Wijziging van de Gemeenschappelijke regeling werkbedrijven Kust-, Duin- en Bollenstreek (GR KDB) (1e wijziging)

De colleges van burgemeester en wethouders van Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen en Wassenaar, na verkregen toestemming van de raden van die gemeenten;

 

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regeling, juncto artikel 26 van de Gemeenschappelijke regeling werkbedrijven Kust-, Duin- en Bollenstreek (GR KDB);

 

b e s l u i t e n :

 

vast te stellen de volgende wijziging van de Gemeenschappelijke regeling werkbedrijven Kust-, Duin- en Bollenstreek (GR KDB) (1e wijziging):

Artikel I.  

Artikel 9, 5e lid, onder d, vervalt.

In het 5e lid, worden de aanduidingen onder e, f en g, verletterd in d, e en f.

Artikel II.  

Artikel 18, tweede en derde lid, worden gelezen als volgt:

  • 2.

    Het dagelijks bestuur wijst de secretaris aan. De aanwijzing eindigt van rechtswege met ingang van de datum dat de uitoefening van de functie van secretaris geen onderdeel meer uitmaakt van de werkzaamheden van de betreffende ambtenaar.

  • 3.

    De secretaris wordt bij verhindering of ontstentenis vervangen door een plaatsvervanger, die eveneens door het dagelijks bestuur wordt aangewezen. De aanwijzing eindigt van rechtswege met ingang van de datum dat de uitoefening van de functie van plaatsvervangend secretaris geen onderdeel meer uitmaakt van de werkzaamheden van de betreffende ambtenaar.

Artikel III.  

Artikel 19, tweede lid, wordt gelezen als volgt:

  • 2.

    Voor het overige personeel van het openbaar lichaam geldt de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor niet-gemeenten, die gelijk is aan de Collectieve Arbeidsovereenkomst Gemeenten.

Artikel IV.  

Deze wijziging treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand, volgend op die van de bekendmaking, als bedoeld in artikel 26, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel V.  

Deze wijziging kan worden aangehaald als “1e wijziging GR KDB”.

Artikel VI.  

De in artikel 26, eerst lid, van de Wet gemeenschappelijke regeling voorgeschreven toezending van de regeling aan gedeputeerde staten geschiedt door de gemeente van vestiging.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Hillegom in zijn vergadering van 15-07-2021 , na verkregen toestemming van de raad van die gemeente.

secretaris

burgemeester

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Katwijk in zijn vergadering van 05-11-2020 , na verkregen toestemming van de raad van die gemeente.

secretaris

burgemeester

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Lisse in zijn vergadering van 16-09-2021 , na verkregen toestemming van de raad van die gemeente.

secretaris

burgemeester

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk in zijn vergadering van 27-10-2020 , na verkregen toestemming van de raad van die gemeente.

secretaris

burgemeester

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Oegstgeest in zijn vergadering van 17-12-2020 , na verkregen toestemming van de raad van die gemeente.

secretaris

burgemeester

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Teylingen in zijn vergadering van 23-09-2021 , na verkregen toestemming van de raad van die gemeente.

secretaris

burgemeester

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar in zijn vergadering van 02-03-2021 , na verkregen toestemming van de raad van die gemeente.

Toelichting op de 1e wijziging van de Gemeenschappelijke regeling werkbedrijven Kust-, Duin- en Bollenstreek (KDB).

Deze eerste wijziging heeft betrekking op het vastleggen van de gevolgen van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren.

 

Daarnaast wordt deze gelegenheid aangewend om een omissie in de regeling te herstellen.

 

Deze wijzigingen worden hierna toegelicht.

 

Artikel I.

Artikel 9 van de gemeenschappelijke regeling regelt de werkwijze en vergaderorde van het algemeen bestuur. In lid 5 worden de onderwerpen genoemd, waarover in een besloten vergadering geen besluit mag worden genomen. Onder d worden genoemd het aangaan van geldleningen, het uitlenen van gelden en het aangaan van rekening-courantovereenkomsten. Op grond van artikel 33b, 1e lid, onder e, van de Wet gemeenschappelijke regelingen (vergelijk ook artikel 109, 1e lid, onder d, van de Gemeentewet), behoort het nemen van besluiten tot het verrichten van dergelijke privaatrechtelijke rechtshandelingen echter aan het dagelijks bestuur. Lid 5, onder d, van de gemeenschappelijke regeling dient derhalve te worden geschrapt. Als gevolg hiervan dienen de leden e tot en met g te worden vernummerd in d, e en f.

 

Artikel II.

De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren trekt de rechtspositie van ambtenaren zoveel mogelijk gelijk met werknemers in het bedrijfsleven. Hierdoor vallen de meeste ambtenaren per 1 januari 2020 onder het private arbeidsrecht. Dat betekent dat de aanstelling voor ambtenaren is verdwenen en dat zij voortaan een arbeidscontract hebben. De oude rechtspositieregelingen zijn vervallen. Daarvoor in de plaats komen collectieve arbeidsovereenkomsten zoals de CAO – gemeenten en voor gemeenschappelijke regelingen de CAO- niet-gemeenten. Deze wijzigingen hebben ook gevolgen voor de tekst van de gemeenschappelijke regeling. Zo is in artikel 18, tweede en derde lid, de benoeming, schorsing en ontslag van de secretaris en zijn plaatsvervanger geregeld. Ook voor deze functionarissen geldt dat zij een arbeidscontract sluiten met het openbaar lichaam. Het dagelijks bestuur besluit vervolgens over hun aanwijzing. Deze aanwijzing is vervat in de nieuwe tekst van de leden 2 en 3 van artikel 18. De tekst is gelijk aan die van artikel 102 van de Gemeentewet ten aanzien van de gemeentesecretaris.

 

Artikel III.

Artikel 19, tweede lid, van de regeling bepaalt dat voor het personeel van het openbaar lichaam (niet zijnde de in het eerste lid genoemde personeel, aangesteld op basis van de Wet sociale werkvoorziening) de rechtspositieregelingen gelden zoals deze door de gemeente van vestiging (Teylingen) zijn vastgesteld. Nu deze rechtspositieregelingen zijn vervallen (zie hiervoor onder Artikel II) dient ook de tekst van dit artikellid te worden aangepast. Omdat de gemeenschappelijke regeling toetreedt tot de VNG-werkgeversvereniging voor niet gemeenten, dient in artikel 19, tweede lid, te worden bepaald dat de CAO voor niet-gemeenten, die gelijk is aan de CAO - gemeenten, van toepassing is.

 

Artikelen IV tot en met IV.

Deze artikelen spreken voor zich en behoeven dus geen nadere toelichting.

Naar boven