Gemeenteblad van Westerwolde
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Westerwolde | Gemeenteblad 2025, 164875 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Westerwolde | Gemeenteblad 2025, 164875 | beleidsregel |
Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning Westerwolde 2025
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerwolde;
Gelet op: artikel 1:3 lid 4 Algemene wet bestuursrecht, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5:40, lid 2 onder b Omgevingswet;
De beleidsregels intrekken omgevingsvergunning Westerwolde 2025 vast te stellen.
Artikel 2. Intrekking bij uitblijven activiteiten
Indien zich relevante wijzigingen in wet- en regelgeving of beleid voordoen, wordt zo spoedig mogelijk na het verstrijken van een periode van 1 jaar na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning van de bevoegdheid tot intrekking van de vergunning gebruik gemaakt, tenzij in de omgevingsvergunning een langere termijn is gegund.
Indien zich geen relevante wijzigingen in wet- en regelgeving of beleid voordoen, wordt zo spoedig mogelijk na het verstrijken van een periode van 1,5 jaar na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning van de bevoegdheid tot intrekking van de vergunning gebruik gemaakt, tenzij in de omgevingsvergunning een langere termijn is gegund.
Voordat een omgevingsvergunning voor de betreffende activiteit wordt ingetrokken, krijgt de vergunninghouder de gelegenheid om binnen een redelijke termijn een zienswijze naar voren te brengen (conform artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht). In deze zienswijze dient de vergunninghouder gemotiveerd aan te tonen dat, en op welke wijze, uitvoering wordt gegeven aan de vergunning en welk belang hij of zij heeft bij het in stand houden van de vergunning. De redelijke termijn hiervoor is bepaald op 2 weken.
Artikel 5. Gunnen ruimere termijn voor start of herstart van activiteiten
Indien een zienswijze is ingediend wordt beoordeeld of deze aanleiding geeft tot het gunnen van een ruimere termijn waarbinnen met de activiteiten een begin moet zijn gemaakt dan wel waar- binnen weer gestart moet worden met de activiteiten. Indien zich geen relevante wijzigingen in wet- en regelgeving of beleid voordoen kan in de volgende gevallen een ruimere termijn gegeven worden:
de vergunninghouder kan persoonlijke omstandigheden, zoals een sterfgeval, ziekte in de familie of langdurige werkloosheid, opvoeren welke aantoonbaar tot uitstel van het uitvoeren van de activiteit hebben geleid, waarbij de persoonlijke omstandigheid zich niet meer dan 26 weken voor de start van de procedure als bedoeld in artikel 4 heeft voorgedaan of deze op dat moment nog voortduurt.
Artikel 6. Andere rechthebbende
Wanneer de vergunninghouder geen rechthebbende meer is, wordt de huidige rechthebbende in kennis gesteld van het voornemen tot intrekking. De gewijzigde omstandigheden worden betrokken bij de belangenafweging en de beslissing over het gunnen van een ruimere termijn.
Artikel 7. Overige intrekkingsgronden
Deze beleidsregel ziet niet op de overige intrekkingsgronden als bedoeld in artikel 5:39, 5:40 lid 2 en 18:10 Ow.
Er wordt volgens deze beleidsregels gehandeld, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel intrekken omgevingsvergunning Westerwolde 2025’.
Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking in het elektronisch gemeenteblad via www.officielebekendmakingen.nl.
In dit artikel zijn de begripsbepalingen gedefinieerd. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten bij wettelijke bepalingen en jurisprudentie.
Artikel 2 - Intrekking bij uitblijven activiteiten
Dit artikel geeft de wettelijke bevoegdheid weer.
Wanneer sprake is van relevante wijzigingen in wet- en regelgeving of beleid wordt de omgevingsvergunning zo spoedig mogelijk na het verstrijken van 1 jaar na het onherroepelijk worden daarvan ingetrokken. Daarnaast bepaalt dit artikel dat, indien er geen relevante wijzigingen in wet- en regelgeving of beleid zijn, een omgevingsvergunning waarvan geen gebruik is gemaakt, 1,5 jaar na het onherroepelijk worden van de verleende omgevingsvergunning, zo spoedig mogelijk wordt ingetrokken.
Het indienen van een zienswijze kan leiden tot het gunnen van een ruimere termijn omdat er sprake kan zijn van omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de activiteiten waarmee geen rekening is gehouden omdat zij niet bekend waren. Hierbij kan worden gedacht aan:
Dit artikel bepaalt dat een omgevingsvergunning wordt ingetrokken indien de bouwwerkzaamheden niet binnen 1 jaar zijn aangevangen of de bouwwerkzaamheden gedurende 1 jaar stilliggen. De gemeente stelt de termijn van het uitblijven van de aanvang van de bouwwerkzaamheden en het stilleggen van de bouwwerkzaamheden gelijk, omdat beide situaties planologisch ongewenst zijn.
Het is namelijk onwenselijk dat de omgeving langdurig wordt geconfronteerd met een onaf of half-afgebouwd bouwwerk. Daarnaast leidt het uitblijven van de start van de bouwwerkzaamheden niet alleen tot vertraging in de realisatie van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling, maar kan het ook andere toekomstige ruimtelijke initiatieven in de weg staan.
In artikel 4 wordt de procedure tot intrekking beschreven. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in omgevingsvergunningen die tot stand zijn gekomen met de reguliere voorbereidingsprocedure dan wel met de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Vergunninghouder en eventueel andere belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld om zienswijzen, met een degelijke motivering, naar voren te brengen, die vervolgens worden meegenomen in de overweging tot intrekking van de vergunning.
Artikel 5 - Gunnen ruimere termijn voor start of herstart bouwwerkzaamheden
Dit artikel biedt de mogelijkheid om in concrete gevallen een ruimere termijn te bieden voor de start of herstart van de bouwwerkzaamheden. Een ruimere termijn wordt slechts eenmaal gegund, omdat het zeer onwaarschijnlijk is dat de genoemde concrete gevallen zich meermaals voordoen.
Artikel 6 - Andere rechthebbende
Wanneer degene aan wie de vergunning is verleend geen rechthebbende meer is van het bouwwerk of perceel waarop de vergunning betrekking heeft, wordt de nieuwe eigenaar/huurder in kennis gesteld van het voornemen tot intrekking. Wanneer tijdig een zienswijze wordt ontvangen, zal de gewijzigde eigendomsverhouding in de belangenafweging worden meegewogen.
Artikel 7 – Overige rechtsgronden
Dit artikel geeft aan dat deze beleidsregel niet op de overige rechtsgronden ziet.
Dit artikel bevat een hardheidsclausule om te voorkomen dat in uitzonderlijke gevallen de toepassing van de regeling leidt tot onevenredige gevolgen.
Dit artikel geeft aan dat de geldende regeling in de legesverordening op deze beleidsregel van toepassing is.
Dit artikel geeft de citeertitel van de beleidsregels weer.
Dit artikel geeft de inwerkingtreding van de beleidsregels aan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-164875.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.