Regeling Leefbaarheidsfonds gemeente Weert

Burgemeester en wethouders van Weert;

Gezien de door de raad aangenomen motie dd. 4 juli 2024 met betrekking tot de invoering van een regeling leefbaarheidsfonds;

Overwegende dat het wenselijk is om nadere regels te stellen voor het toekennen van incidentele en/of projectsubsidie ten behoeve van activiteiten op het terrein van maatschappelijke ondersteuning en het terrein van initiatieven ter verbetering van de leefbaarheid in wijken, dorpen, buurten en straten.

Gelet op het bepaalde in hoofdstuk 2 van de Algemene subsidieverordening Weert 2017;

Besluit:

vast te stellen de Regeling Leefbaarheidsfonds gemeente Weert:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a. ASV 2017: de Algemene Subsidieverordening Weert 2017;

• b. organisatie: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit met als doel het organiseren van activiteiten of ontplooien van initiatieven zonder winstoogmerk voor de inwoners van de gemeente Weert;

• c. natuurlijk persoon: inwoner van de gemeente Weert;

• d. samenwerkingsverband: een groep mensen (natuurlijke personen) die projectmatig met elkaar samenwerken aan een specifieke activiteit of specifiek project.

• e. initiatief: een met gebruikmaking van de subsidie te leveren product, activiteit, prestatie of dienst welke ingebracht wordt door een organisatie, natuurlijk persoon of samenwerkingsverband;

• f. inhoudelijk verslag: een kort verslag, eventueel aangevuld met foto- of filmmateriaal, dat een goed beeld geeft van het verloop en/of uitkomst van het gesubsidieerde initiatief;

• g. financieel verslag: een overzicht van het financiële resultaat van het uitgevoerde gesubsidieerde initiatief;

• h. college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weert

Artikel 2. Algemene bepaling

• 1. Deze subsidieregeling is een regeling als bedoeld in artikel 3 lid 2 ASV 2017.

• 2. De bepalingen van de ASV 2017 zijn van toepassing voor zover daarvan in deze regeling niet wordt afgeweken.

Artikel 3. Bevoegdheden college

Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering van de regeling.

Artikel 4. Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan organisaties, natuurlijke personen, of samenwerkingsverbanden, die woonachtig of statutair gevestigd zijn in de gemeente Weert.

Artikel 5. Doel van de regeling

Het college wil inwoners die uit eigen initiatief een positieve bijdrage willen leveren aan de woonomgeving, leefbaarheid en sociale cohesie binnen de gemeente Weert, op een toegankelijke manier breed ondersteunen, waaronder ook het leveren van een financiële bijdrage voor zover passend binnen deze regeling.

Artikel 6. Subsidiabele initiatieven

Organisaties, natuurlijke personen of samenwerkingsverbanden kunnen subsidie aanvragen als bijdrage in de kosten van een initiatief dat bij draagt aan minimaal één van de volgende doelen:

• 1. het bevorderen van sociale cohesie in de Weerter samenleving;

• 2. het bevorderen van biodiversiteit in de openbare ruimte;

• 3. het verfraaien van de openbare ruimte met als doel het stimuleren van ontmoeting;

Daarnaast worden de volgende voorwaarden gesteld:

• a. De subsidie wordt beschikbaar gesteld voor initiatieven die worden uitgevoerd in de gemeente Weert en gericht zijn op inwoners en ingezetenen van de gemeente Weert;

• b. Het initiatief kan rekenen op draagvlak in de directe omgeving;

• c. Het initiatief kan zonder de financiële bijdrage niet plaatsvinden.

Hoofdstuk 2 Aanvraag, verlening en vaststelling

Artikel 7. Subsidieaanvraag

• 1. Voor een financiële bijdrage uit het Leefbaarheidsfonds is het indienen van een subsidieaanvraag nodig.

• 2. Een aanvraag voor subsidie moet minimaal 6 weken voorafgaand aan de startdatum van het initiatief worden ingediend. De aanvraag wordt ingediend via het daarvoor bestemde aanvraagformulier. De aanvraag kan worden ingediend via de gemeentelijke website, per e-mail of per brief.

• 3. In de aanvraag wordt opgenomen:

  • a. wie de activiteit organiseert en welke overige participanten eventueel deelnemen aan het initiatief;

  • b. voor welke activiteit subsidie wordt gevraagd;

  • c. voor wie de activiteit wordt georganiseerd of is bedoeld;

  • d. waar en wanneer de activiteit plaats gaat vinden en de duur daarvan;

  • e. op welke wijze het initiatief bijdraagt aan de verbetering van de leefbaarheid;

  • f. een activiteitenbegroting, waarin zowel de uitgaven als inkomsten gespecificeerd zijn opgenomen.

  • g. de publiciteit voor de activiteit.

Artikel 8. Beoordeling subsidieaanvraag

Het college beoordeelt de aanvraag op basis van de verstrekte informatie, de regeling Leefbaarheidsfonds en de beschikbare financiële middelen.

Artikel 9. Hoogte subsidie

• 1. De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 2.500 per aanvraag. Hier kan met gemotiveerde redenen van afgeweken worden tot een maximum van € 5.000 per initiatief.

• 2. Bij de hoogte van de subsidie wordt uitsluitend gekeken naar de kosten die rechtstreeks bijdragen aan het doel van de regeling en in artikel 10 niet zijn uitgesloten.

Artikel 10. Niet subsidiabele kosten

• a. loonkosten, tenzij deze nodig zijn voor een aanpassing aan openbare ruimte voortkomend uit artikel 6, onder 2;

• b. bijdrage in reguliere exploitatiekosten;

• c. vrijwilligersvergoedingen (voor inzet van uren);

• d. investeringen in gebouwen van particulier eigendom.

Artikel 11. Beschikking en vaststelling

• 1. Binnen 6 weken na het indienen van een volledige aanvraag volgt een beschikking met daarin het besluit van het college van Burgemeester en Wethouders.

• 2. Bij een subsidieverlening van een bedrag lager of gelijk aan €2500,00 wordt de verleende subsidie direct vastgesteld.

• 3. Bij een subsidieverlening van een bedrag hoger dan €2500,00 dient binnen 4 weken na beëindiging van het initiatief, een subsidievaststelling te worden ingediend, inclusief bewijsmiddelen. Deze omvatten in ieder geval een inhoudelijk en financieel verslag.

• 4. Binnen 6 weken na een volledige en juiste aanvraag tot subsidievaststelling wordt de subsidie vastgesteld.

Artikel 12. Subsidieplafond

• 1. Voor deze regeling geldt een subsidieplafond van € 75.000,- per kalenderjaar voor de jaren 2025, 2026 en 2027.

• 2. Het beschikbare bedrag voor subsidieverstrekking wordt in geval van positieve besluitvorming verleend op basis van volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij alleen volledige aanvragen in behandeling worden genomen. Daarbij geldt tevens:

  • a. Aanvragen die in een bepaald jaar niet meer financieel kunnen worden bekostigd vanwege het bereiken van het subsidieplafond worden met voorrang aan het begin van het nieuwe jaar beoordeeld. De aanvragers hoeven hiervoor geen nieuwe aanvraag in te dienen.

  • b. Aanvragen die voor 1 januari 2028 zijn binnen gekomen zullen in behandeling worden genomen mits er nog gelden beschikbaar zijn binnen het subsidieplafond.

  • c. Een aanvrager zoals bedoeld in art. 1 sub b, c of d kan maximaal tweemaal subsidie aanvragen voor hetzelfde initiatief over de periode van de looptijd van de regeling.

Artikel 13. Weigeringsgronden voor subsidie

In aanvulling op de ASV 2017 wordt de subsidie niet verstrekt wanneer:

• a. op andere wijze voor het aangevraagde initiatief reeds subsidie van de gemeente Weert wordt verstrekt;

• b. er een commercieel belang gediend wordt;

• c. het initiatief in strijd is met wet- en regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde;

• d. de aanvraag is ingediend nadat de activiteiten hebben plaatsgevonden of het tijdvak waarvoor subsidie wordt aangevraagd is verstreken;

• e. deze in strijd is met overige regels bij of krachtens deze verordening gesteld.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen

Artikel 14 Verplichtingen

In aanvulling op de ASV 2017 geldt dat:

• a. het subsidiabele initiatief uiterlijk binnen een half jaar na verlening en vaststellen van de subsidie daadwerkelijk van start gaat;

• b. de subsidieontvanger binnen 4 weken nadat de subsidiabele activiteiten zijn afgerond, ter informatie een inhoudelijk en financieel verslag aan het college overlegt, waaruit ten minste een doelmatige besteding van subsidie blijkt;

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen een artikel of artikelen bij of krachtens deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken wanneer de toepassing van deze artikelen leidt tot onredelijk nadelige gevolgen gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger.

Artikel 16 Inwerkingtreding en duur

• 1. Deze subsidieregeling treedt in werking per 1 april 2025.

• 2. Deze subsidieregeling vervalt uiterlijk 31 december 2027, of wanneer het subsidieplanfond bereikt is.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling Leefbaarheidsfonds gemeente Weert’.

Toelichting subsidieregeling Leefbaarheidsfonds gemeente Weert

Weert is een bruisende gemeente met inwoners die graag samen leuke dingen bedenken, doen en organiseren. De gemeente kan inwoners hierbij inhoudelijk en financieel ondersteunen. Met een lokaal leefbaarheidsfonds kan de gemeente deze initiatieven sneller mogelijk maken. Het gaat hierbij om evenementen en activiteiten die de leefbaarheid en sociale cohesie in wijken en dorpen versterken.

Deze subsidieregeling is bedoeld om deze initiatieven aan te jagen. Deze regeling kan worden aangevraagd door natuurlijke personen, samenwerkingsverbanden, verenigingen, stichtingen en ook wijk- en dorpsraden.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In artikel 1 worden een aantal begrippen uitgelegd, die in de tekst van de regeling worden gebruikt, om interpretatieverschillen te voorkomen.

Artikel 2. Algemene bepaling

In artikel 2 lid 1 wordt vastgelegd dat deze regeling volgt uit artikel 3 lid 2 ASV 2017. Daarmee heeft de raad op grond van artikel 156 lid 1 en 3 Gemeentewet de bevoegdheid aan het college gedelegeerd om ter uitvoering van de ASV 2017, binnen de door de raad vastgestelde beleidskaders, nadere regels vast te stellen. Deze nadere regels bevatten algemeen verbindende voorschriften en hebben dezelfde status als een verordening.

In lid 2 wordt bepaald dat alle bepalingen uit de ASV 2017 van toepassing zijn, tenzij er in deze regeling wordt afgeweken.

Artikel 3. Bevoegdheden college

Het college van Burgemeester en Wethouders is verantwoordelijk voor de uitvoering van de ASV 2017. Dat betekent dat het college bevoegd is om:

• te beslissen op aanvragen voor subsidie en deze vast te stellen;

• aanvragen in te trekken of te wijzigen;

• andere bevoegdheden uit te voeren die volgen uit de Algemene wet Bestuursrecht dan wel de ASV 2017 en deze regeling, voor zover de raad deze uitvoering niet aan zichzelf heeft voorbehouden.

Artikel 4. Doelgroep

In dit artikel wordt de doelgroep beschreven, die voor subsidie in aanmerking kan komen.

Artikel 5. Doel van de regeling

In dit artikel wordt de bedoeling van de regeling uitgelegd. Het college wil inwoners die door het organiseren van activiteiten een positieve bijdrage willen leveren aan de woonomgeving, leefbaarheid en sociale cohesie binnen de gemeente Weert, op een toegankelijke manier breed ondersteunen, waaronder ook het leveren van een financiële bijdrage voor zover passend binnen deze regeling.

Artikel 6. Subsidiabele activiteiten

In dit artikel wordt aangegeven aan welke criteria een activiteit moet voldoen om subsidie te kunnen krijgen.

Bij het initiatief moeten meerdere inwoners actief betrokken zijn. Zowel bij de voorbereiding als bij de uitvoering. Het is dus niet mogelijk om als individu een activiteit in te dienen als daar geen andere mensen bij betrokken zijn. De activiteit moet voor inwoners dan wel ingezetenen van de gemeente Weert zijn.

Het is van belang dat er draagvlak is voor de activiteit. Dit kan bijvoorbeeld aangetoond worden met een steunverklaring van een wijk- of dorpsraad, maar bijvoorbeeld ook met een lijst van handtekeningen die het initiatief (onder)steunen.

De activiteit moet bijdragen aan minimaal één van de doelen zoals beschreven in artikel 6.

Als de activiteit ook uitgevoerd kan worden zonder subsidie, dan wordt geen subsidie verleend. Met andere woorden; subsidie moet noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de activiteit. Bij het beoordelen van de hoogte van de subsidie wordt gekeken naar dat deel van het bedrag dat ook daadwerkelijk noodzakelijk is om de activiteit uit te kunnen voeren.

Hoofdstuk 2 Aanvraag, verlening en vaststelling

Artikel 7. Subsidieaanvraag

Het idee voor een voorgenomen activiteit of initiatief of de wens voor een gesprek kan gemeld worden via de gemeentelijke website. De contactgegevens staan op de gemeentelijke website. Na de melding dan wel aanvraag wordt tijdens een gesprek gezamenlijk bekeken welke ondersteuning van de gemeente wordt gevraagd.

Voor een financiële bijdrage uit het Leefbaarheidsfonds is het indienen van een subsidieaanvraag nodig. Een aanvraag om subsidie moet uiterlijk 6 weken voorafgaand aan de startdatum van de activiteit worden ingediend. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een daarvoor vastgesteld aanvraagformulier dat op de website kan worden ingevuld of worden gedownload. Een aanvraag kan ook per e-mail of per brief worden ingediend.

Het is mogelijk om in bijzondere gevallen (via toepassing van de hardheidsclausule) af te wijken van de termijn van 6 weken. Dit zou bijvoorbeeld kunnen als een initiatief zich pas aan dient kort voor een activiteit en het college van mening is dat de activiteit toch in aanmerking moet komen voor subsidie.

Artikel 8. Beoordeling subsidieaanvraag

Het college beoordeelt de aanvraag op basis van de bij de aanvraag verstrekte informatie, de vastgestelde beleidskaders en de beschikbare financiële middelen.

Artikel 9. Hoogte subsidie

In lid 1 is de subsidiegrondslag opgenomen waarop aanvragers maximaal aanspraak kunnen maken.

In lid 2 is vastgelegd dat bij de berekening van de subsidie alleen de kosten betrokken worden die rechtstreeks verband houden met het doel van deze regeling. Hiermee wordt beoogd te voorkomen dat er subsidie verleend wordt voor kosten die naar het oordeel van het college niet noodzakelijk zijn om het initiatief uit te kunnen voeren of kosten waarvoor geen subsidie verleend wordt (zie artikel 10).

Artikel 10. Niet subsidiabele kosten

In dit artikel worden kosten opgesomd waarvoor geen subsidie verleend wordt. Dit om zo verantwoord mogelijk om te gaan met de inzet van beperkte maatschappelijke middelen.

Dit zijn bijvoorbeeld loonkosten of kosten voor investeringen in gebouwen etc.

Artikel 11. Beschikking en vaststelling

In artikel 12 ASV 2017 staan de bepalingen opgenomen hoe het college de aangevraagde subsidie vaststelt. Afhankelijk van de hoogte van de subsidie worden subsidies direct of achteraf vastgesteld. In artikel 12 lid 6 ASV 2017 staat echter opgenomen dat het college categorieën van subsidies of subsidieontvangers kan aanwijzen, waarvoor de subsidie altijd direct wordt vastgesteld. Dit betekent dat de subsidieontvanger in die gevallen geen aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

Ten aanzien van de subsidie op grond van deze regeling, heeft het college bepaald dat deze in het geval van een bedrag lager of gelijk aan € 2.500,00 direct wordt vastgesteld. Dit voorkomt onnodige administratieve lasten voor zowel subsidieontvanger als de gemeente.

Bij alle andere beschikkingen dient binnen 4 weken na afronding een verzoek tot vaststelling te worden ingediend. Bij dit verzoek zijn ten minste gevoegd de bewijsmiddelen zoals opgenomen in artikel 14, een financieel en een tekstueel verslag. Binnen 6 weken na een volledige en juiste aanvraag volgt een vaststelling, waarbij een kortere servicenorm wordt nagestreefd.

Artikel 12. Subsidieplafond

In lid 1 is het subsidieplafond voor deze regeling vastgelegd. Het plafond is €75.000,00 per kalenderjaar voor de jaren 2025, 2026 en 2027.

In lid 2 is bepaald dat de beschikbare subsidie wordt verdeeld op basis van volgorde van binnenkomst. Hierbij geldt de datum waarop de aanvraag helemaal volledig is.

Artikel 13. Weigeringsgronden voor subsidie

In de ASV staan weigeringsgronden. In deze regeling staan nog extra weigeringsgronden. Je kunt geen subsidie krijgen als er al reeds voor hetzelfde initiatief subsidie is verstrekt uit een andere gemeentelijke subsidieregeling.

Ook wordt de subsidie geweigerd als er met de activiteit een commercieel belang gediend wordt of de activiteit in strijd is met wet- regelgeving.

Het is wenselijk en wordt gestimuleerd dat ook naar andere financieringsbronnen wordt gekeken. Andere financieringsbronnen kunnen bijvoorbeeld zijn subsidies op grond van andere lokale, provinciale of landelijk regelingen, giften, sponsoring, cofinanciering, eigen bijdrage etc.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen

Artikel 14. Verplichtingen

In sub a zijn de termijnen opgenomen waarbinnen de activiteit ten minste moet plaatsvinden. Hiermee beoogt het college te voorkomen dat het initiatief waarvoor subsidie is verleend niet of pas op een laat moment plaatsvinden.

In sub b is opgenomen dat de subsidieaanvrager binnen 4 weken nadat het initiatief is gestart een inhoudelijk en financieel verslag aan de gemeente overlegt. Dit verslag biedt inzicht in het verloop van de activiteit, de gerealiseerde doelstellingen en de kosten/baten. Onder een doelmatige besteding van gelden wordt een besteding zoals in de projectbegroting bedoeld.

Artikel 15. Hardheidsclausule

In dit artikel is de hardheidsclausule opgenomen. Hierin is bepaald dat het college gebonden is aan deze regeling en daarvan in principe niet kan afwijken.

Het college kan alleen afwijken indien er sprake is van:

• bijzondere omstandigheden; en

• onredelijke gevolgen; en

• gevolgen die onevenredig zijn in relatie met de doelen, die door deze regeling worden gediend.

De toepassing van de hardheidsclausule dient beperkt te blijven tot zeer bijzondere gevallen. De toepassing en motivering daarvan dient duidelijk uit de betreffende subsidiebeschikking en het onderliggend subsidiedossier te blijken.

Artikel 16. Inwerkingtreding en duur en Artikel 17. Citeertitel

Deze artikelen behoeven geen toelichting