Wijziging Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019

 

De raad van de gemeente Den Haag,

 

Gelet op artikel 99 en 147 van de Gemeentewet en het Besluit van 16 december 2024 houdende wijziging van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers (Stb. 2025, nr. 4);

 

Gezien het voorstel van het presidium van 6 maart 2025;

 

Besluit vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening Rechtspositie raads- en commissieleden 2019

 

De Verordening Rechtspositie raads- en commissieleden wordt als volgt gewijzigd:

 

 

  • 1.

    Toegevoegd wordt een nieuw artikel 3a luidende:

     

Toelage vaste voorzitter commissie als bedoeld in artikel 82 Gemeentewet

Aan de vaste voorzitter van een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet wordt een toelage toegekend van het maximum van het bedrag, genoemd in artikel 3.1.4, eerste lid van het rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, per maand voor de duur van de activiteiten van de commissie.

 

  • 2.

    Artikel 4 vervalt, onder vernummering van de artikelen 5 tot en met 12 in artikel 4 tot en met artikel 11.

 

  • 3.

    Dit besluit treedt na besluitvorming in de raad in werking met terugwerkende kracht tot en met 9 januari 2025.

 

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 3 april 2025.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Jan van Zanen

Naar boven