Bekendmaking van voornemen tot ruil van gemeentegrond

De Hoge Raad heeft op 26 november 2021 het Didam-arrest gewezen. Daarin is bepaald dat een overheidslichaam bij de verkoop van onroerende zaken, of een uitgifte anderszins, gelegenheid moet bieden aan (potentiële) gegadigden om:

  • 1.

    mee te dingen naar deze onroerende zaak, of;

  • 2.

    in ieder geval kennis te nemen van het voornemen dat deze onroerende zaak wordt uitgeven aan één specifieke partij of persoon.

De eisen uit het Didam-arrest zijn ook van toepassing indien sprake is van grondruil.

Gemeente Doesburg is van plan om een perceel gemeentegrond gelegen ten zuiden van de Angerloseweg te Doesburg te ruilen met het Waterschap Rijn en IJssel, gevestigd en kantoorhoudende Liemersweg 2, 7006 GG te Doetinchem

Gemeente Doesburg is van mening dat het betreffende perceel, kadastraal bekend gemeente Doesburg, sectie E, nr. 2671 (gedeeltelijk), nr. 1822 (gedeeltelijk) en nr. 3295 (gedeeltelijk) met een grootte van circa 218 m2, met het Waterschap geruild kan worden omdat:

  • 1.

    het betreffende perceel door het Waterschap zal worden gebruikt en ingericht voor de exploitatie van een nieuw rioolgemaal met bijbehoren.

  • 2.

    met deze nieuwe installatie, die wordt geplaatst op een locatie die groter is dan waar de huidige installatie op is gelokaliseerd de bedrijfsvoering kan worden geoptimaliseerd

  • 3.

    Optimalisatie van het rioolgemaal en het gegeven dat de installatie verder van de woonbebouwing wordt geplaatst zijn twee pluspunten voor de gemeente (en haar burgers), en dat zijn op zich voldoende redenen om mee te werken aan het verzoek van het Waterschap tot ruil van een perceel gemeentegrond.

Nadere informatie over de grondruil:

  • in de met het Waterschap te sluiten overeenkomst is opgenomen dat de huidige installatie aan de Breedestraat door het Waterschap wordt ontmanteld en dat de grond waarop deze installatie staat in eigendom komt van de gemeente. Hierdoor is er in feite sprake van een grondruil.

Iedere serieuze gegadigde die vindt dat hij ook voor deze kavel in aanmerking had moeten komen,

dient uiterlijk binnen 20 kalenderdagen na de datum van deze publicatie een kort geding aanhangig te maken met betrekking tot die zaak bij de Rechtbank Gelderland, Walburgstraat 2-4 6811 CD Arnhem.

Wanneer u een nadere toelichting wenst, kunt u contact opnemen met de heer A. van Buren (antoon.van.buren@doesburg.nl of 0313-481365)

Naar boven