Gemeenteblad van Venray
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Venray | Gemeenteblad 2025, 151822 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Venray | Gemeenteblad 2025, 151822 | beleidsregel |
Ruimte voor Ruimte regeling gemeente Venray 2025
gelezen het advies van B en W van 28 januari 2025,
met de Ruimte voor Ruimte regeling invulling wordt gegeven aan de omgevingsvisie Venray en het omgevingsprogramma landelijk gebied;
gelezen het advies van de commissie 25 februari 2025,
gelet op het bepaalde in de Omgevingswet en de Algemene Wet Bestuursrecht
De regeling 'Ruimte voor Ruimte gemeente Venray 2025' is een gemeentelijke beleidsregel die tot doel heeft om de ruimtelijke en/of milieukundige kwaliteit rondom burgerwoningen te verbeteren door in ruil voor de beëindiging van (intensieve) veehouderijen en sloop van dierenverblijven de bouw van woningen op passende locaties toe te staan.
In de periode 2000 en 2010 zijn op basis van provinciale Ruimte voor Ruimte regeling in heel Limburg stallen gesloopt. In navolging op deze provinciale regeling heeft de gemeente Venray vanaf 2005 een eigen regeling voor het verplaatsen van intensieve veehouderijen uit de kernrandzone toegepast. In 2018 en vervolgens in 2023 is deze regeling geactualiseerd. De regeling uit 2023 komt te vervallen met het vaststellen van de ‘Ruimte voor ruimte regeling gemeente Venray 2025’.
Met het vaststellen van de Omgevingsvisie in 2021 is de ambitie uitgesproken om het woon-en leefmilieu rondom veehouderijen te verbeteren. Daarbij streven wij naar een duurzame ontwikkeling van de veehouderij waarbij ook de gezondheid van de mens centraal staat. Dat betekent onder meer dat de ontwikkelingen op de juiste locaties plaats vinden door een verdere ruimtelijke scheiding tussen veehouderijbedrijven en bewoners. Een gemeentelijke Ruimte voor Ruimte regeling kan een bijdrage leveren aan de beëindiging van intensieve veehouderijbedrijven.
Ontwikkelingen intensieve veehouderij
Binnen de (intensieve) veehouderij zijn de laatste jaren een aantal trends waar te nemen. Er is sprake van schaalvergroting doordat locaties sterk in omvang groeien en bedrijven steeds vaker over meerdere locaties beschikken. Op steeds meer locaties zal de bereiding van veevoer en de be- of verwerking van mest gaan plaatsvinden. Daarnaast zullen er verschillende bedrijven stoppen, onder meer door gebrek aan een opvolger en toekomstperspectief. In een beperkt aantal gevallen zal de locatie door overname worden voortgezet als veehouderijbedrijf of als een niet agrarisch bedrijf doorgaan. Meestal kiest de ondernemer om te blijven wonen en wordt de functie gewijzigd naar wonen.
Inmiddels zijn de opgaven in het landelijk gebied groot rondom natuurherstel, verbetering van de waterkwaliteit en de effecten van de klimaatverandering. Dit heeft ook grote gevolgen voor de agrarische bedrijven waarbij het gaat om ander grondgebruik, andere teelten, sluiten van de kringloop etc. Met name de noodzaak tot afname van de stikstofdepositie zal de intensieve veehouderij en de melkrundveehouderij raken.
De verwachting is dat als gevolg van deze ontwikkelingen de agrarische sector de komende jaren sterk zal veranderen. Het Rijk stelt een aantal regelingen beschikbaar om de bedrijven te ondersteunen bij het innoveren, omschakelen, verplaatsen en stoppen.
In het kader van de twee tranches van de provinciale aanpak van de Ruimte voor Ruimte regeling (RvR) is er in de gemeente Venray bijna 80.000 m² stalruimte gesloopt waarbij is vastgelegd dat er 77 RvR-woningbouwtitels binnen de gemeente Venray worden gerealiseerd. De deelnemende bedrijven lagen verspreid over het gehele buitengebied.
De 35 RvR-woningen uit de eerste tranche zijn geregeld. De 42 RvR-woningen uit de tweede tranche van de RvR-regeling zijn inmiddels grotendeels verkocht of zijn planologisch vastgelegd. Voor een klein deel van de woningen die planologisch zijn vastgelegd, wordt gezocht naar alternatieve locaties. Daarmee heeft de gemeente Venray voldaan aan haar inspanningsverplichting.
In het kader van de gemeentelijke Ruimte voor Ruimte regeling zijn vanaf 2005 afspraken gemaakt voor de verplaatsing van 15 veehouderijbedrijven uit de kernrandzone van een dorp. Daarvoor zijn 38 RvR-woningbouwtitels toegekend. Een groot deel daarvan is inmiddels gebouwd of planologisch toegekend. Op basis van de gemeentelijke regeling van 2018 zijn een vijftal woningbouwtitels, via de zogenoemde sloopplusregeling, toegekend. Op basis van ingediende conceptverzoeken is onze inschatting dat er de komende tijd ongeveer 10 titels worden toegekend. Dit op basis van de gemeentelijke regeling uit 2023. De ruimtelijke procedures om deze titels ook juridisch-planologisch te borgen is voor deze titels nog niet doorlopen, maar zal in de komende jaren plaatsvinden.
Een RvR-woningbouwtitel resulteert in een relatief grote eengezinswoning op een grote kavel liggend aan de rand van dorp of wijk. De RvR-woningbouwtitel wordt vaak als RvR-kavel in de markt gezet. De afgelopen jaren is een deel van de (provinciale en gemeentelijke) RvR-kavels niet verkocht, respectievelijk gebouwd. De verwachting is dat dit vooral komt door enerzijds een ruim aanbod van RvR-kavels en anderzijds door een teruglopende vraag als gevolg van de veranderende woonbehoefte.
We spelen op deze veranderende behoefte in door een RvR-woningbouwtitel niet alleen inzetbaar te laten zijn voor een relatief grote eengezinswoning op een grote kavel liggend aan de rand van dorp of wijk. Een RvR-woningbouwtitel geeft ook de mogelijkheid tot het bouwen van maximaal 875m3 bouwvolume, waarbinnen meerdere wooneenheden gerealiseerd mogen worden. Het verstrekken van een RvR-woningbouwtitel is een financieringsmiddel. Door deze titel voor meerdere woningtypen inzetbaar te maken, wordt beter aangesloten bij de vraag.
De gemeentelijke Ruimte Voor Ruimte regeling 2025 is een stimuleringsregeling voor stoppende (intensieve) veehouderijbedrijven. Daarmee draagt de regeling bij aan de doelen uit de Omgevingsvisie en het omgevingsprogramma landelijk gebied. Doel is een verbetering van het woon- en leefklimaat in de omgeving van veehouderijen gericht op het welbevinden en de gezondheid van de bewoners waarbij geur, fijnstof, endotoxine, geluid, en andere milieuaspecten een rol spelen.
De regeling is gericht op het beëindigen van de veehouderijlocatie en het slopen van de dierenverblijven. Om die reden is de regeling niet van toepassing op bedrijven die feitelijk al jaren niet meer in werking zijn. Dit betekent overigens niet dat een dierenverblijf in het kader van reguliere bedrijfsvoering niet tijdelijk leeg kan staan of heeft gestaan. Er kan dan nog steeds sprake zijn van gebruik op een bedrijfseconomische gangbare wijze. Hierbij kan gedacht worden aan leegstand tussen het afvoeren van een ronde vleesvarkens of -kuikens en de komst van een nieuwe ronde, of aan tijdelijke leegstand als gevolg van een dierziekte. Leegstand van korte duur hoeft dus geen reden te zijn om niet voor deze regeling in aanmerking te komen, zolang de leegstand het gevolg is van omstandigheden die passen in het normale bedrijfsproces.
De Rijksregelingen voor de beëindiging van de veehouderijbedrijven dragen ook bij aan de gemeentelijke doelen zoals opgenomen in de Omgevingsvisie Venray. De gemeentelijk regeling is daarom ook van toepassing bij de LBV of toekomstige daarmee vergelijkbare regelingen. De reden hiervoor is dat bij deze regeling sloop wel is verplicht, terwijl de ondernemer geen vergoeding voor de sloop krijgt.
Voor voormalige nertsenhouders geldt eveneens dat zij een vergoeding hebben ontvangen voor de beëindiging van hun bedrijf. Indien zij geen vergoeding ontvangen voor de sloop van de nertsenfarms komen ook zij in aanmerking voor deze regeling. Hierbij wordt een verhouding passend bij de voorzieningen voor het houden van nertsen gehanteerd.
De gemeentelijke regeling is alleen niet van toepassing voor de deelnemers aan de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderij plus (LBV-plus) of toekomstige daarmee vergelijkbare regelingen. Deelnemers aan deze regeling zijn verplicht tot sloop van de voormalige agrarische bedrijfsbebouwing en ontvangen een vergoeding voor de sloop van de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen.
Net als bij de voorgaande regelingen dient deze regeling geen beleidsdoel vanuit het oogpunt van volkshuisvesting. Het is namelijk een stimuleringsregeling waarbij de RvR-woningen een financieringsmiddel zijn. De deelnemer financiert de sloop met de verkoopopbrengst van de woningtitel met of zonder bouwperceel.
Bij de toekenning van te veel RvR-woningbouwtitels ontstaat er een overaanbod op de markt waardoor er problemen kunnen ontstaan bij het vinden van voldoende bouwkavels. Door met RvR-woningbouwtitels ook kleinere wooneenheden en bijzondere woonvormen mogelijk te maken, wordt er beter voorzien in de actuele marktbehoefte.
Conform de eerdere regeling blijft de voorkeursvolgorde voor de realisatie van woningen om dit in de eerste plaats te doen op de locatie waar de stallen worden gesloopt. Indien dit vanwege milieu, planologische belemmeringen of stedenbouwkundige aspecten niet mogelijk is, dient te worden gekeken naar aanvaardbare locaties. Solitair gelegen woningen in het buitengebied blijven daarbij ongewenst. Gelet op de ligging van de meeste veehouderijen is onze verwachting dat vaker dan voorheen deze woningen niet op de eigen locatie gerealiseerd kunnen worden. Aanvaardbare locaties zijn veelal gelegen in de kernrandzones, bebouwingslinten of bebouwingsclusters binnen onze gemeente. Het Ruimtelijk Kwaliteitskader biedt een nader afwegingskader en kent een aantal gebieden met een specifiek toekomstperspectief gericht op wonen. Dit perspectief schetst gebieden waar de toevoeging van extra woningen mogelijk is. Overigens kunnen locaties buiten dit perspectief ook in aanmerking komen, mits goed gemotiveerd. Een stedenbouwkundige afweging blijft in alle gevallen noodzakelijk om te bezien of een woning (of meerdere woningen) zijn in te passen op de betreffende locatie.
De Ruimte voor Ruimte-regeling kan worden ingezet bij veehouderijen waar een afname van de emissie, door het treffen van technische maatregelen, niet voldoende is om een aanvaardbaar woon-en verblijfklimaat voor de omliggende woningen te garanderen. In dat geval is het wenselijk dat het intensieve veehouderijbedrijf wordt beëindigd en de stallen worden verwijderd. Hiermee ontstaat er een verbetering van het woon- en leefklimaat en de ruimtelijke kwaliteit.
Om te bepalen welke bedrijven in aanmerking komen is de geurbelasting op de omliggende burgerwoningen (in kern en buitengebied) leidend. Het doel is namelijk de vermindering van de belasting op burgerwoningen en dus de bijdrage van het bedrijf aan de belasting op de burgerwoning.
Bedrijven komen in aanmerking als de geurbelasting van het veehouderijbedrijf zo hoog is dat er bij burgerwoningen geen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat in de zin van de ‘Aanvulling gebiedsvisie – Aanvaardbaar woon- en leefklimaat’ (of daaropvolgende wijzigingen van deze beleidsregel). Uitgangspunt is de ‘Aanvulling gebiedsvisie – Aanvaardbaar woon- en leefklimaat’ en de 'Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Venray 2011' die nu onderdeel is van het tijdelijk deel van het Omgevingsplan Venray (of daaropvolgende wijzigingen van het Omgevingsplan gemeente Venray). Bij het bepalen of sprake is van een overschrijding van de geurnorm wordt uitgegaan van een actuele geurberekening op het moment het aantal woningbouwtitels wordt vastgesteld voor de betreffende locatie via een ruimtelijk besluit.
Uit de eerste inventarisatie blijkt dat er (een vijftal) veehouderijbedrijven deelnemen aan een landelijke of provinciale opkoopregeling die alleen dieren hebben waarvoor geen emissiefactor voor geur is vastgesteld (bijvoorbeeld melkrundvee). Deze bedrijven komen op basis de geurbelasting niet in aanmerking voor de gemeentelijke regeling. Om geen onderscheid te maken in dit soort bedrijven en om deze ook tegemoet te komen in de sanering van de stallen, wordt voorgesteld voor deze veehouderijen een vaste afstandsnorm ten opzichte van een burgerwoning aan te houden. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij het GGD-advies, zijnde 250 meter. Veehouderijbedrijven, die dieren hebben waarvoor geen emissiefactor is vastgesteld en waarbij binnen een straal van 250 meter een burgerwoning is gelegen, kunnen ook in aanmerking komen voor de Ruimte voor Ruimte regeling.
De regeling geldt tot dat deze weer wordt ingetrokken of gewijzigd. Om de vinger aan de pols te houden, zal de regeling wel jaarlijks worden gemonitord en indien nodig herzien.
Hoewel geprobeerd is om de regeling zo goed mogelijk op alle voorkomende gevallen van toepassing te laten zijn, kan zich onverhoopt een situatie voordoen waar deze regeling niet volledig in voorziet. Voor specifieke gevallen, waarvan in redelijkheid en billijkheid mag worden aangenomen dat de regeling niet beoogd had om deze gevallen uit te zonderen, is een uitzonderingsmogelijkheid geboden.
Bijlage 1 biedt een overzicht van de aanwezige veehouderijen en bijbehorende geurcontouren op basis van een in 2022 uitgevoerde inventarisatie.
Op dit moment is niet in te schatten wat de effecten zijn van de landelijke beëindigingsregelingen van het kabinet, maar de gemeente Venray wil hier zo optimaal mogelijk op inspelen. De regeling kent daarom geen maximumaantal te vergeven woningen en streeft daarbij naar het zoveel mogelijk bouwen naar behoefte en door het realiseren van andere woningtypen mogelijk te maken.
Wel is onderscheid gemaakt in veehouderijen die eigenstandig beëindigen zonder gebruik te maken van landelijke regelingen en beëindiging van veehouderijen die gebruik maken van een landelijke beëindigingsregeling. Veehouderijen die eigenstandig hun bedrijf beëindigen kunnen dit tegen een verhouding van 1 woningbouwtitel voor de sloop van 1.000m² dierenverblijf. Veehouderijen die gebruik maken van een landelijke beëindigingsregeling, die niet reeds een vergoeding krijgen voor de sloop van de dierenverblijven, komen in aanmerking voor 1 woningbouwtitel bij de sloop van 2500m² dierenverblijf. Specifiek voor voormalige pelsdierhouderijen geldt een verhouding van 1 woningbouwtitel voor de sloop van 10.000m².
Het is mogelijk om als stoppende veehouderijen vierkante meters aan te vullen / te verkopen aan een andere locatie, mits deze locaties eveneens voldoen aan de voorwaarden van deze regeling.
Een bijdrage op basis van de ‘Ruimte-voor-Ruimte regeling gemeente Venray 2025’ is alleen mogelijk als beëindiging van de bedrijfsactiviteiten en sloop van de dierenverblijven een maatschappelijke meerwaarde oplevert. Er is sprake van maatschappelijke meerwaarde wanneer er een verbetering van het woon- en leefklimaat en een ruimtelijke kwaliteitswinst plaatsvindt. In onderstaande punten staan de voorwaarden opgesomd voor deelname aan de ‘Ruimte-voor-Ruimte regeling gemeente Venray 2025’.
Artikel 1: Een locatie komt in aanmerking voor de Ruimte voor Ruimte-regeling als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
Het veehouderijbedrijf veroorzaakt op basis van een geldende omgevingsvergunning milieu een overschrijding van de voorgrondbelasting zoals vastgelegd in de verordening geurhinder en veehouderij gemeente Venray 2011 (of daaropvolgende wijziging van het Omgevingsplan) bij minimaal 1 burgerwoning die binnen de plangrens ligt van het Omgevingsplan gemeente Venray;
Er is minimaal 1.000 m² dierenverblijf1 aanwezig;
Artikel 2: De 'Ruimte voor Ruimte-regeling gemeente Venray 2025' is niet van toepassing als minimaal één van onderstaande situaties aan de orde is:
Voorwaarden eigenstandige beëindiging
Artikel 3: De eigenaar van de betreffende locatie komt in aanmerking voor een Ruimte voor Ruimte-woningbouwtitel als wordt voldaan aan de criteria onder artikel 1 en 2, waarbij:
Voorwaarden bij deelname aan landelijke en/of provinciale beëindigingsregelingen
Artikel 4: De eigenaar van de locatie die deelneemt aan een saneringsregeling, maar geen subsidie of tegemoetkoming ontvangt voor de sloop van de bebouwing, komt in aanmerking voor een Ruimte voor Ruimte-woningbouwtitel, waarbij:
In afwijking van artikel 1 lid a en b geldt voor veehouderijen waarvoor geen emissiefactor is vastgesteld en geen functieaanduiding ‘intensieve veehouderij’ heeft, dat er een burgerwoning binnen een straal van 250 meter gelegen moet zijn2;
Voorwaarden voor voormalige locaties gericht op het houden van pelsdieren
Artikel 5: De eigenaar van een voormalige locatie gericht op het houden van pelsdieren (nertsen), maar geen subsidie ontvangt voor de sloop van de bebouwing, komt in aanmerking voor een Ruimte voor Ruimte-woningbouwtitel, waarbij:
In afwijking van artikel 1 lid a er geen sprake hoeft te zijn van overschrijding van de voorgrondbelasting zoals vastgelegd in de verordening geurhinder en veehouderij 2011 (of daaropvolgende wijziging van het Omgevingsplan) bij minimaal 1 burgerwoning die binnen de plangrens ligt van het Omgevingsplan gemeente Venray;
Het restant minder dan 10.000 m² komt niet in aanmerking voor een Ruimte voor Ruimte-woningbouwtitel. Wel bestaat de mogelijkheid om dit restant aan te vullen tot 10.000m² door aanvullend dierenverblijf gericht op het houden van pelsdieren (nertsen) of naar rato andere dierenverblijven te slopen mits:
Artikel 6: De verplichtingen voor iedere deelnemer aan de regeling zijn:
De omgevingsvergunning voor de milieubelastende activiteit is ingetrokken of de deelnemer heeft een melding gedaan dat diegene op de locatie niet langer landbouwhuisdieren houdt. De procedure hiervoor moet voor vaststelling van het ruimtelijk plan zijn afgerond. Na het beëindigen van de activiteiten wordt geen nieuwe aanvraag voor een omgevingsvergunning of melding ingediend voor het houden van landbouwhuisdieren.
Bij de realisatie van Ruimte voor Ruimte-woningen is geen financiële bijdrage verplicht in het kader van de huidige Structuurvisie Bijdrage Ruimtelijke Ontwikkeling Venray 2012 of al het daaropvolgend beleid op basis van afdeling 13.7 van de Omgevingswet. De bijdrage wordt namelijk gerealiseerd in de vorm van bedrijfsbeëindiging en sloop.
Artikel 7: voor de woning en locatie gelden de volgende voorwaarden:
De verkaveling en situering gebeurt altijd in overleg met de gemeentelijke stedenbouwkundige. Deze toetst op de regels geldend voor woningen in het buitengebied zoals opgenomen in het Omgevingsplan gemeente Venray en het geldende Ruimtelijk Kwaliteitskader of daaropvolgende/aanvullende (beleids)regels.
Artikel 7: Het college van Burgemeester en Wethouders kan bij het beoordelen van aanvragen afwijken van deze beleidsregel in die gevallen dat onverkorte toepassing van de onderhavige beleidsregel voor één of meer belanghebbenden onevenredig is in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
Artikel 8: Jaarlijks wordt in de Woonmonitor over de voortgang van deze regeling gerapporteerd.
Artikel 9: Deze regeling treedt in werking na publicatie
Artikel 10: Deze regeling wordt aangehaald als 'Ruimte voor Ruimte regeling gemeente Venray 2025'
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-151822.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.