Gemeenteblad van Lingewaard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lingewaard | Gemeenteblad 2025, 17194 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lingewaard | Gemeenteblad 2025, 17194 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening Sociaal Domein gemeente Lingewaard 2025
De raad van de gemeente Lingewaard;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard d.d. 29 oktober 2024;
gehoord de behandeling tijdens de Politieke Avond d.d. --------;
gelet op het bepaalde in de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6 en 2.6.6 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1 van de Jeugdwet; de artikelen 6, tweede lid, 8, 8a, 8b, 10b, vijfde lid, 41, derde lid, en 47 van de Participatiewet; artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; en de artikelen 121, 122, 147 en 150 van de Gemeentewet;
vast te stellen de Verordening Sociaal Domein gemeente Lingewaard 2025.
In deze verordening vindt u, inwoner van de gemeente Lingewaard, de regels en afspraken die zijn gemaakt binnen het sociaal domein. U kunt lezen wat u van de gemeente Lingewaard kunt verwachten, maar u leest ook wat wij van u verwachten. In deze inleiding vindt u informatie over onze uitgangspunten en doelen.
In Lingewaard stellen wij uw vraag centraal. Samen met u zoeken wij naar oplossingen voor uw probleem. De oplossingen die wij samen met u bedenken moeten passen binnen de wet. Wij vinden het daarbij belangrijk om vooral te kijken naar de bedoeling van de wet en niet alleen naar de regels van de wet. Daardoor kunnen wij oplossingen bieden die bij uw specifieke situatie passen.
Wat is de bedoeling van de wet?
In Nederland vinden wij het belangrijk dat inwoners:
De inwoner is zelf verantwoordelijk om bovenstaande te bereiken, de gemeente ondersteunt als dat nodig is. De wetgever heeft wetten gemaakt om dit te bereiken.
Wat vinden wij verder nog belangrijk?
Wij hebben het beleidsplan ‘Iedereen hoort erbij!’ vastgesteld voor het sociaal domein. Daarin zijn drie belangrijke uitgangspunten opgenomen:
Lingewaard zet de inwoner centraal. Ieder mens is uniek. We verdiepen ons in wat voor de inwoner echt van belang is. Dat kan betekenen dat inwoners met dezelfde vraag, verschillende ondersteuning krijgen. De mogelijke oplossingen voor een probleem zijn afhankelijk van het effect dat we gezamenlijk willen bereiken en van de uitgangssituatie.
Gezondheid als basis voor en prettig leven
Bij vragen van inwoners kijken we vanuit het perspectief van de inwoner breed en integraal vanuit het gedachtengoed van positieve gezondheid. We kijken verder dan het oplossen van problemen. Een prettig leven vraagt ook dat je je nuttig en gewaardeerd voelt, dat je controle hebt over je leven en van de kwaliteiten van je sociale contacten.
We gaan er van uit dat tegenslagen onderdeel zijn van het leven. Wanneer mensen daar tegenaan lopen vraagt dat niet altijd om professionele ondersteuning. Door meer te focussen op wat goed gaat ontdekken inwoners hun mogelijkheden en bepalen wat voor hen normaal is.De regels in deze verordening helpen ons om volgens deze uitgangspunten te werken.
Hoe gaat deze verordening daarbij helpen?
Wat staat er in deze verordening?
Deze verordening geeft regels over de volgende onderwerpen:
De regels in deze verordening vullen de wettelijke regels aan. Het zijn regels op hoofdlijnen die de gemeenteraad heeft vastgesteld. Soms zijn er nog extra regels nodig waarin bepaalde zaken worden uitgewerkt. Ook dat is in deze verordening geregeld.
Bij welke wetten horen deze regels?
De regels in deze verordening zijn een aanvulling op de volgende wetten:
Deze verordening is gebaseerd op de wetten die hierboven zijn genoemd. Die wetten vormen de basis voor de artikelen in deze verordening. Maar niet voor alle artikelen geldt dat in iedere wet daarover iets is terug te vinden. Dat verschilt per artikel. Daarom is per artikel aangegeven op welke wetten dat artikel is gebaseerd.
Waar in deze verordening ‘Gemeentewet’ als grondslag wordt genoemd, wordt daarmee de algemene regelingsbevoegdheid van de gemeenteraad bedoeld (art. 121 Gemeentewet). Bij een aantal artikelen wordt ook de ‘Awb’ (Algemene wet bestuursrecht) genoemd. Die verwijzing staat er als er in de Awb specifieke bepalingen zijn die op dat artikel van toepassing zijn.
Wij willen dat deze verordening goed leesbaar is voor de Lingewaardse inwoners. Omdat we ook duidelijk willen zijn over wat we bedoelen moeten we soms woorden gebruiken die in de wet ook gebruikt worden. Het kan zijn dat u niet precies weet wat we met die woorden bedoelen. Daarom vindt u in hoofdstuk 11 een lijst met uitleg bij woorden en begrippen die wij in deze verordening gebruiken.
Wij kunnen u op verschillende manieren ondersteunen. Zo kan het zijn dat u een hulpmiddel, zoals een rolstoel nodig heeft, behoefte heeft aan hulp bij de opvoeding van uw kinderen of dat u geen inkomen meer heeft. U leest in dit hoofdstuk hoe u bij ons ondersteuning aanvraagt en hoe de gemeente besluit of u hier recht op heeft.
Ons uitgangspunt is dat u alle hulpvragen die u heeft in één keer kunt stellen. Wij proberen daarom zoveel mogelijk te werken volgens één procedure. Dit is de standaardprocedure. Alleen bij spoed wijken wij hiervan af.
Wanneer u zich meldt bij de gemeente met een hulpvraag helpt de gemeente u zo snel mogelijk. De wet geeft aan hoeveel tijd de gemeente maximaal heeft om u antwoord te geven. De wetten waarover deze verordening gaat hebben daar verschillende regels voor. Daarom geven wij in deze inleiding een overzicht van de verschillende stappen. Bij elke stap geven wij aan binnen welke termijn u uiterlijk een reactie van ons kunt verwachten.
Wij kunnen de beslistermijn opschuiven als u niet voldoende gegevens heeft verstrekt. Als wij een besluit niet binnen de vastgestelde termijn kunnen nemen, dan noemen wij een nieuwe termijn waarbinnen wij het besluit nemen.
[Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ, Wgs, Gemeentewet, Awb]
U bent als inwoner in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het oplossen van uw probleem en/of het pakken van kansen.
[Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ, Wgs]
Heeft u ondersteuning nodig? Dit kunt u bij ons aangeven. Het is ook mogelijk dat iemand anders dit namens u doet.
Een verzoek voor ondersteuning kan op de volgende manier worden ingediend:
Als a. of b. voor u niet mogelijk is:
1.2.2 Verzoek tot ondersteuning ingediend… en dan?
[Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ, Wgs]
Nadat wij uw verzoek hebben gekregen, sturen wij u een bevestiging. Zo weet u dat uw verzoek voor ondersteuning goed is ontvangen. Het kan zijn dat wij u een aantal aanvullende vragen willen stellen. Dan nemen wij contact met u op.
Wanneer uw verzoek duidelijk is, nodigen wij u uit voor een gesprek. Wij overleggen met u waar, wanneer en waarover het zal zijn. Bij dat gesprek kunt u iemand uit uw omgeving meenemen. U kunt ook gratis gebruik maken van een cliëntondersteuner.
U kunt als inwoner uw situatie zelf het best beoordelen en vaak weet u wat u kan helpen. Daarom is het ook mogelijk om zelf een plan op te stellen. In dit plan schrijft u over uw persoonlijke situatie en wat u wilt bereiken met uw verzoek.
[Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ, Wgs]
Zo snel mogelijk na uw verzoek heeft u een persoonlijk gesprek met een medewerker van de gemeente. Tijdens dit persoonlijke gesprek willen wij een goed beeld krijgen van wat uw persoonlijke situatie is en waar u behoefte aan heeft. Het gesprek kan plaatsvinden bij u thuis of op het gemeentehuis. Soms is het voldoende om een telefonisch gesprek met u te hebben.
Bij een persoonlijk gesprek vragen wij u om uw geldige legitimatiebewijs te laten zien (let op: geen rijbewijs). U mag het gesprek alleen voeren, maar het is ook mogelijk om iemand mee te nemen, bijvoorbeeld een partner, familielid, vriend of een onafhankelijk cliëntondersteuner. Als u zelf een persoonlijk plan heeft gemaakt, bespreken wij dit plan met u.
[Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ, Wgs]
[Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ, Wgs]
De gemeente neemt een besluit. Hierover krijgt u een schriftelijk bericht. Het kan zijn dat u geld (een uitkering), ondersteuning in natura, een persoonsgebonden budget (pgb) of een financiële tegemoetkoming ontvangt. Ondersteuning in natura is zorg, hulp of een voorziening die u krijgt via een instelling of leverancier die een contract heeft met de gemeente. Pgb is een budget waarmee u zelf de zorg kunt inkopen die u nodig heeft. Een financiële tegemoetkoming is een bedrag dat u ontvangt om u te helpen zelf een voorziening te kopen of hulp te regelen. Dit bedrag dekt de kosten niet helemaal.
1.6 Afstemmen met andere vormen van ondersteuning
[Jeugdwet, Wmo PW, IOAW, IOAZ Wgs]
Wij zorgen ervoor dat de ondersteuning aansluit bij andere vormen van ondersteuning die u krijgt. Daarom maken wij afspraken met onderwijsinstanties, hulpverleners, gecertificeerde instellingen (GI’s), zorgverzekeraars en andere personen of organisaties.
De afspraken worden vastgelegd in een protocol of in een andere geschikte vorm.
Dit hoofdstuk gaat over participatie en tegenprestatie. Werken is meer dan alleen geld verdienen. Het biedt structuur, waardering, onafhankelijkheid en de mogelijkheid jezelf te ontwikkelen. Wij vinden het daarom belangrijk om inwoners die geen werk hebben, te helpen bij het vinden van passend werk.
‘Gewoon aan het werk’ is echter niet voor iedere inwoner vanzelfsprekend. Iedere werkzoekende is anders en heeft zijn eigen manier hulp nodig om zijn weg naar werk te vinden. Misschien is werken zelfs niet meteen mogelijk. Dan zoeken we naar andere vormen van ‘meedoen in de maatschappij’.
In dit hoofdstuk leest u voor wie dit geldt, hoe wij u hierbij kunnen helpen en wat wij van u verwachten.
Dit doen wij onder andere met behulp van de volgende voorzieningen:
2.3.13 Ondersteuning bij leer-werktraject
Wij kunnen jou ondersteuning bieden bij een leer-werktraject wanneer je:
Als u een betaalde baan heeft gevonden, kunnen wij u nog een periode ondersteunen en begeleiden. Wij doen dat als dat nodig is om uw werk te kunnen doen.
Op het moment dat u een uitkering van de gemeente ontvangt, kunnen wij u verplichten om een tegenprestatie te doen. Dit kan naast of in aanvulling op uw (parttime) werk. Het mag niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.
2.4.1 Waarom een tegenprestatie?
Het doel van een tegenprestatie is het vergroten van uw zelfredzaamheid en/of het vergroten van uw kansen op werk. Zelfredzaamheid is het vermogen om voor uzelf te zorgen.
Wij vinden het belangrijk dat inwoners kunnen meedoen aan de samenleving. De gemeente heeft als taak om armoede en schulden tegen te gaan. In dit hoofdstuk staat waar de gemeente rekening mee houdt bij het uitvoeren van die taak. Voor inwoners met een laag inkomen, is dat vaak moeilijk. De gemeente heeft daarom regelingen waar inwoners met een laag inkomen gebruik van kunnen maken. Bijvoorbeeld voor onvoorziene uitgaven of lidmaatschap van een sportvereniging. Ook helpen wij inwoners met schulden hun financiën weer op orde te krijgen.
In dit hoofdstuk geven wij u informatie over regelingen voor inwoners met een laag inkomen. Voorbeelden zijn de individuele inkomenstoeslag, de individuele studietoeslag en de Meedoenregeling. Aan het einde van dit hoofdstuk leest u meer over hulp bij schulden.
De gemeente Lingewaard biedt verschillende regelingen voor inwoners met een laag inkomen. Wanneer u hier recht op heeft, kunt u vergoedingen ontvangen voor verschillende kosten die u maakt. In dit hoofdstuk leest u hier meer over.
Binnen deze regelingen werken wij met uitkeringsnormen en vermogensgrenzen. Er zijn verschillende normen, denk aan normen voor alleenstaanden, alleenstaande ouders en gehuwden/ samenwonenden.
3.1 Individuele inkomenstoeslag
U kunt individuele inkomenstoeslag aanvragen, als u in de 36 maanden voor de aanvraagdatum een inkomen had dat niet hoger is dan 110 procent van de voor u geldende uitkeringsnorm. De kostdelersnorm wordt hierbij niet toegepast. Om in aanmerking te komen is uw vermogen niet hoger dan de voor u geldende vermogensgrens.
Wij hebben de taak om inwoners die moeite hebben om rond te komen of schulden hebben ondersteuning en hulp te bieden om de financiën op orde te krijgen. U kunt ons om ondersteuning vragen bij het vinden van een oplossing voor uw schulden.
Schuldhulpverlening is toegankelijk voor natuurlijke personen, voor zowel privé schulden als voor zakelijke schulden.
Wij willen dat onze jeugd alle mogelijkheden krijgt zich sociaal-emotioneel, cognitief, lichamelijk, cultureel, creatief en sportief optimaal te ontwikkelen. Daarvoor is een gezonde, veilige en stimulerende omgeving nodig, thuis, op school, bij de kinderopvang en in de vrije tijd.
Ouders zijn natuurlijk in eerste instantie verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. De verantwoordelijkheid voor een optimale ontwikkeling ligt echter niet alleen bij hen. De omgeving van het gezin draagt ook bij aan de kwaliteit van de opvoeding die de ouders kunnen bieden. Denk bijvoorbeeld aan familie, vrienden, leerkrachten en docenten, jongerenwerkers, jeugdgezondheidszorg, sport- en cultuurclubs en de kinderopvang.
Wij bieden zo vroeg mogelijk ondersteuning aan. Hoe eerder wij erbij zijn, hoe kleiner de kans is dat dure, gespecialiseerde ondersteuning ingeschakeld hoeft te worden. Het versterken van iemands eigen kracht staat centraal. Ook stimuleren wij dat gezinnen en de mensen om gezinnen heen zelf hun problemen kunnen oplossen.
In dit hoofdstuk lees je wat je eigen verantwoordelijkheden zijn en wat de rol van de gemeente is. Ook vind je hier onder andere informatie over maatwerk-voorzieningen en voorzieningen die vrij toegankelijk zijn.
4.1 Wanneer bieden wij ondersteuning
Bij het bepalen van welke ondersteuning noodzakelijk is, betrekken wij jouw wensen en die van je ouders. Bij het onderzoeken van eventuele opgroei- en opvoedingsproblemen en psychische problemen of stoornissen is de gemeente niet gebonden aan de ondersteuningsvraag van jou en je ouders. Dat betekent dat wij niet alleen kijken naar wat jij en jouw ouders ons gevraagd hebben, maar onderzoek gaan doen naar alles wat van belang is om te bepalen welke ondersteuning noodzakelijk is.
4.2 Ondersteuning die vrij toegankelijk is
Deze ondersteuning is vrij toegankelijk. Je hebt hiervoor geen besluit nodig van de gemeente en ook geen verwijzing van een huisarts, medisch specialist of jeugdarts.
4.3 Eigen mogelijkheden en probleemoplossend vermogen
Bij het beoordelen van wat je ouders zelf kunnen doen, gaan wij ervan uit dat ouders verplicht zijn hun kinderen te verzorgen, op te voeden en te begeleiden. Je ouders doen alles wat ze kunnen om ervoor te zorgen dat jij gezond en veilig opgroeit, ook als jij een ziekte, beperking of andere problemen hebt. Dit noemen wij gebruikelijke hulp. Als één van je ouders uitvalt, neemt je andere ouder de gebruikelijke hulp over. Dit geldt ook als je ouders gescheiden zijn. De gemeente houdt ook rekening met de hulp van de ouder waar jij niet woont.
Het kan zijn dat je voor je 18e onder toezicht bent gesteld. Als de rechter een ondertoezichtstelling uitspreekt, wordt er een gezinsvoogd toegewezen. De gezinsvoogd begeleidt je, helpt je bij het oplossen van problemen of bepaalt welke ondersteuning hiervoor nodig is. Deze hulp is verplicht. Als de gezinsvoogd bepaalt dat pleegzorg nodig is, zorgen wij dat je pleegzorg krijgt. Wij geven deze hulp dan af tot het einde van de ondertoezichtstelling. Een ondertoezichtstelling eindigt uiterlijk als je 18 jaar wordt. Als je daarna nog gebruik wilt blijven maken van pleegzorg en wij vinden dat het ook noodzakelijk is, dan kan dat tot je 23 jaar wordt.
Als er een voogdij-maatregel is uitgesproken en blijkt dat pleegzorg nodig is, dan zorgen wij dat die pleegzorg wordt verstrekt tot je 18 jaar wordt. Deze hulp is ook verplicht. Wanneer de voogdij-maatregel afloopt, je gebruik wilt blijven maken van pleegzorg en wij vinden dat het ook noodzakelijk is, dan kan dat tot je 23 jaar wordt.
Als u een beperking en/of langdurige psycho-sociale problemen heeft, kan het zijn dat u hulp nodig heeft om zo lang en zelfstandig mogelijk in uw eigen leefomgeving te blijven wonen. Wij helpen u als u niet in staat bent om zelf oplossingen te vinden voor knelpunten in uw woning, bij uw normale dagelijkse activiteiten en in uw huishouding. Wij helpen inwoners met een beperking ook zo lang mogelijk voor zichzelf te kunnen zorgen (zelfredzaamheid). We kijken hierbij niet alleen naar de korte termijn, maar ook naar de ontwikkelingen in de toekomst. In dit hoofdstuk zijn regels opgenomen over de ondersteuning die wij aan deze inwoners kunnen geven.
Heeft u ondersteuning nodig om zelfstandig te kunnen wonen? Dan kunt u ondersteuning bij ons aanvragen. Ondersteuning kan professionele hulp zijn van een hulpverlener of een product zoals een rolstoel of traplift.
Als er sprake is van gebruikelijke hulp die uw huisgenoten horen te geven, biedt de gemeente geen ondersteuning. Een uitzondering kan gemaakt worden als uw huisgenoten door (dreigende) overbelasting de gebruikelijke hulp niet kunnen geven. Er moet dan wel een verband zijn tussen de overbelasting en de hulp die ze u bieden.
5.2 Zelfstandig en veilig wonen
5.2.2 Een schone en leefbare woning
Wij werken met ‘het resultaat schoon en leefbaar huis’. We gebruiken hierbij het normenkader huishoudelijke ondersteuning van HHM 2019. Dit houdt in dat u hulp krijgt bij bijvoorbeeld, de woonkamer, uw slaapkamer, keuken, badkamer en de gang(en) tussen die ruimten. Ook kunnen wij structuur aanbrengen in het huishouden.
Wij kunnen de volgende vormen van ondersteuning aanbieden:
Beschermd wonen. Bij deze vorm ontvangt u zeer intensieve zorg. Deze is gericht op het (in eerste instantie) overnemen van verschillende taken op alle leefgebieden zoals financiën en huishouden. Daarnaast leert u – als dat mogelijk is - omgaan met uw beperkingen (verstandelijk en/of psychisch), het beheersbaar houden en gaandeweg doen afnemen van gedragsproblematiek. Begeleiding is continu aanwezig.
U kunt zich ook aanmelden bij de GGD. Hun centrale meldpunt is van maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur te bereiken. Hun telefoonnummer is 088 – 3 555 200. Of via centraalmeldpunt@vggm.nl
Voor de opvang en ondersteuning bij huiselijk geweld kunt u zich aanmelden bij Moviera. Hun telefoonnummer is 088 – 3 744 744. Zij zijn 24 uur per dag te bereiken. Of via info@moviera.nl
Als het u niet lukt om de normale dagelijkse activiteiten te doen, kunt u hier ondersteuning bij krijgen. De begeleider kan u bijvoorbeeld helpen bij vaak terugkerende activiteiten, zoals het structureren van de dag, U doet het zelf, de begeleider neemt het niet over.
Als u moeite heeft bij het zelfstandig invullen van de dag en uzelf niet goed meer kunt redden, kunt u ondersteuning krijgen. Wij kunnen u dagbesteding aanbieden. Dagbesteding biedt activiteiten aan waardoor u een ingevulde dag heeft. Ook kan dagbesteding zorgen voor structuur, u werkt aan uw zelfredzaamheid en het kan uw mantelzorger ontlasten. De activiteiten vinden één of meerdere dagdelen per week (onder begeleiding) plaats in een groep.
Als u uzelf niet of nauwelijks kunt verplaatsen in en om uw woning, kunt u een rolstoel krijgen. Deze ondersteuning is voor volwassenen, maar ook voor inwoners jonger dan 18 jaar.
5.4.3 Voorwaarden mantelzorgcompliment
U kunt een mantelzorgcompliment aanvragen door (of namens degene die mantelzorg ontvangt) een aanvraagformulier in te vullen op Externe link: www.lingewaard.nl/mantelzorgcompliment.
Als wij u ondersteunen, kan dat in verschillende vormen. In dit hoofdstuk vindt u de regels daarvoor. Wij kunnen ondersteuning bieden in de vorm van een dienst, zoals hulp in de huishouding of individuele begeleiding. Wij kunnen u ook ondersteunen met behulp van een product, zoals bijvoorbeeld een rolstoel. Een uitkering of minimaregeling noemen wij ondersteuning in de vorm van geld.
Voor Wmo en Jeugd kan ondersteuning ook in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) geboden worden. Dit is geld waarmee u zelf de zorg inkoopt die u nodig heeft. Ondersteuning in natura is ondersteuning die u van een instelling of professional krijgt die een contract heeft met de gemeente. De gemeente kiest voor de goedkoopste oplossing die uw probleem op de lange termijn vermindert of oplost. Voor Wmo kan ook ondersteuning in de vorm van een financiële tegemoetkoming worden gegeven.
6.3 Persoonsgebonden budget (pgb)
Als u een pgb wilt, kunt u of iemand anders het budget beheren. Wij kennen een pgb alleen toe als wij vinden dat deze budgetbeheerder in staat is uw belangen voldoende te behartigen. De budgetbeheerder moet de taken die bij het pgb horen op een verantwoorde manier kunnen uitvoeren. De budgetbeheerder is verplicht om mee te werken aan de beoordeling van zijn pgb-vaardigheden als de gemeente daarom vraagt.
De gemeente kan bewijsstukken, zoals een Verklaring omtrent Gedrag, opvragen om te controleren of een professionele hulpverlener aan bovenstaande voorwaarden voldoet.
U maakt een plan voor de besteding van het pgb. Dit is het pgb-budgetplan. Hiervoor gebruikt u het standaardformulier dat u na uw verzoek van de gemeente krijgt. In het pgb-budgetplan schrijft u onder andere welke ondersteuning u met het pgb wilt betalen en door wie de ondersteuning wordt gegeven. De gemeente moet het plan goedkeuren en zal daarna het pgb vaststellen.
De hoogte van het pgb is gelijk aan de hoogte van de offerte. Er geldt wel een maximumbedrag. Het maximumbedrag is gelijk aan het bedrag dat de gemeente zou betalen voor de ondersteuning als die geboden zou worden in zorg in natura. Wanneer de offerte hoger is dan dit maximumbedrag, vergoeden wij de meerprijs niet.
Het pgb voor producten wordt als volgt vastgesteld: de hoogte van het pgb is gelijk aan de huurprijs die wij betalen voor een vergelijkbaar middel bij zorg in natura. De hoogte van het pgb is maximaal de huurprijs van 7 jaar. Tenzij de situatie verandert waardoor het product niet meer passend is. In deze prijs zitten ook de kosten voor onderhoud, verzekering en reparatie van het product.
Zo lang u gebruik maakt van een Wmo-voorziening in natura of in pgb, betaalt u een eigen bijdrage in de kosten. Deze bijdrage betaalt u in de vorm van een abonnementstarief. Als u een product krijgt, dan betaalt u een bijdrage totdat de kostprijs is betaald of de afschrijvingstermijn is bereikt. De kostprijs voor maatwerk in natura wordt bepaald door een aanbesteding, na consultatie in de markt of na overleg met de aanbieder.
7 AFSPRAKEN TUSSEN INWONER EN GEMEENTE
Dit hoofdstuk gaat over de manier waarop de gemeente en de inwoners met elkaar omgaan en wat we van elkaar verwachten. Als u rechten heeft, dan staan daar plichten tegenover. Houdt u daar onvoldoende rekening mee, dan kan de gemeente de uitkering of ondersteuning beëindigen, terugvorderen of verlagen.
7.1 Afspraken en verplichtingen
7.1.3 Ingangsdatum en periode verlaging
Wij kunnen uw uitkering ook met terugwerkende kracht verlagen over de periode waarop de gedraging betrekking heeft gehad of heeft plaatsgevonden. Dit kan op het moment dat lid 1 van dit artikel niet kan worden toegepast, omdat de uitkering is beëindigd of ingetrokken. Dit geldt zo lang wij de uitkering nog niet hebben uitbetaald.
7.1.6 Niet nakomen andere arbeidsverplichtingen
7.1.7 Verminderen verlaging (inkeerregeling)
Wij kunnen de verlaging halveren als u alsnog de afspraken nakomt. U kunt dan een verzoek bij ons indienen. Dit kan per brief of e-mail, binnen 1 maand nadat wij het besluit om de uitkering te verlagen hebben genomen. Bij uw brief of e-mail stuurt u de bewijsstukken mee, waaruit blijkt dat u uw afspraken nakomt.
7.1.8 Te weinig besef van verantwoordelijkheid
Volgens de wet bent u zelf verantwoordelijk voor de kosten van uw eigen leven. U moet dus zorgen dat u zo min mogelijk bijstand nodig heeft. Heeft u bijstand nodig, terwijl u dat (nog) had kunnen voorkomen? Dan heeft u niet genoeg besef van verantwoordelijkheid voor uw eigen levensonderhoud. Dat geldt bijvoorbeeld als u:
Wij verlagen uw uitkering als u zich op een onacceptabele manier gedraagt (zoals agressie) tegenover medewerkers van de gemeente en/of instanties die de Participatiewet, IOAW en IOAZ uitvoeren. Wij verlagen uw uitkering met 50 procent voor 1 maand:
7.1.10 Niet-nakomen van andere verplichtingen
Wij verlagen uw uitkering als u de afspraken en verplichtingen (bedoeld in artikel 55 van de Participatiewet) niet voldoende nakomt.
Wij verlagen uw uitkering voor 1 maand met:
7.1.11 Samenloop van gedragingen
Wij leggen u meerdere verlagingen op, als er sprake is van meerdere gedragingen waarbij u niet voldoet aan de artikelen in dit hoofdstuk of artikel 18, lid 4 Participatiewet in combinatie met artikel 17, lid 1 Participatiewet. Wij doen dit niet als dit niet verantwoord is. Wij houden hierbij rekening met de ernst van de gedraging, of u er iets aan had kunnen doen (mate van verwijtbaarheid) en uw persoonlijke omstandigheden.
7.3. Beëindigen en terugvorderen voorziening
7.3.2 Terugvordering voorziening
[Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ, Wgs, Wko, Gw, BW]
Wij kunnen, los van de situaties die in artikel 58 van de Participatiewet staan, de voorziening of de waarde daarvan van u terugvorderen. Dit doen wij als er sprake is van één van de in artikel 7.3.1 opgesomde redenen. Wij kunnen Wmo-voorzieningen alleen terugvorderen als die voorzieningen zijn ingetrokken, omdat u opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens aan ons heeft verstrekt.
Hoewel wij ons beleid zo goed mogelijk proberen uit te voeren, kan het zijn dat u een klacht of bezwaar heeft. In dit hoofdstuk leest u hoe u een klacht bij ons indient en hoe u bezwaar kunt maken. Daarnaast geven wij meer informatie over wanneer u met onze vertrouwenspersoon kunt praten. Voor klachten sluit de gemeente aan op de visie klachtbehandeling van de Nationale ombudsman.
Wij vinden het belangrijk om alert en laagdrempelig te zijn en willen leren van klachten.
Wat is een klacht? Vindt u dat u niet juist behandeld bent door een medewerker van de gemeente? Dan kunt u een klacht indienen. Het gaat dan om het gedrag van een medewerker, de manier waarop een medewerker een verzoek heeft behandeld of de manier waarop een medewerker een voorziening heeft toegekend of een dienst heeft uitgevoerd.
Voor de Jeugdwet kan de vertrouwenspersoon een jongere, ouder of pleegouder ondersteunen. Als u dat wilt kan de vertrouwenspersoon ondersteuning bieden bij problemen en klachten. Ook kunt u bij hem of haar terecht als u vragen heeft over onze hulpverlening of die van een jeugdhulpaanbieder, een gecertificeerde instelling jeugdbescherming, jeugdreclassering, het advies- en meldpunt huiselijk geweld en/of kindermishandeling (Veilig Thuis).
9. KWALITEIT, AANBESTEDING EN INSPRAAK
Het beleid dat de gemeente maakt en uitvoert is bedoeld voor de inwoners. Met de ervaringen van de inwoners kan de gemeente haar beleid als het nodig is aanpassen en verbeteren. Ook de diensten en producten die de gemeente levert, moeten van goede kwaliteit zijn. Diensten moeten aansluiten bij de behoefte van de Lingewaardse inwoner.
Producten moeten degelijk zijn en goed bruikbaar voor de inwoner. Dit hoofdstuk gaat over de manier waarop wij inwoners betrekken bij ons beleid en over kwaliteit, de inkoop en de aanbesteding van diensten en producten.
Een verordening is nooit af. De inhoud van deze verordening wordt daarom in de toekomst regelmatig beoordeeld. Wij kunnen bepalingen als dat nodig is verder uitwerken of invullen. U vindt in dit hoofdstuk informatie over de zogenaamde uitvoeringsregels, wanneer wij kunnen afwijken van de verordening en welke oude verordeningen komen te vervallen.
De gemeente kan uitvoeringsregels maken over de onderwerpen die in deze verordening zijn geregeld. Deze uitvoeringsregels kunnen de vorm hebben van beleidsregels of van een (nadere) regeling. Beleidsregels geven aan hoe de gemeente met een bepaalde bevoegdheid omgaat. Met een (nadere) regeling werken wij bepaalde regels van de verordening verder uit. De mogelijkheid om deze uitvoeringsregels te maken wordt begrensd door de wet.
10.2 Afwijken van de verordening (hardheidsclausule)
Als toepassing van deze verordening voor u gevolgen heeft die niet in verhouding staan tot de doelen die met deze verordening worden nagestreefd, kunt u de gemeente vragen de hardheidsclausule toe te passen. Het is niet de bedoeling dat toepassing van deze verordening meer kwaad dan goed doet. Als dat naar het oordeel van de gemeente wel het geval is, zal de gemeente de hardheidsclausule toepassen en afwijken van deze verordening.
Als u een aanvraag heeft ingediend vóór de ingangsdatum van deze verordening (en waarover wij pas later een besluit nemen) wordt deze aanvraag afgehandeld volgens deze verordening. Aanvragen die u vóór de ingangsdatum van deze verordening indient op grond van de Participatiewet, IOAW en IOAZ vallen nog wel onder de ingetrokken verordening.
In deze verordening worden allerlei begrippen gebruikt. Deze begrippen hebben dezelfde betekenis als in de wetten waarop deze verordening is gebaseerd. Waarom deze begrippenlijst? Soms worden bepaalde begrippen in meerdere wetten gebruikt en hebben ze in die wetten een verschillende betekenis. Hier staat wat de betekenis van deze begrippen in deze verordening is.
Algemene wet bestuursrecht (Awb): Deze wet bestaat uit algemene regels voor de verhouding tussen de overheid, en de individuele burgers, bedrijven en overige overheidsinstanties onderling. Hierin staat onder anderen definities van belangrijke bestuursrechtelijke begrippen als aanvraag, belanghebbende en beschikking en bovendien zijn de bezwaar- en beroepsprocedures vastgesteld.
AOW-leeftijd: leeftijd waarop de AOW-uitkering ingaat.
Arbeidsinschakeling: aan het werk (kunnen) gaan.
Arbeidsverplichting: de verplichting om mee te werken aan de arbeidsinschakeling, als bedoeld in artikel 9 van de Participatiewet, artikel 37 van de IOAW en artikel 37 van de IOAZ.
Beperking: de vermindering van mogelijkheden als gevolg van een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke, psychische of psychosociale handicap, die het functioneren op sociaal of maatschappelijk gebied belemmert.
Bijstandsnorm: de maximale hoogte van de bijstandsuitkering bedoelt in artikel 5 van de Participatiewet. De hoogte hangt af van de woon- en leefsituatie en de leeftijd van de inwoner.
Bijstandsuitkering: de algemene bijstand voor levensonderhoud, bedoeld in artikel 5 van de Participatiewet. Gaat het om een jongere van 18 tot 21 jaar, dan wordt met bijstandsuitkering bedoeld: de algemene bijstand plus de aanvullende bijzondere bijstand op grond van artikel 12 van de Participatiewet.
Cliënt: persoon die gebruik maakt van diensten of voorzieningen die het gemeentebestuur van Lingewaard aanbiedt bij de uitvoering van de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), de Jeugdwet en/of de Wet sociale werkvoorziening;
Cliëntondersteuner: is een onafhankelijke ondersteuner die een inwoner informatie, advies en algemene ondersteuning kan geven voor vragen over het sociaal domein. Een cliëntondersteuner is gratis voor de inwoner.
Collectief vervoer: vervoer van deur tot deur, op afroep en met een deeltaxi (ook wel collectief vraagafhankelijk vervoer genoemd).
Dagdeel: een morgen of middag waarin zorg wordt geleverd. Een dagdeel is ongeveer 4 uur.
Eigen kracht (Jeugdwet): de eigen mogelijkheden van het kind en de ouders, en hun vermogen om problemen op te lossen. Dit kunnen ze zelf doen of met hulp van mensen uit hun omgeving, zoals familie en vrienden. Hierbij gaat het om het aanpakken van problemen bij het opgroeien, opvoeden of bij psychische problemen en stoornissen.
Eigen kracht (Wmo): de eigen mogelijkheden van de inwoner om zijn zelfredzaamheid te verbeteren of om meer mee te doen in de samenleving. Ook het zelf vinden van een oplossing voor zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang valt hieronder.
Financiële tegemoetkoming: is een niet kostendekkend geldbedrag dat u ontvangt ter ondersteuning van de kosten voor het aanschaffen van een voorziening of het regelen van hulp.
Fraude: het verstrekken van onjuiste en/of onvolledige gegevens, of het verzwijgen of niet (op tijd) verstrekken van gegevens. Het gaat om gegevens die nodig zijn om te bepalen of er recht op een uitkering of een voorziening is, en om de duur en hoogte van die uitkering of voorziening vast te stellen. Als gevolg hiervan wordt een uitkering of voorziening helemaal of gedeeltelijk ten onrechte verstrekt.
Gebruikelijke hulp: de hulp die over het algemeen mag worden verwacht van de partner, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten. Voor de Jeugdwet wordt met ouders ook andere opvoeders en verzorgers bedoeld.
Gemeente: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard.
Gemeentewet: De gemeentewet regelt de samenstelling, inrichting en bevoegdheid van een gemeentebestuur.
Gesprek: gesprek waarin de inwoner zijn hulpvraag, zijn persoonlijke situatie en het resultaat dat hij wil bereiken bespreekt.
Hulp: ondersteuning bij de arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 7 van de Participatiewet, artikel 36 van de IOAW en artikel 36 van de IOAZ, bijstand als bedoeld in artikel 7 van de Participatiewet, een uitkering als bedoeld in artikel 5 van de IOAW en artikel 5 van de IOAZ, maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wmo, jeugdhulp als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet of schuldhulpverlening als bedoeld in artikel 1 van de Wgs.
Hulpvraag: de behoefte aan ondersteuning die de inwoner bij de melding heeft.
Inkomen: het inkomen, bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet.
Inspraak: inspraak als bedoeld in artikel 150 van de Gemeentewet. Met inspraak wordt in artikel 3.6 van deze verordening ook bedoeld het recht om invloed uit te oefenen en over iets mee te beslissen.
Inwoner: de persoon die zijn woonplaats heeft binnen de gemeente volgens de regels van het Burgerlijk Wetboek (titel 3, Boek 1 BW) en die daar rechtmatig verblijft.
IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers.
IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.
Jeugdhulp: hulp als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.
Jongerenwerk: basisaanbod van sociaal-culturele voorzieningen voor jongeren, zoals kinderwerk, tiener- en jongerenwerk, sportbuurtwerk en jongereninformatie. Het basisaanbod bevat ook activiteiten die stimulering van de ontwikkeling of het voorkomen van problemen bij jongeren tot doel heeft.
Kindpakket: een pakket van voorzieningen, meestal in natura, dat de gemeente voor gezinnen met een laag inkomen beschikbaar stelt. Het doel van het pakket is te voorkomen dat kinderen die opgroeien in armoede niet mee kunnen doen aan bijvoorbeeld sport, culturele activiteiten of activiteiten van school.
Kostendelersnorm: als u samenwoont met meer volwassenen past de gemeente uw bijstandsuitkering daarop aan. Hoe meer volwassen personen in uw huis wonen, hoe lager uw uitkering. Niet alle huisgenoten tellen mee voor de kostendelersnorm. Volgens artikel 22a van de Participatiewet.
Levensonderhoud: de dagelijkse bestaanskosten, zoals kosten voor voeding, kleding, huur, energie, water en (zorg) verzekeringen.
Leverancier: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die goederen of diensten levert tegen betaling. Op grond van een besluit van de gemeente.
Maatwerk: een op de inwoner afgestemde voorziening.
Mantelzorg: is langdurige (onbetaalde) hulp van familieleden of vrienden aan een hulpbehoevende, vanuit een sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep
Medewerker: de persoon die namens het college van burgemeester en wethouders optreedt.
Persoonlijke situatie: alle omstandigheden, mogelijkheden en persoonskenmerken van de inwoner die van belang zijn, inclusief de behoefte van de inwoner en de godsdienstige en levensbeschouwelijke overtuiging.
Ondersteuning in natura: Dit is ondersteuning van een zorgaanbieder, leverancier of professional waarmee de gemeente afspraken heeft gemaakt.
Ouders: gezaghebbende ouder, adoptiefouder, stiefouder of een ander die een jeugdige als behorend tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, niet zijnde een pleegouder, als bedoeld in artikel 1.1. van de Jeugdwet.
Persoonlijk plan: een plan van aanpak dat de inwoner opstelt, waarin de knelpunten staan die de inwoner ervaart en de gewenste hulp wordt geïnventariseerd. Gaat het om jeugdhulp, dan wordt hieronder verstaan: een familiegroepsplan.
Pgb: persoonsgebonden budget, een geldbedrag waarmee iemand zelf hulp(middelen) in kan kopen.
Pgb-budgetplan: een plan van aanpak dat de inwoner opstelt over de hulp die hij nodig heeft en die hij met het pgb wil inkopen. In het plan geeft de inwoner onder andere aan welke hulpverlener op welke manier en op welke momenten de noodzakelijke hulp gaat geven en hoe de kwaliteit en de continuïteit van die hulp gewaarborgd worden.
Professionele hulpverlener: iemand die beroepsmatig hulp verleent en voldoet aan de eisen die daaraan gesteld zijn.
Sociaal Domein: alle inspanningen die de gemeente verricht rond werk, participatie en zelfredzaamheid, zorg en jeugd, op basis van de Wmo 2015, de Participatiewet, Jeugdwet en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. In de ruime, integrale zin van het woord vallen onder ‘sociaal domein’ ook alle aanverwante taken. Zoals handhaving bij leerplicht, het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten, passend onderwijs, leerlingenvervoer, de reguliere en bijzondere bijstand, schuldhulpverlening en (jeugd)gezondheidzorg.
Sociaal netwerk: huisgenoten of andere personen met wie de inwoner een sociale relatie onderhoudt (inclusief mantelzorgers).
Uitkering: algemene bijstandsuitkering, bijzondere bijstand (PW), minimaregelingen, de IOAW- of de IOAZ-uitkering.
Uitkeringsnorm: de voor de inwoner in zijn situatie maximale hoogte van een uitkering; dit is de bijstandsnorm uit de Participatiewet of de grondslag bedoeld in de IOAW of IOAZ.
Vermogen: totaal aan bezit in geld en goederen, minus de schulden, zoals bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet.
Voorziening: hulp in de vorm van een dienst, activiteit, product, geldbedrag of een combinatie daarvan.
Vrij toegankelijke hulp: hulp die beschikbaar is zonder verwijzing van een huisarts, medisch specialist, jeugdarts of besluit van de gemeente.
Vrijwilligerswerk: werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald, wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving.
Wet: de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet, de Algemene wet bestuursrecht of de Gemeentewet.
Wgs: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Wmo-hulp: de maatschappelijke ondersteuning, bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wmo.
Woningaanpassing: Bouwkundige aanpassing aan de woning, zoals een uitbouw, het verbreden van deuren of aanpassing aan de keuken. Een woningaanpassing is onderdeel van de woning en kan moeilijk verwijderd worden.
Woningvoorziening: een ‘losse’ voorziening voor in de woning zoals een douchestoel of traplift.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-17194.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.