Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen (Wijzigingsbesluit hoofdstuk 7 Extra Isolatie Subsidie Amsterdam)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 3, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023,

 

besluit:

Artikel I  

De Subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen wordt als volgt gewijzigd:

 

A. Artikel 7.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder vernummering van onderdelen b tot en met m tot c tot en met n, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

    • b.

      biobased isolatiemateriaal: isolatiemateriaal waarvan ten minste 70% van de massa bestaat uit biobased materiaal als bedoeld in de EN16575:2014 en opgenomen in de meldcodelijsten ISDE en SVVE van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

  • 2.

    Onderdeel f (nieuw) komt te luiden:

    • f.

      energieadviesrapport: een op een huisbezoek gebaseerd adviesrapport zoals dat door de gemeente wordt verstrekt of een vergelijkbaar adviesrapport over mogelijke verduurzamingsmaatregelen, met daarin een inventarisatie van de huidige energetische en bouwkundige staat van de woning of pand en de geschatte kosten en besparingen;

  • 3.

    Onder vernummering van de onderdelen k tot en met n (nieuw) tot l tot en met o, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

    • k.

      natuurvriendelijk isoleren: het uitvoeren van isolatiemaatregelen zoals spouwmuur-, borstwering-, buitengevel- en buitendakisolatie met minimale impact op de biodiversiteit door gecertificeerde bouwbedrijven;

  • 4.

    Onderdeel l (nieuw) komt te luiden:

    • l.

      onderneming: onderneming als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de de-minimisverordening, uitgezonderd woningcorporaties;

  • 5.

    Onderdeel m (nieuw) komt te luiden:

    • m.

      slecht geïsoleerde woning:

      • i.

        een woning met een energielabelklasse D, E, F, G of een met die labelklassen vergelijkbare energetische staat, waaronder wordt verstaan een woning waarin ten minste twee van de volgende bestaande bouwdelen niet of slecht geïsoleerd zijn:

        • 1.

          de vloer en de bodem (geen of slechte isolatie aanwezig: minder dan 5 cm isolatiemateriaal aanwezig, Rc ≤ 1,3);

        • 2.

          de gevel, waaronder de spouwmuur (geen spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitengevelisolatie aanwezig, Rc ≤ 1,1);

        • 3.

          het dak (geen, slechte en matige isolatie, minder dan 9 cm aanwezig / een Rc ≤ 2,0);

        • 4.

          de zolder/vlieringvloer (geen zolder-/vlieringvloerisolatie aanwezig, Rc ≤ 0,5);

        • 5.

          de ramen en deuren (enkel glas, oud dubbelglas en HR glas, kozijnen, Ug waarde ≥ 1,6);

      • ii.

        in een gebouw waarvoor een vereniging van eigenaars bestaat en waarin ten minste twee van de volgende bestaande bouwdelen van het gebouw niet of slecht geïsoleerd zijn:

        • 1.

          de vloer en de bodem (geen of slechte isolatie aanwezig: minder dan 5 cm isolatiemateriaal aanwezig, Rc ≤ 1,3);

        • 2.

          de gevel, waaronder de spouwmuur (geen spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitengevelisolatie aanwezig, Rc ≤ 1,1);

        • 3.

          het dak (geen, slechte en matige isolatie, minder dan 9 cm aanwezig / een Rc ≤ 2,0);

        • 4.

          de zolder/vlieringvloer (geen zolder-/vlieringvloerisolatie aanwezig, Rc ≤ 0,5);

        • 5.

          de ramen en deuren (enkel glas, oud dubbelglas en HR glas, kozijnen, Ug waarde ≥ 1,6);

    • en waarbij de woning fysiek grenst aan het bouwdeel van het gebouw waaraan ten minste één van de voorgenomen energiebesparende isolatiemaatregelen als bedoeld in artikel 7.4 worden getroffen.

B. In artikel 7.4, onderdeel e, wordt ´8 vierkante meter´ steeds vervangen door ´3 vierkante meter´.

 

C. In artikel 7.5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Voor de tekst wordt de aanduiding ´1.´ geplaatst.

  • 2.

    Het eerste lid komt te luiden:

    De hoogte van de subsidie voor de in artikel 7.4 genoemde subsidiabele activiteiten bedraagt niet meer dan de kosten voor de uitvoering van die activiteiten en is niet hoger dan € 2.500,- per woning die geïsoleerd wordt.

  • 3.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 2.

      Bij gebruik van biobased isolatiemateriaal wordt de hoogte van de subsidie bedoeld in het eerste lid vermeerderd met maximaal € 250,- per woning.

D. In artikel 7.6 wordt ´30 juni 2026 € 5.945.000,-´ vervangen door ´30 juni 2027 € 13.950.000,-´.

 

E. Het opschrift van artikel 7.7 komt te luiden:

Artikel 7.7 Verdeelsleutel subsidieplafond

 

F. Artikel 7.9 komt te luiden:

Artikel 7.9 Aanvraagtermijn

Een subsidieaanvraag moet uiterlijk 30 juni 2027 zijn ingediend bij het college.

 

G. Artikel 7.10 komt te luiden:

Artikel 7.10 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

  • 1.

    In aanvulling op artikel 6, tweede lid, van de ASA 2023 worden bij de subsidieaanvraag op basis van dit hoofdstuk door een eigenaar-bewoner de volgende gegevens en stukken overlegd:

    • a.

      de datum waarop de activiteiten zullen starten en uiterlijk zullen zijn verricht;

    • b.

      een energieadviesrapport, dat niet ouder is dan vijf jaar, waaruit blijkt dat het gaat om een slecht geïsoleerde woning;

    • c.

      een activiteitenplan waarin wordt aangegeven wanneer en waar welke maatregelen worden genomen met de daarbij horende isolatiewaarden, aantal vierkante meter isolatie en het al dan niet toepassen van biobased isolatiemateriaal;

    • d.

      een overzicht van welke subsidies nog meer zijn aangevraagd en voor welke activiteit;

    • e.

      een offerte van de voor subsidie in aanmerking komende activiteiten waarin de subsidiabele kosten duidelijk zijn uitgesplitst en aangemerkt en de Rd-waarde of Ud-waarde en aantal vierkante meter van de isolatie is opgenomen;

    • f.

      een splitsingsakte of ander bewijs waaruit de verdeling van eigendom en verantwoordelijkheden van de vereniging van eigenaars blijkt.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 6, tweede lid, van de ASA 2023 worden bij de subsidieaanvraag op basis van dit hoofdstuk door een vereniging van eigenaars de volgende gegevens en stukken overlegd:

    • a.

      het aantal woningen binnen de vereniging van eigenaars;

    • b.

      een overzicht van het aantal woningen dat voldoet aan de WOZ-waarde eis;

    • c.

      een energieadviesrapport waaruit blijkt dat het gaat om een slecht geïsoleerde bouwschil;

    • d.

      een activiteitenplan waarin wordt aangegeven wanneer en waar welke maatregelen worden genomen met de daarbij horende isolatiewaarden, aantal vierkante meter isolatie en het al dan niet toepassen van biobased isolatiemateriaal;

    • e.

      een investeringsbesluit voor verduurzaming van de vereniging van eigenaars, waarin isolatiemaatregelen een belangrijk onderdeel vormen;

    • f.

      een overzicht van welke subsidies nog meer zijn aangevraagd en voor welke activiteit;

    • g.

      een offerte van de voor subsidie in aanmerking komende activiteiten waarin de subsidiabele kosten duidelijk zijn uitgesplitst en aangemerkt en de Rd-waarde of Ud-waarde en aantal vierkante meter van de isolatie is opgenomen;

    • h.

      een kopie van de vigerende splitsingsakte of indien die niet bestaat andere documenten waarin de verdeling van eigendom en verantwoordelijkheden tussen de leden is vastgelegd;

    • i.

      voor ondernemingen: een volledig ingevulde en getekende verklaring de-minimissteun, waaruit volgt dat het drempelbedrag van de-minimissteun van € 300.000 niet wordt overschreden;

    • j.

      de datum waarop de activiteiten zullen starten en uiterlijk zullen zijn verricht.

H. Artikel 7.11 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      In aanvulling op artikel 8, eerste lid, van de ASA 2023 weigert het college een subsidie te verlenen voor de subsidiabele activiteiten in dit hoofdstuk, indien:

      • a.

        de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd niet bijdragen aan de realisatie van het doel van dit hoofdstuk;

      • b.

        er geen sprake is van een slecht geïsoleerde woning;

      • c.

        de WOZ-waarde van de woning of woningen boven € 370.000 in peiljaar 2021 valt;

      • d

        er geen energieadvies voorafgegaan is aan de subsidieaanvraag;

      • e

        er geen energieadvies aan de vereniging van eigenaars voorafgegaan is aan de subsidieaanvraag van een eigenaar-bewoner, die deel uitmaakt van een vereniging van eigenaars;

      • f.

        een eigenaar-bewoner binnen een vereniging van eigenaars de subsidie aanvraagt en de subsidie zich richt op activiteiten waarvoor een vereniging van eigenaars verantwoordelijk is;

      • g.

        de activiteiten door een eigenaar-bewoner of vereniging van eigenaars zelf zullen worden uitgevoerd;

      • h.

        al eerder subsidie is aangevraagd voor dezelfde activiteit en de aangevraagde subsidie hoger is dan de werkelijke kosten voor het realiseren van de subsidiabele activiteit na aftrek van andere verleende of vastgestelde subsidies.

  • 2.

    In het tweede lid wordt ´31 december 2026´ vervangen door ´31 december 2027´.

I. Artikel 7.13 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel b wordt ´31 december 2026´ vervangen door ´31 december 2027´.

  • 2.

    Onder vernummering van onderdeel c tot onderdeel d wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

    • c.

      indien een eigenaar-bewoner spouwmuur-, borstwering-, buitengevel- of buitendakisolatie toepast moeten deze maatregelen worden uitgevoerd door een bouwbedrijf die gecertificeerd is voor natuurvriendelijk isoleren;

J. Artikel 7.14 komt als volgt te luiden:

Artikel 7.14 Verantwoording en vaststelling subsidie

  • 1.

    Subsidie verleend op grond van dit hoofdstuk wordt niet direct vastgesteld, ongeacht het verleende bedrag.

  • 2.

    De ontvanger van een subsidie dient uiterlijk 12 weken na afloop van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in bij het college.

  • 3.

    Bij de aanvraag tot vaststelling van een subsidie dienen de volgende stukken te worden ingediend:

    • a.

      facturen waarop de subsidiabele kosten voldoende duidelijk zijn uitgesplitst en aangemerkt, met daarbij de vierkante meters en isolatiewaarden van de werkzaamheden, het offertebedrag en KVK en IBAN-nummer en contactgegevens van het bouwbedrijf dat de werkzaamheden heeft uitgevoerd;

    • b.

      betaalbewijzen van de betaalde facturen;

    • c.

      meldcodes van de isolatiematerialen zoals opgenomen in de meldcodelijsten ISDE en SVVE van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

    • d.

      foto's van de installatie van de maatregelen bij of in de woning;

    • e.

      een financieel overzicht indien meer dan één isolatie- of ventilatiemaatregel is genomen.

  • 4

    De subsidiabele activiteiten kunnen door een inspecteur worden gecontroleerd voordat de subsidie wordt vastgesteld.

K. Na artikel 7.14 wordt twee artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel 7.15 Overgangsrecht

Op subsidies die vóór het tijdstip van inwerkingtreding van het Wijzigingsbesluit Hoofdstuk 7 EISA zijn aangevraagd, blijft de regeling van toepassing zoals deze luidde vóór dat tijdstip, met uitzondering van artikel 7.4, onderdeel e.

 

Artikel 7.16 Looptijd

Dit hoofdstuk vervalt van rechtswege op 1 januari 2028 met dien verstande dat vaststellingen van subsidies die onder dit hoofdstuk vallen nog onder dit hoofdstuk worden afgehandeld, zoals dat luidde op 31 december 2027.

Artikel II  

De toelichting bij de Subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen wordt als volgt gewijzigd:

 

A. De artikelsgewijze toelichting op artikel 7.5 komt te luiden:

Artikel 7.5

Dit artikel bepaalt de hoogte van de subsidie. Er geldt een maximum subsidiebedrag van € 2.500,- per geïsoleerde woning. Het maximale subsidiebedrag wordt berekend op basis van de kosten inclusief btw, en toegekend aan het aantal woningen dat geïsoleerd gaat worden.

 

In het tweede lid is een bonus opgenomen om de toepassing van biobased isolatiemateriaal te stimuleren. Deze maximale biobased bonus voor de verrichte biobased isolatiemaatregelen komt bovenop het uit te keren subsidiebedrag, en ondervangt ten dele de meerkosten van deze natuurlijke materialen. De biobased materialen die in aanmerking komen voor de bonus staan in de ISDE en SVVE meldcodelijsten van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), die is gebaseerd op gecertificeerde productgegevens uit de Nationale Milieudatabase. De RVO gaat ervan uit dat naar gewicht minstens 70% van het materiaal van biogene oorsprong is.

 

B. De artikelsgewijze toelichting op artikel 7.6 komt te luiden:

Artikel 7.6

Dit artikel regelt het subsidieplafond voor de activiteiten in dit hoofdstuk. Er kan geen subsidie meer worden verstrekt als het plafond is bereikt. Aanvragen zullen dan worden geweigerd op grond van artikel 4:25, tweede lid, van de Awb.

 

C. In de artikelsgewijze toelichting op artikel 7.9 wordt ´30 juni 2026´ vervangen door ´30 juni 2027´.

 

D. De artikelsgewijze toelichting op artikel 7.10 komt te luiden:

Artikel 7.10

Dit artikel regelt welke informatie bij een subsidieaanvraag wordt ingediend, in aanvulling op de vereisten uit artikel 6, tweede lid, van de ASA 2023. De gevraagde gegevens zijn noodzakelijk voor de beoordeling of een aanvrager in aanmerking komt voor subsidie.

 

Voor eigenaar-bewoners gelden de volgende in te dienen gegevens:

  • a.

    Uiterlijke datum van activiteiten: Dit is de deadline waarop de duurzaamheidsmaatregelen moeten zijn gestart en uitgevoerd moeten zijn. Zorg ervoor dat deze datum vermeld wordt in het activiteitenplan dat samen met de subsidieaanvraag ingediend wordt.

  • b.

    Energieadviesrapport: Dit rapport geeft inzicht in de huidige staat van isolatie van de woning en bevat aanbevelingen voor verbetering. Dit kan verkregen worden via een energieadviseur die ook wordt aangeboden door de gemeente. Zorg ervoor dat het rapport de benodigde informatie bevat over de energetische en bouwkundige staat van de woning en niet ouder is dan vijf jaar op het moment van indienen.

  • c.

    Activiteitenplan: Dit is een document waarin wordt beschreven welke duurzaamheidsmaatregelen uitgevoerd zullen worden, waar en wanneer. Het moet beknopt maar gedetailleerd genoeg zijn om de gemeente een goed beeld te geven van de plannen. Per maatregel moet ook de bijbehorende isolatiewaarden en het aantal vierkante meter isolatie zijn opgenomen. Als biobased isolatiemateriaal wordt toegepast, dan dient ook dit in het activiteitenplan te zijn opgenomen.

  • d.

    Aangevraagde subsidies: Dit overzicht geeft aan welke relevante subsidies al eerder zijn aangevraagd en voor welke activiteit. Te denken valt bijvoorbeeld aan de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing.

  • e.

    Offerte: Dit is een schriftelijke aanbieding van een bouwbedrijf die de duurzaamheidsmaatregelen zal uitvoeren. Zorg ervoor dat de offerte voldoet aan de criteria voor subsidiabele activiteiten. De kosten moeten duidelijk zijn uitgesplitst en aangemerkt. Met uitgesplitst wordt bedoeld dat een post op de offerte niet andere kosten naast de subsidiabele kosten kan bevatten. Een offerte waar projectmanagement en uitvoering voor de subsidiabele activiteiten in één kostenpost opgenomen zijn is onvoldoende uitgesplitst. Het aanmerken van kosten is wenselijk als een offerte kostenposten bevat die niet subsidiabel zijn. De aanvrager wordt gevraagd om duidelijk te maken welke posten naar hun inschatting onderdeel van de subsidiabele kosten zijn. Ook dient in de offerte de Rd-waarde en/of Ud-waarde te zijn opgenomen, afhankelijk van het soort isolatie, en het aantal vierkante meter isolatie.

  • f.

    Splitsingsakte of ander bewijs: Dit bewijs geeft inzicht in de verdeling van eigendom en verantwoordelijkheden tussen de leden van een vereniging van eigenaars. Als de subsidie zich richt op activiteiten waarvoor een vereniging van eigenaars verantwoordelijk is, wordt de subsidie geweigerd.

Voor verenigingen van eigenaars gelden de volgende in te dienen gegevens:

  • a.

    Aantal woningen: Het betreft een overzicht waarin de totale hoeveelheid woningen binnen de vereniging van eigenaars wordt weergegeven.

  • b.

    Overzicht van woningen die voldoen aan de WOZ-waarde eis: Dit document identificeert specifiek welke woningen binnen de vereniging van eigenaars voldoen aan de gestelde WOZ-waarde eis. Hiermee wordt aangetoond voor hoeveel woningen subsidie wordt aangevraagd.

  • c.

    Energieadviesrapport: Een rapport dat de huidige staat van isolatie van de bouwschil van het gebouw beschrijft. Het omvat aanbevelingen voor verduurzamingsmaatregelen, zoals isolatie, en biedt een analyse van de geschatte kosten en besparingen. Dit rapport kan worden verkregen via de gemeente of door het inschakelen van een energieadviseur.

  • d.

    Activiteitenplan: Een beknopt, maar nauwkeurig plan dat aangeeft wanneer en waar welke duurzaamheidsmaatregelen zullen worden uitgevoerd. Dit plan, opgesteld in overleg met de betrokken partijen binnen de vereniging van eigenaars, bevat ook informatie over de isolatiewaarden van de voorgestelde maatregelen en het aantal vierkante meter isolatie. Als biobased isolatiemateriaal wordt toegepast, dient dit ook in het activiteitenplan te zijn opgenomen.

  • e.

    Investeringsbesluit voor verduurzaming: Notulen van de vergadering waarin de vereniging van eigenaars heeft besloten om te investeren in verduurzamingsmaatregelen, waarbij isolatie een belangrijk onderdeel vormt. Dit document bevestigt dat de vereniging van eigenaars wil verduurzamen.

  • f.

    Overzicht van aangevraagde subsidies: Een beknopt overzicht van andere subsidies die door de vereniging van eigenaars zijn aangevraagd voor verschillende activiteiten.

  • g.

    Offerte: Een gedetailleerde offerte van een bouwbedrijf die de voorgestelde duurzaamheidsmaatregelen zal uitvoeren. Deze offerte bevat de activiteiten die in aanmerking komen voor subsidie en dient als bewijs van de geschatte kosten van de voorgestelde werkzaamheden. De kosten moeten duidelijk zijn uitgesplitst en aangemerkt. Met uitgesplitst wordt bedoeld dat een post op de offerte niet andere kosten naast de subsidiabele kosten kan bevatten. Een offerte waar projectmanagement en uitvoering voor de subsidiabele activiteiten in één kostenpost opgenomen zijn is onvoldoende uitgesplitst. Het aanmerken van kosten is wenselijk als een offerte kostenposten bevat die niet subsidiabel zijn. De aanvrager wordt gevraagd om duidelijk te maken welke posten naar hun inschatting onderdeel van de subsidiabele kosten zijn. Ook dient in de offerte de Rd-waarde en/of Ud-waarde te zijn opgenomen, afhankelijk van het soort isolatie, en het aantal vierkante meter isolatie.

  • h.

    Kopie van de splitsingsakte: Een kopie van de splitsingsakte waarin de verdeling van eigendom en verantwoordelijkheden tussen de leden van de vereniging van eigenaars is vastgelegd. Indien de splitsingsakte niet beschikbaar is, kunnen andere relevante documenten worden verstrekt die deze verdeling duidelijk maken.

  • i.

    Verklaring de-minimissteun: Relevant voor ondernemingen binnen de vereniging van eigenaars: er dient een volledig ingevulde en ondertekende verklaring van de-minimissteun te worden verstrekt. Deze verklaring bevestigt dat het ontvangen subsidiebedrag onder het maximumbedrag van € 300.000 blijft.

  • j.

    Datum uiterlijke start en uitvoering activiteiten: De vastgestelde deadline waarbinnen de voorgestelde duurzaamheidsmaatregelen uiterlijk moeten zijn gestart en uitgevoerd. Deze datum kan ook worden opgenomen in het activiteitenplan voor verdere verduidelijking.

E. De artikelsgewijze toelichting op artikel 7.13 komt te luiden:

Artikel 7.13

Dit artikel regelt de verplichtingen die voor de aanvrager gelden als deze subsidie verleend krijgt op grond van dit hoofdstuk. Voor al deze verplichtingen geldt dat niet naleving op grond van artikel 4:48, onderdeel b, Awb kan leiden tot wijziging of intrekking van de verleende subsidie en dat niet naleving op grond van artikel 4:46, tweede lid, onderdeel b kan leiden tot lagere vaststelling. Elk onderdeel van dit artikel bevat een afzonderlijke verplichting.

 

Onderdeel a regelt de verplichting om energiebesparende isolatiematerialen te gebruiken die op de Nederlandse markt zijn toegelaten. Daarmee wordt de kwaliteit en veiligheid van de gebruikte materialen gewaarborgd. Toelating op de markt impliceert meestal dat de materialen zijn onderworpen aan rigoureuze tests en evaluaties om te verzekeren dat ze voldoen aan de geldende normen op het gebied van prestaties, duurzaamheid en milieuvriendelijkheid. Onderdeel b regelt dat de activiteiten uiterlijk binnen één jaar na de datum van de verleningsbeschikking moeten zijn voltooid. In sommige gevallen kan het nodig zijn om de uitvoeringstermijn te verlengen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er onvoorziene omstandigheden optreden die de voortgang van het project belemmeren. Het college heeft de bevoegdheid om de termijn op verzoek van de aanvrager te verlengen, mits het verzoek om uitstel en de onderbouwing ervan vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn zijn ontvangen. De nieuwe termijn mag echter niet later zijn dan 31 december 2027, om ervoor te zorgen dat de subsidie niet onnodig lang open blijft staan en de voortgang van het programma niet wordt vertraagd.

 

Onderdeel c regelt dat eigenaren-bewoners die spouwmuur-, borstwering-, buitengevel- of buitendakisolatie toepassen, deze werkzaamheden moeten laten uitvoeren door gecertificeerde bouwbedrijven die natuurvriendelijk isoleren. Deze verplichting waarborgt de aandacht voor natuur en biodiversiteit. Het bouwbedrijf doet daarnaast ook melding van de werkzaamheden bij het daartoe ingerichte portaal bij de Provincie Noord-Holland. Voor vve´s wordt dit al gewaarborgd in de benodigde omgevingsvergunning.

 

Onderdeel d regelt dat als er een vergunningplicht bestaat voor de uitvoering van de subsidiabele activiteiten de aanvrager zelf moet zorgen voor het verkrijgen van de benodigde vergunningen. Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager om ervoor te zorgen dat alle benodigde vergunningen tijdig worden verkregen.

 

F. De artikelsgewijze toelichting op artikel 7.14 komt te luiden:

Artikel 7.14

Dit artikel regelt de vaststelling van de subsidie. Subsidie op grond van dit hoofdstuk wordt niet direct vastgesteld. Na het tijdstip waarop de activiteiten moeten zijn afgerond, dient de subsidieontvanger een aanvraag in om de subsidie vast te stellen. Binnen twaalf weken na afronding van deze activiteiten levert de subsidieontvanger een vaststellingsaanvraag in via het door het college opgestelde formulier met bewijzen zoals facturen en financieel overzicht die aantonen dat de afgesproken activiteiten door een bouwbedrijf zijn verricht.

 

Derde lid, onderdeel a

Het is noodzakelijk dat de vierkante meters en de isolatiewaarden van de uitgevoerde werkzaamheden op de factuur worden vermeld en de factuur het KVK en IBAN-nummer van het bouwbedrijf bevat dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd. Dit zorgt ervoor dat de uitgevoerde werkzaamheden herleidbaar zijn naar een erkende uitvoerder.

 

Derde lid, onderdeel b

De facturen dienen vergezelt te zijn door betaalbewijzen, voorbeelden van betaalbewijzen zijn bankrekeningafschriften of een schriftelijke verklaring van de opsteller van de facturen dat deze voldaan zijn.

 

Derde lid, onderdeel c

Bij gebruik van biobased isolatiemateriaal is de aanvrager verplicht de meldcode van het isolatiemateriaal aan te leveren. Deze meldcode moet zijn opgenomen in de meldcodelijsten ISDE en SVVE van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

 

Derde lid, onderdeel d

Er is minimaal één foto per maatregel vereist. Hierop moet bij voorkeur het merk, de soort en de dikte van de isolatie-/ventilatiemaatregel zichtbaar zijn, evenals de plaatsing. Stem dit van tevoren met het bouwbedrijf af. Ontbreekt een foto van tijdens de uitvoering, dan volstaat een foto van de huidige situatie waarop de verandering te zien is.

 

Derde lid, onderdeel e

Als meer dan één isolatie- of ventilatiemaatregel is genomen, is een financieel overzicht vereist. Ventilatiemaatregelen alleen in combinatie met de energiebesparende isolatiemaatregelen worden getroffen, zoals bepaald in artikel 7.4. Het financieel overzicht dient inzicht te geven in de totale kostenverdeling per maatregel.

Artikel III Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    De bepaling in artikel I, onder B, werkt terug tot en met 18 februari 2025.

Artikel IV Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Wijzigingsbesluit hoofdstuk 7 Extra Isolatie Subsidie Amsterdam.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 8 april 2025.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

Het college besluit met dit wijzigingsbesluit de Subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen hoofdstuk 7 Extra Isolatie Subsidie (EISA) uit te breiden met een bonus bij gebruik van biobased materiaal en in looptijd. Tevens wordt het hoofdstuk op bepaalde punten verduidelijkt en wordt aangesloten bij recente aanpassingen in landelijke RVO-subsidies.

 

De bonus betreft € 250,- per woning indien gebruik wordt gemaakt van biobased materialen. Daarnaast wordt verduidelijkt dat het benodigde energieadviesrapport gebaseerd moet zijn op een huisbezoek. Voor natuurvriendelijke isolatiemaatregelen wordt de aanvullende verplichting toegevoegd dat deze zijn uitgevoerd door daartoe gecertificeerde aannemers.

 

Verder wordt het vereiste minimale oppervlak isolatieglas verlaagd van 8 naar 3 vierkante meter. Deze wijziging is bedoeld om de regeling toegankelijker te maken voor een bredere groep aanvragers. Met de verlaging komen ook kleinere woningen in aanmerking voor subsidie. De verlaging sluit aan bij de verlaging die ook is doorgevoerd in de Subsidieregeling Verduurzaming voor Verenigingen van Eigenaars (SVVE) en de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE). Verder wordt het subsidieplafond verhoogd van € 5.945.000,- naar € 13.950.000,-. Ook wordt de looptijd van de regeling met een jaar verlengd tot 30 juni 2027. Tot slot wordt om verwarring onder appartementseigenaren te voorkomen vanaf heden expliciet vermeld dat zij alleen subsidie kunnen aanvragen voor maatregelen die buiten de verantwoordelijkheid van de vereniging van eigenaars vallen.

 

De wijzigingen treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking. De verlaging van de minimale oppervlakte isolatieglas wordt met terugwerkende kracht ingevoerd. De terugwerkende kracht is ingevoerd om aanvragers tegemoet te komen die hun aanvraag niet eerder konden indienen vanwege de oorspronkelijke drempel van 8 vierkante meter.

Naar boven