Subsidieregeling klimaatadaptatie maatregelen Ermelo 2025

Burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo;

overwegende:

• dat het college bevoegd is op grond van artikel 2.1. van de Algemene subsidieverordening Ermelo 2024 voor bepaalde vormen van subsidie nadere regels te stellen dan wel specifieke nadere regelingen vast te stellen;

• dat het op grond van de volgende vastgestelde beleidsdocumenten

  • programma Water en Riolering 2025 – 2029

  • visie en uitvoeringsprogramma duurzaamheid 2024 - 2028

  • omgevingsvisie Ermelo

• gewenst is klimaat adaptieve voorzieningen op privaat terrein te stimuleren;

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet, Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Ermelo 2024;

BESLUITEN:

vast te stellen de: Subsidieregeling klimaatadaptatie maatregelen Ermelo 2025

Hoofdstuk 1

Artikel 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regeling wordt verstaan onder:

• a. aanvraag: een aanvraag om subsidie zoals bedoeld in deze regeling die de aanvrager indient;

• b. aanvrager: een meerderjarig natuurlijk persoon voor zover die krachtens het eigendomsrecht eigenaar is van het pand, dan wel huurder of pachter is van het pand en met instemming van de eigenaar een aanvraag indient;

  • afkoppelen: Hemelwater aangesloten op het gemengd rioolstelsel via fysieke ingrepen loskoppelen en ter plaatse vasthouden of infiltreren en wanneer dat niet mogelijk is via oppervlaktewater of het hemelwaterriool verwerken;

• c. Asv: Algemene subsidieverordening Ermelo 2024;

• d. BAG: Basisregistraties Adressen en Gebouwen;

• e. bebouwde kom: begrenzing van bebouwde kern als bepaald in art. 20a Wegenverkeerswet 1994;

• f. bestaand pand: een pand dat binnen de gemeentegrenzen van Ermelo staat, dat is vergund dan wel is opgericht vóór 1 januari 2015;

• g. dakoppervlak: de horizontale projectie van een dakoppervlak van een pand of een onderdeel daarvan (aanbouw(en), uitbouw(en) en/of bijgebouw(en)) van een pand;

• h. gemengd rioleringsstelsel: riolering in de openbare ruimte voor de gecombineerde inzameling en afvoer van afvalwater en hemelwater naar de rioolwaterzuivering;

• i. groen dak: dak met een laag vegetatie als onderdeel van de dakconstructie, hoofdzakelijk bestaand uit levende planten (vegetatiedak), zeer traag groeiend en sterk ‘zelfvoorzienend’;

• j. groenblauw dak: intensief groen dak met dikkere substraat laag waarin veel neerslag tijdelijk vastgehouden kan worden, eventueel in combinatie met actieve sturing op berging van pieken en vertraagde afvoer;

• k. groene gevel: een klimconstructie bevestigd aan een gevel voorzien van klimplanten in de vaste grond (grondgebonden systeem) of met een substraat (substraat systeem);

• l. hemelwater: regenwater, ijzel, sneeuw en hagel;

• m. hemelwater riolering: riolering in de openbare ruimte alleen bestemd voor de inzameling en afvoer van hemelwater, doorgaans naar oppervlaktewater;

• n. infiltratie: het op eigen terrein hemelwater infiltreren van een afgekoppeld dakoppervlak of bestrating in de bodem door via het maaiveld (bodempassage) of door middel van een (boven- of ondergrondse)voorziening;

• o. infiltratieveld: een verlaging van het bestaande maaiveld waardoor ‘extra holle ruimte’ onder het lokale maaiveld wordt gecreëerd (dus niet uitgraven en daarna weer opvullen met materiaal van welke aard dan ook). De bodem van het infiltratieveld dient zodanig te zijn opgebouwd dat het water na volledige vulling binnen 2 etmalen in de bodem weg kan zakken;

• p. klimaatadaptatie maatregel: maatregel, product of activiteit gericht op het beperken van de gevolgen van een veranderend klimaat en/of het versterken van de biodiversiteit;

• q. nuttig gebruik hemelwater: buffering en filtering van neerslag met (laagwaardig) gebruik ter vervanging van drinkwater, bijvoorbeeld als waswater, spoelwater toilet, toepassing in wasmachine/vaatwasser, etc.;

• r. oppervlaktewater: openbaar water, bijvoorbeeld een vijver of sloot, waarop hemelwater geloosd kan worden;

• s. pand: woning inclusief aanbouw(en), uitbouw(en) en bijgebouw(en), die zijn opgenomen in de BAG, als woonfunctie of logiesfunctie, en legaal gebouwd;

• t. perceel: alle bij het pand behorende grond, zijnde erf, tuin, terrein en ondergrond die zijn opgenomen in de BAG;

• u. tuincoach: een door de gemeente aangestelde adviseur die advies geeft over de mogelijkheden m.b.t. klimaat adaptieve maatregelen;

• v. vergroenen: verharding, in de vorm van asfalt, beton, steen of ander slecht waterdoorlatend materiaal, in een tuin of op een terrein vervangen door beplanting als gras, planten, struiken of bomen; ook wel ontstenen genoemd;

• w. verhard oppervlak: het oppervlak van daken, wegen, verharde terreinen, waarvan hemelwater tot afstroming komt naar een riool;

Artikel 1.2 Asv

• 1. Op deze regeling is de Asv van toepassing. Indien in deze regeling regels zijn gegeven die afwijken van de Asv, gaan de regels uit deze regeling voor op die uit de Asv, voor zover de Asv de afwijking toestaat.

• 2. De subsidies die op grond van deze regeling worden verstrekt zijn aan te merken als eenmalige subsidies.

Artikel 1.3 Doel, doelgroepen en strekking van de subsidie

• 1. Deze regeling heeft als doel inwoners in de gemeente Ermelo te stimuleren om zelf klimaatmaatregelen te treffen op/bij hun pand. Het gaat om lokale maatregelen op privaat terrein waarmee effecten van de klimaatverandering worden beperkt, zoals wateroverlast, droogte en hitte (klimaatadaptatie). De maatregelen leiden tot een afname van de risico’s op (economische) schade en ongemak en de versterking van de biodiversiteit.

• 2. Voor subsidie op grond van deze regeling komen uitsluitend aanvragers zoals omschreven onder artikel 1.1 onder b in aanmerking.

Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten en maatregelen

• 1. Het college kan aan een aanvrager voor de volgende categorieën maatregelen (a. t/m h.) subsidie verstrekken onder de in deze regeling opgenomen voorwaarden:

  • a. het plaatsen van een regenton, -zuil en/of –schutting;

  • b. het planten van loofbomen en/of heesters;

  • c. het afkoppelen van hemelwater voor berging en/of infiltratie;

  • d. ontstenen en vergroenen;

  • e. het aanleggen van een groen dak;

  • f. het aanleggen van een groene gevel (verticale tuin);

  • g. het realiseren en in werking hebben van een installatie voor nuttige toepassing van gebufferd hemelwater in een pand (jaarrond);

  • h. het vervangen of vergroenen van niet groene erfafscheiding met groene erfafscheiding.

Artikel 1.5 Subsidieplafond en verdeelregels

• 1. Het college stelt jaarlijks voor het daaropvolgende kalenderjaar een subsidieplafond als bedoeld in artikel 4:22 van de Awb, vast en neemt daarbij de gemeentebegroting in acht.

• 2. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst tot het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 3. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is.

• 4. Volledige aanvragen die op dezelfde datum in de volgorde van ontvangst zijn opgenomen, worden geacht tegelijkertijd te zijn ontvangen. Tussen deze aanvragen wordt geloot, indien toekenning tot overschrijding van het betreffende subsidieplafond zou leiden.

• 5. Voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de subsidie verleend tot maximaal het nog beschikbare subsidiebudget.

Artikel 1.6 Algemene voorwaarden en verplichtingen

• 1. Het college kan aan de aanvrager een subsidie verlenen onder de volgende algemene voorwaarden en verplichtingen:

  • a. met het treffen van de voorzieningen wordt het beleidsdoel zoals genoemd in artikel 1.3 in voldoende mate gediend;

  • b. het combineren van maatregelen uit verschillende categorieën, zoals opgenomen in artikel 1.4 is mogelijk. Het is echter niet mogelijk om maatregelen uit de categorieën c of e of g te stapelen voor hetzelfde dakvlak, deze kunnen enkel worden gecombineerd met een maatregel vermeld onder a, b, d, f en h;

  • c. de materialen voor de maatregel(en) zijn maximaal 6 maanden voor realisatie aangekocht;

  • d. de aanvraag kan uitsluitend achteraf worden ingediend tot uiterlijk 6 maanden na realisatie van de maatregel(en) waar de aanvraag betrekking op heeft;

  • e. de aanvraag is ingediend op een door het college te verstrekken aanvraagformulier. De aanvraag is volledig ingevuld en voorzien van alle informatie en bijlagen die op het aanvraagformulier verplicht zijn gesteld en in artikel 1.7 staan opgenomen;

  • f. er wordt voor minimaal € 35,- subsidie aangevraagd;

  • g. per categorie maatregelen zoals genoemd in artikel 1.4 kan er één aanvraag per pand worden ingediend per kalenderjaar;

  • h. ontwerp, aanleg en/of installatie zijn deugdelijk uitgevoerd;

  • i. de maatregel voldoet aan de geldende wet- en regelgeving (waaronder het welstandsbeleid en de bouwverordening) en is, indien van toepassing, voorzien van de benodigde vergunningen (omgevingsvergunning, monumentenvergunning, etc.);

  • j. de aanvrager dient de voorziening(en), waarvoor subsidie op grond van deze regeling is verstrekt, blijvend in stand te houden en deugdelijk te onderhouden;

  • k. vervanging, reparatie of uitbreiding van een bestaande maatregel is uitgesloten van subsidie;

  • l. steekproefsgewijs kan worden gecontroleerd of de maatregelen zijn uitgevoerd en in dat kader is de aanvrager verplicht om gegevens te overleggen en medewerking te verlenen aan een eventuele controle ter plaatse.

• 2. Naast deze algemene voorwaarden en verplichtingen die voor iedere maatregel gelden, gelden er per maatregel ook nog specifieke voorwaarden en verplichtingen. Die zijn hieronder in hoofdstuk 2 per maatregeling opgenomen;

Artikel 1.7 Aanvraag

• 1. Na het realiseren van de maatregel (en), kan de aanvrager een aanvraag om subsidie indienen door het insturen van:

  • a. een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;

  • b. een factuur (op naam) met (technische) specificaties/omschrijving maatregel voorzien van aankoopdatum en/of uitvoeringsdatum;

  • c. een foto van de bestaande situatie zonder voorziening (voor situatie) en een foto van de nieuwe situatie met voorziening, waarbij het pand en/of perceel op de foto duidelijk zichtbaar is;

  • d. bij maatregel c een positief advies van de tuincoach;

  • e. als deze is vereist: een omgevingsvergunning;

  • f. als u huurder of pachter bent: schriftelijke toestemming van de eigenaar, en;

  • g. als uw woning onderdeel uitmaakt van een VvE: schriftelijke toestemming van de eigenaar of deelnemers in de desbetreffende VvE;

• 2. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van de beslissing op de aanvraag noodzakelijk respectievelijk voldoende zijn.

Artikel 1.8 Beslissing op aanvraag

• 1. Het college neemt binnen 8 weken na de ontvangst van de volledige aanvraag een beslissing.

• 2. Het college kan deze termijn eenmalig met vier weken verlengen.

• 3. Als het college de subsidie verleent, wordt deze gelijktijdig vastgesteld.

• 4. Het college stelt de subsidie vast met inachtneming van de maximale subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 2.2, 3.2, 4.2, 5.2, 6.2, 7.2, 8.3 en 9.2.

• 5. De betaling van de subsidie vindt plaats binnen 4 weken na de subsidievaststelling.

Hoofdstuk 2 Subsidie per maatregel

Artikel 2 PLAATSEN REGENTON, -ZUIL OF –SCHUTTING

Artikel 2.1 Subsidievoorwaarden

• 1. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel a., gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a. de aanvraag betreft een pand binnen de bebouwde kom, en;

  • b. er wordt minimaal 5 m2 verhard oppervlak aangesloten per regenton, regenzuil of schuttingsegment;

  • c. de regenton, regenzuil of het schuttingsegment heeft een minimale capaciteit van 100 liter;

  • d. de regenton(nen), zuil(en) of schutting wordt permanent geplaatst bij het betreffende pand;

  • e. per aanvraag wordt subsidie verstrekt voor maximaal 2 van de onder c. geformuleerde maatregelen.

Artikel 2.2 Hoogte subsidie

• 1. De subsidie voor een regenton/regenzuil met minimaal 100 liter bedraagt € 40,- per regenton/regenzuil.

• 2. De subsidie voor een regenton/regenzuil met minimaal 180 liter bedraagt € 60,- per regenton/regenzuil.

• 3. De subsidie voor een regenton/regenzuil/regenschutting van minimaal 350 liter bedraagt € 80,- per regenton/regenzuil/regenschutting.

Artikel 3 PLANTEN VAN LOOFBOMEN EN/OF HEESTERS Artikel 3.1 Subsidievoorwaarden

• 1. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel b., gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a. de aanvraag betreft een perceel binnen de bebouwde kom, en;

  • b. de te planten boom/heesters moet aan één van de volgende voorwaarden voldoen:

    • i. inheemse boom/heester;

    • ii. fruitboom of;

    • iii. bloeiende boom/heester.

  • Op de website van de gemeente Ermelo is een lijst met geschikte bomen en heesters opgenomen die aan deze voorwaarden voldoen.

  • c. de oppervlakte van de tuin dient in verhouding te zijn tot de boomgrootte.

    Daarom gelden de volgende uitgangspunten om voor subsidie in aanmerking te komen:

    • i. Tuin oppervlakte	Boomgrootte (volwassen hoogte)
      < 50 m2 (o.a. voortuinen)	tot 6 m
      50 - 200 m2	6-12 m
      > 200 m2	>12 m

    • ii. Type boom	Stamomtrek (gemeten op 1 m hoogte bij aanschaf)
      Inheemse boom	>12 cm
      Fruitboom	>10 cm
      Bloeiende boom	>12 cm

• 2. Geen subsidie wordt verstrekt voor:

  • a. bomen die in het kader van een herplantverplichting moeten worden geplant;

  • b. bomen die geplant worden binnen 2 meter van de erfgrens;

  • c. struiken/heesters die geplant worden binnen 50 centimeter van de erfgrens zonder dat er een akkoordverklaring is van de eigenaar van het aanpalende perceel.

Artikel 3.2 Hoogte subsidie

• 1. De subsidie voor het plaatsen van bomen bedraagt maximaal € 35,- per boom en maximaal € 5,-per heester.

• 2. Per perceel wordt niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van € 140,- gesubsidieerd.

Artikel 4 AFKOPPELEN HEMELWATER

Artikel 4.1 Subsidievoorwaarden

• 1. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel c., gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a. de aanvraag betreft een bestaand pand binnen de bebouwde kom, en;

  • b. bij infiltratie op eigen perceel moet er sprake zijn van een voldoende niet afgedekte bodem die geschikt is voor infiltratie van regenwater, of het afgekoppelde hemelwater moet kunnen worden geloosd in het hemelwaterriool of oppervlaktewater;

  • c. de infiltratie van het afgekoppelde hemelwater op eigen terrein of de afvoer van hemelwater naar het hemelwaterriool of oppervlaktewater is in de specifieke situatie naar het oordeel van het college haalbaar;

  • d. het afkoppelen veroorzaakt op geen enkele wijze overlast;

  • e. het afkoppelen leidt niet tot ongewenste effecten vanuit milieuhygiënisch of hydrologisch oogpunt;

  • f. de af te koppelen oppervlakte bedraagt minimaal 5 m2;

  • g. in de huidige situatie moet u aangesloten zitten op het gemengde rioleringsstelsel;

  • h. in de aanvraag geeft u aan hoe het water wordt opgevangen en vervolgens infiltreert in de bodem (de infiltratievoorziening). Denk bijvoorbeeld aan een verlaging in uw tuin (wadi), kratjes, regenwaterschutting, grindkoffer etc;

  • i. het regenwater mag niet afstromen naar de buren. Zorg voor een noodoverloop naar de openbare weg (in geval bij extreme buien (meer dan 20 mm);

  • j. er moet minimaal 20 liter per m2 afgekoppeld dak aan buffer aanwezig zijn in uw tuin/ infiltratievoorziening. Voorbeeld: 50 m2 dak > 50m2 x 20 lt = 1000 lt (1 m3);

  • k. de aanpassing moet vooraf worden afgestemd met een van onze tuincoaches. De tuincoach kan u adviseren over de afkoppelmogelijkheden in uw tuin en de daarbij behorende subsidie. Zo weet u vooraf zeker dat u in aanmerking komt voor de subsidie. Zonder akkoord van de tuincoach kan de aanvraag niet behandeld worden.

• 2. De subsidie wordt geweigerd:

  • a. Indien naar het oordeel van het college hemelwater dat afstroomt van afgekoppeld verhard oppervlak niet geïnfiltreerd kan worden in de bodem, of kan worden afgevoerd naar een hiervoor geschikte voorziening.

  • b. Als de tuincoach niet akkoord is met de toegepast maatregel of de tuincoach niet is geraadpleegd voorafgaand aan de aanvraag.

  • c. Indien het aannemelijk is dat afstromend hemelwater onderweg naar de infiltratievoorziening, hemelwaterriool of oppervlaktewater vervuild raakt met milieu belastende stoffen zoals meststoffen, minerale olie, uitlogende zware metalen, chemische onkruidbestrijdingsmiddelen.

Artikel 4.2 Hoogte subsidie

• 1. De subsidie voor het afkoppelen van verhard oppervlak bedraagt € 8,- per m2 dakoppervlak dat wordt afgekoppeld tot maximaal 125 m2.

• 2. De subsidie bedraagt maximaal € 1.000,- per aanvraag.

Artikel 5 ONTSTENEN EN VERGROENEN

Artikel 5.1 Subsidievoorwaarden

• 1. De maatregelen die aangelegd worden betreffen een groenere tuin of terrein waarbij bestaande verharding wordt vervangen voor groen (heesters, hagen, vaste planten, bomen, gras, etc.). Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel d, gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a. de aanvraag betreft een perceel binnen de bebouwde kom, en;

  • b. het moet gaan om bestaande verharding die er aantoonbaar minimaal 1 jaar heeft gelegen.

• 2. De subsidie wordt geweigerd:

  • a. indien het de eerste aanleg van een (deel van een) tuin of terrein betreft.

Artikel 5.2 Hoogte subsidie

• 1. De subsidie voor het ontstenen en vergroenen bedraagt € 10,- per m2.

• 2. De subsidie bedraagt maximaal € 500,- per perceel.

Artikel 6 GROENE DAKEN

Artikel 6.1 Subsidievoorwaarden

• 1. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel e., gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a. de aanvraag betreft een pand binnen de bebouwde kom, en;

  • b. met het aanbrengen van een groen/groenblauw dak wordt het vasthouden en vertragen van hemelwater gediend, de aanvrager moet aantonen dat het groen/ groenblauw dak minimaal 10 mm water kan bergen/ vertraagd afvoeren.

Artikel 6.2 Hoogte subsidie

• 1. De subsidie voor het aanleggen van een groen/groenblauw dak bedraagt 50% van de werkelijke kosten tot maximaal € 50,- per m2 aangelegd dak.

• 2. De subsidie bedraagt maximaal € 2.500,- per aanvraag.

Artikel 7 GROENE GEVEL

Artikel 7.1 Subsidievoorwaarden

• 1. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel f., gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a. de aanvraag betreft een pand binnen de bebouwde kom, en;

  • b. de groengevel wordt voorzien van een klimconstructie met klimplanten;

  • c. voor de klimplanten moet voldoende ruimte zijn en grondverbeteringen worden uitgevoerd om de groene gevel succesvol te ontwikkelen, e.e.a. conform advies leverancier.

Artikel 7.2 Hoogte subsidie

• 1. De subsidie voor het aanleggen van een groene gevel bedraagt 50% van de werkelijke kosten tot een maximum van:

  • a. € 30,- per m2 klimconstructie met klimplanten in de vaste grond;

  • b. € 60,- per m2 klimconstructie voor een groengevel met substraat.

• 2. De subsidie bedraagt maximaal € 500,-per aanvraag.

Artikel 8 VOORZIENING NUTTIG GEBRUIK HEMELWATER IN DE WONING (JAARROND)

Artikel 8.1 Subsidievoorwaarden

• 1. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel g., gelden de volgende voorwaarden:

  • a. de aanvraag betreft een pand binnen de bebouwde kom, en;

  • b. de installatie (hemelwaterbuffer: inzameling/filters/pomp/waterverdeling) moet zodanig zijn uitgevoerd dat deze alleen wordt ingezet voor het doel watervoeding van toilet, wasmachine, het leveren van waswater en vergelijkbare toepassingen in de woning waarbij geldt dat de voorziening voldoende bereikbaar is voor onderhoud en inspectie. In verband met gezondheidsrisico’s mag het hemelwater alleen ingezet worden voor bovengenoemde doelen en niet voor consumptiedoeleinden worden gebruikt;

  • c. er wordt minimaal 20 m2 verhard dakoppervlak afgekoppeld van de gemengde riolering en de verhouding tussen buffervolume en aangesloten verhard oppervlak dient minimaal 50 liter/m2 te bedragen. Dit betekent de realisatie van een buffertank van minimaal 1.000 liter ter vervanging van het gebruik van leidingwater; en

  • d. er wordt een robuust filter toegepast om storingsvrij functioneren te waarborgen.

  • e. de aanpassing moet vooraf worden afgestemd met een van onze tuincoaches. De tuincoach kan u adviseren over de afkoppelmogelijkheden en de daarbij behorende subsidie. Zo weet u vooraf zeker dat u in aanmerking komt voor de subsidie. Zonder akkoord van de tuincoach kan de aanvraag niet behandeld worden.

Artikel 8.2 Subsidiabele kosten

• 1. Tot de subsidiabele kosten worden gerekend de eenmalige investeringskosten verbonden en toewijsbaar aan de uitvoering. Bij het laten uitvoeren van de werkzaamheden door een bedrijf zijn de loonkosten, materiaalkosten en omzetbelasting subsidiabel.

• 2. Er wordt geen subsidie verstrekt voor:

  • a. de administratieve kosten voor de subsidieaanvraag;

  • b. de kosten voor tijdsinvestering(eigen uren aanvrager), kilometervergoeding en/of aanschaf van gereedschappen bij zelfwerkzaamheden.

Artikel 8.3 Hoogte subsidie

• 1. De subsidie voor het realiseren en in werking hebben van een voorziening voor nuttig gebruik van hemelwater bedraagt 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 2.500,- per aanvraag.

Artikel 9 GROENE ERFAFSCHEIDING TER VERVANGING OF VERGROENING VAN NIET GROENE ERFAFSCHEIDING

Artikel 9.1 Subsidievoorwaarden

• 1. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, onderdeel h, gelden in aanvulling op artikel 1.6 de volgende specifieke voorwaarden:

  • a. de aanvraag betreft een perceel binnen de bebouwde kom, en;

  • b. het moet gaan om een situatie dat een bestaande schutting van niet levend materiaal wordt vervangen of voorzien van/door levend groen (heesters, hagen, vaste planten, bomen, klimplanten, etc.);

  • c. de groene erfafscheiding wordt niet op/langs een vluchtroute gerealiseerd (zoals een achterpad);

  • d. indien de afscheiding op de perceelgrens komt te staan, dan dient de aanvraag te zijn voorzien van een schriftelijke akkoordverklaring van de eigenaar/huurder aan de andere zijde van de betreffende perceelgrens.

Artikel 9.2 Hoogte subsidie

• 1. De subsidie voor het vervangen van een niet groene erfafscheiding (zoals een schutting) door een groene erfafscheiding van levend groen bedraagt 50% van de aanschafkosten van de constructie en het levend groen met een maximum van € 250,- per aanvraag.

• 2. De subsidie voor het vergroenen van een niet groene erfafscheiding met levend groen bedraagt 50% van de aanschafkosten van de constructie en het levend groen met een maximum van € 250,- per aanvraag.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 10 WEIGERINGS-, INTREKKINGS- EN TERUGVORDERINGSGRONDEN ALGEMEEN

Artikel 10.1 Subsidie weigeren, intrekken en/of terugvorderen

• 1. De subsidie wordt in ieder geval geweigerd, ingetrokken en/of teruggevorderd indien:

  • a. er sprake is van een situatie beschreven in artikel 4:35 of 4:49 van de Awb of in artikel 10 van de Asv, met uitzondering van artikel 10 onder het derde lid, sub k, van de Asv;

  • b. het blijkt te gaan om een aanvraag voor een (bestaand) pand dat buiten de gemeentegrenzen van Ermelo staat;

  • c. het bedrag waarvoor subsidie wordt gevraagd het subsidieplafond overschrijdt;

  • d. de aanvraag niet voldoet aan het doel van de regeling, zoals genoemd in artikel 1.3;

  • e. de aanvraag niet past binnen de subsidiabele activiteiten zoals genoemd in artikel 1.4;

  • f. er niet wordt voldaan aan de vereisten zoals genoemd in de artikelen: 1.6, 1.7, 2.1, 3.1, 4.1, 5.1, 6.1, 7.1, 8.1, 9.1;

  • g. er voor dezelfde subsidiabele activiteit voor het gehele aangevraagde bedrag vanuit een andere regeling of voorziening (ook van andere overheids(instellingen)) al een subsidie of budget in welke vorm dan ook aan de aanvrager beschikbaar is gesteld en toekenning van de aanvraag tot een dubbeling zou leiden. Er kan voor eenzelfde activiteit geen dubbele subsidie worden aangevraagd.

• 2. De subsidie wordt in ieder geval ingetrokken, indien achteraf komt vast te staan dat zich een weigeringsgrond als omschreven in het eerste lid heeft voorgedaan.

• 3. De subsidie wordt teruggevorderd indien de subsidie is ingetrokken.

Artikel 11 SLOTBEPALINGEN

Artikel 11.1 Onvoorziene gevallen en hardheidsclausule

• 1. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

• 2. Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in deze regeling indien onverkorte toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 11.2 Inwerkingtreding en citeertitel

• 1. Deze nadere regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de ‘Subsidieregeling klimaat adaptatie maatregelen Ermelo 2021’.

• 2. Deze nadere regeling wordt aangehaald als “Subsidieregeling klimaatadaptatie maatregelen Ermelo 2025”.

Ermelo, datum 8 april 2025, nr. e250020080

Het college van burgemeester en wethouders van Ermelo,