Gemeenteblad van Midden-Drenthe
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Midden-Drenthe | Gemeenteblad 2025, 156960 | andere voorlichtingsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Midden-Drenthe | Gemeenteblad 2025, 156960 | andere voorlichtingsinformatie |
Toekomstvisie bewegingsonderwijs & binnensport
DUURZAAMHEID EN ACCOMMODATIEBELEID
MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN
Om integraal te kunnen kijken naar bewegingsonderwijs en binnensport is het van belang om een duidelijke visie te hebben op de waarde van deze accommodaties. Als gemeente ben je verplicht bewegingsonderwijs te faciliteren, een veld dat volop in ontwikkeling is. De bewegingsvaardigheid onder kinderen neemt af, terwijl dit de voornaamste voorspeller is van een leven lang bewegen. De maatschappelijke opgave bewegingsarmoede komt binnen het onderwijs steeds hoger op de agenda te staan, wat ook gevolgen heeft voor de manier waarop er naar het bewegingsonderwijs wordt gekeken.
Sporthallen en gymzalen worden, naast voor bewegingsonderwijs, met name ’s avonds en in het weekend gebruikt door sportverenigingen. De sportvereniging is meer dan alleen een aanbieder van sportactiviteiten. De sociale binding binnen lokale sportclubs, veelal georganiseerd voor en door vrijwillig acterende leden, is vaak groot. De club vormt een sociale ontmoetingsplek, draagt bij aan sociale cohesie, positief opgroeien van jonge leden en creëert natuurlijk ook gezondheidswaarde. Ook binnen de sport zijn er flink wat ontwikkelingen gaande. Sportbehoeften van leden veranderen langzaam, wat veel clubs voor grote uitdagingen stelt.
Investeren in binnensportaccommodaties biedt enerzijds kansen om beter in te spelen op de maatschappelijke ontwikkelingen die gaande zijn binnen het bewegingsonderwijs en de sport. Anderzijds is het ook een complex vraagstuk. Er kan sprake zijn van tegenstrijdige belangen tussen onderwijs en sport. Daarnaast zijn er uitdagingen als het gaat om beheer en exploitatie in relatie tot beperkte middelen. Je hebt te maken met demografische ontwikkeling, veranderende behoeften van gebruikers, verschillende waarden en ambities binnen het beleid waar deze accommodaties raakvlak mee hebben. Het integraal kijken naar het vraagstuk, vanuit een gedeelde visie met de gebruikers, is essentieel om de kansen optimaal te benutten. Deze integraliteit is ook een voorwaarde bij de enorme financiële uitdagingen waar de gemeente de komende jaren voor staat. De maatschappelijke ambities om voldoende, functionele en toekomstbestendige binnensport-accommodaties in de gemeente te behouden staat op gespannen voet met de hiervoor beschikbare financiële middelen.
De gemeente Midden-Drenthe heeft in het integraal accommodatiebeleid (IAB) het doel gesteld haar maatschappelijk vastgoed (gebouwen) in 2040 energieneutraal te hebben. Dit past binnen het streven uit de duurzaamheidsvisie om in 2050 als gemeente CO2 neutraal te zijn. Hiermee volgt de gemeente Midden-Drenthe de koers van nationaal beleid. Om deze doelstelling te kunnen realiseren zijn stevige duurzaamheidsinvesteringen nodig in het maatschappelijk vastgoed, waaronder de binnensportaccommodaties. Tegelijk speelt de grote uitdaging om door de landelijke bezuinigingen ook de gemeentelijke begroting in evenwicht te houden. Dit vereist een kritische blik op het in 2021 vastgestelde IAB. In de eerste helft van 2025 zal dit worden herijkt, waarna ook de planning van de verduurzaming van de sportaccommodaties moet worden geactualiseerd.
Zoals veel gemeenten beschikt Midden-Drenthe over sporthalen en gymzalen die behoorlijk op leeftijd zijn. In heel Nederland zijn er in de jaren ’70 en ’80 veel gymzalen en sporthallen gerealiseerd, maar deze CO2-neutraal maken vormt een uitdaging. Sommige gymzalen zijn zelfs nog ouder. Er hebben reeds bouwkundige keuringen plaatsgevonden om zicht te krijgen op de investeringen die nodig zijn. Maar het faciliteren van bewegingsonderwijs en binnensport vraagt meer dan alleen een technische blik en beslaat veel meer dan alleen een duurzaamheidsvraagstuk. Juist de functionele waarde en gebruikerswaarde bepalen of een accommodatie aansluit op de vraag en maatschappelijk rendabel is.
De ontwikkeling van deze toekomstvisie op bewegingsonderwijs en binnensport is met name gericht op het vanuit een visie, met zicht op relevante ontwikkelingen, te kijken naar behoeften en gebruik van (toekomstige) accommodaties. Het biedt een raamwerk van waaruit de komende jaren investeringen gedaan kunnen worden.
Een toekomstvisie voor het bewegingsonderwijs en de binnensport staat niet op zichzelf. Het is een onderdeel van breder sport- en beweegbeleid, onderwijsbeleid, maar raakt als het gaat om de faciliteiten vooral ook het beleid rondom maatschappelijk vastgoed en verduurzaming.
De Drentse Sportmonitor laat zien dat de wekelijkse sporterdeelname (18 jaar en ouder) in Midden-Drenthe 48,5% is (Drenthe 48,0%, NL 53,6%). Daarbij voldoet 47,9% van de inwoners van Midden-Drenthe aan de beweegrichtlijnen (Drenthe 46,0%, NL 47,5%). Deze percentages betreffen zowel binnensport, buitensport als ongeorganiseerde sport. Voldoende sporten en bewegen levert een belangrijke bijdrage aan een gezonde leefstijl. Net als in grote delen van Drenthe kampen in Midden-Drenthe meer mensen met overgewicht (55,5%) en ernstig overgewicht (17,0%) dan gemiddeld in Nederland (51,6%, 16,5%). Omdat sport en bewegen bijdraagt aan de (positieve) gezondheid, sociale cohesie en levensgeluk voert de gemeente Midden-Drenthe een actief sport- en beweegbeleid.
In het Sport- en gezondheidsakkoord van Midden-Drenthe is als overkoepelende ambitie benoemd “een vitale en verenigde gemeenschap”. Dit wordt nagestreefd met een viertal doelen:
Alle sportclubs hebben de basis op orde en handelen toekomst gericht. Een vitale sportclub beschikt over voldoende organisatiekracht (bestuur, beleid, kader, vrijwilligers, financiën), een aantrekkelijk sport- beweegaanbod met een passende accommodatie en heeft oog voor de maatschappelijke rol die zij in hun wijk of dorp spelen.
Kinderen zijn van jongs af aan motorisch vaardig. De beweegvaardigheid op jonge leeftijd vormen samen met positieve ervaringen de belangrijkste voorspeller van een leven lang bewegen. Helaas neemt de beweegvaardigheid in Nederland steeds verder af, met het risico op verdere bewegingsarmoede in de toekomst als gevolg. In Midden-Drenthe willen wij deze trend gaan keren.
Goede binnensportfaciliteiten dragen bij aan een divers en aantrekkelijk sport- en beweegaanbod, de vitaliteit van de binnensportverenigingen en de kwaliteit van het bewegingsonderwijs.
Duurzaamheid en accommodatiebeleid
Met de duurzaamheidsvisie en bijbehorend uitvoeringsprogramma heeft de gemeente Midden-Drenthe het ambitieuze doel gesteld om het maatschappelijk vastgoed voor 2040 energieneutraal te krijgen. Dit wordt nagestreefd door ruimtegebruik te optimaliseren, samen met gebruikers maatregelen te verkennen, samen op te trekken en krachten te bundelen om de grotere opgaven te realiseren.
In het Integraal Accommodatiebeleid 2021-2040 (IAB) wordt de ambitie uitgesproken dat maatschappelijke accommodaties ieder een eigen identiteit, karakter en functie hebben en dat er gestreefd wordt naar toekomstbestendige voorzieningen die bijdragen aan leefbare dorpen en wijken. Tegelijkertijd wordt er onderkend dat de grote duurzaamheidsopgave en veranderende behoeften in de samenleving, met soms zelfs tegengestelde belangen, het maken van verantwoorde keuzes complex maakt. In het IAB worden concrete voorstellen gedaan voor prioriteiten als het gaat om nieuwbouw of groot onderhoud binnen de meerjaren onderhoudsplanning (MJOP). Hierbij zit een routekaart die niet alleen streeft naar verantwoorde verduurzamingsinvesteringen, maar waarbij ook rekening gehouden wordt met de staat en het doel van de voorzieningen.
Samen met schoolbesturen is er het Integraal Huisvestingsplan Basisonderwijs 2021-2040 (IHP) opgesteld, dat inzicht geeft in de behoeften en benodigde investeringen voor de onderwijshuisvesting voor het primair onderwijs. Hierin is de ambitie uitgesproken te streven naar Integrale Kindcentra (IKC) waar kwalitatief goed onderwijs en kinderopvang wordt gegeven voor kinderen in de leeftijd van 0-12/13 jaar. Bij het uitwerken van onderwijshuisvesting vraagstukken zal ook integraal gekeken worden naar maatschappelijke voorzieningen in de omgeving en kan het IKC worden aangevuld met andere functies zoals dorpshuis, bibliotheek, cultuur of sport.
Bij goed onderwijs hoort ook goed bewegingsonderwijs. Vanaf 1 augustus 2023 zijn scholen in het primair onderwijs verplicht om minimaal 2x 45 minuten per week bewegingsonderwijs aan te bieden door een vakleerkracht of bevoegde groepsleerkracht. De huisvesting van het onderwijs is een wettelijke taak van de gemeente en hier hoort het bewegingsonderwijs bij. Tijdens de les bewegingsonderwijs wordt gewerkt aan de kerndoelen, deze worden momenteel geactualiseerd, waarbij het ontwerp nieuwe kerndoelen in 2024 wordt opgeleverd. Hierin krijgen veelzijdig bewegen, in volle breedte kennismaken met de sport- en beweegcultuur, bewegen op het eigen niveau en het creëren van succeservaringen nog meer prioriteit dan in de oude kerndoelen.
In de drie hoofdkernen van Midden-Drenthe is een sporthal een belangrijke voorziening. Sommige takken van sport kunnen alleen in een sporthal plaatsvinden, daarnaast is een sporthal een ontmoetingsplek door de aanwezigheid van een tribune en een kantine, waar de inwoners en het verenigingsleven veel belang aan hechten. In het IAB is apart aandacht voor de sporthallen in Midden-Drenthe:
De Drenthehal in Beilen is een dubbele sporthal, waarvan met name de bouwkundige kwaliteit van de blauwe hal slecht is. De bouwkundige staat van de groene hal is beter maar ook niet up-to-date. Met de recente nieuwe gymzaal De Sprong en ontwikkelingen rondom nieuwbouw bij IKC G.A. de Ridder en CKC Beatrix zal er in Beilen een integrale afweging gemaakt moeten worden als het gaat om verbouw of nieuwbouw van de sporthal, waarbij verschillende scenario’s mogelijk zijn.
Ook de Smeltehal in Smilde kent technische gebreken. Voor de sporthal en het gymlokaal zijn er kansen om de aanpak van beide accommodaties te betrekken bij de nieuwbouw van beide IKC’s in het dorp, in de periode 2026-2030. Een multifunctionele accommodatie (MFA) kan een optie zijn, bijvoorbeeld in combinatie met bibliotheek, jeugdsoos en dorpshuisfunctie.
Waar gemeenten in het huisvesten van (bewegings)onderwijs een wettelijke taak hebben, daar is het afwegen tussen de belangen van het bewegingsonderwijs en de sportverenigingen soms best lastig. Het vraagt een integrale blik, met oog voor toekomstige ontwikkelingen op het gebied van demografie, onderwijs en sport.
Denkend vanuit de bestaande kaders, maar vooral door gesprekken met de gebruikers in het bewegingsonderwijs en de binnensport in Midden-Drenthe, hebben wij een toekomstvisie geformuleerd.
Voldoende, functionele en toekomstbestendige binnensportaccommodaties zijn een belangrijke voorwaarde voor kwalitatief goed bewegingsonderwijs, een aantrekkelijk en divers sport- en beweegaanbod en een krachtig verenigingsleven.
Binnensportaccommodaties dragen bij aan:
De gemeente Midden-Drenthe wil inzetten op de verbetering van de gebruikstevredenheid (functionele waarde), bouwkundige kwaliteit (technische waarde) en positieve uitstraling (belevingswaarde) van onze binnensportaccommodaties. Dit doen wij in samenwerking met de gebruikers. Hierbij streven we naar een optimaal gebruik van deze accommodaties. Binnensportaccommodaties zijn belangrijke maatschappelijke voorzieningen voor onderwijs, sport, ontmoeting en gezondheid. Door samenwerkingskansen te zien kunnen ze beter worden benut en blijven ze betaalbaar.
Waar willen we naar toe met onze binnensport?
Samenwerking: binnensportaccommodaties zijn belangrijke faciliteiten voor zowel onderwijs, sport als sociale activiteiten. Ze dragen bij aan de sociale basis en de leefbaarheid in het dorp. De functies kunnen verschillende eisen stellen aan de inrichting en kunnen zelfs conflicteren. Afstemming met de lokale gebruikers is essentieel om met de inrichting aan te sluiten op de wensen en een optimaal gebruik. Door samen te werken in de exploitatie of door te combineren met andere maatschappelijke accommodaties (MFA) kan de waarde voor het dorp nog verder vergroot worden.
Nieuwere sporthallen en gymzalen hebben veelal een hogere functionele-, technische- en belevingswaarde voor haar gebruikers en omwonenden. Soms is met technische aanpassingen de gebruikerskwaliteit, duurzaamheid, binnenklimaat of uitstraling positief te beïnvloeden. Daar waar nodig kunnen hierbij ook aanpassingen gedaan worden om de toegankelijkheid te verbeteren.
De maatschappelijke waarde(n) van binnensportaccommodaties voor haar gebruikers zal afgewogen worden tegen de kosten die gemaakt moeten worden om de voorziening op niveau te houden. Dit is een integrale afweging die gemaakt wordt op basis van de vraag vanuit zowel onderwijs, sport als mogelijke andere gebruikers. Met deze toekomstvisie geven we voeding aan deze integrale afweging, die vervolgens lokaal per accommodatie gemaakt zal moeten worden.
Voor het investeren in maatschappelijk vastgoed zoals sport- en beweegaccommodaties is anticiperen op de ontwikkeling van de vraag op lange termijn belangrijk. Hierbij gaat het niet alleen over de demografische ontwikkelingen (aantal gebruikers), maar ook ontwikkelingen op het gebied van gebruik (kwaliteit). Op basis van gesprekken met sport- en beweegexperts hebben wij ontwikkelingen geformuleerd die relevant zijn om rekening mee te houden in de toekomst van de binnensport.
Maatschappelijke ontwikkelingen
Het belang van voldoende sport en bewegen wordt steeds duidelijker en breder gedragen. Tegelijkertijd staat de vitaliteit van de sportvereniging wel onder druk. De organisatiekracht van verengingen is soms kwetsbaar, het vinden van voldoende kwalitatief goed kader is een uitdaging en niet altijd iedereen voelt zich thuis bij de sportclub. Goede faciliteiten dragen bij aan de belevingswaarde en het plezier van sporters, maar ook aan de vitaliteit van verenigingen. Daarnaast biedt het vakleerkrachten meer mogelijkheden om de vaardigheid van kinderen te ontwikkelen en daarmee een bijdrage te leveren in de strijd tegen bewegingsarmoede en overgewicht.
De opkomst van anders georganiseerde sportaanbieders, die vaak meer oog hebben voor kwetsbare inwoners en specifieke leeftijds- en doelgroepen, bieden een kans om de exploitatie van binnensportaccommodaties te verbeteren. Buurtsportcoaches spelen een belangrijke rol in lokaal de vraag naar sport en bewegen in kaart te krijgen en het ontwikkelen en behouden van het juiste aanbod te stimuleren.
Met de nieuwe wetgeving en de ontwikkeling van een nieuw curriculum voor het bewegingsonderwijs is dit veld sterk in ontwikkeling. De vakleerkracht bewegingsonderwijs is steeds meer een ambassadeur voor sport, bewegen en gezonde leefstijl binnen de school aan het worden. De faciliteiten zijn echter nog niet altijd klaar voor deze ontwikkelingen, maar deze ontwikkelingen bieden ook kansen om binnensportaccommodaties optimaal te benutten.
Voldoende ‘ruimte voor sport en bewegen’ is één van de centrale opgaven in het Nationaal Sportakkoord, waarbij de optimale benutting als één van de zes grote uitdagingen van de sportsector wordt aangeduid. Meer en diverser aanbod in sportaccommodaties zorgt niet alleen voor een betere exploitatie, maar ook dat het een levendige wijk/dorpsvoorziening wordt, wat goed is voor de vitaliteit van de sportaanbieders en vooral ook kansen biedt voor de gezondheid van de inwoners.
De gemeente heeft de wettelijke taak om te zorgen voor passende faciliteiten voor het bewegingsonderwijs voor zowel het basis- als het voortgezet onderwijs. Naast deze wettelijke taak vindt de gemeente Midden-Drenthe het belangrijk om ook de binnensportruimte voor sportclubs goed te faciliteren, omdat sportclubs een belangrijke rol spelen met het oog op leefbaarheid en gezondheid.
Het huidige areaal aan sport- en beweegaccommodaties in Midden-Drenthe is behoorlijk op leeftijd. Op verschillende plekken zijn de accommodaties opgeknapt om de levensduur te verlengen, maar deze loopt voor een flink aantal accommodaties toch op zijn eind. Nieuwbouw van accommodaties is een grote opgave en die kan niet in één keer plaatsvinden. Prioriteren is nodig en de accommodaties die nog wel een behoorlijke levensduur hebben tijdig op te knappen om de gebruikerswaarde goed te houden (of weer te krijgen). Daarnaast is er een vraagstuk rondom accommodaties met een (te) laag gebruik en waarvoor nieuwbouw maatschappelijk niet rendabel te krijgen is.
Ruim een derde van de binnensportaccommodaties in Midden-Drenthe is ouder dan 50 jaar, nog een derde is ouder 40 jaar en slechts drie van de vijftien accommodaties zijn jonger dan 20 jaar. Bij sommige accommodaties hebben reeds grondige renovaties plaatsgevonden om de levensduur te verlengen. Voor een oude accommodaties is het belangrijk tijdig een goede inschatting te maken of een grondige renovatie of wellicht nieuwbouw een optie is. In het Integraal Accommodatiebeleid 2021-2040 is hier reeds een opzet voor gemaakt. Vervolgens moet er gekeken worden wat er wenselijk is, qua functionaliteit, maar soms ook qua locatie. Hierin spelen de bezettingsgraden en ontwikkelingen bij de gebruikers (voornamelijk onderwijs en sportclubs) een essentiële rol.
Sportaccommodaties zijn nooit volledig sluitend te exploiteren. Maar bij meer gebruik zijn de huurinkomsten hoger én wordt er sociale en gezondheidswaarde gecreëerd. Bij investeringen in sportaccommodaties die nauwelijks gebruikt worden zijn de kosten echter hoger dan de maatschappelijke baten. Hoewel betere faciliteiten enigszins bijdragen aan het verhogen van de vraag, is het altijd belangrijk om de kosten af te wegen tegen het potentiële gebruik en zowel de financiële als maatschappelijke baten die dit met zich meebrengen.
We presenteren de exploitatie rondom de drie clusters Beilen, Westerbork en Smilde omdat de combinatie van gymzalen en sporthallen iets zegt over vraag in het gebied. Belangrijk is om aan te tekenen dat een 100% bezetting onmogelijk is. Ten eerste zijn planningen nooit sluitend te krijgen, ten tweede zijn er altijd daluren gedurende de week die lastig te vullen zijn en in vakantietijd is het gebruik normaal gesproken nog lager. Daarnaast is het gebruik van binnensportaccommodaties in de zomer lager dan in de winter.
In de tabel staan de bezettingsgraden van de drukst bezette zalen in Midden-Drenthe. In kleinere kernen is de bezetting normaal gesproken laag doordat het onderwijs minder groepen kent en de verenigingen ook kleiner zijn.
Het Mulier Instituut heeft becijferd dat sporthallen in Nederland een gemiddelde bezetting kennen van 42% en gymzalen 29%. Daarnaast is er in Nederland in de niet-stedelijke gemeenten gemiddeld één sporthal per 8.000 inwoners. Midden-Drenthe zit met vijf sporthallen redelijk dicht bij dit gemiddelde.
De bezettingsgraden in Beilen zijn hoog. Het onderwijs gebruikt bijna de maximale capaciteit, maar ook de bezetting van de Drenthehal in de avonden en het weekend is hoog te noemen. De Smeltehal in Smilde kent overdag een beperkte bezetting. De hal is in twee delen op te splitsen. Er is in één zaaldeel voor 14 uur per week bezetting. In combinatie met de gymzaal in het dorp is er in Smilde sprake van overcapaciteit. Op trainingsavonden is de Smeltehal goed bezet. In Westerbork is de bezetting van de Börkerkoel laag, omdat deze niet door onderwijs gebruikt wordt. Er is echter wel sprake van behoefte aan een sporthal in het dorp, omdat niet alle sporten in een gymzaal beoefend kunnen worden.
De afgelopen jaren zijn de leerlingenaantallen in het basisonderwijs in Midden-Drenthe licht gedaald, maar de verwachting is dat deze de komende jaren weer gaan stijgen. De vraag naar binnensportaccommodaties zal vanuit onderwijs eerder stijgen dan dalen, al zullen hierbij wel verschillen tussen scholen in de verschillende kernen zitten.
De vakleerkrachten in Midden-Drenthe benoemen dat veel binnensport-accommodaties verouderd zijn. In sommige gevallen levert dit direct onwenselijke situaties op als het gaat om lekkage, klimaat of akoestiek. Zelfs de ARBO-omstandigheden staan in een aantal sportzalen onder druk. Nieuwere accommodaties komen de kwaliteit van de les, het werkplezier en de ARBO-omstandigheden van de (professionele) gebruikers ten goede.
Voor onderwijs is nabijheid een belangrijk criterium. Zeker voor het basisonderwijs kost verplaatsen veel tijd, wat ten koste gaat van de lestijd. Voor de vakleerkracht is het ook prettig om dicht bij de school te zijn om meer contact te hebben met groepsleerkrachten en om bij te kunnen dragen aan een dynamische schooldag. Voor de vakleerkrachten van de middelbare school Volta in Beilen is het belangrijk om in een sporthal te kunnen werken met meerdere leerkrachten naast elkaar. Gezamenlijk kan er meer kwaliteit geboden worden en ontstaat een betere sociale veiligheid.
De vakleerkrachten zouden graag meer inspelen op trends zoals nieuwe vormen van sport en meer differentiatie in de les. Voor een groot deel zit dit in materialen, maar soms ook in de inrichting. Voorbeelden die gegeven worden zijn een klimwand, urban sports en opkomende sporten als pickle ball. Een buiten beweeglokaal voor een deel van het jaar op plekken waar de gymzaal niet meer voldoet, is voor hen wel een optie.
In de gesprekken met de binnensportverenigingen komt veelal naar voren dat verschillende accommodaties als verouderd worden ervaren en niet altijd meer voldoen aan de verwachtingen van de gebruikers. Soms is er sprake van technischemankementen, maar daarnaast gaat een (sterk) verouderde accommodatie ten koste van de gebruikerswaarde. Een prettige temperatuur, akoestiek, veiligheid, afstand tot de muren, prettige kleedruimtes, maar ook het schoon houden van de accommodatie wordt bij de oudere accommodaties minder goed gewaardeerd. De zaalafmeting (veld plus veilige uitloopruimte) voor onder andere zaalvoetbal en handbal is 24 x 44 meter. Hieraan voldoen de Smeltehal en Börkerkoel niet.
Tegelijkertijd leeft er, met name in de kleinere kernen, angst om de huidige accommodatie kwijt te raken. Gebruikers geven aan dat het vanuit sociaal oogpunt belangrijk is om dit soort voorzieningen nabij te behouden, omdat het voor leden een barrière kan zijn om naar een ander dorp te moeten reizen om te sporten of bewegen. Naast de behoefte om dicht bij huis te kunnen sporten, kan het verdwijnen van (sport)voorzieningen een negatief effect op de leefbaarheid van kleine kernen hebben. Hetzelfde geldt voor de gebruikers van de sporthallen, zonder sporthal worden een aantal verenigingen in de gemeente in hun voortbestaan bedreigd.
Vrijwel alle verenigingen waarmee gesproken is blijken behoorlijk stabiel. Er zijn wel eens kleine schommelingen in ledenaantallen, maar over het algemeen zijn de verenigingen gezond, ook financieel en qua vrijwilligers. De verwachting is dat deze verenigingen nog vele jaren gebruik gaan maken van de binnensportaccommodaties in Midden-Drenthe. Ook worden er voor sommige verenigingen wel kansen gezien om hun aanbod te verbreden en nog meer mensen in beweging te kunnen brengen.
Met name voor de teamsporten die gebruik maken van een sporthal is een kantine en tribune een belangrijke aanvulling op het beschikken over voldoende zaaldelen. Verenigingen zijn soms ook wel bereid om zelf een bijdrage te leveren aan de exploitatie van een kantine. Hier worden al proeven mee gedraaid. Voor deze verenigingen is de sociale ontmoeting net zo belangrijk als het sporten zelf.
De afdeling gemeentelijk vastgoed heeft objectieve conditiemetingen (NEN2767) laten uitvoeren de afgelopen jaren op de binnensportaccommodaties in Midden-Drenthe. Geconcludeerd kan worden dat er veel achterstallig onderhoud is ontstaan de afgelopen jaren. Dit objectief onderzoek bevestigd het beeld dat zowel bij het onderwijs als de sportclubs leeft; er is een stevige opgave om de binnensportaccommodaties te verbeteren en/of vernieuwen.
Gekeken naar de groeiende leerlingenaantallen op lange termijn en de gemiddeld genomen stabiele situatie bij de sportclubs in Midden-Drenthe, kan de inschatting gemaakt worden dat de vraag naar binnensport de komende jaren niet gaat afnemen. Aan de vraagkant is vast te stellen dat in Beilen de bezetting behoorlijk goed is en dat voldoende sporthal capaciteit hier essentieel is voor het lokale verenigingsleven. In Westerbork is er sprake van overcapaciteit, hier is enkel een sporthal voldoende en is het interessant om te verkennen of het haalbaar is om de Groene Borg tzt uit te breiden. In Smilde zou een sporthal aan de vraag moeten kunnen voldoen. De sporthal in Wijster en sportzaal in Bovensmilde zijn in goede staat en worden redelijk goed benut.
In de kleinere kernen is de benutting van de gymzalen een stuk lager. Hier geldt echter nog steeds de plicht om bewegingsonderwijs te faciliteren en is de nabijheid van lokale sportclubs en beweeggroepen belangrijk voor de leefbaarheid van het dorp. Deze gymzalen worden ook voor andere sociale dorpsactiviteiten ingezet, zoals een dorpsfeest of Sinterklaas. Veel van deze gymzalen zijn echter wel op leeftijd en of de maatschappelijke kosten-baten tegen elkaar opwegen voor nieuwbouw is de vraag. In deze kleinere kernen is het voor de lange termijn belangrijk om goed te kijken naar multifunctionaliteit en nieuwe beheermodellen.
Het bewegingsonderwijs en de binnensport in Midden-Drenthe staat voor een stevige opgave om de ambities op het gebied van onderwijs, sport, bewegen en duurzaamheid te kunnen realiseren. Tegelijkertijd liggen er kansen om integraal naar lokale opgaven te kijken en win-win situaties te creëren in de realisatie en exploitatie van dit maatschappelijk vastgoed.
De kern van de opgave die er ligt voor het bewegingsonderwijs en de binnensport is dat veel zalen verouderd zijn en dat in veel gevallen renovatie onvoldoende of niet gaat bijdragen aan de verduurzamingsopgave die er ligt. Dit komt door de bouwwijze die in de jaren ’70 gangbaar was. Dit speelt in grote delen van het land. Daarbij komt dat het onderhoudsniveau in Midden-Drenthe enkele jaren op een minimaal vereist niveau is gehouden, waardoor de technische staat inmiddels matig tot slecht is.
De komende jaren zal er in ieder geval in de sporthallen in de drie grote kernen geïnvesteerd moeten worden in stevige renovatie of nieuwbouw om zowel de verduurzaming te realiseren als de kwaliteit van het gebruik voor zowel onderwijs als sport te kunnen waarborgen. Tegelijkertijd liggen er ook uitdagingen bij gymzalen in de kleine kernen, waar de bezetting vaak laag is en het de vraag is of nieuwbouw maatschappelijk te verantwoorden is.
Samengevat zien wij de volgende uitdagingen:
Om deze complexe opgaven goed aan te pakken hebben we een viertal handvaten om de uitvoering van deze toekomstvisie aan te pakken.
Sluit aan op natuurlijke momenten. Een grondige renovatie of nieuwbouw kent natuurlijke momenten wanneer er een omvangrijk gepland investeringsmoment is in het MJOP. Maar bijvoorbeeld ook wanneer er een aanvraag voor uitbreiding, verbouw, verduurzaming of renovatie is ingediend. Een belangrijk natuurlijk moment voor de binnensport is ook wanneer er sprake is van nieuwbouw van onderwijsgebouwen. Ook grote ontwikkelingen in de omgeving, zoals een stevige gebiedsontwikkeling of de ambitie tot een MFA vanuit een dorpsvisie, kunnen een natuurlijk moment zijn om naar de binnensportaccommodaties te kijken.
Participatie. Zodra er een maatschappelijke businesscase wordt opgesteld voor een specifieke accommodatie is het belangrijk om in gesprek te komen met de huidige en potentiële gebruikers. Denk hierbij aan directie van het onderwijs, vakleerkrachten bewegingsonderwijs, sportverenigingen, de beheerder(s), maar ook mogelijke nieuwe gebruikers en omwonenden. Samen met team Gezond in Midden-Drenthe kan gekeken worden waar er nog potentie ligt als het gaat om specifiek aanbod overdag (bijv. voor peuters of senioren), maar ook meer gebruik in de middag en avond door (potentiële) sportaanbieders.
Integraal, duurzaam en samen. In de integrale afweging wordt gestreefd naar een optimale uitkomst voor alle (potentiële) gebruikers en een optimum tussen kosten en maatschappelijke opbrengsten. Daar waar meerdere binnensport accommodaties binnen één dorp zijn, zal de totaalafweging voor het dorp gemaakt moeten worden.
Op het moment dat er een natuurlijk moment is en een maatschappelijke businesscase ontwikkeld zou moeten worden, zijn er elke keer vier scenario’s die afgewogen moeten worden. Bij dorpshuizen en buitensportcomplexen streeft Midden-Drenthe uiteindelijk naar de situatie dat het dorp of buurt eigenaar wordt van deze maatschappelijke accommodatie. Voor binnensport is deze situatie veelal iets anders omdat er een wettelijke taak ligt om bewegingsonderwijs te faciliteren én omdat een binnensportaccommodatie vaak veel verschillende gebruikers kent.
Toch behoort externe verzelfstandiging of privatisering wel tot de mogelijkheden, zoals eerder ook in Wijster en Witteveen heeft plaatsgevonden. Net als bij MFA’s is het ook bij externe exploitatie (ook wel verzelfstandiging genoemd) of privatisering essentieel om goede afspraken te maken, ook over het beheer en onderhoud op de lange termijn, om te voorkomen dat de voorziening alsnog verloren gaat. Welk van de vier scenario’s ook gekozen wordt, uiteindelijk gaat het om goede integrale afweging van kosten en maatschappelijke baten, een duurzame blik op de toekomst en het ontwikkelen van een goede samenwerking met alle gebruikers.
In de zoektocht naar synergie zijn er een aantal ontwikkelingen die kansen bieden voor de binnensport in Midden-Drenthe.
Stroomdalgebied Beilen. In het IHP voor het basisonderwijs is besloten dat CKC Beatrix en IKC G.A. de Ridder samen gaan nieuwbouwen inclusief gym-/sportzaal. Samen met Woonservice is gewerkt aan een toekomstvisie van het gebied om te kijken hoe verschillende functies optimaal gecombineerd kunnen worden. Dit project is in 2024 gestart.
Dorpsvisie Hooghalen. Naar aanleiding van de Dorpsvisie in Hooghalen worden ook hier de mogelijkheden tot een multifunctioneel centrum (MFC) verkend. Hier staat in 2025 de (ver)nieuwbouw van IKC De Bosvlinder gepland. In Hooghalen is veel maatschappelijk vastgoed, waaronder het MFC en de gymzaal al in beheer en eigendom van een stichting, maar is meer samenwerking mogelijk.
Tegelijk speelt de grote uitdaging om door de landelijke bezuinigingen ook de gemeentelijke begroting in evenwicht te houden. Dit vereist een kritische blik op het in 2021 vastgestelde IAB. In de eerste helft van 2025 zal dit worden herijkt, waarna ook de planning van de verduurzaming van de sportaccommodaties zal worden geactualiseerd.
Naast deze kansen zullen er op korte termijn keuzes moeten worden gemaakt voor de sporthallen in Beilen en Westerbork. In Beilen is er een sterke behoefte aan een nieuwe sporthal. Dit kan op dezelfde plek als de huidige Drenthehal, maar bijvoorbeeld ook bij het nabijgelegen buitensportcomplex, waar synergiekansen verkend kunnen worden. Het verkopen van grond voor woningbouw kan een deel van de financiering voor nieuwbouw vormen. In Westerbork kan de gymzaal bij IKC De Groene Borg worden uitgebouwd tot een sporthal wanneer de Börkerkoel definitief aan vervanging toe is.
Ook enkele gymzalen in kleinere kernen gaan de komende jaren voor een uitdaging zorgen, zeker als het gebruik laag is. Een beroep doen op de zelfredzaamheid van het dorp kan zorgen dat de gymzaal nog jarenlang beter benut kan worden. Een andere optie is andere keuzes maken, bijvoorbeeld kiezen voor een buitenlokaal in combinatie met vervoer in de wintermaanden. Dit heeft niet de voorkeur omdat een gymzaal als een belangrijke voorziening voor de leefbaarheid in een dorp wordt gezien. De dubbelfunctie voor zowel bewegingsonderwijs en sport als voor sociaal-culturele activiteiten en evenementen is een belangrijke toegevoegde waarde van een gymzaal of sporthal. Op natuurlijke momenten zullen deze casussen integraal met alle betrokkenen in het dorp afgewogen moeten worden.
Midden-Drenthe streeft naar voldoende, functionele en toekomstbestendige binnensportaccommodaties die de basis vormen voor kwalitatief goed bewegingsonderwijs, een aantrekkelijk en divers sport- en beweegaanbod en een krachtig verenigingsleven.
Er ligt een stevige opgave om deze ambitie waar te kunnen maken doordat er sprake is van een verouderd areaal aan binnensportaccommodaties, waarbij de technische levensduur in sommige gevallen op het eind loopt en ten koste gaat van de functionele kwaliteit en ervaren gebruikerswaarde. Grondige renovatie of nieuwbouw zal de komende jaren op veel van deze accommodaties van toepassing zijn. Uit de gesprekken met gebruikers en analyse van de gegevens van verhuur en inroostering van de accommodaties komen de volgende punten prominent naar voren:
In de grote woonkernen blijft behoefte bestaan aan een volledige sporthal voor de sporten korfbal, handbal, volleybal en voetbal. Ook voor incidentele grote activiteiten van turn- en gymnastiekverenigingen en muziek- en andere culturele verenigingen is een sporthal noodzakelijk. Vanwege wedstrijden en uitvoeringen zijn hierbij een tribune en volwaardige kantine onmisbaar.
De trends en maatschappelijke ontwikkelingen laten zien dat het belang dat de samenleving hecht aan bewegingsonderwijs en sport toeneemt. Er liggen kansen om met een dynamische schooldag, nieuwe doelgroepen voor sportverenigingen of ondernemerschap het gebruik van accommodaties te verhogen. De sleutel ligt in de samenwerking en multifunctionaliteit om de binnensportvoorzieningen kwalitatief goed, dichtbij en betaalbaar te houden.
We kunnen niet overal tegelijkertijd en onbeperkt investeren. In de komende jaren, moeten er door de beperkte gemeentelijke financiën stevige keuzes worden gemaakt. Dit geldt voor de binnensportaccommodaties zowel in volgorde als met het oog op de toekomst van een accommodatie. Daar waar natuurlijke momenten of koppelkansen zich voordoen, is het zaak om met de binnensport tijdig in gesprek te gaan. Er zal per project een maatschappelijke businesscase gemaakt moeten worden om een goede integrale afweging te kunnen maken tussen de kosten en de maatschappelijke opbrengsten van sport, bewegen, gezondheid en ontmoeting die er mogelijk is vanuit deze accommodaties. Daar waar we de binnensport ontwikkelen doen we dit samen met de gebruikers en omwonenden en met de blik op de toekomst.
In elke afweging zijn er vier scenario’s waar een keuze uit gemaakt moet worden. Is het haalbaar om te (her)nieuwbouwen of zelfs synergie te zoeken in een multifunctionele accommodatie (MFA), is het verstandiger om te consolideren wat er is of is het eigenaarschap over te dragen aan de gebruikers? De aandacht zal zich de komende jaren specifiek richten op de sporthallen in Beilen, Smilde en Westerbork als belangrijke voorziening voor bewegingsonderwijs en sport. Daarnaast is het belangrijk om voldoende oog te hebben voor het behoud van gymzalen in de overige dorpen.
Midden-Drenthe heeft de ambitie dat er voldoende, functionele en toekomstbestendige binnensportaccommodaties zijn in de gemeente, die samen een belangrijke voorwaarde zijn voor kwalitatief goed bewegingsonderwijs, een aantrekkelijk en divers sport- en beweegaanbod en een krachtig verenigingsleven. Met deze toekomstvisie op binnensportaccommodaties dragen we bij aan het verbeteren van de bewegingsvaardigheid, het positief opgroeien van kinderen, het sportplezier, maar ook aan de leefbaarheid, het naoberschap en de positieve gezondheid van onze inwoners.
Met goed bewegingsonderwijs en een sterke binnensport gaan we voor een gezond en leefbaar Midden-Drenthe.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-156960.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.