|
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
|
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
Asv: Algemene subsidieverordening 2020 gemeente Súdwest-Fryslân;
- b.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;
- c.
eigenaar-bewoner: eigenaar en bewoner van een woning, die als zodanig is ingeschreven in de basisregistratie personen van de gemeente Súdwest-Fryslân en de woning als hoofdverblijf heeft;
- d.
energielabel: energielabel voor gebouwen conform NTA8800, opgesteld door een vakbekwaam EnergiePrestatie-adviseur of het door de rijksoverheid verstrekte voorlopige energielabel;
- e.
slecht geïsoleerde bouwdelen: bouwdelen die niet voldoen aan de isolatie-eisen in Bijlage 2 van deze regeling;
- f.
slecht geïsoleerde woning: woning met energielabel D, E, F of G of een vergelijkbare energetische staat;
- g.
woning: bestaand onroerend goed, die dient als zelfstandige woonruimte en als zodanig bewoond wordt;
- h.
WOZ-waarde: waarde van de woning, op een vaste waarde peildatum, zoals bedoeld in de Wet Waardering Onroerende Zaken
|
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
Asv: Algemene subsidieverordening 2020 gemeente Súdwest-Fryslân;
- b.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;
- c.
doe-het-zelf (DHZ): het zelfstandig uitvoeren van isolatiemaatregelen door de aanvrager;
- d.
eigenaar-bewoner: eigenaar en bewoner van een woning, die als zodanig is ingeschreven in de basisregistratie personen van de gemeente Súdwest-Fryslân en de woning als hoofdverblijf heeft;
- e.
energielabel: energielabel voor gebouwen conform NTA8800, opgesteld door een vakbekwaam EnergiePrestatie-adviseur of het door de rijksoverheid verstrekte voorlopige energielabel;
- f.
ISDE: Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing als bedoeld in titel 4.5 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies;
- g.
slecht geïsoleerde bouwdelen: bouwdelen die niet voldoen aan de isolatie-eisen in de Bijlage bij deze regeling;
- h.
slecht geïsoleerde woning: woning met energielabel D, E, F of G of een vergelijkbare energetische staat;
- i.
woning: bestaand onroerend goed, die dient als zelfstandige woonruimte en als zodanig bewoond wordt;
- j.
WOZ-waarde: waarde van de woning, op een vaste waarde peildatum, zoals bedoeld in de Wet Waardering Onroerende Zaken
|
|
Artikel
3
Subsidiabele maatregelen
Het college kan eenmalig per woning een subsidie verlenen aan een eigenaar-bewoner, voor het zelfstandig uitvoeren of het laten uitvoeren van:
- a.
isolerende maatregelen zoals opgenomen in Bijlage 1;
- b.
een energiezuinige ventilatiemaatregel, indien de aanvrager ook subsidie ontvangt als bedoeld in onderdeel a;
- c.
andere maatregelen dan bedoeld in onderdeel a, indien deze naar het oordeel van het college aantoonbaar bijdragen aan de doelstelling in artikel 2.
|
Artikel
3
Subsidiabele maatregelen
1. Het college kan eenmalig per woning een subsidie verlenen aan een eigenaar-bewoner, voor het zelfstandig uitvoeren of het laten uitvoeren van:
- a.
isolatiemaatregelen zoals opgenomen in de ISDE;
- b.
een energiezuinige ventilatiemaatregel die voor de eerste keer wordt aangelegd. Het gaat om de aanleg van een systeem voor een CO2 gestuurde ventilatie of een systeem voor balansventilatie met warmteterugwinning met een rendement van ten minste 90%. Deze maatregel komt alleen voor subsidie in aanmerking als deze wordt gecombineerd met minimaal één isolerende maatregel uit onderdeel a;
- c.
andere maatregelen dan bedoeld in onderdeel a, indien deze naar het oordeel van het college aantoonbaar bijdragen aan de doelstelling in artikel 2.
2. In afwijking van het eerste lid gelden voor doe-het-zelf (DHZ) geen minimale eisen met betrekking tot te isoleren oppervlakten en isolatiewaarden zoals opgenomen in de ISDE.
|
|
Artikel 4 Aanvraagperiode
Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend in de periode van 1 mei 2024 tot en met 31 augustus 2026.
|
Artikel 4 Aanvraagperiode
Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend in de periode van 1 juni 2024 tot en met 31 augustus 2027.
|
|
Artikel 6 Toetsingscriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:
- a.
de aanvrager is eigenaar-bewoner;
- b.
de aanvraag heeft betrekking op een slecht geïsoleerde woning óf een woning met minimaal twee slecht geïsoleerde bouwdelen;
- c.
de woning heeft een WOZ-waarde van niet meer dan € 295.000 op peildatum 1 januari 2022;
- d.
de maatregelen waarvoor een aanvraag wordt gedaan richten zich op het verbeteren van de bestaande thermische schil en voldoen aan de criteria in Bijlage 1;
- e.
de maatregelen waarvoor een aanvraag wordt gedaan zijn niet in strijd met bestaande wet- en regelgeving, waaronder de Omgevingswet;
- f.
de woning is gelegen in de gemeente Súdwest-Fryslân.
|
Artikel 6 Toetsingscriteria
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:
- a.
de aanvrager is eigenaar-bewoner;
- b.
de aanvraag heeft betrekking op een slecht geïsoleerde woning óf een woning met minimaal twee slecht geïsoleerde bouwdelen;
- c.
de woning heeft een WOZ-waarde van niet meer dan € 350.000 op peildatum 1 januari 2022;
- d.
de maatregelen waarvoor een aanvraag wordt gedaan richten zich op het verbeteren van de bestaande thermische schil en voldoen aan de criteria van de ISDE;
- e.
de woning is gelegen in de gemeente Súdwest-Fryslân.
|
|
Artikel 7 Weigeringsgronden
Onverminderd artikel 9 van de Asv, wordt subsidie in ieder geval geweigerd indien:
- a.
de aanvraag naar het oordeel van het college niet of onvoldoende voldoet aan de doelstelling in artikel 2 of één of meerdere van de toetsingscriteria in artikel 6;
- b.
voor de woning op het moment van ontvangst van de aanvraag reeds subsidie is verstrekt op grond van deze regeling;
- c.
de maatregelen gericht zijn op uitbreiding;
- d.
de maatregelen zijn uitgevoerd voordat de aanvraag is ontvangen;
- e.
de maatregelen naar het oordeel van het college praktisch onuitvoerbaar zijn
|
Artikel 7 Weigeringsgronden
Onverminderd artikel 9 van de Asv, wordt subsidie in ieder geval geweigerd indien:
- a.
de aanvraag naar het oordeel van het college niet of onvoldoende voldoet aan de doelstelling in artikel 2 of één of meerdere van de toetsingscriteria in artikel 6;
- b.
voor de woning op het moment van ontvangst van de aanvraag reeds subsidie is verstrekt op grond van deze regeling;
- c.
de maatregelen gericht zijn op uitbreiding;
- d.
de maatregelen zijn uitgevoerd voor 1 juni 2024;
- e.
de maatregelen waarvoor een aanvraag wordt gedaan in strijd zijn met bestaande wet- en regelgeving, waaronder de Omgevingswet;
- f.
de maatregelen naar het oordeel van het college praktisch onuitvoerbaar zijn.
|
|
Artikel 10 Subsidieplafond
Het subsidieplafond voor deze subsidieregeling bedraagt € 3.668.640,00.
|
Artikel 10 Subsidieplafond
- 1.
Het subsidieplafond voor isolatiemaatregelen, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, bedraagt € 6.373.807.
- 2.
Het subsidieplafond voor doe-het-zelf (DHZ) maatregelen, zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, bedraagt € 260.847.
|
|
Artikel 11 Verdeelsystematiek
1. De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 1.800,00 per aanvraag.
2. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.
|
Artikel 11 Verdeelsystematiek
1. De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 1.800 per aanvraag.
2. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.
|
|
Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger
1. De subsidieontvanger is verplicht:
- a.
de gesubsidieerde activiteiten binnen 12 maanden na subsidieverlening uit te voeren;
- b.
onverminderd onderdeel a, de gesubsidieerde activiteiten uiterlijk op 31 december 2026 uitgevoerd te hebben;
- c.
originele facturen en andere bewijsstukken ten minste 5 jaren te bewaren na vaststelling van de subsidie;
- d.
medewerking te verlenen aan steekproefsgewijze controles, al dan niet ter plaatse, door of vanwege het college tot maximaal 6 maanden na definitieve vaststelling;
2. De termijn in het eerste lid, onderdeel a, kan op verzoek van de subsidieontvanger eenmaal verlengd worden, indien deze aantoont dat de gesubsidieerde activiteit niet binnen 12 maanden na subsidieverlening uitgevoerd kan worden. Het college kan de termijn niet verlengen tot een datum na 31 december 2026.
|
Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger
1. De subsidieontvanger is verplicht:
- a.
de gesubsidieerde activiteiten binnen 12 maanden na subsidieverlening uit te voeren;
- b.
onverminderd onderdeel a, de gesubsidieerde activiteiten uiterlijk op 31 december 2027 uitgevoerd te hebben;
- c.
originele facturen en andere bewijsstukken ten minste 5 jaren te bewaren na vaststelling van de subsidie;
- d.
medewerking te verlenen aan steekproefsgewijze controles, al dan niet ter plaatse, door of vanwege het college tot maximaal 6 maanden na definitieve vaststelling.
2. De termijn in het eerste lid, onderdeel a, kan op verzoek van de subsidieontvanger eenmaal verlengd worden, indien deze aantoont dat de gesubsidieerde activiteit niet binnen 12 maanden na subsidieverlening uitgevoerd kan worden. Het college kan de termijn niet verlengen tot een datum na 31 december 2027.
|
|
Artikel 14 Verantwoording
1. De subsidieontvanger dient, binnen acht weken na uitvoering van de gesubsidieerde maatregelen een verzoek tot vaststelling in.
2. Het verzoek tot vaststelling bevat in ieder geval de facturen en betaalbewijzen van de uitgevoerde maatregelen.
3. Indien de subsidieontvanger de maatregelen als bedoeld in artikel 3 zelf heeft uitgevoerd, bevat het verzoek tot vaststelling aankoopbewijzen van de gebruikte materialen en beeldmateriaal van de uitgevoerde maatregelen, voorzien van een datum.
|
Artikel 14 Verantwoording
1. De subsidieontvanger dient, binnen acht weken na uitvoering van de gesubsidieerde maatregelen een verzoek tot vaststelling in.
2. In afwijking van het eerste lid, wordt de subsidie voor activiteiten die reeds zijn uitgevoerd, direct vastgesteld zonder voorafgaande verlening. De vaststelling vindt plaats op basis van de in het derde lid en vierde lid bedoelde bewijsstukken, die bij aanvraag worden overlegd.
3. Het verzoek tot vaststelling bevat in ieder geval de facturen en betaalbewijzen van de uitgevoerde maatregelen.
4. Indien de subsidieontvanger de maatregelen als bedoeld in artikel 3 zelf heeft uitgevoerd, bevat het verzoek tot vaststelling aankoopbewijzen van de gebruikte materialen en beeldmateriaal van de uitgevoerde maatregelen, voorzien van een datum.
|
|
Artikel 15 Inwerkingtreding
1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.
2. De subsidieregeling vervalt per 1 januari 2027. Het college kan de subsidieregeling voortijdig intrekken als het subsidieplafond op een eerdere datum is bereikt.
|
Artikel 15 Inwerkingtreding
1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.
2. De subsidieregeling vervalt per 1 januari 2028. Het college kan de subsidieregeling voortijdig intrekken als het subsidieplafond op een eerdere datum is bereikt.
|