Gemeenteblad van Schiermonnikoog
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Schiermonnikoog | Gemeenteblad 2025, 166761 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Schiermonnikoog | Gemeenteblad 2025, 166761 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke regeling de Waddeneilanden 2024
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft,
het Algemeen Bestuur de colleges van de deelnemende gemeenten heeft voorgesteld de Gemeenschappelijke regeling De Waddeneilanden te wijzigen en daarvoor in de plaats te stellen de Gemeenschappelijke Regeling De Waddeneilanden 2024;
de raden van de deelnemende gemeenten voor de wijziging toestemming aan de college hebben verleend;
de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 juli 2022 is gewijzigd om de democratische legitimiteit van de gemeenschappelijke regelingen te versterken en raden meer instrumenten ter beschikking hebben gekregen;
gelet op de vastgestelde kaders met betrekking tot de samenwerking, de toepasselijke bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;
de Gemeenschappelijke regeling De Waddeneilanden te wijzigen, zodat deze als volgt luidt:
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of van een wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt in die artikelen in de plaats van gemeente, gemeenteraad, college van burgemeester en wethouders en burgemeester, gelezen openbaar lichaam, onderscheidenlijk algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter.
HOOFDSTUK III Doel en taken van het openbaar lichaam
Indien en voor zover de betreffende colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten en het algemeen bestuur daartoe overeenkomstig artikel 37 besluiten, draagt het openbaar lichaam zorg voor de uitvoering van taken van deelnemende gemeenten binnen het kader van de in artikel 3 genoemde terreinen.
HOOFDSTUK IV Het algemeen bestuur
De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar. De deuren worden gesloten indien dit door één van de aanwezige leden wordt verlangd of de voorzitter het nodig acht. De vergadering beslist vervolgens of met gesloten deuren wordt beraadslaagd.
Aan de raden van de deelnemende gemeenten wordt het meerjarenbeleidsplan voor zienswijze voorgelegd. De termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen is tien weken. Daarnaast besluit het algemeen bestuur om voorafgaand aan het nemen van een besluit met groot politiek, financieel of maatschappelijk belang, de raden van de gemeenten in de gelegenheid te stellen een zienswijze naar voren te brengen.
Ingezetenen van de deelnemers en andere belanghebbenden bij de taakuitvoering door het openbaar lichaam worden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid op grond van deze regeling slechts betrokken voor zover dat bij of krachtens wet is vereist. De participatie vindt plaats op de in de betreffende gemeente gebruikelijke wijze. Bij de participatie kan een andere procedure dan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd worden.
Paragraaf 5: informatie en verantwoording algemeen bestuur.
Het algemeen bestuur verstrekt de raden en colleges van de deelnemende gemeenten ongevraagd alle inlichtingen in informatie die voor een juiste beoordeling van het door het algemeen bestuur gevoerde beleid nodig zijn. In afstemming met de colleges en raden van de deelnemende gemeenten wordt door het algemeen bestuur een informatieprotocol voor het delen van inlichtingen en informatie vastgesteld.
Een verzoek tot het verstrekken van inlichtingen wordt gericht aan het algemeen bestuur en ingediend bij de voorzitter. De gevraagde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk verstrekt. Een afschrift van de verstrekte inlichtingen wordt vanwege het algemeen bestuur gezonden aan de colleges van de deelnemende gemeenten.
HOOFDSTUK V Het dagelijks bestuur
Paragraaf 1: de samenstelling.
Bij afwezigheid (langdurig) van een lid van het dagelijks bestuur, wordt deze zo mogelijk vervangen door een ander lid uit het algemeen bestuur, die de betreffende deelnemende gemeente vertegenwoordigt.
Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een deelnemende gemeente, die partij is in een geding of bij een buitengerechtelijke rechtshandeling, waarbij het openbaar lichaam is betrokken, oefent een ander, door het dagelijks bestuur aan te wijzen lid van het dagelijks bestuur, die bevoegdheid uit.
HOOFDSTUK VIII Het meerjarenbeleidsplan
Bij het opstellen van het ontwerp van een plan pleegt het dagelijks bestuur overleg met de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten, dan wel met de door deze colleges aangewezen vertegenwoordigers.
HOOFDSTUK IX Uitoefening van gemeentelijke taken en bevoegdheden
Het college van burgemeesters en wethouders en de burgemeester van één of meer deelnemende gemeenten, die van mening zijn, dat de uitvoering van bepaalde taken, liggende binnen het kader van de terreinen als bedoeld in artikel 3, aan het openbaar lichaam kunnen worden toevertrouwd, wenden zich met een zodanig voorstel tot het dagelijks bestuur.
Indien geen bedenkingen zijn ingediend tegen de ontwerpregeling, stelt het algemeen bestuur het ontwerp definitief vast. Indien wel bedenkingen zijn ingediend, beslist het algemeen bestuur bij de definitieve vaststelling of, en in hoeverre, aan deze bezwaren wordt tegemoetgekomen. Dit besluit wordt met redenen omkleed aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten, ter besluitvorming binnen twee maanden na datum van toezending, voorgelegd.
In het belang van de uitvoering van de in artikel 3 genoemde taakstelling kan, voor zover deze taken zijn opgedragen, het algemeen bestuur beleid vaststellen.
HOOFDSTUK XI Overige bevoegdheden
Het openbaar lichaam kan deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in de artikelen 93 en 96 van de wet en aan Centrumregelingen. Deelname kan plaats hebben bij besluit van het algemeen bestuur, indien tenminste twee derde van het aantal colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten zich daarvoor hebben verklaard.
HOOFDSTUK XII Financiële bepalingen
Van de inkomsten en uitgaven van het openbaar lichaam over het afgelopen jaar wordt door het dagelijks bestuur verantwoording afgelegd aan het algemeen bestuur onder overlegging van de door de financiële administratie opgemaakte rekening, overeenkomstig het bepaalde in artikel 38 en 39. De rekening wordt aangeboden met de daarbij behorende bescheiden.
Het dagelijks bestuur voegt daarbij een verslag van de accountant van het onderzoek naar de getrouwheid van de rekening.
Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan Gedeputeerde Staten. Het dagelijks bestuur doet hiervan mededeling aan de raden van de deelnemende gemeenten.
HOOFDSTUK XV Uittreding, wijziging en opheffing
Het algemeen bestuur inventariseert na overleg met de deelnemers de gevolgen van uittreding in een uitredingsplan. Daarin worden de juridische, organisatorische, personele en financiële gevolgen vermeldt. In het uitredingsplan komen in ieder geval, maar niet uitsluitend, de volgende aspecten van die gevolgen aan de orde:
Uiterlijk negen maanden na het moment van het besluit van uittreding stelt het algemeen bestuur de definitieve uittreedsom vast. Voordat de definitieve uittreedsom wordt vastgesteld, wordt de uittredende deelnemer in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze binnen tien weken na toezending ervan naar voren te brengen. Met de vaststelling zijn de daarin omschreven verplichtingen bindend.
Tenzij het algemeen bestuur en de uittredende deelnemers anders overeenkomen, betaalt de deelnemende gemeente van het uittredende college de uittreedsom in drie jaren, volgens de volgende verdeling:
In het derde jaar 10% van de uittreedsom.
Indien de uittredende deelnemer eerder dan drie jaren uittreedt, wordt een risico-opslag van 10% toegepast om eventueel onvoorziene toekomstige kosten gerelateerd aan de uitreding te ondervangen. Deze opslag vrijwaart de uittredende deelnemer van alle toekomstige kosten.
HOOFDSTUK XVI Overgangsbepalingen
De bij de inwerkingtreding van een wijziging van de regeling zitting hebbende leden van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter daarbij inbegrepen, die voldoen aan de eisen van de gewijzigde regeling, worden geacht leden van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter daarbij inbegrepen, te zijn, op grond van de gewijzigde regeling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-166761.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.