Verkeersmaatregel Nijverheidsweg

Ruimte / Mobiliteit / 2025-1271487

 

Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht neemt een verkeersbesluit voor het instellen van een verbod stil te staan.

 

Overwegingen

De Nijverheidsweg is een erftoegangsweg binnen de bebouwde kom van de gemeente Maastricht, en is bij de gemeente in beheer en onderhoud.

 

Aan de noordzijde van de Nijverheidsweg, ten westen van de aansluiting met de Demertstraat, staan regelmatig voertuigen geparkeerd. De inrichting in de betreffende bocht nodigt uit om te parkeren.

 

De geparkeerde voertuigen staan binnen 5 meter van de kruising en belemmeren het zicht van het verkeer komend uit de Demertstraat op het kruisende verkeer. Dit levert onveilige situaties op doordat voertuigen de kruising al op moeten rijden om goed zicht te hebben op het verkeer komend van rechts.

 

Het is daarom wenselijk om een verbod stil te staan in te stellen zolang de inrichting niet is aangepast.

 

Deze maatregel wordt genomen om de veiligheid op de weg te verzekeren en in stand houden van de weg en waarborgen van de bruikbaarheid daarvan.

 

Deze maatregel wordt genomen om het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.

 

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW zijn de te nemen verkeersmaatregelen besproken met de Districtchef van politiedistrict Maastricht.

 

BESLUITEN:

  • 1.

    in te trekken het bepaalde ten aanzien van de Nijverheidsweg in hun besluit van 29 oktober 2020, Ruimte / Mobiliteit / 2020-30293;

  • 2.

    een verbod stil te staan in te stellen aan de noordzijde van de Nijverheidsweg, ten westen van de Demertstraat, door het aanbrengen van een doorgetrokken gele streep zoals bedoeld in artikel 23.1.g. van het RVV 1990;

  • 3.

    de verkeerstekens te plaatsen zoals aangegeven is in de bijlage;

 

Bestaande maatregelen die in stand worden gehouden

 

  • 4.

    de schoolzone-borden gecombineerd met de borden A4 van bijlage I van het RVV 1990 om het gedeelte van de Nijverheidsweg, gelegen tussen uitgang parkeerterrein van der Valk en huisnummer 26 en op de 1-Juliweg ter hoogte van huisnummer 1, aan te wijzen als schoolzone met een adviessnelheid van 15 km/u;

  • 5.

    de borden B1 en B6 van Bijlage I van het RVV 1990 en haaientanden om het tracé Nijverheidsweg/Demertstraat aan te wijzen als voorrangsweg;

  • 6.

    de borden B6 van Bijlage I van het RVV 1990 en haaientanden als bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990 om aan te geven dat aan het verkeer rijdende op de rotonde (Sibemaweg) voorrang verleend dient te worden;

  • 7.

    de borden D1 van Bijlage I van het RVV 1990 om de kruising Nijverheidsweg/Sibemaweg aan te wijzen als rotonde;

  • 8.

    de borden D2 van Bijlage I van het RVV 1990 op de middengeleiders van de Nijverheidsweg om alle bestuurders te gebieden de middengeleiders voorbij te gaan aan de zijde die de pijl op het bord aangeeft;

  • 9.

    de borden E4 van Bijlage I van het RVV 1990 en onderbord ‘Max 10 min. Ma t/m Vr 08.00 – 09.00h 14.15 – 16.30h’ als bedoeld in artikel 8 van het BABW om vier langsparkeervakken aan de noordzijde van de Nijverheidsweg ter hoogte van de ingang van de school aan te wijzen als parkeerplaats voor in- en uitstappen met een maximale parkeerduur van 10 minuten gedurende de aangegeven tijdsvensters;

  • 10.

    de borden L2 van Bijlage I van het RVV 1990 en de zebramarkering om aan te wijzen als voetgangersoversteekplaats als bedoeld in artikel 49 van het RVV 1990 de oversteekplaats bij de rotonde Nijverheidsweg/Sibemaweg;

  • 11.

    een onderbroken streep en het fietsvignet aan beide zijden van de Nijverheidsweg om deze stroken aan te wijzen als fietsstroken als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;

  • 12.

    een doorgetrokken gele streep als bedoeld in artikel 23 van het RVV 1990 om aan te geven dat bestuurders alhier hun voertuig niet mogen laten stilstaan op de Nijverheidsweg:

    • a.

      aan de noordzijde vanaf de 1-juliweg in oostelijke richting over een afstand van 28 meter;

    • b.

      aan de zuidzuide vanaf de 1-juliweg in oosterlijke richting over een afstand van 60 meter.

 

Gelet op:

  • artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap dat deze bevoegdheid op grond van “Mandaatregeling Gemeente Maastricht 2010” is gemandateerd aan het afdelingshoofd Mobiliteit;

  • artikel 15, lid 1, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

  • artikel 15, lid 2, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor het aanbrengen of verwijderen van infrastructurele maatregelen die leiden tot een beperking of een uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

  • artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het plaatsen en verwijderen van de in dit artikel genoemde verkeerstekens moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

  • artikel 14 van het BABW, wordt de plaatsing van onderborden, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en lid 3 van het BABW, in het betrokken verkeersbesluit tot uitdrukking gebracht;

  • artikel 24 van het BABW ingevolge verkeerbesluiten worden genomen na overleg met de gemandateerde van de korpschef van het nationale politiekorps.

 

 

 

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

Wethouder Aarts,

voor deze,

 

E. Westbroek

Teammanager Mobiliteit

 

(Deze brief is digitaal goedgekeurd en daarom niet met de hand ondertekend)

 

Maastricht, 14 april 2025

 

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.

 

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

 

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via https://www.gemeentemaastricht.nl/bezwaarschrift-indienen. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

 

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

 

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

 

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

 

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

 

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Bijlage

 

Naar boven