de tekst ‘artikel 5.1 jo 5.8 van de Omgevingswet’

  • D.

    Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    Onder lid 2 wordt ‘bouwontwikkeling’ vervangen door ‘(nieuwe) bouwontwikkeling’

  • b.

    Onder lid 2 wordt ‘De parkeernormen zijn afhankelijk van de locatie. De parkeernormen zijn zowel de maximumnorm als de minimumnorm.’ Vervangen door ‘De parkeernormen zijn afhankelijk van de locatie en zijn zowel de maximumnorm als de minimumnorm.

  • c.

    Onder lid 3 wordt ‘functie van het CROW’ vervangen door ‘functie van de gemeente of het CROW’

  • d.

    Een nieuw lid 4 wordt toegevoegd: “Bij ruimtelijke ontwikkelingen waarbij de bouwontwikkeling niet bepalend is voor de capaciteitseis, wordt de parkeereis bepaald op basis van de omvang van de te ontwikkelen niet-gebouwde gebruiksfunctie”

  • e.

    Een nieuw lid 5 wordt toegevoegd: “Indien door de gemeenteraad het besluit is genomen om in een bepaald gebied (blok) betaald parkeren in te voeren of het de zone-aanduidingregime A, B of C te wijzigen in of vóór een bepaald jaar, dan mag daarvanuit worden gegaan bij de onderbouwing van bouwplannen”

  •  

  • E.

    Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In lid 2 wordt de ‘capaciteitseis’ parkeren vervangen door de capaciteitseis parkeren

  • b.

    Het derde lid: “Bij sloop/nieuwbouw of gebruikswijziging is de parkeereis de capaciteitseis van de nieuwe bouwontwikkeling minus de capaciteitseis van de bestaande bouw, plus het aantal parkeerplaatsen dat wordt opgeheven in het kader van de bouwontwikkeling”

     

  • wordt vervangen door: “Bij sloop/nieuwbouw, verbouwing of gebruikswijziging is de parkeereis de capaciteitseis parkeren (de capaciteitseis van van de het gebouw na de nieuwe bouwontwikkeling) minus de capaciteitseis van de bestaande bouw, plus het aantal parkeerplaatsen dat wordt opgeheven in het kader van de bouwontwikkeling”

    c. In lid 5 wordt: “Bij de berekening als bedoeld onder c. wordt de capaciteitseis van de bestaande bouw zoveel mogelijk in mindering gebracht op het aantal bezoekersplekken en daarna pas van het resterende deel van de parkeereis nieuwbouw”

    vervangen door: “Bij de berekening als bedoeld in lid 3 wordt de capaciteitseis van de bestaande bouw zoveel mogelijk in mindering gebracht op het aantal bezoekersplekken en daarna pas op het resterende deel van de capaciteitseis parkeren”

    d. In lid 6 wordt: “Er geldt alleen een capaciteitseis bestaande bouw als bedoeld onder c. en d. wanneer bij de start van de ontwikkeling de laatste legale functie nog bestaat of niet langer dan 7 jaar geleden is beëindigd”

    vervangen door: “Er geldt alleen een capaciteitseis bestaande bouw als bedoeld in lid 3 en 4 wanneer bij de start van de ontwikkeling de laatste legale functie nog bestaat of niet langer dan zeven jaar geleden is beëindigd”

    e. In lid 7 wordt ‘onder d’ vervangen door ‘in lid 4’ en wordt per ‘100m2’ vervangen door ‘100m2 bvo’

     

  • f. In lid 8 wordt “bestemmingsplanwijziging” vervangen door “wijziging of afwijking van het omgevingsplan”

  • g. Lid 9: “In afwijking van d. geldt bij herontwikkeling binnen tien jaar na ingebruikname dat het aantal parkeerplaatsen dat wordt toegerekend aan de bestaande situatie niet hoger is dan bij de oorspronkelijke ontwikkeling”

  • wordt vervangen door: “In afwijking van lid 4 geldt bij herontwikkeling van (een deel van) de bouwontwikkeling dat binnen tien jaar na ingebruikname het aantal parkeerplaatsen dat wordt toegerekend aan de bestaande situatie niet hoger is dan bij de bouwontwikkeling waarbij eerder de parkeerbehoefte van de bestaande situatie is verrekend”

    h. In lid 11 vervalt “Bij de berekening van het aantal Kiss & Ride plekken passen we de rekenmethode van het CROW toe”

     

  • F.

    Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    lid 1 sub c wordt: “Aw3 Percentage van de parkeereis minus het bezoekersdeel van woningen en bedrijven dat niet hoeft te worden aangelegd omdat gebruik kan worden gemaakt van een bestaande of geplande gemeentelijke of door de gemeente erkende mobiliteitshub binnen loopafstand van de bouwontwikkeling (alleen binnen bereik/invloedsgebied mobiliteitshub) of mag worden omgezet in deelautoplekken met deelauto’s. Hierbij geldt dat 4 autoparkeerplaatsen worden vervangen door 1 autodeelplek. In A1 en A2: 100%, in B1: 25% tot 50%, in B2: 10% - maximaal 5, in C: 0%”

    Vervangen door: “Aw 3 Percentage van de parkeereis minus het bezoekersdeel van woningen, bedrijven en voorzieningen dat niet hoeft te worden aangelegd omdat gebruik kan worden gemaakt van een bestaande of geplande gemeentelijke of door de gemeente erkende deelmobiliteitshub binnen loopafstand van de of mag worden omgezet in deelautoplekken. Bij dit laatste geldt dat 4 autoparkeerplaatsen worden vervangen door 1 deelautoplek. In A1 en A2: 100%, in B1: 25% tot 50%, in B2: 10% - maximaal 5 deelautoplekken per bouwblok, in C:0%"

  • b.

    In lid 1 sub d wordt achter “Percentage” ingevoegd ”van de parkeereis”

  • c.

    In lid 1 sub e wordt achter “Percentage” ingevoegd ”van de parkeereis” en achter “bereik-invloedsgebied P+R” wordt ingevoegd “zoals aangegeven in bijlage Bereik-invloedsgebied P+R”

  • d.

    In lid 2 wordt “2 tot en met 8” vervangen door “sub a. tot en met h”

  • G.

    Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In lid 1 wordt achter “Tweede Daalsedijk” ingevoegd “Thomas a Kempisplantsoen”

    • b.

      In lid 2 sub b vervalt “Er vindt geen voorafgaande draagvlakmeting plaats”

    • c.

      In lid 2 sub d wordt “onder a.” vervangen door “in lid 1” en “worden ingevoerd” door “worden ingevoerd met ruime venstertijden”

    • d.

      In lid 2 sub e wordt achter fietsparkeerplekken “(Aw 2, artikel 7 lid 1 sub b.)” toegevoegd

    • e.

      In lid 2 sub f wordt “Daarbij kan worden afgeweken van de standaardloopafstand uit artikel 16” toegevoegd

     

  • e.

    Lid 2 sub i is ingevoegd: “Voor locaties t.b.v. tijdelijke huisvesting kan ervoor worden gekozen om bewoners of gebruikers maar beperkt te voorzien in de parkeerbehoefte op voorwaarde dat conform artikel 8 lid 2 sub d betaald parkeren in de omgeving is of wordt ingevoerd”

  • f.

    Lid 2 sub j is ingevoegd: “Op maatwerklocaties kan van de in deze beleidsregels vastgelegde percentages en afstanden worden afgeweken indien dit voldoende wordt onderbouwd met een op deze ontwikkeling toegesneden passend fiets- en mobiliteits-concept, indien dit wordt goedgekeurd door het college”

  • g.

    In lid 4 wordt “onder b”“ vervangen door “in lid 2”

  • H.

    Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In lid 3 wordt “onder b” vervangen door “in lid 2”

  • I.

    Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In lid 3 wordt “moet of mag” vervangen door “kan” en wordt “onder a.” vervangen door “in lid 1”

  • b.

    In lid 4 wordt achter artikel 7 ingevoegd “lid 1”

  • c.

    In lid 7 wordt toegevoegd: “Bij projecten met een parkeereis van minder dan 5 plekken mag gekozen worden voor een maatwerkoplossing, bijvoorbeeld in de bestaande openbare ruimte”

  • J.

    Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

  • a. in lid 1 wordt achter artikel 7 toegevoegd “lid 1 sub b” en wordt AW 2 tussen haakjes geplaatst

  • K.

    Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In lid 1 wordt “artikel 7 Aw3” vervangen door “artikel 7 lid 1 sub c. (Aw 3) en wordt “markering” vervangen door “aanduiding”

  • b.

    In lid 2 wordt “onder a.” vervangen door “in lid 1” en wordt toegevoegd: “(berekend conform artikel 16 lid 2)”

  • c.

    In lid 4 wordt na “Een deelmobiliteitsplek heeft” ingevoegd “minimaal”

  • L.

    Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In lid 1 wordt “artikel 7” vervangen artikel 7 lid 1 sub h (Aw 8)

  • b.

    In lid 2 wordt “onder a.” vervangen door “in lid 1”

  • c.

    Lid 3: “Het onder a en b gestelde geldt ook bij de toepassing van artikel 7a. Aw 4, 5 en 6 waarbij dubbelgebruik alleen wordt berekend over geclusterde parkeerplaatsen”

  • wordt vervangen door: “Het in lid 1 en 2 gestelde geldt ook bij de toepassing van artikel 7 lid 1 Aw 4, 5 en 6 waarbij dubbelgebruik alleen wordt berekend over geclusterde parkeerplaatsen en waar parkeren door gebruikers van verschillende aanwezige voorzieningen mogelijk is”

  • M.

    Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In lid 1 wordt “nodig zijn conform bijlage 2” vervangen door “nodig zijn conform bijlage Aanwezigheidspercentages dubbelgebruik auto- en fietsparkeren”

  • b.

    In lid 3 wordt “onder a en b” vervangen door “in lid 1 en 2” en wordt “als beschreven in artikel 7” vervangen door “als beschreven in artikel 7 lid 2” en verplaatst naar achter “een mobiliteitsplan”

  • c.

    In lid 4 wordt “onder c” vervangen door “in lid 3” en wordt toegevoegd “Hierbij worden de benodigde bewijsstukken gevoegd.”

  • d.

    Lid 5 vervalt

    “Aanvrager overlegt bij zijn aanvraag omgevingsvergunning bewijsstukken waaruit blijkt dat de in dit hoofdstuk beschreven maatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd. Onder andere wordt daarbij aangetoond dat hijzelf en zijn rechtsopvolger (toekomstige eigenaar) van de bouwontwikkeling verplicht zijn de beschreven maatregelen duurzaam en structureel uit te voeren en dat toekomstige bewoners en andere gebruikers van de bouwontwikkelingen hier duurzaam en structureel aanspraak op kunnen maken”

  • N.

    Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In lid 2 wordt “Aw3” vervangen door “artikel 7 lid 1 sub c. (Aw3)” en vervalt lid f. “verstrekken monitoringsinformatie (indien deelauto’s op de openbare weg worden geplaatst)”

    • b.

      In lid 3 wordt “onder a. en b.” vervangen door “in lid 1 en 2 en wordt “met een kettingbeding te worden opgelegd aan” vervangen door “ook te gelden voor”

    • c.

      In lid 4 wordt ”Indien gebruik gemaakt” vervangen door “Indien aangesloten”, “gemeentelijke” door “door gemeente erkende mobiliteitshub” en “onder b. en c.” vervangen door “in lid 2 en 3”

     

  • O.

    Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In lid 2 wordt “onder a.” gewijzigd in “in lid 1”

  • b.

    In lid 5 wordt “bijlage 2” vervangen door “Aanwezigheidspercentages dubbelgebruik auto- en fietsparkeerplaatsen” en wordt “onder a. t/m d.” gewijzigd in “in lid 1 t/m 4”

  • P.

    Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd

  • a.

    In lid 1 wordt “a” vervangen door “lid 1”

  • Q.

    Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    Voor de bestaande tekst van het artikel wordt de aanduiding “1.” geplaatst. Bestaande leden e. t/m g. worden omgenummerd naar 2,3 en 4.

  • b.

    In lid 3 (voorheen f) wordt “onder e.” vervangen door “op basis van lid 1”

  • R.

    Artikel 20 wijzigt de titel “Bereikbaarheidsfonds” in “Mobiliteitscompensatiefonds bouw- en gebiedsontwikkelingen”

    S. Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In lid 2 wordt “onder a.” vervangen door “in lid 1”

  • T.

    De toelichting Artikelsgewijs wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In de toelichting op artikel 4 (Hoofdregel capaciteitseis parkeren) wordt eenmaal het woord “om” verwijderd en wordt achter de zinsnede “elke ruimte in het gebouw is geweest” toegevoegd “Indien het besluit is genomen om op een bepaald moment in een bepaald gebied betaald parkeren in te (gaan) voeren of het regime te wijzigen van bijvoorbeeld B1 naar A2, dan mag daar vanaf dat moment vanuit worden gegaan bij de onderbouwing van bouwplannen. Met een besluit wordt bedoeld een beslissing van de gemeenteraad genomen in de raadsvergadering van de gemeenteraad of een collegebesluit indien de bevoegdheid op grond van het gemeentelijk beleid (invoering betaald parkeren) of regelgeving is neergelegd bij het college.”

  • b.

    De onderbouwing voor toepassing van een lagere parkeernorm vervalt

  • c.

    In de toelichting op Artikel 5 (Capaciteitseis parkeren en parkeereis) vervalt “De beoordeling van het rechtens verkregen niveau op basis van het bouwbesluit is leidend” en wordt toegevoegd: “Bij een verbouwing of uitbreiding van een gebouw waarbij het gebouw vergroot wordt (bijvoorbeeld optopping van een gebouw met twee lagen met woningen) moet worden voorzien in de extra parkeerbehoefte die dit oplevert”

  • Aan “Buiten betaald parkeergebied passen we voor berekening van het rechtens verkregen niveau een hogere parkeernorm toe (0,2 extra per woning, en 1,0 extra per 100 m2 bvo bij niet-woonfuncties). Bij functies met een andere normgrondslag passen we maatwerk toe” wordt toegevoegd: “Wanneer inmiddels is besloten dat de kwalificatie van het gebied wordt veranderd in B1 of A2, dan worden zowel de bestaande situatie als het nieuwbouwplan met die nieuwe norm berekend en dan zijn bovengenoemde opslagen niet van toepassing”

  • d.

    In de toelichting op artikel 7 (Mogelijkheden om af te wijken van de parkeereis) wordt in de passage over deelautos achter “ In zone B1 kan 25% tot 50%” ingevoegd “van het bewonersdeel” en wordt het uitgangspunt is een maximum van 20 procent” vervangen door “het uitgangspunt is 25 %”.

  • Ook is toegevoegd: “Gemeente Utrecht hanteert sinds 2013 de regel dat 1 deelautoplek in de plaats komt van 4 reguliere parkeerplaatsen. Inmiddels blijkt uit CROW-publicaties dat de gemeente Utrecht hiermee aan de onderkant van de bandbreedte zit. Volgens het CROW kan een deelauto 4 tot 8 privéauto’s vervangen. In de praktijk blijkt daarnaast dat vaak niet meteen alle deelauto’s benodigd zijn maar dat het gebruik door in de loop van de tijd toeneemt. Gemeente Utrecht staat daarom toe dat een ingroeimodel wordt gehanteerd waarbij gestart wordt met de helft van het aantal deelauto’s maar waarbij de andere helft van de parkeerplaatsen wel beschikbaar blijft (of snel beschikbaar kan zijn) voor de resterende deelauto’s”

  • e.

    In de toelichting op artikel 14 wordt achter “Het (uitvoeren van het) mobiliteitsbeheerplan kan (deels) als voorwaarde aan de omgevingsvergunning worden gekoppeld” toegevoegd “Omdat in de praktijk is gebleken dat het bij een bouwontwikkeling niet mogelijk is om voorafgaand aan de aanvraag omgevingsvergunning al een contract aan te gaan met een exploitant over de exploitatie van bijvoorbeeld deelbakfietsen vanaf ingebruikname van het gebouw na enkele jaren bouwtijd, is het mogelijk dit contract voorafgaand aan ingebruikname van het gebouw bij het bevoegd gezag aan te leveren. Hiertoe zal dan een voorwaarde cq voorschrift in de omgevingsvergunning worden opgenomen.”

  • f.

    Aan het eind van de passage over de overgangsbepaling wordt toegevoegd: “Er geldt geen separate overgangsregeling voor de wijziging van de beleidsregels autoparkeernormen in 2022 ten opzichte van de beleidsregel parkeernormen auto 2021 die op 21 december 2021 is vastgesteld omdat er uitsluitend correcties zijn doorgevoerd”

  • T.

    Aan de beleidsregels worden de volgende bijlagen toegevoegd:

  • bijlage Gebiedsindeling parkeernormen auto

  • bijlage Bereik-invloedsgebied P+R

Artikel II

Er geldt geen overgangsregeling voor dit wijzigingsbesluit.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking in het gemeenteblad;

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 15 april 2025.

De burgemeester

Sharon A.M. Dijksma

De secretaris,

Michiel J. Ruis

Naar boven