Gemeenteblad van Oostzaan
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Oostzaan | Gemeenteblad 2025, 171699 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Oostzaan | Gemeenteblad 2025, 171699 | beleidsregel |
Beleidsregel toepassing Wet Bibob gemeente Oostzaan 2025
Het doel van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet Bibob) is het voorkomen dat de overheid door middel van verlening van een vergunning of subsidie, het sluiten van vastgoedtransacties of het gunnen van overheidsopdrachten, ongewild criminele activiteiten faciliteert. De Wet Bibob biedt gemeenten de mogelijkheid om een Bibob-toets uit te voeren naar de integriteit van de betrokkene en diens omgeving. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kunnen gemeenten een vergunning of subsidie weigeren, intrekken of hieraan voorwaarden verbinden, of de gemeente kan besluiten geen opdracht te verlenen aan een partij of geen vastgoedtransactie aan te gaan.
In de Wet Bibob staat aangegeven hoe gemeenten een Bibob-onderzoek kunnen starten. De Wet Bibob geeft gemeenten een grote mate van beleidsruimte in de keuze wanneer een Bibob-onderzoek kan worden ingezet. Deze beleidsregel geeft aan hoe gemeente Oostzaan invulling geeft aan deze beleidsruimte.
De Burgemeester en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oostzaan, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
Overwegende dat de gemeente Oostzaan alleen zaken wil doen met integere partijen;
Besluiten vast te stellen de “Beleidsregel toepassing Wet Bibob gemeente Oostzaan 2025”.
In deze beleidsregel worden diverse begrippen en definities gebruikt. In deze beleidsregel zijn de definities zoals deze genoemd zijn in artikel 1 van de Wet Bibob van overeenkomstige toepassing.
Daarnaast worden in deze beleidsregel nog een aantal andere begrippen gebruikt.
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Eigen onderzoek: de wijze waarop de gemeente Oostzaan in beginsel toepassing geeft aan artikel 7a van de Wet Bibob en omstandigheden als bedoeld in artikel 3, eerste tot en met zesde lid, en artikel 9, tweede en derde lid van de Wet Bibob. Het eigen onderzoek is nader omschreven in deze beleidsregel;
Integriteitsrisico: feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat betrokkene in relatie staat tot criminele activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob en/of dat een gevaar bestaat voor aantasting van de reputatie van de gemeente door het verlenen van een beschikking dan wel het sluiten van een privaatrechtelijke overeenkomst;
Artikel 1.2 Toepassing beleidsregel algemeen
Er kunnen zich situaties voordoen waarbij voor een activiteit en/of project meerdere vergunningsaanvragen ingediend moeten worden. In dit soort gevallen wordt door de gemeente het aantal Bibob-onderzoeken per betrokkene zo beperkt mogelijk gehouden. Toch kunnen er overwegingen zijn om meerdere keren een Bibob-onderzoek uit te voeren naar een betrokkene.
Bedrijfsactiviteiten in sommige branches zorgen voor een verhoogd risico op criminele invloeden. Dit wordt bepaald door kenmerken van de branche en de omgeving. Op basis hiervan zijn een aantal risico- categorieën in bijlage 1 vastgesteld die behoren tot de beleidsregel en die medebepalend zijn of een eigen onderzoek wordt uitgevoerd.
Hoofdstuk 2: Aanvraag publiekrechtelijke beschikkingen
In dit hoofdstuk staat aangegeven in welke gevallen de gemeente de Wet Bibob inzet bij aanvragen voor publiekrechtelijke beschikkingen (vergunningen en subsidies).
Artikel 2.1 Vergunningen op grond van de APV
De gemeente zal in beginsel een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren als het een aanvraag voor de volgende vergunningen ontvangt:
Artikel 2.2 Omgevingsvergunning
De gemeente zal in beginsel een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit zoals bedoeld in artikel 5.1 lid 2 aanhef en onder a van de Omgevingswet.
De gemeente zal daarnaast in beginsel een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij:
Artikel 2.3 Wijziging omgevingsplan op aanvraag
De gemeente zal in beginsel een eigen Bibob-onderzoek uitvoeren bij een aanvraag voor een wijziging van een omgevingsplan op aanvraag zoals bedoeld in artikel 4.19b van de Omgevingswet, voor zover die betrekking heeft op een of meer activiteiten die zijn aangewezen als risicocategorie in bijlage 1.
Hoofdstuk 3: Bestaande beschikking
In dit hoofdstuk staat aangegeven in welke gevallen de gemeente de Wet Bibob inzet bij bestaande publiekrechtelijke beschikkingen (vergunningen en subsidies).
Hoofdstuk 4: Vastgoedtransactie
Artikel 4.1 Toepassingsbereik vastgoedtransactie
In de overeenkomst wordt opgenomen dat bij een registergoed, de wederpartij bij vervreemding van dat registergoed aan een andere partij, verplicht is toestemming te vragen aan de gemeente zoals bedoeld in artikel 1 lid 1 aanhef en onder 6 van de Wet Bibob. Ditzelfde geldt ook bij het vestigen, vervreemden of wijzigen van een zakelijk recht op het betreffende registergoed voor een andere partij.
Hoofdstuk 5: Overheidsopdracht
Artikel 5.1 Toepassingsbereik overheidsopdracht
In de aanbestedingsdocumenten wordt opgenomen dat inschrijvende partijen er rekening mee moeten houden dat de gemeente, alvorens tot definitieve gunning overgaat, een (eigen) Bibob onderzoek kan starten, dan wel advies kan inwinnen bij het LBB, zoals bedoeld in artikel 9 lid 2 van de Wet Bibob. Dit onderzoek kan zich ook richten op eventuele onderaannemers.
In de aanbestedingsdocumenten wordt een integriteitsclausule opgenomen op basis waarvan kan worden overgegaan tot uitsluiting van de inschrijvende partij, indien zich een van de situaties zoals bedoeld in artikel 9, tweede lid van de Wet Bibob voordoet, dan wel een situatie als bedoeld in artikel 6.1 van deze beleidsregel.
Als een aanvraag voor een vergunning of subsidie, overheidsopdracht of vastgoedtransactie in aanmerking komt voor een eigen onderzoek, dan ontvangt de betrokkene een Bibob-vragenformulier van de gemeente. De betrokkene dient dit formulier volledig in te vullen en in te leveren bij de gemeente. Er is aandacht voor de betrokkene, zijn potentiële huidige of voormalige Bibob-relaties als bedoeld in artikel lid 4 van de Wet Bibob, de organisatiestructuur, de zeggenschapsverhouding, de wijze van financiering of onderaannemers in geval van een overheidsopdracht. Aan de hand van de verstrekte gegevens (persoonlijk en zakelijk) start de gemeente het eigen onderzoek, waarbij de gemeente ook gebruik maakt van informatie uit zowel openbare bronnen als niet-openbare bronnen (politiegegevens, justitiële gegevens). In het onderzoek wordt gekeken of er sprake is van een integriteitsrisico voor de gemeente. Er is sprake van een integriteitsrisico als met de betreffende beschikking, vastgoedtransactie of overheidsopdracht, – kort gezegd – geld zal worden witgewassen (a-grond) en/of strafbare feiten zal worden gepleegd (b-grond) zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.
Er zijn drie uitkomsten van een het eigen Bibob-onderzoek mogelijk m.b.t. een integriteitsrisico, te weten:
Bij ernstig gevaar kan de gemeente het volgende doen:
Bij mindere mate van gevaar kunnen voorwaarden en/of voorschriften worden gesteld aan de betreffende beschikking, vastgoedtransactie of overheidsopdracht, gericht op het wegnemen of beperken van enig gevaar. Deze voorwaarden en/of voorschriften zijn gericht op het wegnemen of beperken van dergelijk gevaar. Indien niet wordt voldaan aan een op grond van deze bepaling gegeven voorschrift, kan het bestuursorgaan de beschikking intrekken.
Artikel 6.2 Landelijk Bureau Bibob
Mocht de gemeente na afronding van het eigen onderzoek over onvoldoende gegevens beschikken om zelfstandig een besluit te nemen, dan kan de gemeente het Landelijk Bureau Bibob (hierna: LBB) om advies vragen. Het LBB heeft nadere bevoegdheden om informatie te achterhalen en/of te verschaffen over betrokkene en diens betreffende omgeving. De gemeente stelt betrokkene op de hoogte dat het LBB om advies is gevraagd. Het LBB neemt het onderzoek dan over en brengt een gemotiveerd advies uit aan de gemeente met een van voornoemde uitkomsten.
Artikel 6.3 Gevolgen niet meewerken Bibob-onderzoek
De gemeente biedt de betrokkene een redelijke termijn om het Bibob-vragenformulier volledig ingevuld met de daarbij behorende gegevens en documenten te retourneren. Het niet volledig invullen van het formulier en/of het ontbreken van de te verstrekken documenten, of het niet (tijdig) retourneren hiervan kan worden beschouwd als het niet meewerken of het weigeren mee te werken aan het Bibob-onderzoek. Dit kan leiden tot het volgende bij een:
Bij een aanvraag van een beschikking, zoals bedoeld in de Wet Bibob, kan dit leiden tot het buiten behandeling stellen van de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De gemeente heeft dan immers onvoldoende gegevens voorhanden om een aanvraag inhoudelijk te beoordelen aan de kaders van de Wet Bibob, waardoor geen besluit op de aanvraag kan worden genomen.
Naast het volledig invullen van het Bibob-vragenformulier, moet deze ook naar waarheid te worden ingevuld. Het opzettelijk verschaffen van onjuiste informatie is strafbaar, net als het opzettelijk weglaten van informatie (art. 227a en 227b, Wetboek van Strafrecht). De gemeente kan de vergunning in dat geval weigeren of intrekken, een vastgoed-/grondtransactie niet aangaan dan wel een inschrijver voor een overheidsopdracht uitsluiten (artikel 3 lid 6 van de Wet Bibob). Indien er een vermoeden bestaat dat ter verkrijging of behoud van de (ver)gunning een strafbaar feit, bijvoorbeeld valsheid in geschrifte, is gepleegd kan de gemeente aangifte doen bij de politie. Van deze bevoegdheid zal de gemeente in beginsel gebruik maken.
Artikel 6.4 Melding en Tip-bevoegdheid
De gemeente zal bij een zelfstandige gevaarsbeoordeling (beoordeling zonder advies van het LBB) of als er een vermoeden is dat betrokkene zich terugtrekt vanwege het toepassen van de Wet Bibob, hiervan melding doen aan het LBB via het Bibob-register, zoals bedoeld in artikel 7a lid 7 en lid 8 van de Wet Bibob.
Op grond van artikel 28 Wet Bibob is eenieder, die krachtens de Wet Bibob informatie verwerkt met betrekking tot een derde, verplicht tot geheimhouding van deze informatie. De gemeente zal op verzoek de informatie verkregen op grond van de Wet Bibob verstrekken aan andere gemeenten en/ of rechtspersonen met een overheidstaak zoals bedoeld en onder de voorwaarden als genoemd in artikel 28, tweede lid, onder m van de Wet Bibob.
Artikel 7.1 Afwijken beleidsregel
In deze beleidsregel geeft de gemeente aan in welke gevallen zij een Bibob-onderzoek uitvoert. De gemeente behoudt echter te allen tijde het recht om, indien de omstandigheden dat vereisen, af te wijken van de beleidsregel.
Als wordt afgeweken van de beleidsregel en/of als een geval niet past binnen de toepassing van voornoemde artikelen in deze beleidsregel, maar wel valt onder het bereik van de Wet Bibob, dan kan de gemeente toch overgaan tot het starten van een Bibob-onderzoek als:
Artikel 7.3 Uitsluitsel (semi) overheid eigen onderzoek
Uitvoering van het eigen onderzoek blijft in beginsel achterwege in het geval een aanvraag afkomstig is van een overheidsinstantie, semioverheidsinstantie, woning(bouw)corporatie (die op grond van de Woningwet zijn aangewezen als toegelaten instellingen voor de volkshuisvesting).
Artikel 8.1 Intrekken oude beleidsregel
De ‘Beleidslijn toepassing Wet Bibob Oostzaan 2017’ wordt ingetrokken met ingang van het moment waarop deze beleidsregel in werking treedt.
Dit beleid zal worden bekendgemaakt door plaatsing in de lokale nieuwsbrief en publicatie op overheid.nl.
Aldus vastgesteld op 01-04-2025
Burgemeester van Oostzaan,
Het college van burgemeester en wethouders van Oostzaan,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-171699.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.