Gemeenteblad van Enschede
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Enschede | Gemeenteblad 2025, 167683 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Enschede | Gemeenteblad 2025, 167683 | beleidsregel |
Beleidsregels leerlingenvervoer Gemeente Enschede 2025
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Algemene wet bestuursrecht, de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Verordening leerlingenvervoer gemeente Enschede 2025.
De afstand verblijfplaats–school wordt bepaald via de ANWB Routeplanner op www.anwb.nl, volgens de ‘kortste route’ met de fiets.
Het vaststellen van de reistijd met het openbaar vervoer vindt plaats op basis van de door de Reisinformatiegroep B.V. beschikbaar gestelde informatie, www.9292ov.nl.
Artikel 5. Persoonlijk Vervoersontwikkelingsplan
Voor leerlingen die recht hebben op leerlingenvervoer kan vanaf groep 7 een persoonlijk vervoersontwikkelingsplan opgesteld worden. Indien de situatie het toelaat kan dit ook eerder. In het persoonlijk vervoersontwikkelingsplan staat opgenomen welke aanvullende vaardigheden geleerd moeten worden om zelfstandig naar en van school te reizen en afspraken hoe deze vaardigheden geleerd kunnen worden.
Artikel 6. Vaststellen van de vergoeding per fiets
Voor de vergoeding van vervoer per fiets worden de richtlijnen zoals opgenomen in onderstaande tabel gehanteerd. Wanneer persoonskenmerken of andere factoren er toe leiden, dat nader onderzoek nodig is om vast te stellen of de betreffende leerling al dan niet binnen de hieronder gestelde criteria valt, kan hiervan afgeweken worden. Dergelijke omstandigheden worden meegenomen in de beoordeling.
De afstand verblijfplaats–school wordt bepaald via de ANWB Routeplanner op www.anwb.nl, volgens de ‘kortste route’ met de fiets.
Artikel 7. Vaststellen van de vergoeding van openbaar vervoer
Voor de vergoeding van vervoer per openbaar vervoer worden de richtlijnen zoals opgenomen in onderstaande tabel gehanteerd. Wanneer persoonskenmerken of andere factoren er toe leiden, dat nader onderzoek nodig is om vast te stellen of de betreffende leerling al dan niet binnen de hieronder gestelde criteria valt, kan hiervan afgeweken worden. Dergelijke omstandigheden worden meegenomen in de beoordeling.
*Kan na drie maanden heroverwogen worden.
Het vaststellen van de vergoeding van het openbaar vervoer en de daaraan gekoppelde vergoeding is op basis van de informatie van de REISinformatiegroep bv via 0900-9292, www.9292ov.nl en mobiel.9292ov.nl.
Artikel 8. Vaststellen van de vergoeding van eigen vervoer
Voor het berekenen van de afstand voor de kilometervergoeding voor de auto geldt de ‘kortste route’ met de auto. Dit is via de ANWB Routeplanner op www.anwb.nl.
Artikel 9. Vaststellen van de hoogte van de eigen bijdrage (drempelbedrag)
Leerlingen die met de grote schoolbus naar bovengenoemde scholen gaan, reizen als het ware met het openbaar vervoer als bedoeld in artikel 1 van de Verordening. De wetgever heeft bedoeld de ouder(s) verantwoordelijk te laten zijn voor een bepaald deel van de (werkelijk gemaakte) kosten van het (openbaar) vervoer, de zogenaamde drempel. Zie de toelichting in artikel 24, lid 1. van de Verordening.
Artikel 10. Uitbetaling van de vergoeding
De uitbetaling van de vergoeding van vervoer per fiets vindt eenmaal per jaar plaats. De uitbetaling van vergoeding van het openbaar vervoer en eigen vervoer vindt in maandelijkse termijnen plaats. De aanschaf van de openbaar vervoer abonnementen vindt ook periodiek plaats (jaarlijks of maandelijks).
Artikel 11. Regeling zelfstandig reizen
Zelfstandig kunnen (leren) reizen is belangrijk voor een leerling om in de toekomst meer zelfredzaam te kunnen zijn. Om te stimuleren dat leerlingen zelfstandig reizen en die eerder in het taxivervoer (aangepast vervoer) zitten, kan de aanschaf van een abonnement voor het openbaar vervoer een belemmering zijn. Enschede kiest voor een financiële ondersteuning voor wie dat écht nodig heeft. Daarom is er de regeling ‘zelfstandig reizen’ .
Deze regeling is bedoeld voor leerlingen die zelfstandig naar het voortgezet speciaal onderwijs kunnen reizen en waar de ouder(s) een inkomen (zie artikel 1 van de Verordening) hebben tot 120% van de van geldende bijstandsnorm (ook wel Wettelijks sociaal minimum genoemd). Het college kan hiervan afwijken, afhankelijk van de situatie van de leerling en/of de ouder(s).
Bij de beoordeling van een aanvraag voor een vervoersvoorziening voor de leerling wordt rekening gehouden met de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de leerling en die van het gezin, zoals beschreven in artikel 3 en 4 van de Verordening. De situatie is ter beoordeling van het college, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan deskundigen.
Er geldt een overgangsregeling voor de ouder(s) die in schooljaar 2020-2021 aanspraak maakten op een vergoeding boven 120% van de geldende bijstandsnorm. Deze ouder(s) behouden deze vergoeding zolang de leerling aanspraak maakt op leerlingenvervoer conform de Verordening. Dit geldt totdat de gemeenteraad een definitief besluit neemt over deze financiële regeling (in combinatie met andere financiële regelingen in het sociaal domein).
Artikel 12. Werkwijze bij tijdelijke wijziging schoollocatie
Er kan sprake zijn dat er formeel geen schoollocatie is, maar dat het in de praktijk wel bedoeld is voor leerlingen die, in het kader van passend onderwijs, lessenaanbod of programma volgen op een andere locatie dan waar ze zijn ingeschreven. Dit kan gaan om dislocaties en nevenvestigingen, zoals beschreven in artikel 12 van de Verordening.
Het gaat specifiek bijvoorbeeld om een tussenvoorziening: een locatie behorend bij een school(bestuur) of een samenwerkingsverband waar voortijdig schooluitval van een leerling wordt voorkomen, maar deze locatie valt formeel niet binnen de beleidscategorieën voor een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, Wet op het voortgezet onderwijs en Wet op de expertisecentra. Een samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de inrichting van deze locatie(s).
De feitelijke locatie van deze tussenvoorziening die door de leerling wordt bezocht kan worden aangemerkt als ‘school’. Er zijn twee soorten tussenvoorzieningen, te weten die:
tijdens de voortgezet onderwijs (hierna: VO) periode worden ingezet. Deze voorzieningen worden door een school of het samenwerkingsverband verzorgd en zijn toegankelijk voor alle leerlingen in de regio Twente die naar het VO gaan. Dit geldt ook voor praktijkonderwijs (hierna: pro) en voortgezet speciaal onderwijs (hierna: VSO). Plaatsing in de voorziening leidt niet tot een andere schoolinschrijving. De voorzieningen worden niet altijd op een formele schoollocatie aangeboden en kennen daarom geen BRIN nummer. De voorzieningen zijn bedoeld voor jongeren met allerlei persoonlijke en gedragsmatige problemen die zo zwaar zijn dat ze in een regulier setting niet naar school kunnen gaan.
Artikel 13. Afgeven meerjarenbeschikking
Op grond van de Verordening is het mogelijk om meerjarige beschikkingen af te geven. In het kader van vermindering van de regeldruk en vanuit het oogpunt van lastenverlichting voor de burger is het wenselijk om, indien mogelijk, voor een langere periode dan 1 schooljaar de vervoersvoorziening toe te kennen.
In ieder geval kan in de volgende gevallen een meerjarenbeschikking worden afgegeven:
Voor leerlingen die aangepast vervoer beschikt hebben gekregen op basis van het criterium dat de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar kan worden teruggebracht, en waarvan de verwachting is dat dit niet zal wijzigen door aanpassingen van het openbaar vervoer.
In de beschikking wordt de verplichting opgenomen, dat de ouders gehouden zijn wijzigingen die van invloed zijn op de toegekende vervoersvoorziening onverwijld schriftelijk bij de gemeente te melden. Ten onrechte genoten vergoeding kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuw verstrekte vervoersvoorziening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-167683.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.