Gemeenteblad van Moerdijk
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Moerdijk | Gemeenteblad 2025, 167339 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Moerdijk | Gemeenteblad 2025, 167339 | beleidsregel |
Welstand-gebiedscriteria ‘Noordhoek’
[Deze regeling is oorspronkelijk vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk en is op 13 maart 2025 bekrachtigd door de gemeenteraad. Dit besluit is bekendgemaakt op 17 april 2025 in Gemeenteblad 2025, 166934.]
Noordhoek is een dijkdorp ten westen van de waterloop de Keenehaven en ten noorden van knooppunt Noordhoek waar de A59 en de A17 bij elkaar komen. Het grondgebied van de gemeente Moerdijk, waartoe Noordhoek behoort, bestaat uit een rivierkleilandschap. Het landschap rondom Noordhoek is open met veel weide- en akkerlanden.
Noordhoek is van oorsprong een ‘dijkdorp’. De occupatiegeschiedenis begint met de oude veenontginningen uit de 12e eeuw. Door het enorme landverlies tijdens de Elisabethsvloed in 1421 zijn in het westen van de gemeente Moerdijk van deze ontginning vrijwel geen sporen meer terug te vinden. Na deze vloed is het gebied opnieuw in gebruik genomen.
De vele kreken in dit landschap werden aan banden gelegd door ze te omgeven met dijken. Zo ontstonden velen polders. De kreken en dijken liggen thans nog duidelijk herkenbaar in het landschap. Langs de oude polders werden kleinere polders toegevoegd; aanwaspolders. De oorspronkelijke structuren met oude polderwegen, verkavelingen en dijken zijn nu nog herkenbaar in het landschap. Daarmee is de poldergeschiedenis beleefbaar gebleven.
Langs vele dijken zijn bebouwingslinten ontstaan. De Noordhoekse dijk en de Klundertsedijk dienden om het wassende water van de Keenehaven te keren. Op de kruising van deze dijk met de Groeneweg, de scheiding tussen de polders het Oudland van Standdaarbuiten en de Bloemendaalse polder, ligt het dorp Noordhoek.
De gemeente Moerdijk heeft meerdere rijksmonumenten op haar grondgebied, waarvan één binnen de kern Noordhoek.
1.4. Ruimtelijke karakteristiek Noordhoek
De ruimtelijke structuur van Noordhoek hangt sterk samen met het landschap en de ontstaansgeschiedenis. De structuurdrager van Noordhoek wordt gevormd door de Noordhoeksedijk, die overgaat in de Klundertsedijk. Deze dijk beschermde de achterliggende polders Bloemdaal en Het Oudland van Standdaarbuiten tegen het wassende water uit de Keenehaven. Aan de zijde van de dreiging van het water staan de dijkhuizen op de kruin van de dijk, terwijl aan de veilige kant de boerderijen gewoon op maaiveld staan. Ook vandaag is deze asymmetrische bebouwing van dijken te herkennen in het veld.
Zo staan aan de westkant van de Noordhoeksedijk de panden vrij dicht op elkaar boven aan de dijk, zonder voortuinen zo dicht mogelijk bij de weg, terwijl aan de oostzijde van de dijk geen huizen op de kruin van de dijk staan, maar juist onder aan de dijk met een grotere onderlinge afstand.
Aan de veilige kant van de dijk, de oostzijde is logischerwijs de eerste uitbreiding gebouwd van Noordhoek. Hier staan de kerk en de in architectuur bijpassende pastorie en school.
Deze drie gebouwen met hun karakteristieke grote rode (oranje) daken maken Noordhoek van een afstand herkenbaar. Rijdend over de snelweg contrasteert dit oranje zo met de omliggende groene velden en weiden dat je oog er automatisch naartoe getrokken wordt. Pas in de 70-er jaren is men ten westen van de dijk gaan bouwen. Hier ligt nu het sportveld en ook de allernieuwste uitbreidingen vinden hier plaats.
2. Gebiedsindeling, gebiedsgerichte criteria en welstandsniveaus Noordhoek
De gebiedsgerichte welstandscriteria vormen een beoordelingskader voor bouwinitiatieven. Er wordt een zevental gebieden benoemd met een specifiek eigen gebiedskarakteristiek. Deze gebieden worden in de volgende paragrafen beschreven, gewaardeerd en tenslotte worden de welstandsniveaus toegekend en de welstandscriteria beschreven. De gebieden zijn:
De beschrijving en de criteria geschieden aan de hand van de aspecten:
In deze categorie gaat het om stedenbouwkundige beeldaspecten. Daarbij gaat het vooral om de situering van een gebouw ofwel de positie van het gebouw in relatie tot de omringende gebouwen en de publieke ruimte. Tevens wordt de massa en vorm van de gevelopbouw, de kapvorm en het aantal bouwlagen en het materiaal en de kleur van de hoofdvlakken belicht.
Het gaat hier om de compositie van de massa en de verschillende onderdelen. Met name wordt aandacht besteed aan de gevelindeling en de vormgeving van de verschillende gevelelementen. Daarnaast komen onder dit kopje ook de aan- en bijgebouwen aan de orde. Het gaat met name om de karakteristiek van het gebouw als object.
In deze paragraaf gaat het over het materiaalgebruik, de gebruikte kleur en de mate van detaillering, op onderdelen. Er wordt aandacht besteed aan de mate van oorspronkelijkheid / toevoegingen en decoraties.
Na de inventarisatie van de ruimtelijk samenhangende gebieden is voor alle gebieden een ruimtelijk ambitieniveau vastgesteld. Dit ambitieniveau bepaalt de aard en de intensiteit waarmee de bouwplannen aan de diverse criteria zullen worden getoetst.
Afhankelijk van de waarde en gevoeligheid van het gebied is voor elk gebied een niveau vastgesteld: bijzonder (niveau 1), regulier (niveau 2), soepel (niveau 3). In het algemeen geldt: hoe waardevoller de gebiedskarakteristiek, hoe hoger het welstandsniveau. Deze waarde wordt per kern beoordeeld. Op deze manier worden de gebiedseigen waarden met betrekking tot beeldkwaliteit doeltreffend beschermd.
Welstandsniveau 1 is van toepassing op gebieden waar een strikte hantering van criteria noodzakelijk is om de aanwezige cultuurhistorische waarden en beeldbepalende objecten te beschermen. Monumenten vallen altijd onder welstandsniveau 1.
Welstandsniveau 2 is van toepassing op gebieden waar reguliere hantering van de criteria de aanwezige cultuur- historische waarden en beeldbepalende objecten voldoende beschermt.
Welstandsniveau 3 is van toepassing op gebieden waar een soepele hantering van de criteria de aanwezige cultuur- historische waarden en beeldbepalende objecten voldoende beschermt.
2.1. Gemengd historisch woongebied (H4)
Het gemengde historische woongebied van Noordhoek ligt ten oosten van de dijk met de naam St. Jozefstraat.
Hoofdaspecten (plaatsing, massa/vorm, gevelopbouw, materialen/kleuren hoofdvlakken)
Aan de veilige kant van de dijk heeft zich rond de kerk een gevarieerde wijk ontwikkeld met vrijstaande panden (6-8). In deze panden zitten zowel woningen, als boerderijen, als bedrijfspanden en kantoren. De panden zijn vrijwel allemaal individueel ontwikkeld en hebben daardoor een sterk eigen karakter. Enige uitzondering hierop vormen de drie in serie gebouwde twee-onder-één kappers aan de Hopmanstraat.
De eenheid binnen dit deelgebied wordt gevormd door het veelvuldige gebruik van rode, matte keramische dakpannen in dezelfde tint als degene die op het grote prominent aanwezige kerkdak liggen (11, 12). Als tweede dakpankleur wordt het antraciete accent uit het kerkdak ook gebruikt voor het bedekken van een heel dakvlak van een woning of schuur (4).
De overwegend vrijstaande woningen bestaan uit één of twee bouwlagen met een zadeldak en een schoorsteen. De gevels bestaan hoofdzakelijk uit gebakken stenen in een rode tint (6). Sommige gevels zijn gewit (7). Alle panden hebben een voortuin.
Qua ouderdom vormen de vier vrijstaande woningen aan de Kerkring waarvan één geen kap heeft een uitzondering. Deze panden zijn namelijk van jongere leeftijd dan de omliggende panden (12).
Deelaspecten (geledingen, gevelindeling, vormgeving gevelelementen)
De meeste panden hebben nog een origineel gevelbeeld met hoge ramen en deuren die omgeven zijn door metselwerk.
Aan de voorzijde van de woningen in dit gebied komen vrijwel geen uitbouwen voor. Er komen verschillende dakkapellen voor, die al dan niet voorzien zijn van een zadeldak loodrecht op het hoofddakvlak (6, 9). De hoofdmassa staat iets terug op de kavel, opdat er een voortuin tussen het pand en de weg past. Garages liggen vaak als losse panden verder terug dan het hoofdgebouw. De boerderijen in dit deelgebied hebben vaak één grote schuur die dwars op het woonhuis staat. Vaak is het woonhuis d.m.v. een tussenschuur aan de hoofdschuur verbonden (8). Hierdoor ontstaat er een erfruimte tussen de verschillende panden. Karakteristiek aan de schuren is de grote houten schuurdeur, die in een donkergroene tint geschilderd is. Het woonhuis staat vaak loodrecht op de weg, met een zadeldak ook loodrecht op de weg. De grote schuur ligt met de weg mee en is meestal voorzien van een groot en hoog zadeldak, al dan niet met wolfseinden.
Detailaspecten (materialen, kleuren, detaillering van onderdelen)
Veel woningen zijn voorzien van detailleringen (4), zoals trasramen (onderplint van een afwijkende kleur), fraaie goot en daklijsten, luiken en sierlijsten rondom de voordeur. Alle woningen hebben houten kozijnen, die in traditionele kleuren geschilderd zijn.
Dit deelgebied valt onder niveau 3, met uitzondering van de kerk en de pastorie met bijpassend schoolgebouw die onder niveau 1 vallen. Binnen dit deelgebied ligt één rijksmonument: de kerk en de voormalige pastorie (2, 3, 4, 5, 49, 50, 64, 69).
Hoofdaspecten (plaatsing, massa/vorm, gevelopbouw, materialen/kleuren hoofdvlakken)
Deelaspecten (geledingen, gevelindeling, vormgeving gevelelementen)
Bij uitbreidingen aan de voor- en zijkant van het gebouw moet worden gekozen voor materialen en kleuren die reeds gebruikt zijn binnen de architectonische eenheid. Indien materialen niet meer voorhanden zijn, moet worden gezocht naar een materiaal dat in kleur, textuur en maat sterk lijkt op bestaande materialen.
Detailaspecten (materialen, kleuren, detaillering van onderdelen)
De oudste bebouwing van Noordhoek staat langs de dijken. Zowel de Noordhoeksedijk als de St. Jozefstraat, de Noordhoek en de Buitendijk worden in deze paragraaf beschreven.
Hoofdaspecten (plaatsing, massa/vorm, gevelopbouw, materialen/kleuren hoofdvlakken)
Typisch aan de dijkbebouwing is dat de dijken asymmetrisch bebouwd zijn. Aan de zijde van de vroegere dreiging van het water staan de dijkhuizen op de kruin van de dijk (62), terwijl aan de veilige kant de boerderijen en andere panden op maaiveld staan (84, 87). Zo staan aan de westkant van de Noordhoeksedijk de panden vrij dicht op elkaar boven aan de dijk, zonder voortuinen zo dicht mogelijk bij de weg, terwijl aan de oostzijde van de dijk geen huizen op de kruin van de dijk staan, maar juist onder aan de dijk met een grotere onderlinge afstand.
Deze historisch gegroeide dijkbebouwingen zijn opgebouwd uit individuele woonhuizen van één en soms twee lagen (gezien vanaf de dijk) met een kap. Tussen de echt oude gebouwen zijn veel nieuwbouw invullingen te herkennen (53, 59). Elke woning is individueel ontwikkeld en heeft een eigen karakter. Hierdoor is het beeld langs de dijk divers. In het centrum van Noordhoek, aan de St. Jozefstraat staan de panden dichter bij elkaar dan elders aan de dijk en is door een breder straatprofiel geen ruimte voor voortuinen (61).
Naar de uiteinden van Noordhoek wordt de bebouwingsdichtheid van de dijk lager en is er ruimte voor privé stoepen en kleine voortuinen (76, 77). De geslotenheid van de gevelwanden wordt hier minder en de tussenliggende ruimten tussen percelen groter. Met name de woningen aan de westkant zijn gebouwd in een strakke rooilijn terwijl aan de oostkant van de dijk een wisselende beeld is ontstaan doordat onder aan de dijk zowel boerderijen, als schuren als woningen staan.
Nagenoeg alle panden hebben een zadeldak in de lengterichting van de straat met schoorstenen (62). De daken bestaan voor het merendeel uit grijze keramische pannen.
Incidenteel komen ook rode ongeglazuurde keramische pannen voor (66). De hoofdvlakken zijn in de St. Jozefstraat uitgevoerd in rode baksteen. Sommige panden zijn wit gekalkt (63). Door de open lintbebouwing en het gebogen verloop van de dijk is er regelmatig zicht op de zijgevels van de bebouwing vanaf de openbare ruimte c.q. vanaf de straat (54).
Tussen de voor het merendeel uit woningen bestaande bebouwing aan de dijk komen naast bedrijven en schuren incidenteel nog kleine commerciële functies en horeca voor (51). Vaak staan op het achtererf onder aan de dijk grote bedrijfspanden en schuren. Een enkele schuur of garage staat aan de weg (54, 55, 56, 57, 67). Sommige schuren zijn niet van gebakken stenen gebouwd maar van karakteristieke donker bruin gebeitste houten, brede planken (60).
Deelaspecten (geledingen, gevelindeling, vormgeving gevelelementen)
Historisch gegroeide panden hebben vaak verticaal gerichte ramen en deuren en dat is hier goed te herkennen (66, 70). Er zijn meer hoge dan brede ramen met duidelijke gemetselde tussenruimten tussen de afzonderlijke gevelopeningen. Hier en daar is er een dakkapel met hellend of vlak dak toegevoegd. De panden hebben geen erkers.
Detailaspecten (materialen, kleuren, detaillering van onderdelen)
Het stuk St. Jozefstraat is voorzien van de meeste details. Er is overwegend gebruik gemaakt van traditionele materialen, zoals baksteen, keramische pannen en houten details (62, 51). Incidenteel zijn versieringen aan de gevel aangebracht. De meeste panden hebben traditionele kenmerken (zoals glas in loodramen) en gevelindeling. Alle raamkozijnen zijn van hout.
Hoofdaspecten (plaatsing, massa/vorm, gevelopbouw, materialen/kleuren hoofdvlakken)
Deelaspecten (geledingen, gevelindeling, vormgeving gevelelementen)
Bij uitbreidingen aan de voor- en zijkant van het gebouw moet worden gekozen voor materialen en kleuren die reeds gebruikt zijn binnen de architectonische eenheid. Indien materialen niet meer voorhanden zijn, moet worden gezocht naar een materiaal dat in kleur, textuur en maat sterk lijkt op bestaande materialen.
Detailaspecten (materialen, kleuren, detaillering van onderdelen)
Noordhoeks oudste woonwijken liggen aan de oostzijde van de dijk. De Witte Weideweg en de Groeneweg zijn beide straten, die zich kenmerken door een gemengde opbouw. De straat is in de loop van vele tientallen jaren opgebouwd en niet homogeen van verschijningsvorm. Toch heeft dit gebied een aantal gemene delers die hieronder beschreven zijn.
Hoofdaspecten (plaatsing, massa/vorm, gevelopbouw, materialen/kleuren hoofdvlakken)
De Witte Weideweg en Groeneweg hebben nabij de oude Dijk een aantal individueel ontwikkelde woningen met een historisch karakter. Ze staan vrij op hun kavel, hebben allen een dak en zijn opgebouwd met traditionele materialen als baksteen, keramische pannen en houten kozijnen en deuren. Hoe verder van de kern hoe nieuwer de panden. Zo staan er aan de Groenweg iets verder op vijf vrijstaande woningen van maximaal één bouwlaag en een kap (20). Ook deze woningen zijn uit traditionele materialen opgebouwd en zijn allemaal voorzien van een zadeldak met keramische pannen (20). Na de grote schuur aan de Groeneweg volgen vijf twee-onder- één kappers van twee lagen en een zadeldak, die eveneens uit traditionele materialen opgebouwd zijn (18). Deze twee- onder-één kappers hebben garages die achter de woningen liggen. De overzijde van de Groeneweg bestaat uit agrarisch gebied met bijbehorende agrarische bebouwing.
Alle woningen beschikken over een voortuin, staan evenwijdig aan de weg en zijn opgetrokken uit baksteen. De entree van de meeste woningen is aan de voorzijde gelegen.
Aan de Witte Weideweg staan enkele twee-onder-één kappers opgetrokken uit lichtere baksteen dan de overige panden (26, 27). De kleur van de dakpannen varieert van grijs tot gemêleerd grijs met rood en is vaak van keramische pannen, maar ook van modernere materialen.
Deelaspecten (geledingen, gevelindeling, vormgeving gevelelementen)
De woningen zijn niet uitgebreid met erkers aan de voorzijde. Wel hebben vele voordeuren een luifel boven de deur, die bedekt is met dezelfde dakpannen als het hoofddakvlak (19). Opvallend zijn de gemetselde schoorstenen, die aan de uiteinden van een zadeldak het dakvlak markeren. Minder karakteristiek zijn de schoorstenen, die niet aan de uiteinden, maar midden op het dak geplaatst zijn (26).
Vele woningen hebben bijgebouwen in de vorm van schuren en garages. Deze liggen op ongeveer drie meter terug ten opzichte van het hoofdgebouw (19). De garages hebben een plat dak. De paar dakkapellen die voorkomen hebben vaak een hellende kap, die bedekt is met keramische dakpannen. De twee-onder-één kappers aan de Groene Weg hebben een verticale gevelgeleding. Tussen de ramen op de beneden- en de bovenverdieping is een terugliggend vlak in een andere kleur dan het hoofdvlak gemetseld (18).
Detailaspecten (materialen, kleuren, detaillering van onderdelen)
De woningen zijn overwegend sober van karakter en er zijn weinig accenten aangebracht in de gevel. Opvallend zijn de subtiele dakgoten met dragers (21, 22).
Het kleurgebruik is overwegend wit of een natuurlijke tint.
Hoofdaspecten (plaatsing, massa/vorm, gevelopbouw, materialen/kleuren hoofdvlakken)
Deelaspecten (geledingen, gevelindeling, vormgeving gevelelementen)
Detailaspecten (materialen, kleuren, detaillering van onderdelen)
2.4. Uitbreiding in forumstijl (W6)
Binnen de meest nieuwe en buitenste schil van Noordhoek, liggen een vijftal projectmatig ontwikkelde woningclusters. Deze projecten bevinden zich rond de Kapellenhof, de Blauwboei, Vlasaard, Repelweg, Revelaar, Droogweide en ‘t Reekje.
Hoofdaspecten (plaatsing, massa/vorm, gevelopbouw, materialen/kleuren hoofdvlakken)
Dit westelijke deelgebied van Noordhoek bestaat hoofdzakelijk uit panden die voorzien zijn van een zadeldak dat evenwijdig aan de straat ligt. De Revelaar kent gekantelde zadeldaken (37). De straten bestaan hoofdzakelijk uit twee- onder-één kapwoningen. Alle woningen hebben twee bouwlagen en een zadeldak en zijn voorzien van voortuinen. Uitzondering hierop vormen de 7 twee-onder-één kappers van één bouwlaag aan de Kapellenhof (30). Per architectonische eenheid verspringt de rooilijn, waardoor er grotere en kleinere voortuinen ontstaan. Alle panden liggen evenwijdig aan de weg en zijn opgetrokken uit gebakken stenen in lichte tinten. Het hoofdvlak bestaat uit één tint. Het dakvlak bestaat eveneens uit één tint, vaak grijs.
Aan de Blauwboei liggen twee-onder-één kappers met garages terugliggend ertussen, die al dan niet voorzien zijn van een zadeldak (36).
De Revelaar straalt met haar gekantelde daken, zonder schoorstenen, en doorlopende dakkapellen in hout een meer woonerfachtige sfeer uit, maar ook deze panden staan allen aan een straat met stoep (43). De garages zijn integraal opgenomen in het woonhuis en liggen iets naar achter met een zadeldak. Alle daken van deze woningen zijn bedekt met rode keramische pannen. De voordeuren zitten aan de zijkant.
Deelaspecten (geledingen, gevelindeling, vormgeving gevelelementen)
De woningen aan de Kapellenhof hebben per unit één voordeur en één groot raam en één wc raampje naar de openbare weg gericht (31). De daken hebben geen dakkapellen en zijn allen voorzien van schoorstenen (30). Het trasraam aan de onderzijde is van een donkerdere baksteen dan de gele baksteen van de rest van het pand. In de Blauwboei vallen de brede dakgoten op en zijn er incidenteel dakkapellen aan de voorzijde gebouwd (33, 35). Sommige ingangen zijn in een aanbouw gerealiseerd, die integraal in het huisontwerp is opgenomen.
De Revelaar kent integraal ontworpen dakkapellen (geïntegreerde gevelwand in het dakvlak), waarbij het voorvlak van de dakkapel doorloopt tot aan de bovenzijde van het grote raam op de begane grond (37, 39). Dit voorvlak is uitgevoerd in hout en in een donker groene tint geschilderd.
Ook de zijkanten van de dakkapel en eveneens de zijkanten van het huis heeft deze donkergroene houten vlakken (41).
Detailaspecten (materialen, kleuren, detaillering van onderdelen)
De woningen zijn uitgevoerd in baksteen en hout. Het houtwerk is veelal uitgevoerd in wit of traditionele kleuren. De dakvlakken zijn overwegend donker van kleur, grijs of zwart. Incidenteel zijn rolluiken aangebracht (35, 41). Het houtwerk aan de Kapellenhof is beige en donker groen geschilderd en de ramen zijn voorzien van lekdorpels.
Hoofdaspecten (plaatsing, massa/vorm, gevelopbouw, materialen/kleuren hoofdvlakken)
Deelaspecten (geledingen, gevelindeling, vormgeving gevelelementen)
Detailaspecten (materialen, kleuren, detaillering van onderdelen)
2.5. Individuele woningbouw (W9 vrije sector)
De meest nieuwe en buitenste schil van Noordhoek bestaat bijna geheel uit woningen in de vrije sector. De Keetel, ‘t Weeltje en de Repelweg hebben vrijstaande woningen.
Hoofdaspecten (plaatsing, massa/vorm, gevelopbouw, materialen/kleuren hoofdvlakken)
Het woongebied is ruim opgezet, met veel groen in de openbare ruimte. De verschillende hoofdmassa’s liggen midden op de kavel en zijn niet aan naastliggende panden gekoppeld, enkele uitzonderingen (twee-onder-één kapwoningen en door garages aan elkaar geschakelde woningen) daar gelaten. Alle panden zijn individueel gebouwd en geven zo deze schil een divers karakter (44, -48). De meeste panden hebben een kap, niet zijnde een lessenaarskap. De hoofdmassa’s zijn recht en hoekig en bestaan meestal uit één of twee woonlagen met een kap. De meeste woningen staan evenwijdig aan de straat en zijn opgetrokken uit traditionele materialen zoals rode, bruine maar ook gele baksteen en hebben daken van keramische pannen en modernere materialen.
Deelaspecten (geledingen, gevelindeling, vormgeving gevelelementen)
De garages liggen terug (47). Enkele woningen hebben dakkapellen met een scheef dak, dat met de hoofddakhelling meeloopt (47). Er komen op de vrije sector panden meer details voor dan op de meeste projectmatig gebouwde rijtjes- en twee-onder-één kapwoningen. Zo vinden we erkers, schoorstenen, trasramen, accenten in afwijkende kleur baksteen rond deuren en ramen. Overwegend lichte raamkozijnen en daklijsten.
Detailaspecten (materialen, kleuren, detaillering van onderdelen)
De woningen zijn uitgevoerd in baksteen en hout. Bij de woningen wordt de individualiteit benadrukt door het gebruik van diverse kleuren en accenten. Het houtwerk is veelal uitgevoerd in witte of traditionele kleuren. De dakvlakken zijn overwegend donker van kleur, grijs of zwart (47, 48).
Hoofdaspecten (plaatsing, massa/vorm, gevelopbouw, materialen/kleuren hoofdvlakken)
Deelaspecten (geledingen, gevelindeling, vormgeving gevelelementen)
Detailaspecten (materialen, kleuren, detaillering van onderdelen)
Aan de noordzijde van de Witte Weide liggen enkele vrijstaande woonhuizen met bedrijfspanden daarachter
Hoofdaspecten (plaatsing, massa/vorm, gevelopbouw, materialen/kleuren hoofdvlakken)
Aan deze doodlopende weg vanaf de Groeneweg liggen verschillende bedrijfshallen, werkplaatsen en woonhuizen (25- 27, 84). De bedrijfshallen zijn veelal uit plaatmateriaal opgetrokken, maar enkele hebben bakstenen vlakken. Met name de voeten van de hallen zijn uit baksteen opgetrokken.
Deelaspecten (geledingen, gevelindeling, vormgeving gevelelementen)
De gevels van de bedrijfscomplexen zijn gesloten. Zowel verticale als horizontale geleding komt voor. Aan de voorzijde van de panden is de entree gelegen (25).
Detailaspecten (materialen, kleuren, detaillering van onderdelen)
De mate van detaillering is zeer beperkt. Overwegend zijn er grote kale wanden waarop geen enkele detaillering aanwezig is. Kozijnen en houtwerk bij de entree zijn in kleuren geschilderd (25).
Hoofdaspecten (plaatsing, massa/vorm, gevelopbouw, materialen/kleuren hoofdvlakken)
Deelaspecten (geledingen, gevelindeling, vormgeving gevelelementen)
Detailaspecten (materialen, kleuren, detaillering van onderdelen)
Tussen de Kapellenhof en de Repelweg ligt een groen gebied waarop gesport wordt.
Hoofdaspecten (plaatsing, massa/vorm, gevelopbouw, materialen/kleuren hoofdvlakken)
Het sportcomplex is omgeven door opgaand groen en bestaat hoofdzakelijk uit grasvelden en kunstgrasvelden. De clubgebouwen en omkleedruimtes bevinden zich aan de Kapellenweg. Dit één bouwlaag hoge pand is voorzien van een zadeldak (28).
Deelaspecten (geledingen, gevelindeling, vormgeving gevelelementen)
De kopgevels zijn voorzien van rood plaatmateriaal (29). Dit materiaal komt terug in vlakken boven deuren en ramen.
Detailaspecten (materialen, kleuren, detaillering van onderdelen)
Het pand is sober van karakter en er zijn weinig accenten aangebracht in de gevel.
Hoofdaspecten (plaatsing, massa/vorm, gevelopbouw, materialen/kleuren hoofdvlakken)
Deelaspecten (geledingen, gevelindeling, vormgeving gevelelementen)
Detailaspecten (materialen, kleuren, detaillering van onderdelen)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-167339.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.