Verkeersbesluit tijdelijke verkeersmaatregelen werkzaamheden Minkmaatstraat, Pinksterbloemstraat, Dahliastraat te Enschede

Burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

 

Overwegende:

dat de Minkmaatstraat, Pinksterbloemstraat en Dahliastraat gelegen zijn binnen de bebouwde kom van Enschede en in beheer zijn bij de gemeente Enschede;

 

dat de Minkmaatstraat, Pinksterbloemstraat en Dahliastraat wegen zijn als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder b van de WVW 1994;

 

dat de wegencategorisering in Enschede aansluit op de categorisering zoals opgenomen in het landelijke programma Duurzaam Veilig;

 

dat de Minkmaatstraat, Pinksterbloemstraat en Dahliastraat gecategoriseerd zijn als erftoegangswegen binnen de bebouwde kom met een maximumsnelheid van 30 km/u;

 

dat de verkeersfunctie op deze wegen ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;

 

dat vanaf week 16 tot en met het tweede kwartaal van 2025 gefaseerd werkzaamheden plaatsvinden op de Minkmaatstraat, Pinksterbloemstraat en Dahliastraat;

 

dat het ten behoeve van het veilig uit kunnen voeren van deze werkzaamheden noodzakelijk is dat het wegvak waarop de werkzaamheden plaatsvinden volledig afgesloten is voor zowel gemotoriseerd verkeer als fietser;

 

dat een omleidingsroute wordt aangegeven voor verkeer dat om moet rijden door de werkzaamheden;

 

dat bij het aangeven van deze omleidingsroutes gekozen wordt voor wegen die een eventuele toename in verkeer aankunnen en die de kans op “sluipverkeer” zoveel mogelijk beperkt wordt;

 

dat aan de Minkmaatstraat, Pinksterbloemstraat en Dahliastraat veel percelen/woningen zitten die bereikbaar moeten blijven;

 

dat daarom de werkzaamheden gefaseerd uitgevoerd worden, zodat percelen zo goed mogelijk bereikbaar blijven;

 

dat deze fasering inhoudt dat steeds een ander deel van de Minkmaatstraat, Dahliastraat en Pinksterbloemstraat afgesloten is;

 

dat bewoners van de hiervoor genoemde straten op de hoogte worden gebracht van de werkzaamheden en daarbij behorende verkeersmaatregelen;

 

dat de hiervoor genoemde afsluiting gerealiseerd wordt door het plaatsen van verkeersbord C1 van bijlage 1 van het RVV 1990;

 

dat daarnaast op de omliggende straten tijdig voor-aangekondigd wordt dat sprake is van een wegafsluiting;

 

dat in 8 fasen op de volgende locaties wegafsluitingen zijn:

  • in fase 1 op de Minkmaatstraat tussen de Gladiolenstraat en de Korte Floraparkstraat;

  • in fase 2 op de Minkmaatstraat tussen de Korte Floraparkstraat en Pinksterbloemstraat;

  • in fase 3 op het volledige kruispunt Minkmaatstraat – Pinksterbloemstraat – Lupineweg;

  • in fase 4 op de Minkmaatstraat tussen de Pinksterbloemstraat en de Dahliastraat;

  • in fase 5 op het volledige kruispunt Minkmaatstraat – Dahliastraat;

  • in fase 6 op de Minkmaatstraat tussen de Dahliastraat en de Minkmaatstraat 318;

  • in fase 7 op de Minkmaatstraat tussen de Minkmaatstraat 318 en de Minkmaatstraat 328;

  • in fase 8 op de Minkmaatstraat tussen de Minkmaatstraat 328 en de Kotkampweg;

 

dat voor het in stand houden van de bereikbaarheid van de percelen aan de Korte Floraparkstraat het noodzakelijk is om gedurende de werkzaamheden in fase twee, de eenrichtingsweg op deze wegen op te heffen;

 

dat de hiervoor genoemde verkeersmaatregel gerealiseerd kan worden door het verwijderen van verkeersbord C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990;

 

dat afhankelijk van de tijdsduur die nodig is van de uitvoering van een fase, de verschillende fasen elkaar op zullen volgen;

 

dat op voorhand nog niet vast staat wanneer de ene fase afgerond is en de volgende fase begint;

 

dat bij onvoorziene omstandigheden tijdens de uitvoering van deze maatregelen daar waar nodig passende oplossingen worden gezocht;

 

dat het nemen van een verkeersbesluit volgens artikel 15 van de WVW 1994 vereist is indien:

  • door plaatsing of verwijdering van verkeerstekens en onderborden, een gebod of verbod wordt ingesteld of aangepast;

  • fysieke voorzieningen op de weg worden aangebracht of verwijderd;

 

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het tijdelijk plaatsen of verwijderen van het verkeersbord C1, C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;

 

dat gelet op artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994 het college van burgemeester en wethouders van Enschede bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;

 

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor genoemde verkeersmaatregelen strekken tot het;

  • verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

 

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt bij het treffen van deze verkeersmaatregel;

 

dat de vrijheid van het verkeer tijdelijk wordt beperkt en dat dit van geringer belang wordt geacht dan het waarborgen van de veiligheid van het verkeer en het veilig uit kunnen voeren van de werkzaamheden aan de Minkmaatstraat, Pinksterbloemstraat en Dahliastraat en het zoveel mogelijk in stand houden van de bruikbaarheid van de weg gedurende de werkzaamheden;

 

dat het treffen van een dergelijke tijdelijke verkeersmaatregelen een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;

 

dat met betrekking tot het uitvoeren van deze verkeersmaatregelen overleg is gevoerd met de gemandateerde verkeersadviseur van de politie ingevolge artikel 24 van het BABW, deze een positief advies heeft afgegeven en de handhaafbaarheid van de maatregelen als gevolg daarvan gewaarborgd is.

 

Het besluit:

  • door middel van plaatsen van verkeersbord C1 van bijlage 1 van het RVV 1990, in combinatie met afzethekken, een geslotenverklaring in beide richtingen in te stellen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, op de volgende locaties:

  • in fase 1 op de Minkmaatstraat tussen de Gladiolenstraat en de Korte Floraparkstraat;

  • in fase 2 op de Minkmaatstraat tussen de Korte Floraparkstraat en Pinksterbloemstraat;

  • in fase 3 op het volledige kruispunt Minkmaatstraat – Pinksterbloemstraat – Lupineweg;

  • in fase 4 op de Minkmaatstraat tussen de Pinksterbloemstraat en de Dahliastraat;

  • in fase 5 op het volledige kruispunt Minkmaatstraat – Dahliastraat;

  • in fase 6 op de Minkmaatstraat tussen de Dahliastraat en de Minkmaatstraat 318;

  • in fase 7 op de Minkmaatstraat tussen de Minkmaatstraat 318 en de Minkmaatstraat 328;

  • o in fase 8 op de Minkmaatstraat tussen de Minkmaatstraat 328 en de Kotkampweg;

  • door middel van het verwijderen van verkeersbord C2 en verkeersbord C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 de eenrichtingsweg op de Korte Floraparkstraat op te heffen gedurende de uitvoering van de werkzaamheden van fase 2;

  • de hiervoor genoemde verkeersmaatregelen van kracht te verklaren vanaf week 16 2025 tot en met het einde van het tweede kwartaal van 2025 of zoveel korter als mogelijk, dan wel zoveel langer als noodzakelijk is.

 

Situatieschets:

Afbeelding 1: maatregelen fase 1

 

Afbeelding 2: maatregelen fase 2

 

Afbeelding 3: maatregelen fase 3

 

Afbeelding 4: maatregelen fase 4

 

Afbeelding 5: maatregelen fase 5

 

Afbeelding 6: maatregelen fase 6

 

Afbeelding 7: maatregelen fase 7

 

Afbeelding 8: maatregelen fase 8

Aldus vastgesteld op 2 april 2025 te Enschede

Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede,

J. Kara

Technisch medewerker afdeling Vergunnen

Bezwaar

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in het Gemeenteblad. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in het Gemeenteblad bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Enschede, postbus 20, 7500 AA te Enschede. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort.

Het bezwaarschrift moet de volgende gegevens bevatten:

  • uw naam en adres;

  • de datum waarop u het bezwaarschrift schrijft;

  • Het kenmerk van het besluit (0153Z2025032600032)

  • een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt;

  • de reden waarom u het er niet mee eens bent;

  • uw handtekening.

Naar boven