Gemeenteblad van Heerlen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Heerlen | Gemeenteblad 2025, 165889 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Heerlen | Gemeenteblad 2025, 165889 | overige overheidsinformatie |
Een nota over de omgang met dieren in de gemeente Heerlen 2023-2027
In Heerlen leven bijna 87.000 mensen maar nog veel meer dieren. Mensen houden van hun huisdier. Zij gaan met elkaar in gesprek over hun hond of kat. Zij zijn verdrietig als een huisdier wegloopt of sterft. Het dier zorgt voor contact, verrijkt het bestaan, want het geeft gezelligheid, afleiding en troost. Huisdieren horen bij het gezin. Daarnaast leven er dieren in de vrije natuur of in tuinen en parken of verplaatsen zij zich in kudden, soms voor de begrazing van terreinen. In een stad als Heerlen die een sociale koers vaart, wil het stadsbestuur niet alleen bescherming en zorg bieden aan haar inwoners en bezoekers maar ook aan de dieren die er leven.
Behalve zijn waarde voor ons mensen, heeft het dier een eigen, intrinsieke waarde. Dierenwelzijn gaat over de kwaliteit van het leven van het dier: zoals het dier dit ervaart. In deze nota wordt beschreven wat de gemeente Heerlen heeft geregeld op het gebied van dierenwelzijn en de omgang met dieren binnen haar gemeentegrenzen. Deels komt dit voort uit wettelijke verplichtingen voor de gemeente of heeft dit raakvlakken met vigerend beleid, bijvoorbeeld op het gebied van de ruimtelijke ordening of op dat van de veiligheid. Maar we willen hierin verder gaan dan onze wettelijke taken. Wat past bij Heerlen waar niet alleen geïnvesteerd wordt in de stad en haar bewoners, maar waar ook duurzaamheid en biodiversiteit hoog in het vaandel staan?
Nederlanders geven steeds meer om dierenwelzijn. Als het aan hen ligt, mag de overheid er meer aan doen om dat te waarborgen. En de groep diersoorten waar we ons druk om maken, wordt ook steeds groter. Zo is de helft van de Nederlanders van mening dat er meer aandacht moet zijn voor het welzijn van insecten. Dat blijkt uit de resultaten van Staat van het Dier (2023), een vierjaarlijks peiling onder Nederlanders door de Raad voor Dierenaangelegenheden, over de manier waarop in ons land wordt omgegaan met en gedacht over dieren.
In het coalitieakkoord onderschrijft het college dat de klimaatcrisis een grote bedreiging vormt voor het leven van mens, dier en de hele natuur en dat dit ook in Heerlen om actie vraagt. Verduurzaming wordt beschouwd als een pilaar van het gemeentelijk beleid. De instandhouding van de populatie, het beheer en de zorg voor flora en fauna maken daar deel van uit. Bij de aanleg van de openbare ruimte is er specifiek oog voor biodiversiteit. Het belang van de natuur, met als wezenlijk bestanddeel daarvan een rijk dierenleven, staat in de belangstelling.
Deze nota vormt één van de vertrekpunten voor ons beleid en is een basis voor verdere ontwikkeling. Dierenwelzijnsbeleid als zodanig staat in Heerlen nog in de kinderschoenen. Regelmatig wordt in deze nota verwezen naar - of aansluiting gezocht bij andere beleidsthema’s van de gemeente Heerlen, waarin de omgang met dieren al een plek heeft of dit alsnog verdient. Enerzijds wordt hier dus een overzicht geboden van hetgeen er al is, anderzijds wordt onderzocht op welke wijzen wij dierenwelzijn kunnen behouden, stimuleren en ondersteunen, en misschien wel belangrijker: hoe wij daarnaar kunnen handelen.
Handelingen en besluiten van de gemeente kunnen van invloed zijn op het welzijn van de dieren in Heerlen. Het is belangrijk daar aandacht aan te besteden. Deze nota is het eerste beleidsstuk van de gemeente Heerlen op het gebied van dierenwelzijn en de omgang met dieren. Dat wil niet zeggen dat er geen beleid is geweest, maar het is versnipperd over de gemeentelijke domeinen en teams. “Dieren” zijn meestal niet het centrale thema van de diverse beleidsvisies. Zij komen er vaak toevallig aan te pas. Daarom biedt deze nota een op het dier toegespitste en integrale beschrijving van hoe het stadsbestuur invulling geeft aan wettelijke taken ten aanzien van dieren. Daarnaast beschrijft de nota ook hoe, aanvullend op de wettelijke taken, de zorg voor en de bescherming van dieren binnen de gemeentegrens wordt ingevuld. Het dier speelt in deze nota de hoofdrol!
Organisaties die zorgen voor de opvang en verzorging van zwervende, zieke en gewonde dieren zijn voor hun werkzaamheden voor een groot deel afhankelijk van gemeenten. Gemeente Heerlen neemt zijn morele verantwoordelijkheid en maakt afspraken met hen. “Dierenwelzijn” is in Heerlen sinds 2022 een apart portefeuilleonderdeel met een eigen wethouder die de relatie legt met thema’s als milieu, afval, circulariteit en biodiversiteit. In deze nota wordt ook aandacht besteed aan veiligheidsaspecten bij de omgang met dieren en de overlast die soms door dieren veroorzaakt wordt. Dieren zijn daarnaast vaak een bron van vermaak voor mensen. De gemeente Heerlen wil daar zorgvuldig mee omgaan en de integriteit van het dier bewaken. De inhoud van deze nota zal aan het einde van de beleidsperiode geëvalueerd worden en de gemeenteraad van Heerlen zal hierover worden geïnformeerd.
Steeds meer gemeenten formuleren dierenwelzijnsbeleid. De een doet het met meer ambitie op het gebied van dierenwelzijn dan de ander. Ongeveer een derde van de 352 gemeenten had in 2021 een portefeuillehouder dierenwelzijn en één op de vijf een nota dierenwelzijn. Heerlen blijft in dat opzicht niet achter.
In de algemene raadsvergadering van 3 november 2021 is door het college van burgemeester en wethouders van Heerlen een nota voor dierenwelzijn toegezegd. Het college reageert daarmee niet alleen op de landelijke ontwikkeling en wens vanuit de samenleving, maar ook op de actualiteit waarin de intrinsieke waarde van het dier, het belang van een duurzame leefomgeving en een grotere biodiversiteit aan de orde is.
Dierenwelzijn gaat over het welbevinden van dieren op fysiek en mentaal vlak, positief of negatief ervaren. Een positieve staat betekent voldoende vrijheid om natuurlijke gedragspatronen te vertonen en adequaat te kunnen reageren op omstandigheden. De vijf vrijheden van Brambell, later uitgewerkt door de Britse Animal Welfare Council, dienen als maatstaf voor positief welzijn van gehouden dieren: vrij zijn van (1) honger en dorst en onjuiste voeding, (2) fysiek en thermaal ongemak, (3) pijn, verwondingen, ziekte, (4) angst en chronische stress en dat ze (5) normaal gedrag kunnen vertonen. Deze vijf vrijheden zijn wettelijk vastgelegd in Wet dieren.
De Wet dieren erkent de intrinsieke waarde van dieren als wezens met eigenwaarde, ongeacht hun relatie met de mens. Dit impliceert dat bij beslissingen over dieren of hun leefomgeving, hun welzijn niet structureel of substantieel mag worden aangetast.
De Wet natuurbescherming bepaalt dat iedereen zorgplicht heeft voor wilde dieren en planten en hun leefomgeving, en dat men geen handelingen uitvoert die negatieve gevolgen hebben voor flora en fauna.
Deze nota beschrijft onze taken rondom dierenwelzijn, met nadruk op de gemeentelijke rol en verantwoordelijkheid. Het gaat zo min mogelijk in op specifieke wetgeving of beleid op rijks- of provinciaal niveau, maar richt zich op de gemeentelijke aanpak en ambities voor dierenwelzijn. De nota biedt overzicht en bevordert een integrale benadering. Eigenwijs en eigentijds als Heerlen is gaan we soms verder dan de wettelijke taak voor dierenwelzijn.
De volgende overwegingen spelen een belangrijke rol als het gaat om de positie die de gemeente inneemt in debatten rond dierenwelzijn. Ze bepalen tevens de wijze waarop vervolgens wordt gehandeld:
Hebben we bevoegdheid binnen het kader van dierenwelzijn en is er voldoende maatschappelijk draagvlak voor het nemen van maatregelen dan overwegen we deze. Voor een besluit om diervriendelijke maatregelen uit te voeren worden de gevolgen op andere beleidsterreinen bepaald, de kosten in beeld gebracht en betrokkenen bevraagd.
Hoofdstuk 1 beschrijft de aanleiding en doelstellingen van deze nota. Daarnaast beschrijft het wat wel en niet in deze nota is opgenomen en wanneer we wel of niet tot handelen overgaan. Hoofdstuk 2 beschrijft, kort en bondig, de wettelijke kaders die van toepassing zijn op dierenwelzijn. Hoofdstuk drie, tot en met zeven beschrijven hoe we omgaan met dierenwelzijn voor respectievelijk Dieren in nood, Gezelschapsdieren, Hobby- en landbouwhuisdieren en In het wild levende dieren. Telkens is de rol van de gemeente beschreven en wat onze ambities zijn. Vervolgens staat beschreven hoe we het nu geregeld hebben en of hierin hiaten zitten. In kaders staat telkens aangegeven waar we op in willen zetten om het dierenwelzijn te verbeteren. Hoofdstuk acht is de uitvoeringsagenda met al onze inzet naar acties en tijdsindicaties vertaald. Hoofdstuk negen brengt de kosten in beeld en hoofdstuk 10 geeft aan hoe de nota wordt geëvalueerd.
In Nederland zijn drie wetten die dierenwelzijn regelen, elk gericht op specifieke groepen dieren: Wet dieren (2011) voor productie- en gezelschapsdieren, hobbydieren en dierentuinen, Wet natuurbescherming (2017) voor wilde dieren en hun omgeving en Wet op de proefdieren (2014) voor proefdieren. Ook andere wetten en regelgeving betrekken, vaak zijdelings, ook dierenwelzijn.
De wet erkent dat dieren een eigen waarde hebben als wezens met gevoel. De wet wil voorkomen dat dierenwelzijn wordt aangetast, behalve als het echt nodig is en zorgt ervoor dat dieren de zorg krijgen die ze nodig hebben. Er zijn drie Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) voor het houden van dieren, gezelschapsdieren en dierenartsen. Het Rijk stelt positieflijsten op met dieren die als huisdier gehouden mogen worden. Daarnaast zijn er regels voor hoe dode dieren worden afgevoerd.
Deze wet beschermt wilde dieren en hun omgeving. Iedereen, inclusief de gemeente, moet handelingen vermijden die schadelijk kunnen zijn voor wilde dieren en planten, of maatregelen nemen om de schade te voorkomen of te verminderen. Middels verbodsbepalingen worden soorten en gebieden beschermd. Deze verbodsbepalingen mogen niet overtreden worden, tenzij men een ontheffing kan verkrijgen. Het zogenaamde “nee, tenzij” principe. De provincies zijn meestal het bevoegd gezag en moeten provinciaal natuurbeleid maken en faunabeheerplannen goedkeuren. Deze wet zal vervallen en worden opgenomen in de Omgevingswet, maar voor natuur blijft een "nee, tenzij" principe gelden.
Deze wet zegt dat dierproeven in principe verboden zijn. Er zijn echter uitzonderingen waarvoor dierproeven wel mogen worden gedaan. Hiervoor is een vergunning nodig. De ministerie van LNV is verantwoordelijk voor het toepassen en controleren van de Wet op dierproeven.
De politie en de GGD mogen dieren meenemen en “opslaan” als ze moeten ingrijpen zoals bij een huisuitzetting, huiselijk geweld, detentie of risico's voor gezondheid. Dieren worden maximaal 13 weken opgevangen, dit is een taak van de gemeente volgens de wet.
Volgens het Burgerlijk Wetboek is de gemeente verantwoordelijk voor het opvangen van gevonden dieren. Als de eigenaar na 14 dagen nog niet is gevonden, gaat het eigendom van het dier over naar de gemeente. Een burger mag ook zelf een gevonden dier opvangen, maar moet wel aangifte doen. Na een jaar wordt de persoon die het dier heeft gevonden en verzorgd, de eigenaar van het dier volgens het Burgerlijk Wetboek.
Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheer. In de wet staat dat de brandweer ook moet zorgen voor de veiligheid van dieren.
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Het college van Burgemeester en Wethouders kan bestuursdwang toepassen voor het meevoeren en opslaan van daarvoor vatbare zaken bij ontruiming, arrestatie en gedwongen opname van de eigenaar. Hier vallen ook huisdieren onder waarvoor de gemeente op dat moment een zorgplicht krijgt.
Gemeenten zijn verplicht om plaagdieren die een bedreiging voor de volksgezondheid- en veiligheid vormen te weren en te bestrijden.
De Woningwet en het Bouwbesluit
De WABO bevat regels voor het gebruik van een bouwwerk of terrein om overlast door schadelijk gedierte te voorkomen. De gemeente is meestal verantwoordelijk voor handhaving van deze regels. Bij overtreding kan direct worden opgetreden zonder eerst een waarschuwing.
De Visserijwet regelt zaken rondom de visserij regelt. De bepalingen in deze wet hebben betrekking op alle vormen van visserij, van de Noordzeevisserij tot en met de sportvisserij. Doelstellingen van deze wet zijn onder andere het bevorderen van de doelmatigheid van de beroepsvisserij en het voorkomen van overbevissing. De wet bevat onder meer regels voor het verpachten van viswater (door gemeenten). De wet houdt rekening met belangen rond natuurbescherming en het welzijn van vissen.
Beleidsregels Kwaliteit Opvang Diersoorten
De provincie geeft toestemming voor opvang van wilde dieren in nood volgens Wet Natuurbescher-ming. Regels hiervoor worden vastgesteld door ministerie van EZ. De voorwaarden staan in Beleidsregels Kwaliteit Opvang Diersoorten, zo mogen particulieren geen ontheffing krijgen, zijn er eisen voor verzorging en is het doel altijd om dieren weer vrij te laten.
De provincie is bevoegd gezag in het kader van de Wet natuurbescherming en is daardoor ook verantwoordelijk voor faunabeheer. Men kan ontheffingen verlenen voor afschot voor jacht, populatiebeheer en schadebestrijding. In faunabeheerplannen stellen provincies de kaders vast voor afschot. Jachthouders mogen het jachtrecht zelf uitoefenen of aan anderen geven.
Vanuit wet- en regelgeving is de directe rol van de gemeente bij dierenwelzijn beperkt. Veel wettelijke taken en bevoegdheden rondom dieren liggen bij landelijke of provinciale instanties. De landelijke overheid is op grond van de Wet dieren het bevoegd orgaan voor regelgeving over dierenwelzijn. Provincies zijn op grond van de Wet natuurbescherming (mede-)bevoegd regels te stellen over het beheer en bestrijding van in het wild levende dieren, maar hebben ook geen directe verantwoordelijkheid voor dierenwelzijn.
Gemeenten zijn bevoegd om aanvullende regelgeving vast te stellen om hinder en overlast te voorkomen en bestrijden, de volksgezondheid te bewaken en de openbare orde te handhaven. Gemeenten zijn niet bevoegd om aanvullende regels op het gebied van dierenwelzijn op te stellen, wel hebben gemeenten wettelijke taken en verplichtingen die raken aan de omgang met dieren en dierenwelzijn. Deze worden in de volgende hoofdstukken benoemd.
De regels over dieren in Heerlen, binnen de wettelijke kaders, zijn in de Algemene Plaatselijke Verordening Heerlen (APV) vastgelegd. Het betreft:
Gemeente Heerlen stelt een respectvolle omgang met dieren die leven binnen de gemeentegrenzen voorop en voelt zich mede verantwoordelijk voor hen. We zorgen dat de ondersteunende organisaties op het gebied van dierenwelzijn kunnen functioneren. We zorgen voor goede informatievoorzieningen aan de burgers hierover. Een diervriendelijke gemeente toetst haar beleidsvoornemens aan aspecten van dierenwelzijn. Daarbij zijn we realistisch, weten we op veel terreinen geen beslissingsbevoegdheid hebben. De gebieden waar we wel invloed kunnen hebben en onze ambities en inzet met betrekking tot dieren en dierenwelzijn worden in de volgende hoofdstukken van deze nota beschreven.
Dieren kunnen om verschillende redenen in nood verkeren. Vaak buiten hun eigen schuld om. Het kan gaan om mishandeling en verwaarlozing, bij ziekte of detentie van de eigenaar, in situaties van huiselijk geweld, wanneer het dier wegloopt en bij rampen en calamiteiten.
De gemeente is verantwoordelijk voor het opvangen van gewonde dieren en zwerfdieren en voor huisdieren bij een huisuitzetting. Ze kan dieren weghalen als ze overlast veroorzaken of verwaarloosd worden. Ook moet de gemeente de mogelijkheid bieden om overleden dieren te laten ophalen. Gemeente Heerlen vindt het belangrijk dat alle dieren die, om welke reden dan ook, in nood verkeren op een goede wijze worden opgevangen en wil het proces hiervoor faciliteren. Daarnaast vinden we het belangrijk om onze inwoners goed te informeren over dierenwelzijn om verwaarlozing, noodsituaties en lijden te voorkomen.
Dierenmishandeling of verwaarlozing van dieren komt helaas nog te vaak voor. De gemeente heeft geen eigen meldpunt voor dierenmishandeling en –verwaarlozing.
Meldingen over zwerfdieren of gevonden dieren in de gemeente Heerlen worden gedaan via de meldkamer van de dierenambulance bij de stichting Dierenbescherming Limburg (DBL, 088-8113510). De meldkamer is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar.
Om het melden van dierenmishandeling en –verwaarlozing makkelijker te maken, heeft de politie, samen met de Landelijke Inspectie Dierenbescherming (LID) het landelijke meldnummer 144 in het leven geroepen. Dit nummer is zeven dagen per week bereikbaar.
In een acute situatie, bijvoorbeeld als een dier is losgebroken uit de wei en een gevaar vormt of in het water is beland, kan de brandweer ingeschakeld worden via 112.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) richt zich op bedrijfsmatig gehouden dieren. Ze houden toezicht op de gezondheid van deze dieren en zijn verantwoordelijk voor de opsporing van dierenmishandeling of –verwaarlozing. Meldingen kunnen gedaan worden via de website van de NVWA.
In Heerlen zorgt de dierenambulance van DBL voor vervoer van gevonden en gewonde dieren, en hun opvangcentrum voor de opvang. Soms assisteert de dierenambulance ook in opdracht van de politie, brandweer of inspectiedienst.
De dierenambulance die actief is in Heerlen, is onderdeel van DBL. Ze wordt bemand door vrijwilligers en aangestuurd door een professionele kracht. De dierenambulance van DBL heeft haar standplaats bij het Dierenbeschermingscentrum in Born en bij het vooropvangcentrum aan de Kissel in Heerlen. De ambulance werkt volgens de eisen van het keurmerk Diervervoer van de stichting Dierkeur.
In Heerlen is vrijwel alle opvang uitbesteed aan de DBL. Met DBL is door de Zuid-Limburgse gemeenten een overeenkomst gesloten. Het huidige contract loopt tot 2027. Ook de gedwongen opvang van een dier bij huisuitzetting, huiselijk geweld, ziekenhuisopname van de eigenaar, detentie of andere handhavingsbepalingen van de Algemene wet bestuursrecht is een taak voor de gemeente. Dit is in Heerlen contractueel nog niet geregeld.
Zwerfdieren of gevonden dieren uit de gemeente Heerlen komen meestal via de meldkamer van de dierenambulance bij de DBL binnen. Ze krijgen een algemene medische check, worden geënt, ontwormd, van vlooien ontdaan en gechipt. Als er meer medische zorg nodig is, dan wordt deze gegeven. De gemeente is verplicht de dieren twee weken “te bewaren” voor de eigenaar. Dit is de wettelijke termijn volgens het Burgerlijk Wetboek. Hierna kan een zwerfdier geadopteerd worden door een nieuwe eigenaar.
De meldkamer en het opvangcentrum van het Dierenbeschermingscentrum van DBL spelen een rol in de hereniging van dieren met een eigenaar. De meldkamer koppelt dieren die gevonden en vermist worden. De ambulance controleert al op de afhaallocatie van het dier op een chip. Als de eigenaar meteen kan worden achterhaald, gaat het dier direct retour baasje en komt het niet in de opvang terecht. Het opvangcentrum zorgt ervoor dat de dieren waarvan de eigenaar onbekend is geplaatst worden op https://mijndieriszoek.dierenbescherming.nl zodat eigenaren die hun dier kwijt zijn dit snel terug kunnen vinden.
Het opvangcentrum voor de regio is in Born, in de gemeente Sittard-Geleen, gevestigd. Binnen de gemeente Heerlen is in De Kissel een vooropvang voor zwerfdieren en standplaats voor de dierenambulances gevestigd. De dieren verblijven hier kortstondig totdat ze naar het Dierenbeschermingscentrum in Born vervoerd worden. DBL verzorgt de opvang en (her)plaatsing van vooral honden en katten, maar ook van overige huisdieren. Ook konijnen en knaagdieren die zijn gedumpt of afgestaan door hun eigenaar kunnen er terecht. Voor exotische dieren, vogels en in het wild levende dieren zijn er echter meer specialistische opvangcentra. Ook voor in het wild levende diersoorten die in nood verkeren vormt het dierbeschermingscentrum in Born of de Kissel de vooropvang, hierna gaan deze voor revalidatie naar het Natuurhulp Centrum Oudsbergen (België). Dit laatste is contractueel nog niet geregeld.
|
We bouwen een dierenwelzijnspagina op de gemeentelijke website
|
De gemeente is verantwoordelijk voor rampenbestrijding en moet daarvoor iedere vier jaar een plan opstellen volgens de Wet veiligheidsregio’s. Heerlen maakt deel uit van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg (VRZL). Binnen de VRZL werken de gemeenten, Brandweer, Politie en de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio samen om bij een ramp of crisis zo effectief mogelijk op te kunnen treden. Denk daarbij aan het redden van mensen en dieren uit (potentieel) gevaarlijke situaties, ontruimingen en hulpverlening om mensen en dieren te beschermen.
In het Regionaal crisisplan Zuid-Limburg wordt het plan van aanpak van crisisbeheersing beschreven. De brandweer is hierin verantwoordelijk voor het redden of beveiligen van dieren. De gemeente is vanuit heer taken onder bevolkingszorg verantwoordelijk voor de evacuatie, opvang en verzorging van dieren. De evacuatie en het opvangen van dieren is in Heerlen nog onvoldoende geregeld.
Gemeenten dienen op grond van de Wet Dieren een (afvalstoffen)verordening te hebben waarin de inzameling van kadavers van gezelschapsdieren geregeld is en waar inwoners een overleden huisdier kunnen afgeven. Doorgaans worden overleden huisdieren door de eigenaar bij praktijken van dierenartsen achtergelaten. Bij Dierencrematorium Parkstad kunnen mensen hun huisdieren desgewenst en tegen betaling laten cremeren. Op verzoek van de dierenartsenpraktijken verzorgt het dierencrematorium ook het frequent ophalen, opslaan en afvoeren van overleden kleine huisdieren waarvan de eigenaar niet wenst dat deze gecremeerd worden. Deze worden periodiek door destructiebedrijf Rendac Son B.V. opgehaald bij het dierencrematorium.
De herziene Afvalstoffenverordening van Heerlen zal algemene regels over de inzameling van kadavers van gezelschapsdieren stellen. Het college kan op basis van deze nieuwe regeling ook een inzamellocatie aanwijzen.
Inwoners van Heerlen kunnen bij de gemeente melding doen van kadavers die ze in de buitenruimte aantreffen. Soms haalt de gemeente ze op, soms de dierenambulance. Grotere kadavers worden opgehaald door Rendac Son BV. Dit destructiebedrijf is in Nederland exclusief voor deze taak aangewezen.
Een gezelschapsdier is een dier dat mensen thuis houden voor hun gezelschap, voor de fysieke en mentale gezondheid, uit liefhebberij of om kinderen verantwoordelijkheid te geven. In veel gezinnen vervult een huisdier een rol als gezinslid. Bijna de helft van de huishoudens een of meerdere huisdieren. Het totaal aantal huisdieren wordt geschat op 27 miljoen. Honden en katten zijn bekende gezelschapsdieren, maar ook konijnen, vissen, hamsters en zangvogels. Sommige dieren zijn verboden als huisdier. De Rijksoverheid maakt een lijst van dieren die men in Nederland mag houden als huisdier. In 2024 wordt deze positieflijst voor zoogdieren van kracht. Lijsten voor andere soortgroepen worden later gepubliceerd.
Huisdiereneigenaren zijn en blijven zelf verantwoordelijk voor het welzijn en aanschaf van hun dieren. De gemeente stimuleert huisdierenbezit niet, zeker niet wanneer iemand niet voor een dier kan zorgen. We vinden het daarom belangrijk goede informatie te verstrekken over de verzorging en de bijbehorende investeringen. Wel vindt de gemeente Heerlen het belangrijk om dierenleed te voorkomen bij crisis- of hulpsituaties van de eigenaren. Om kwetsbare groepen te helpen om de juiste verzorging te vinden voor hun huisdieren.
De gemeente is verantwoordelijk voor het hondenbeleid. Daarnaast vinden we het belangrijk om de populatie zwerfkatten stabiel te houden of beter nog te verminderen. De gemeente heeft geen handhavende rol op het gebied van welzijn van huisdieren.
4.2 Verantwoord huisdierenbezit
Soms kopen mensen te snel een dier, zonder goed na te denken. Dit kan problemen geven, zoals dat het veel tijd en geld kost. Soms komen de verwachtingen ook niet overeen met de werkelijkheid over bijvoorbeeld de interactie tussen eigenaar en dier. Soms hebben dieren extra zorg nodig, zoals exotische dieren. Hierdoor worden sommige dieren verwaarloosd of uitgezet. Dit kan leiden tot dierenleed en problemen voor de inheemse natuur. De gemeente Heerlen wil dit voorkomen door informatie te geven en regels te maken. In de APV staan regels in relatie tot openbare orde, veiligheid, gezondheid.
4.3 Dieren in het sociaal domein
Sociale hulpverleners, buurtwerkers en toezichthouders van de gemeente krijgen binnen het sociale domein met gezelschapsdieren te maken. Dat kan het geval zijn bij huisuitzettingen, huiselijk geweld situaties, armoede of ziekte van de eigenaar die daarom zijn dier niet, of slecht verzorgt of in het uiterste geval achterlaat. Als er in een huishouden geweld is tegen personen, is er vaak ook geweld tegen dieren. Dit wordt ook wel de ‘cirkel van geweld’ genoemd. De medewerkers in het sociaal domein zijn alert of in een gezinssituatie waarin sprake is van geweld dat geweld ook tegen het huisdier is gericht.
DBL zal bij een melding dieren opvangen in eigen asiel of het dier elders onderbrengen als dit vrijwillig wordt afgestaan. Wanneer dit laatste niet het geval is, kan geweld of mishandeling ten aanzien van dieren gemeld worden bij 144. Ook de politie zal in de regel maatregelen treffen of doorverwijzen als er sprake is van geweld tegen dieren. De gemeente Heerlen heeft een vaste contactpersoon bij de politie. Medewerkers van de gemeente Heerlen kunnen voor advies ook altijd bij de “Helpdesk Hulpverleners” van de Dierenbescherming terecht via hun website.
De (tijdelijke) opvang van dieren in huiselijke crisissituaties zoals bij detentie, huisuitzetting of ziekenhuisopname van de eigenaar is in Heerlen contractueel nog niet geregeld maar wordt wel al uitgevoerd door DBL. In het geval van huiselijk geweld kunnen dieren in gastgezinnen opgevangen worden via stichting Mendoo.
Wanneer iemand een dier afstaat aan DBL dient hiervoor een afstandsbedrag betaald te worden als aandeel in de te maken kosten voor de dierenarts en de opvang. Deze bijdrage kan soms een drempel zijn waardoor mensen in een crisissituatie blijven zitten.
Voor veel ouderen of chronisch zieken zijn huisdieren van groot belang voor hun kwaliteit van leven. Met het ouder worden nemen functiebeperkingen vaak toe en wordt tegelijkertijd in veel gevallen het sociale netwerk kleiner. Hierdoor kunnen eigenaren problemen ondervinden bij de verzorging van hun huisdier, terwijl dit dier voor hen juist zo belangrijk is.
Met de hulp van vrijwillige dierenbuddy’s van de Dierenbescherming hoeven ouderen en chronisch zieken hun huisdier niet af et staan, omdat ze er minder goed voor kunnen zorgen. Zo voorkomen we eenzaamheid én dierenleed.
Een dierenvoedselbank is bedoeld om financieel minderdraagkrachtige mensen te voorzien van voedsel of benodigdheden voor hun huisdier. De Stichting Dierenvoedselbank Limburg heeft een afhaalpunt in Heerlen. Daarnaast zijn er in Nederland ook diverse andere organisaties die hulp kunnen bieden aan minima bij kosten van hun huisdier.
|
We bouwen een dierenwelzijnspagina op de gemeentelijke website
We brengen gemeentelijke medewerkers in het sociale domein op de hoogte van de dierenvoedselbank en andere organisaties. |
In Heerlen zijn nog geen algemene regels gesteld over de toegang van gezelschapsdieren in openbare gebouwen. Dieren zijn om veiligheids- en hygiënische redenen in de gemeentelijke gebouwen niet toegestaan. Voor blindengeleidingshonden en overige assistentie- en hulphonden wordt steeds een uitzondering gemaakt.
|
We regelen de toegang voor blindengeleidingshonden en overige assistentie- en hulphonden in openbare gebouwen. |
Een gemeente mag op basis van de Gemeentewet hondenbelasting heffen. Ook in Heerlen wordt hondenbelasting geïnd. Hiermee worden onder andere maatregelen gefinancierd zoals vermeld in deze nota. Iedereen, die één of meer honden houdt, is vervolgens belastingplichtig en is verplicht aangifte van de hond(en) te doen bij de BsGW. Het aantal honden op een adres bepaalt de hoogte van de aanslag. Een uitzondering wordt o.a. gemaakt voor een blindengeleidehond, een assistentie-hond voor gehandicapten en slechthorenden of doven, een hond die in een asiel woont of een puppy tot 3 maanden dat nog bij de moeder is.
Hondenbelasting wordt steeds vaker ter discussie gesteld. Honden zijn de enige diersoort waarover belasting wordt geheven en waarvan de opbrengsten niet naar voorzieningen van de honden terugvloeit. Daarnaast is er een groot verschil tussen gemeenten of deze wel of geen hondenbelasting innen en de hoogte hiervan. In het coalitieakkoord 2022-2026 van Heerlen is afgesproken dat de hondenbelasting stapsgewijs wordt afgebouwd.
Honden zijn populaire huisdieren die gezelschap, structuur en veel plezier kunnen bieden. Daartegenover staat dat hondenpoep in de openbare ruimte een grote ergernis is voor inwoners. Een schone, uitwerpselvrije omgeving is van belang voor kinderen, buurtbewoners maar ook voor de honden zelf. De gemeente hanteert daarom een algemene opruimplicht. Mede om de stad schoon te houden verstrekt de gemeente gratis hondenpoepzakjes. Daarnaast geldt er een aanlijnplicht in de gehele gemeente, omdat loslopende honden gevaarlijke situaties in het verkeer kunnen veroorzaken. Om honden de gelegenheid te geven vrij rond te lopen zijn er verspreid over de gemeente diverse honden-uitlaatplaatsen en uitrengebieden. Hier hoeft hondenpoep niet door de eigenaar opgeruimd te worden. Honden-uitlaatplaatsen zijn omheinde plaatsen die elke week door de gemeente worden schoongemaakt. Ze zijn aangelegd in overleg met buurtorganisaties op locaties waar hiervoor draagvlak is.
Voor honden-uitrengebieden gelden dezelfde voorwaarden. Deze gebieden zijn echter niet afgezet met een hek, ze worden niet schoongemaakt en er geldt geen op honden aangepast groenbeheer.
Gemeente Heerlen wijst geen kwetsbaar natuurgebied aan als uitrengebied. De gemeente maakt de uitlaatplaatsen en uitrengebieden regelmatig via de website en social media van de gemeente bekend en geeft voorlichting over het juiste gebruik daarvan.
Om het aantal (bijt)incidenten door honden te beperken, stelt de gemeente Heerlen regels en geeft zij voorlichting. Zo is de eerder genoemde algemene aanlijnplicht opgenomen in de APV. Ook kan de burgemeester op grond van de APV een hond een aanlijn- of muilkorfgebod opleggen.
Om de openbare orde te handhaven, kan de gemeente op grond van de Algemene wet bestuursrecht een gevaarlijk of agressief dier in beslag nemen. Dit gebeurt in samenwerking tussen burgemeester en politie.
De Wet aanpak woonoverlast biedt een mogelijkheid om op te treden als sprake is van langdurige overlast of viezigheid van dieren en waarschuwingen en bemiddeling niet meer helpen. Daarnaast zijn stank- en geluidsoverlast door dieren redenen voor de gemeente Heerlen om in te grijpen in situaties waarin ook het welzijn van het dier in geding is.
Het chippen van honden is sinds 2013 landelijk bij wet verplicht. Een gechipte hond kan makkelijk opgespoord worden en bij overtreding kan een eigenaar beboet worden. Uit de cijfers van de DBL uit 2021 blijkt dat 82% van de honden uit de gemeente Heerlen gechipt is. Hondenbezitters moeten sinds 2021 bovendien een Europees hondenpaspoort kunnen tonen. Dat geldt voor buitenlandse reizen, maar desgevraagd ook in Nederland.
Zwerfkatten zijn katten zonder eigenaar die niet gesocialiseerd zijn en dat soms ook niet meer kunnen worden. Een eventuele eigenaar kan niet meer worden opgespoord. Anders dan zoekgeraak-te huiskatten, kunnen deze dieren vaak niet herplaatst worden. Zij worden aangetroffen in plantsoenen en parken, bij woonwijken en op bedrijventerreinen. Wanneer de dieren niet gecastreerd of gesteriliseerd worden, kan de populatie zich snel uitbreiden. Er ontstaan ruzies over voedsel en de hormonen raken op dreef. Door inteelt neemt de kans op ziektes en afwijkingen toe. De ziektes kunnen een gevaar vormen voor de volksgezondheid en voor huiskatten die buiten komen. Het is daarom belangrijk om de populatie zwerfkatten klein te houden mede vanuit het oogpunt van dierenwelzijn. Bij meldingen bij de gemeente is sprake van enkele dieren tot grotere groepen. Zij komen in beeld doordat er door mensen over geklaagd wordt omdat ze overlast veroorzaken. De klachten geven een indicatie dat er problematiek is, deze kan opgelost worden met de diervriendelij-ke TNR-methode. De TNR-methode staat voor “trap, neuter and return”. Dit houdt in dat de katten gevangen, gesteriliseerd en vervolgens weer uitgezet worden. Een deel van de dieren kan worden gesocialiseerd, deze worden geplaats bij nieuwe eigenaren. Alleen de niet te socialiseren dieren worden weer uitgezet en zij worden vervolgens gemonitord. Het monitoren wordt ook wel als extra activiteit beschouwd, de methodiek wordt dan (onofficieel) TNRC genoemd, waarbij de C voor “care” staat. DBL voert standaard TNR inclusief “Care” uit.
Beeld: website Dierenbescherming
Jaarlijks raken, alleen al in Limburg, duizenden katten de weg naar huis kwijt. Het percentage katten dat herenigd wordt met de eigenaar is klein. Uit de cijfers van de DBL uit 2021 blijkt dat bij katten uit de gemeente Heerlen dit voor 17% van de dieren het geval is. In tegenstelling tot honden is chippen bij katten nog niet verplicht. Landelijke regelgeving door het rijk is wel in voorbereiding.
5. HOBBY- EN LANDBOUWHUISDIEREN
Hobbydieren zijn landbouwdieren die in kleine aantallen en zonder winstgevend doel worden gehouden. Denk hierbij aan schapen, geiten, runderen, varkens en kippen. Voor deze dieren gelden soms andere regels dan voor huisdieren.
De gemeente is verantwoordelijk voor hoe de openbare ruimte wordt gebruikt en vergunningen worden verleend. Dit wordt gedaan met bestemmingsplannen, waarin ook regels staan voor bijvoorbeeld schuilstallen. De gemeente beheert twee dierenparken en zorgt goed voor de dieren daar. Ook als wij dieren inzetten voor beheer hebben wij invloed op het welzijn van dieren. Als gemeente zijn wij terughoudend met de inzet van dieren bij onze evenementen.
Hobbydieren treffen we vaak buiten aan. Het houden van een klein aantal hobbydieren, zoals schapen, geiten en pluimvee is toegestaan en hoeft niet gemeld te worden als die geen overlast veroorzaken. Hobbydieren vinden het vaak fijn om in een groep te leven. Hierdoor vragen hobbydieren een aanzienlijke ruimte die vaak niet in een gemiddelde tuin aanwezig is.
De huisvesting moet aan de eisen voldoen van het Besluit houders van dieren. Vaak is een schuilstal gewenst waardoor dieren zich kunnen onttrekken aan wind, regen en zon. In het belang van het welzijn van de dieren is het bevorderlijk om mogelijkheden te creëren waardoor dieren zich kunnen onttrekken aan de weersomstandigheden door bijvoorbeeld beplanting of schuilstallen. Bestemmingsplannen regelen vaak de (on)mogelijkheden voor schuilstallen. Waar geen schuilstal past binnen het bestemmingsplan zullen of geen dieren gehouden moeten worden die deze schuilgelegenheden vereisen of zal door de gemeente, binnen de mogelijkheden van het bestemmingsplan, een goede ruimtelijke afweging gemaakt moeten worden of een schuilstal gewenst is.
Paarden zijn dieren die in graag in kuddes leven en veel bewegingsvrijheid nodig hebben. Toch staan veel paarden en pony’s het grootste deel van de tijd alleen in een box en kunnen daarmee niet hun natuurlijke gedrag vertonen. Uit onderzoek van Dier&Recht blijkt dat ruim 80% van de manegepaarden lijdt onder ernstige, psychische of fysieke, welzijnsproblemen. Dit als gevolg van individuele urenlange opsluiting opgesloten in een box, zonder vrije bewegingsruimte en weinig fysiek contact met soortgenoten waardoor het dier chronische stress ervaart. Daarnaast speelt het probleem van het gebruik van dwangmiddelen; ook hierdoor lijden paarden aan pijn, angst en stress.
Daarom is de Dierenbescherming in 2011 gekomen met het Paardenbesluit dat, naar de mening van de Dierenbescherming, als minimumrichtlijn zou moeten dienen voor het houden van paarden. Hierin staat onder meer dat paarden minimaal vier uur per dag los moeten kunnen lopen, in groepen worden gehuisvest en worden gevrijwaard van eindeloze verveling.
Gemeente Heerlen is zeer terughoudend wat betreft het in gebruik geven van gemeentelijke gronden voor het hobbymatig houden van paarden. Dit vanwege het verrommelende effect op het landschap of de omgeving en het welzijn van de paarden zoals geformuleerd in het Paardenbesluit van 2011.
|
We stellen regels op voor de ingebruikgeving van gemeentelijke percelen voor het houden van paarden gebaseerd op landschappelijke kenmerken en het paardenbesluit. |
Iedereen mag honingbijen houden in Heerlen. In de APV zijn regels over het houden van bijen opgenomen. Deze zorgen ervoor dat er voldoende beschermingsmaatregelen voor mens en bij door de houder worden genomen. Wanneer er teveel volken per hectare leven in een stuifmeel- en nectararm gebied, kunnen honingbijen om voedsel concurreren met wilde bijen. Veel van de circa 340 soorten wilde bijen gaan in aantal achteruit. Richtlijnen voor het aantal bijenvolken in de stad zijn echter nooit opgesteld. In Heerlen stimuleren we de wilde bijen daarom via ecologisch maaibeheer en een diverse beplanting.
De gemeente beheert twee dierenparken waar ze hobbydieren voor recreatieve en educatieve doeleinden houdt: het dierenpark Aambos en het Ridder Hoen dierenpark in de buurt van kasteel Hoensbroek. Ze zijn vrij toegankelijk voor publiek. Beide parken worden door de gemeente beheerd en onderhouden. Daarbij wordt telkens de afweging gemaakt tussen het belang van de dieren en het recreatieve en educatieve doel dat een park dient. Daarbij hoort ook een streng niet-voerenbeleid. In geval van twijfel geeft het dierenwelzijn steeds de doorslag. Om de diervriendelijkheid van kinderboerderijen en dierenparken te waarborgen is een keurmerk in het leven geroepen door een zeventiental dierwelzijnsorganisaties volgend uit het kinderboerderijbesluit. De dierenparken in Heerlen hebben nog geen keurmerk.
Steeds vaker dringt zich de vraag op of dierenparken wel een goed en diervriendelijk middel zijn voor educatieve doeleinden. Wel worden de parken veelvuldig bezocht vanuit recreatieve doeleinden. Wat betreft educatie kan beter ingezet worden op de natuureducatie in of rond de stad. Het onderwijs en en/of dierenbeschermingsorganisaties, natuur- en heemkundeverenigingen kunnen hierin een rol spelen. De gemeente Heerlen moedigt hen daarin aan.
De gemeente Heerlen zet al jaren schapen in als alternatief voor het machinaal maaien van graslanden en bermen. Dit bevordert de soortenrijkdom van de kruidachtige begroeiing. Schaapskuddes worden onder meer gebruikt in Welten, in Hoensbroek en in het Caumerbeekdal.
Voor de begrazing door schapen wordt in Heerlen een aanbestedingsprocedure gevolgd. In de aanbestedingsvoorwaarden staat dat de opdrachtnemer de bestaande wet- en regelgeving dient na te leven. Daarmee is de herder verantwoordelijk voor het welzijn van de dieren en voor het overeenkomstig handelen van zijn personeel. In de praktijk staan, behalve in de nachtweides, de schapen onder continu toezicht van de herder. Het totale begrazingsbeheer wordt tevens ecologisch begeleid door een extern ecologisch bureau.
Evenementen, festiviteiten en markten brengen leven in de brouwerij en dragen bij aan de leefbaarheid van de stad. Bij evenementen met dieren, kan het dierenwelzijn in het geding zijn. Daarom kunnen deze niet zomaar worden gehouden. De Wet Dieren beperkt de mogelijkheden om dieren te gebruiken bij evenementen en wedstrijden. Zo is het verboden om dieren als prijs, beloning of gift uit te reiken, dierengevechten te organiseren of bij een dier onnodig pijn of letsel te veroorzaken of zijn gezondheid of welzijn aan te tasten. De Wet dieren gaat uit van de vijf vrijheden. Deze kunnen bij evenementen vaak niet gewaarborgd worden.
De mogelijkheden voor gemeenten om het welzijn van dieren te waarborgen worden echter door de Wet dieren beperkt. Deze nationale wet regelt het dierenwelzijn ‘uitputtend’ waardoor gemeenten geen ruimte hebben om zelf aanvullende regels te stellen. Aantasting of bescherming van het dierenwelzijn kan geen zelfstandig belang zijn in een gemeentelijke verordening. Ook kan het belang van dierenwelzijn geen zelfstandige (toetsings-)grond of voorwaarde zijn voor weigering van een vergunning. Namens de gemeenten heeft VNG de minister gevraagd om gemeenten hierin meer bevoegdheden te geven.
Wel kunnen we de voorwaarden aanscherpen voor evenementen die de gemeente Heerlen zelf organiseert. In Heerlen zijn we terughoudend met de inzet van dieren bij evenementen. We staan dieren alleen toe wanneer dit meerwaarde heeft vanuit een educatief oogpunt.
We stellen de volgende voorwaarden:
We staan alleen activiteiten met educatieve doeleinden toe mits deze de normale routine tonen in de relatie dier-mens. Dieren tonen alleen voor het tonen staan we niet toe.
Alleen de inzet van landbouwhuisdieren en gezelschapsdieren staan we toe. Deze zijn reeds gedomesticeerd en gewend aan mensen. Roofvogels, uilen en reptielen staan we niet toe.
Binnen de gemeente Heerlen is een aantal agrarische bedrijven gevestigd met dieren. De gemeente heeft geen rol wat betreft het dierenwelzijn op agrarische bedrijven. Dit wordt gecontroleerd door de NVWA en de Landelijke Inspectie Dierenbescherming (LID). Voor wat betreft LID gaat het dan vooral om gevallen van verwaarlozing van huis- en hobbydieren. Daarnaast voert de LID ook routinecontroles uit bij o.a. dierenwinkels, -pensions en fokkers/handelaren.
In het wild levende dieren zijn eigenlijk alle dieren die niet door mensen gehouden worden, hieronder vallen verschillende soorten zoogdieren zoals reeën, konijnen en vossen, maar ook vogels, vissen en insecten. Buiten levende dieren zoeken leefomstandigheden op waar zij bescherming, voedsel, vocht en voortplantingsmogelijkheden ter beschikking hebben. In de stad vinden ze die in gebouwen, tuinen, parken en natuurgebieden. Hierbij is het van belang dat de dieren zich in het groen kunnen verplaatsen tussen verschillende gebieden. Vijvers, sloten, grachten en tijdelijke waterbergingen van goede kwaliteit zijn eveneens een vereiste voor dierenwelzijn. Ten slotte is een zo groot mogelijke betrokkenheid bij de natuur van de inwoners van de stad van groot belang.
Er leven veel soorten dieren in de stad. Met de achteruitgang van de biodiversiteit en de internatio-nale verplichtingen om dit tegen te gaan, ligt hier een belangrijke rol voor gemeenten. Dit kan door rekening te houden met de dieren bij het inrichten van de openbare ruimte, beheerplannen, opvang van in het wilde levende dieren en het tegengaan van overlast. De gemeente gaat respectvol om met in het wild levende dieren.
6.2 De zorg voor in het wild levende dieren
De gemeente heeft minimaal een zorgplicht ten aanzien van in het wild levende dieren. Ook zij kunnen in een noodsituatie terechtkomen omdat zij bijvoorbeeld gewond raken in het verkeer, te water raken of in afrasteringen of struikgewas komen vast te zitten. Het vervoer en de opvang van wilde dieren is echter geen wettelijke taak en wordt in het lopende contract van de gemeente Heerlen met de DBL niet vermeld. De Provincie Limburg verstrekt tot 2023 voor die opvang een projectsubsidie aan de DBL maar heeft al aangegeven de zorg voor in het wild levende dieren als een gezamenlijke taak voor provincie én gemeenten te zien.
Voor de opvang van vogels, egels, vleermuizen en andere kleine zoogdieren is de gemeente aangewezen op specialistische opvang. De gemeente Heerlen werkt hiervoor samen met DBL. Deze neemt meldingen aan, geeft acute veterinaire zorg en vervoert naar een wildopvang centrum NHC te Oudsbergen België.
Het gaat in Nederland slecht met de biodiversiteit. Biodiversiteit omvat veel meer dan de hoeveelheid aan soorten. Het gaat ook om de variatie binnen een soort, genetische variatie en variaties binnen het ecosysteem. Vanuit de internationale verplichtingen en nationaal beleid om deze achteruitgang tegen te gaan, ligt hier een belangrijke rol voor gemeenten.
Een belangrijke rol hierbij is weggelegd in het gemeentelijke groenbeheer en inrichting. Gemeentelijk onderhoud ten behoeve van de biodiversiteit is gericht op de basis van de voedselpiramide. We bieden via kruidige vegetaties voldoende voedsel voor insecten, die vaak weer het voedsel vormen voor veel vogels, zoogdieren amfibieën en reptielen. Daarnaast zorgen we voor voldoende broedgelegenheid en veiligheid. Dit komt onder andere nu al tot uiting in het ecologisch maai- en begrazingsbeheer en het beheer van houtopstanden.
Bij de beplanting wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van inheemse soorten, die in tegenstelling tot exoten, bevorderlijk zijn voor de insectenstand. Waar dit niet anders kan, gebruiken we biologische bestrijdingsmiddelen met zo min mogelijk impact op de niet te bestrijden soorten.
Ondanks dat we al jaren werken aan het versterken aan biodiversiteit in het groen, is dit niet beleidsmatig vastgelegd en is er onvoldoende bekend welke natuurwaarden aanwezig zijn in Heerlen en waar kansen liggen om deze verder te ontwikkelen. Daarom wordt gewerkt aan biodiversiteitsbeleid als aanvulling op het groenbeleidsplan.
|
We stellen biodiversiteitsbeleid op. Biodiversiteit is een kernthema in de Visie waardevolle buitenruimte en wordt ingebed in het Handboek Openbare Ruimte. |
Ook bij het beheer van water is het belangrijk rekening te houden met de biodiversiteit. De gemeente streeft bij de inrichting en onderhoud van watermaatregelen naar een impuls voor de biodiversiteit. Het beleid van de gemeente voor riool en water schrijft voor dat vanaf 2020 bij ruimtelijke plannen klimaat-adaptieve maatregelen worden genomen om wateroverlast en verdroging van de bodem tegen te gaan. Het infiltreren van regenwater en het verminderen van verharding levert een positieve bijdrage aan de flora en fauna.
De gemeente streeft naar een zo hoog mogelijk aandeel ecologisch beheer van het groen. Daarom maaien we al een groot deel van onze grazige vegetaties op een ecologische wijze. Het snoeien van beplantingen en het ruimen van blad in de openbare ruimte gebeurt met groot materieel. Uitgangspunt is echter de instandhouding van de beplanting en gazons en tegelijkertijd het behoud van een veilig begaanbare openbare ruimte. Als het gaat om snoei van de beplantingen zal, behalve bij bodembedekkers, ook niet het gehele beplante vak worden afgezet. Ook bij het ruimen van blad, waarvan veel inwoners nog wensen dat we het opruimen, worden alleen de gazons en de randen van de beplantingsvakken van blad ontdaan. Daarmee blijft voldoende openbaar groen over waarin insecten maar bijvoorbeeld ook egels kunnen schuilen. Communicatie richting burgers waarom op deze wijze wordt gemaaid, gesnoeid en geruimd is van belang.
De gemeente Heerlen informeert de bewoners niet alleen over haar groenbeleid maar voert ook actie om bewoners zelf te stimuleren groen aan te leggen. Voorbeelden zijn diverse buurtdeals, “Operatie Steenbreek” en de groene gevel- en dak-regeling. Hiermee willen we de verdere verstening van de stad tegengaan om hittestress te voorkomen en biodiversiteit te vergroten.
Bij beheer en inrichting van de openbare ruimte werken we in potentieel leefgebied van planten en dieren. Daarmee komen we altijd in aanraking met de Wet natuurbescherming die een zorgplicht voorschrijft. Deze zorgplicht houdt een algemeen beschaafd en fatsoenlijk handelen in voor aangewezen natuurgebieden en alle in het wild levende dieren en planten én hun directe omgeving. Daarnaast zijn vaak Europees en nationaal beschermde soorten aanwezig. Bij beheer en inrichting wordt zo goed als mogelijk rekening gehouden met de zorgplicht als ook met beschermde soorten. Echter zonder gestructureerde aanpak en het vastleggen van de aanpak is het risico op wettelijke overtredingen groot. Om deze te voorkomen worden door het ministerie gedragscodes vastgesteld. Een gedragscode geeft invulling aan aantoonbaar zorgvuldig handelen. Het betreft een uitwerking van het onderdeel soortbescherming van de Wet natuurbescherming. Centraal hierin staat: behoud en herstel van biodiversiteit. Voor gemeenten is de “gedragscode soortenbescherming gemeenten” door het ministerie vastgesteld die zowel over bestendig beheer en onderhoud als over ruimtelijke ontwikkeling of inrichting gaat. De gemeente Heerlen werkt nog niet volgens deze gedragscode.
Bij het beheer van openbaar groen wordt ingezet op het zo min mogelijk verstoren of schade toebrengen aan flora en fauna. Invasieve soorten daarentegen beheersen of verwijderen we om achteruitgang van leefgebieden van inheemse dieren te voorkomen. Hiervoor zetten we zo mogelijk methoden in die de habitat van planten en dieren zo min mogelijk aantast.
6.5 Infrastructuur en verlichting
Bij diverse projecten in de buitenruimte hebben we te maken met de Wet Natuurbescherming. Hiervoor laten we de benodigde natuuronderzoeken uitvoeren en handelen we naar de uitkomsten hiervan. Regelmatig komen hier ook aanbevelingen ten aanzien van verlichting naar voren. De verlichting in de openbare ruimte is van invloed op het dierenleven. Bij de keuze voor verlichting bij de bouw of aankleding van de openbare ruimte zal door de gemeente soms een afweging tussen sociale- en verkeersveiligheid en kwetsbare fauna gemaakt moeten worden. Kunstlicht heeft vooral een effect op dieren die in de nacht actief zijn. De Wet natuurbescherming verplicht dat in gemeentelijke planprocessen ook de technologische mogelijkheden van verlichting in relatie tot de ecologische kwaliteit worden meegenomen.
De gemeente kan als wegbeheerder in de zin van de Wegenverkeerswet maatregelen treffen voor de regulering van verkeerstromen. Ter bescherming van dieren kan de gemeente wegen, paden of tunnels afsluiten, hekwerken plaatsen of de maximale snelheid beperken. Met de aanleg van een ecoduct kunnen natuurgebieden weer met elkaar in verbinding worden gebracht. Met de natuurwaarden- en kansenkaart die opgesteld wordt ten behoeve van het biodiversiteitsbeleid zal inzichtelijk worden waar nodige verbindingen tussen leefgebieden noodzakelijk zijn, hierna kan naar oplossingen gezocht worden om barrières op te heffen.
Natuurinclusief bouwen is een relatief nieuw begrip in de ruimtelijke ordening, waarmee natuurvriendelijke maatregelen worden genomen bij (de bouw van) woningen en gebouwen. Denk bijvoorbeeld aan het realiseren van dak-, en gevelgroen of nestplekken voor gierzwaluwen, vleermuizen en huismussen. Hierdoor levert Natuurinclusief bouwen een bijdrage aan de instandhouding van diersoorten. Tegelijkertijd draagt het bij aan een prettige leefomgeving. De gemeente Heerlen wil inzetten op natuurinclusief bouwen om bij te dragen aan doelstellingen met betrekking tot biodiversiteit, ecologie en klimaatadaptatie. Er wordt momenteel ingezet op het ontwikkelen van beleidsregels waaraan voldaan moet worden bij projecten.
Momenteel vinden in Heerlen voorbereidingen plaats om een soortenmanagementplan voor Heerlen op te stellen. Een soortenmanagementplan (SMP) is een nieuwe vorm van ontheffing op de Wet natuurbescherming. Voor het bouwen, slopen en aanleggen van bouwwerken moet telkens ecologisch onderzoek uitgevoerd worden en hierna dient vaak ontheffing aangevraagd te worden bij de provincie.
De provincie toetst elk individueel plan of ontheffing kan worden verleend. Onderzoek en procedures zorgen voor een langdurig en kostbaar traject dat vaak tot vertraging van projecten leidt.
Met een SMP wordt een gebiedsbrede aanpak gehanteerd en op voorhand ecologisch onderzoek gedaan voor een heel gebied. Vervolgens hoeft (onder voorwaarden) niet meer voor elk ruimtelijk plan afzonderlijk onderzoek te worden gedaan of ontheffing te worden gevraagd. Zo regel je het in één keer efficiënt voor 5-10 jaar. Het doel van een SMP is om de populaties van soorten in stand te houden of, beter nog, uit te breiden. De verantwoordelijkheid voor het handhaven van het SMP ligt gedurende die tijd bij de gemeente.
Een generieke ontheffing is relevant voor projecten die de gemeente komende jaren op de planning heeft, maar zeker ook voor de woningcorporaties. Zij hebben een enorme verduurzamingsopgave. Nu de Raad van State een streep heeft gezet door de “gedragscode duurzaam renoveren” loopt het verduurzamen van woningen vertraging op. Een SMP biedt hiervoor de oplossing met respect voor de biodiversiteit.
6.8 Evenementen in parken en nabij natuurgebieden
Soms worden evenementen georganiseerd in parken of nabij natuurgebieden. Denk hierbij aan het Aambos, Terworm of Kaldeborn. De organisatoren moeten zich houden aan de Wet Natuurbescherming. Dit betekent dat er voldoende zorg genomen moet worden voor wilde dieren en planten en hun leefomgeving. Als een evenement mogelijk een negatief effect kan hebben op de natuur, moet de organisator onderzoek doen naar de mogelijke gevolgen voor de natuurwaarden, kwetsbaarheid en de nadelige effecten. Evenementen kunnen problemen veroorzaken voor dieren door bijvoorbeeld licht, geluid, trillingen, verstoring en bodemverdichting. De organisatie moet deze problemen zoveel mogelijk voorkomen of beperken.
Hiervoor dient een ecologische toets voorafgaand aan een evenement plaats te vinden. Dit kan leiden tot het afblazen op verplaatsten van het evenement op die locatie maar vaker kan met het nemen van maatregelen de effecten beperkt blijven. De organisator van een evenement blijft eindverantwoordelijk voor de naleving van de Wet Natuurbescherming.
Er is een landelijk verbod op het afsteken van vuurwerk: Van 1 januari 2:00 uur tot 31 december 18.00 uur is het altijd verboden om vuurwerk af te steken. In die periode mag vuurwerk ten behoeve van een evenement alleen worden afgestoken met een gemeentelijke vergunning. In de APV van de gemeente Heerlen is de regelgeving m.b.t. vuurwerk aanvullend daarop verankerd. In Heerlen geldt ook een verbod op carbidschieten.
Voor dieren betekent het afsteken ervan angst en stress. Steeds meer onderzoeken tonen aan dat niet alleen onze huisdieren veel last hebben van vuurwerkstress. Vuurwerk zorgt tijdens de jaarwisseling ook bij vogels en andere wilde dieren voor veel angst met soms de dood tot gevolg. Vooral het geluid is angstaanjagend voor dieren, omdat hun gehoor veel gevoeliger is dan dat van de mens. Er kan bij dieren zelfs blijvende gehoorschade ontstaan. Een lokaal vuurwerkverbod of vuurwerkvrije zones zijn niet handhaafbaar.
De gemeente Heerlen houdt er bij de vergunningverlening voor een evenement rekening mee dat ook lichtreclame of evenementen met veel lichtflitsen hinder kunnen veroorzaken voor dieren.
De hengelsport is in de Visserijwet geregeld. In Heerlen zijn meerdere vijvers in eigendom van de gemeente. De gemeente verhuurt haar visrecht aan een hengelsportvereniging. De leden van de vereniging mogen dan in de betreffende vijver vissen. Om te mogen vissen is het verplicht om in het bezit te zijn van een VIS-pas. De gemeente kan besluiten een overeenkomst van visrecht met een hengelsportvereniging niet te verlengen. Volgens de Visserijwet moet opzegging uiterlijk 8 maanden voor het einde van de overeenkomst plaatsvinden. De gemeente kan voorwaarden aan de vergunning verbinden en als niet aan de eisen wordt voldaan de vergunning voor een visevenement weigeren.
Hengelsport en dierenwelzijn staan op gespannen voet. De visvangst levert pijn en stress op. Daarom maken dierenwelzijnsorganisaties zich sterk om recreatief vissen te verbieden.
De manier waarop gevist wordt, is mede bepalend voor de mate van dierenleed. Als vistuig in de natuur wordt achtergelaten, kan dit leed veroorzaken voor watervogels en andere dieren. Specifieke aandacht behoeft ook het “loodvrij” vissen. Het gebruik van lood binnen de sportvisserij leidt tot verontreinig van de waterbodem.
Uit het perspectief van dierenwelzijn verdient het de aanbeveling om het aantal vislocaties niet uit te breiden. We blijven onze viswateren verhuren maar zullen geen nieuwe locaties aanwijzen of uitbreiden.
Volgens de Wet Natuurbescherming is de eigenaar van percelen gerechtigd tot de jacht en het bestrijden van wildschade. Onder jacht valt het jagen op vijf wildsoorten: haas, konijn, fazant, wilde eend en houtduif. Het maatschappelijk draagvlak voor jacht neemt al jaren af. In juli 2020 heeft het college het Jachtbeleid voor Heerlen vastgesteld waarbij het jagen op gemeentelijk gronden niet is toegestaan. Omdat de gemeente zelf geen jacht bedrijft, kan het jachtrecht verhuurd worden. Door het jachtrecht te behouden en niet te verhuren, bepaalt de gemeente dus of er wel of niet gejaagd mag worden. Wel voldoet de gemeente aan de wettelijke plicht om wildschade te voorkomen. Dit recht ligt volgens de wet bij de grondgebruiker. De gemeente geeft hiermee het signaal af dat dieren niet zonder aanleiding of reden mogen worden bejaagd/gedood op haar gronden.
Overlast is bij uitstek een subjectief begrip. Waar de een veel hinder ondervindt, zal de ander nauwelijks last hebben. Vooral in het wild levende dieren laten zich moeilijk sturen. Bij het bestrijden van overlast gaat het daarom vooral over het beheersen ervan. Iedere soort, zoals eenden, steenmarters, ratten of de eikenprocessierups vraagt een specifieke aanpak. Vaak kan met goede weringmaatregelen volstaan worden. Daarbij wordt de schade voor andere organismen tot het minimum beperkt. De gemeente bekijkt altijd of bestrijding wel nodig is. De gemeente heeft een wettelijke plicht om plaagdieren die een bedreiging vormen voor de volksgezondheid – en veiligheid te weren en bestrijden. Als een bewoner ratten in zijn leefomgeving opmerkt, kan hij dit melden bij de gemeente Heerlen. De gemeente onderzoekt dan het probleem en bespreekt de mogelijke oplossingen. Hier kunnen kosten voor de bewoner aan vastzitten.
De gemeente Heerlen kiest voor een locatie-specifieke en preventieve benadering om overlast tegen te gaan. Deze bestaat uit het instellen van voerverboden om voedselresten op straat of in de natuur te voorkomen en het verscherpen van het toezicht en handhaven bij het dumpen van afval. Dat mensen dieren voeren, is duidelijk zichtbaar bij de vijvers. Het zorgt voor vervuiling van oevers en trekt ongedierte aan terwijl brood ook nog eens ongezond is voor eenden. Daarnaast sterven vissen of watervogels omdat ze het overgebleven voedsel en de verpakking daarvan opeten. Voeren levert regelmatig overlast op door eenden, duiven, ratten en muizen.
In Heerlen-Centrum, het Tempsplein, het Hesselleplein en bij de vijvers in Meezenbroek, bij kasteel Hoensbroek en de Droomvijver is daarom een voerverbod ingesteld dat indien nodig met andere locaties kan worden uitgebreid.
De gemeente voorkomt door middel van consequente voorlichting aan burgers en een gerichte aanpak de overlast van ongewenste dieren in de openbare ruimte. Als etensresten worden opgeruimd, vuilniszakken en - bakken worden afgesloten en geleegd en afvalresten wordt verpakt zodat er geen gedierte erbij kan, kan veel voorkomen worden.
|
We stellen een voerverbod in voor de hele gemeente. We zetten de bewustwordingscampagne in van de Dierenbescherming “komt een eend bij de bakker”. |
Duiven zorgen in grote aantallen voor overlast. De gemeente Heerlen geeft aan duiven in het centrum van de stad een anticonceptiemiddel, zodat hun aantal kleiner wordt en de overlast wordt beperkt. Het medicijn wordt in het voer verstrekt. Deze aanpak zal worden geëvalueerd om te bepalen of deze succesvol is en wat de gevolgen zijn op andere diersoorten.
Roeken broeden in hoge bomen en in grote kolonies. Hoge bomen in combinatie met een groot voedselaanbod komen vaak voor in de stad. Ondanks een negatieve landelijke trend heeft Heerlen een van de grootste roekenpopulaties van Limburg. Soms ervaren mensen overlast van roeken door geluid, uitwerpselen en ander afval. Om dit roek tegen te gaan is door de gemeente Heerlen een Roekenbeschermingsplan opgesteld. Dit omdat de roek en de roekenkolonie beschermd zijn vanuit de Wet natuurbescherming. Met dit plan houden we de roekenpopulatie in stand of versterken we deze en beperken we tegelijk de overlast. Voor de uitvoering van dit beschermingsplan is ontheffing ontvangen op de Wet natuurbescherming voor twee overlastlocaties: bij de Peter Schunckflats en aan de Kasteel Hoensbroeklaan.
We zullen de effectiviteit van het plan evalueren om te zien of deze effectief is. Wanneer dit niet blijkt zullen we moeten communiceren met onze inwoners dat men met de roek zal moeten leren leven, inclusief de daarbij behorende overlast.
De gemeente neemt maatregelen en geeft voorlichting als sprake is van zieke dieren die een gevaar voor de gezondheid van dier (en mens) opleveren. We proberen de omstandigheden te creëren waardoor risico’s op bepaalde ziekten afnemen. Botulisme is een vorm van voedselvergiftiging waaraan vooral watervogels en vissen doodgaan. Door bijvoorbeeld het aanzetten van pompen in de vijvers om stroming en zuurstof in het water te krijgen kan botulisme voorkomen worden. Worden toch dode dieren gevonden dan moeten deze zo spoedig mogelijk gemeld worden bij de gemeente, die zorgt voor verwijdering en laat ze vernietigen. Er worden waarschuwingsbordjes geplaatst op plaatsen waar de watervogels veel worden gevoerd of waar mensen of dieren in aanraking komen met het water. Dit gebeurt ook als blauwalg wordt geconstateerd, normaal gesproken in water dat lang stil staat en dat een hoge temperatuur heeft. De gemeente adviseert via de haar media om contact met dit water te vermijden. Waterschap Limburg moet voor een goede doorstroming in sloten en andere watergangen zorgen en zo nodig het waterpeil verhogen. De provincie registreert soort en aantal dode dieren; ook houdt zij de vindplaatsen van deze dieren bij.
7.1 Maatschappelijk verantwoord inkopen
Via Maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI) wordt naast de prijs van de producten, diensten of werken ook gelet op maatschappelijke effecten van de inkoop. Bij MVI wordt rekening gehouden met Milieu en biodiversiteit, Klimaat, Circulair (inclusief biobased), Ketenverantwoordelijkheid (Internationale Sociale Voorwaarden), Diversiteit en inclusie en Social return. Via inkoop heeft een gemeente een effectief instrument om impact te maken op deze thema’s. Wanneer niet alleen de afdeling inkoop maar de hele organisatie rekening houdt met de effecten van het inkopen spreken we van MVOI. De O staat hier voor ‘opdrachtgeven’.
Via MVOI kan de gemeente ook verschil maken ten aanzien van dierenwelzijn. Zo kan in de catering vlees van biologische afkomst gebruikt worden, kunnen vegetarische producten standaard aanwezig zijn en kan gekozen worden voor dierproefvrije producten en biologisch afbreekbare ballonnen.
Gemeente Heerlen heeft in december 2022 besloten aan te sluiten bij het landelijke Manifest MVOI waarmee bestuurlijk wordt onderstreept dat we de maatschappelijke impact willen vergroten van onze inkopen. Met een actieplan MVOI worden passende ambitieniveaus per sector gekozen. In het actieplan worden concreet inkoopdoelen uitgewerkt voor gemeentelijke beleidsdoelen waaronder dierenwelzijn en ook promotie, borging en monitoring worden geregeld. Het actieplan wordt uiterlijk Q2 2024 vastgesteld.
|
We houden rekening met dierenwelzijn bij onze inkopen en aanbestedingen. In het actieplan MVOI wordt daarvoor dierenwelzijn als thema meegenomen. |
MVOI draagt bij aan de Sustainable Development Goals (SDG’s). De Sustainable Development Goals (SDG’s), ook wel de duurzame ontwikkelingsdoelen, bieden een raamwerk van de internationale maatschappelijke uitdagingen en zijn wereldwijd geaccepteerd en herkenbaar. In totaal zijn er 17 doelstellingen die samenhangen met de thema’s: mens, milieu en welvaart. Ook gemeente Heerlen ondersteunt deze doelstellingen.
De Nota dierenwelzijn draagt bij aan de volgende doelstellingen:
Dierenwelzijn begint met bewustwording. Dat geldt voor de aanschaf van dieren, hun verzorging en de hiervoor te maken kosten. Maar ook wat mensen in hun eigen omgeving kunnen doen om het dierenwelzijn te bevorderen van zowel gehouden dieren als in het wild levende dieren.
In eerdere hoofdstukken is benoemd dat hiervoor dierenwelzijns- en biodiversiteitspagina’s worden gemaakt op de gemeentelijke website. Naast de in deze nota benoemde zaken zal dierenwelzijn hier ook in breder perspectief behandeld worden. We zullen de dierenwelzijnspagina daarom in samenwerking met de DBL vorm geven.
Bewustwording begint bij de jeugd. Samen met relevante partners, bijvoorbeeld Natuurmonumenten en Steunpunt Landschapsbeheer, zullen we proberen om alle basisscholen in Heerlen te betrekken bij dierenwelzijn en biodiversiteit. Via werk- of activiteitendagen betrekken we hen op een actieve, speelse manier bij de natuurlijke leefomgeving van dieren en wat deze nodig hebben, ook in de stedelijke omgeving en hun eigen tuin. Samen met partners kunnen we de kinderen een eigen stukje natuur laten onderhouden en/of onderzoeken, egelpoortjes laten maken of zaadbommen fabriceren voor meer kleur, bloei en insecten in hun omgeving. Via de kinderen bereiken we ook hun ouders, dit kan zowel in het mee begeleiden van de activiteiten als in het overhandigen van informatie met verwijzing naar onze dierenwelzijns- en biodiversiteitspagina.
Ook willen we projecten samen met partners en inwoners kunnen uitvoeren op het vlak van burgerbetrokkenheid bij, en bewustwording voor, dierenwelzijn en biodiversiteit. Hiervoor reserveren we een projectenbudget.
Zoals uit deze Nota Dierenwelzijn blijkt doet de gemeente Heerlen al veel op het beleidsterrein van dierenwelzijn. De kosten hiervan zijn verweven in de bestaande programmabegrotingen van onder andere stadsbeheer en stadsingenieurs. Denk hierbij aan de onderwerpen als de dierenparken, het hondenbeleid, plaagdieren en het ecologisch maaibeheer. Aan sommige acties zijn geen kosten verbonden omdat het gaat om een aanpassing van werkprocessen of afspraken.
De begroting tot nu toe voorzag in een deel van de wettelijke taken. Deze waren opgenomen in de overeenkomst met DBL aangevuld met een budget voor incidentele uitgaven voor vervoer en opvang om ook de andere wettelijke taken te dekken. Hiervoor was jaarlijks €70.000 beschikbaar. Daarnaast was sinds 2023 een jaarlijks budget opgenomen voor uitvoering van TNR bij zwerfkatten. Hiervoor was €30.000 beschikbaar.
|
Bijdrage DBL opvang weggelopen dieren vanuit basisovereenkomst en incidenteel vervoer en opvang buiten overeenkomst |
|
De nieuwe begroting, als resultaat van deze nota, voorziet in de opvang en vervoer van weggelopen-dieren en in het wild levende dieren. Ook opvang van dieren in crisissituaties, afstandskosten en incidentele kosten zijn opgenomen. Daarmee zijn alle wettelijke taken gedekt inclusief de gewenste aanvullingen vanuit deze nota. Ook werkdagen of activiteitendagen met basisscholen en een projectenbudget voor burgerbetrokkenheid bij dierenwelzijn en biodiversiteit zijn opgenomen.
* De opvangkosten van stichting Mendoo verlopen via bestaande budgetten van domein Samenleving en zijn hier dus niet opgenomen.
Incidentele kosten zijn geraamd en zijn afhankelijk van jaarlijkse gebeurtenissen. Het opvangen van dieren in een sociale crisissituatie en het financieren van het afstandsbedrag in noodsituaties is tot nu toe niet eerder gebeurd. Hierdoor is de omvang hiervan vooraf moeilijk te bepalen. Het maximaal aantal dieren is in beide gevallen daarom tot en met einde overeenkomst DBL (2027) begrenst op 20 dieren per jaar. Bij de evaluatie nemen we deze aantallen mee om hier meer inzicht in te krijgen.
Voor 2023 volstaat het oorspronkelijke budget. Voor de begroting van 2024 en verder is extra budget nodig van € 47.000. Dit nemen we mee in het begrotingsproces van de begroting 2024.
Jaarlijks evalueren we samen getalsmatig, procesmatig en ook financieel met DBL en stichting Mendoo. Ook evalueren we met onze samenwerkingspartners op het vlak van bewustwording om te zien hoeveel leerlingen we jaarlijks betrekken en welke participatieve projecten uitgevoerd worden. Begin 2025 evalueren we of alle onderwerpen uit de uitvoeringsagenda zijn opgepakt. We maken inzichtelijk welke projecten aanvullend opgepakt zijn en brengen eventuele nieuwe thema’s in beeld. Wanneer een actie niet is uitgevoerd rapporteren we waarom en indien mogelijk geven we aan wanneer dit alsnog gebeurt. Tevens informeren we de raad hierover.
Dier en recht (2018). Misstanden op de manege. Het welzijn van manegepaarden in NL en VL.
Faunabeheereenheid Limburg (2020). Faunabeheerplan Limburg 2020-2026.
Gemeente Amsterdam (2022). Agenda Dieren 2015-2018 (update 2019-2022), Een diervriende-lijk
Gemeente Arnhem (2021). Visie dierenwelzijn 2021-2030.
Gemeente Groningen (2021). Nota Dierenbescherming.
Gemeente Heerlen (2020). Ecologisch maaibeheer Gemeente Heerlen.
Gemeente Heerlen (2021). Algemene plaatselijke verordening Heerlen 2021. Geraadpleegd op 13 december 2022, van https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR662698/1.
Gemeente Heerlen (2022). Coalitieakkoord Heerlen 2022-2026, Uit liefde voor onze stad.
Gemeente Heerlen (2022). Roekenbeschermingsplan.
Gemeente Rotterdam (2019). Nota Dierenwelzijn Rotterdam, 2019-2022.
Diervizier ( z.d. ). Geraadpleegd 31 januari 2023, van https://diervizier.nl/
Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren (2018). Gemeente en dieren 2018-2021.
Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren (2022). Aanbevelingen gemeentelijk dierenwelzijnsbeleid.
Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren ( z.d. ). De gemeente maakt het verschil. Geraadpleegd op 26 januari 2023, van https://www.dierenbescherming.nl/samenwerken/gemeente.
Raad voor dierenaangelegenheden (2020). Startdocument het dier in verschillende overheidslagen .
Raad voor dierenaangelegenheden (2021). Dieren in het huis van Thorbecke: de rol van lagere
overheden ten aanzien van dierenwelzijn.
Raad voor dierenaangelegenheden (2023). De staat van het dier 2022.
Rijksoverheid (1992). Algemene wet bestuursrecht. Geraadpleegd op 22 december 2022, van
https://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/2023-01-01#Hoofdstuk1 .
Rijksoverheid (2011). Wet Dieren. Geraadpleegd op 22 december 2022, van
https://wetten.overheid.nl/BWBR0030250/2022-12-22#Hoofdstuk1 .
Rijksoverheid (2014). Wet op de dierproeven. Geraadpleegd op 13 december 2022, van
https://wetten.overheid.nl/BWBR0003081/2021-07-01 .
Rijksoverheid (2017). Wet natuurbescherming. Geraadpleegd op 13 december 2022, van
https://wetten.overheid.nl/BWBR0037552/2021-07-01 .
Stadswerk (2020). Gedragscode soortbescherming gemeenten.
Veiligheidsregio Zuid-Limburg (2020). Regionaal crisisplan Veiligheidsregio Zuid-Limburg, 2020-2023.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-165889.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.