Gemeenteblad van Zaanstad
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zaanstad | Gemeenteblad 2025, 146678 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Zaanstad | Gemeenteblad 2025, 146678 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening, APV, Zaanstad 2013
ARTIKEL I Wijziging verordening
De Algemene plaatselijke verordening (APV) Zaanstad 2013 wordt als volgt gewijzigd:
De inhoudsopgave komt als volgt te luiden:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsbepalingen (z)
Artikel 1:3 Indiening aanvraag
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing (z)
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing (z)
Artikel 1:8 Weigeringsgronden (z)
Afdeling 1. Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Artikel 2.1a Straatintimidatie (z)
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Artikel 2:5 Te verstrekken gegevens
Afdeling 3. Verspreiden van stukken en aanbieden van andere activiteiten op de openbare weg ( z )
Artikel 2:6 Verspreiden van stukken en aanbieden van andere activiteiten (z)
Afdeling 4 Vertoningen e.d. op de weg ( z )
Artikel 2:7 Feest, muziek en wedstrijd e.d.
Artikel 2:9 Straatartiest e.d..
Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:10 Voorwerpen op of aan de weg (z)
Artikel 2:10a Vastmaken van voorwerpen (z)
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Artikel 2:12 Omgevingsvergunning voor het maken, veranderen van een uitweg (z)
Afdeling 6 Veiligheid op de weg
Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid
Artikel 2:14 Winkelwagentjes (z)
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Artikel 2:16 Open straatkolken e.d.
Artikel 2:17 Kelderingangen e.d.
Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen
Artikel 2:19a Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp (z)
Artikel 2:19b Gevaarlijke voorwerpen (z)
Artikel 2:20 Vallende voorwerpen
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn
Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs (z)
Artikel 2:24 Begripsbepaling (z)
Artikel 2:25a Vechtsportwedstrijden (z)
Artikel 2:26 Ordeverstoring (z)
Afdeling 8 Toezicht op horecabedrijven en op voor publiek toegankelijke gebouwen ( z )
Artikel 2:27 Begripsbepalingen (z)
Artikel 2:28 Exploitatievergunning horecabedrijf (z)
Artikel 2:28a Vergunningsaanvraag (z)
Artikel 2:28b Algemene weigerings- en intrekkingsgronden exploitatievergunning (z)
Artikel 2:28c Bijzondere intrekkings- of wijzigingsgronden van de exploitatievergunning (z)
Artikel 2:28d Vergunning coffeeshop (z)
Artikel 2:28e Terras coffeeshop (z)
Artikel 2:28f Nadere regels (z)
Artikel 2:29 Sluitingstijd (z)
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijden en afwijkende voorschriften en beperkingen horecabedrijf (z)
Artikel 2:30a Sluiting horecabedrijf (z)
Artikel 2:30b Sluiting gebouw of ruimte (z)
Artikel 2:30c Regels met betrekking tot sluiting (z)
Artikel 2:31 Aanwezigheid in gesloten horecabedrijf
Artikel 2:32 Handel binnen horecabedrijven
Artikel 2:33 Ordeverstoring (z)
Artikel 2:34 Het college als bevoegd bestuursorgaan
Artikel 2:34a Schenktijden paracommerciële rechtspersonen (z)
Artikel 2:34b Bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen (z)
Artikel 2:34c Afwijking schenk- en sluitingstijden para commerciële rechtspersoon (z)
Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister (z)
Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden ( z )
Artikel 2:39 Speelgelegenheden (z)
Artikel 2:40 Speelautomaten (z)
Afdeling 10a Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat ( z )
Artikel 2:40a Begripsbepalingen (z)
Artikel 2:40b Aanwijzing gebouwen, straten, gebieden of bedrijfsmatige activiteiten (z)
Artikel 2:40c Exploitatievergunning uitoefening bedrijf (z)
Artikel 2:40d Eisen aan de exploitant en de bedrijfsleider (z)
Artikel 2:40e Weigeringsgronden (z)
Artikel 2:40f Intrekking- en wijzigingsgronden (z)
Artikel 2:40h Overgangsrecht (z)
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal
Artikel 2:42 Plakken en kladden (z)
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d.
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Artikel 2:44a Vervoer geprepareerde voorwerpen (z)
Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d.
Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d.
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik
Artikel 2:48a Verboden lachgasgebruik (z)
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten (z)
Artikel 2:50a Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties (z)
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d.
Artikel 2:53 Bespieden van personen (z)
Artikel 2:54 Bewakingsapparatuur (z)
Artikel 2:55 Nodeloos alarmeren (z)
Artikel 2:56 Alarminstallaties (z)
Artikel 2:57 Loslopende honden
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden (z)
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden
Artikel 2:59a Gevaarlijke honden op eigen terrein
Artikel 2:60 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren (z)
Afdeling 12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
Artikel 2:66 Begripsomschrijving (z)
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister (z)
Artikel 2:68 Verplichtingen als bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht (z)
Artikel 2:69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen
Artikel 2:70 Handel binnen horecabedrijven
Artikel 2:71 Begripsbepalingen
Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvoorwerk tijdens de verkoopdagen
Artikel 2:73 Gebruiken van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling
Artikel 2:73a Carbidschieten (z)
Afdeling 14 Drugsoverlast ( z )
Artikel 2:74 Drugshandel op straat (z)
Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik (z)
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding , veiligheids-risicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen en verblijfsontzeggingen
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:78 Verblijfsontzegging (z)
Artikel 2:78a Groepsverbod (z)
Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet
Hoofdstuk 3 Regulering prostitutie, seksbranche en aanverwante onderwerpen
Afdeling 1 Algemene bepalingen
Artikel 3.2 Begripsbepalingen (z)
Artikel 3:2a Bevoegd bestuursorgaan (z)
Artikel 3:2b Nadere regels (z)
Afdeling 2 Exploitatievergunning seksbedrijf
Artikel 3:3 Exploitatievergunning seksbedrijf (z)
Artikel 3:3a Overgangsbepaling seksbedrijven (z)
Artikel 3:4 Concentratie seksbedrijven (z)
Artikel 3:5 Maximum aantal vergunningen voor seksbedrijven (z)
Artikel 3:7 Weigeringsgronden (z)
Artikel 3:8 Eisen met betrekking tot de vergunning (z)
Artikel 3:9 Intrekkingsgronden (z)
Artikel 3:10 Melding gewijzigde omstandigheden (z)
Artikel 3:11 Geldigheidsduur vergunning (z)
Afdeling 3. Uitoefenen seksbedrijf
Artikel 3:12 Sluitingstijden seksbedrijven, aanwezigheid en toegang (z)
Artikel 3:13a Tijdelijke afwijking sluitingstijden en tijdelijke sluiting (z)
Artikel 3:13b Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder (z)
Artikel 3:13c Beëindiging exploitatie (z)
Artikel 3:13d Wijziging beheer (z)
Artikel 3:14 Leeftijd en verblijfstitel prostituees; verbod werken voor onvergund prostitutiebedrijf (z)
Artikel 3:14a Overgangsbepaling minimale leeftijd prostituees (z)
Artikel 3:16 Minimale verhuurperiode werkruimte
Artikel 3:17 Verdere verplichtingen van de exploitant en beheerder prostitutiebedrijf (z)
Artikel 3:18 Raamprostitutie (z)
Artikel 3:19 Straatprostitutie (z)
Artikel 3:20 Handhaving straatprostitutie (z)
Afdeling 4. Overige bepalingen
Artikel 3:21 Verbodsbepaling klanten
Artikel 3:22 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1 Geluidhinder en verlichting
Artikel 4:1a Begripsbepalingen
Artikel 4:1b Horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen (z)
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten (z)
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten (z)
Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten
Artikel 4:5 Onversterkte muziek (z)
Artikel 4:6 Overige geluidhinder
Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Artikel 4:7 Ongeadresseerde reclame (z)
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Artikel 4:9a Oplaten van ballonnen (z)
Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:10 Begripsbepalingen
Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden
Artikel 4:11a Bestrijding iepziekte
Artikel 4:12 Herplant-/instandhoudingsplicht
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Artikel 4:14 Stankoverlast door gebruik van meststoffen
Artikel 4:15 Verbod ontsierende, hinderlijke of gevaarlijke reclame (z)
Artikel 4:16 Vergunningplicht lichtreclame
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen
Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Artikel 5:5 Overlastgevende voertuigen (z)
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.
Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen (z)
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Artikel 5:10 Parkeren anders dan op de rijbaan
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
Artikel 5:11a Aantasting van groenvoorziening door vaartuigen (z)
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets (z)
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen (z)
Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen
Artikel 5:21 Aanhoudingsplicht
Afdeling 5 Snuffelmarkten ( z )
Artikel 5:23 Organiseren van een snuffelmarkt
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water (z)
Artikel 5:25 Het innemen van een ligplaats (z)
Artikel 5:25a Pleisterplaatsen (z)
Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats (z)
Artikel 5:28 Beschadigingen van waterstaatswerken
Artikel 5:30 Snelheidsbeperking (z)
Artikel 5:30a Brug klimmen en springen in openbaar water (z)
Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen
Paragraaf 2 Bijzondere bepalingen met betrekking tot scheepvaart en havens ( z )
Artikel 5:32 Werkingssfeer (z)
Artikel 5:33 Het nakomen van aanwijzingen (z)
Artikel 5:34 Rondvaart- en verhuurbedrijf (z)
Artikel 5:36 Het besturen van vaartuigen onder invloed van alcoholhoudende dranken en/of andere stoffen (z)
Artikel 5:37 Het gebruiken van vaartuigen als opslagplaats of bedrijfsruimte (z)
Artikel 5:38 Het breken van ijs (z)
Artikel 5:39 Het economisch opleggen van vaartuigen (z)
Artikel 5:41 Het bouwen, herstellen, droogzetten en slopen van vaartuigen (z)
Artikel 5:42 Toegang tot openbare trappen en steigers (z)
Artikel 5:42a Veilige toegang (z)
Artikel 5:43 Bijzondere verplichtingen voor gezagvoerders van zeevaartuigen (z)
Artikel 5:43a Verhalen anders dan op eigen aanvraag (z)
Artikel 5:43b Verbod gebruik hoofdmotor of hulpmotor (z)
Paragraaf 3 Bijzondere bepalingen met betrekking tot woonschepen ( z )
Paragraaf 4 Ontvangstvoorzieningen voor olie van zeevaartuigen ( z )
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd- en ruiterverkeer in natuurgebieden
Artikel 5:55 Beperking verkeer in natuurgebieden
Afdeling 8 Verbod vuur te stoken
Artikel 5:56 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
Afdeling 9 Verstrooiing van as
Artikel 5:58 Verboden plaatsen
Artikel 5:59 Hinder of overlast
Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6:2 Toezichthouders (z)
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Artikel 6:4 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening (z)
Artikel 1:1 komt als volgt te luiden:
Artikel 1:1 Begripsbepalingen ( z )
pleziervaartuig: een schip waarvan de lengte minder dan 20 meter bedraagt, waartoe als de lengte wordt aangemerkt de afstand van de voorkant van het voorste tot de achterkant van het achterste vaste deel van de romp, zonder de boegspriet, de papegaaistok en het trimvlak, zulks met uitzondering van: (z)
Artikel 2:1 komt als volgt te luiden:
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Artikel 2:27 komt als volgt te luiden:
Artikel 2:27 Begripsbepalingen ( z )
Artikel 2:28d komt als volgt te luiden:
Artikel 2:28d Vergunning coffeeshop ( z )
Een vergunning als bedoeld in artikel 2:28 lid 1 voor het exploiteren van een coffeeshop wordt voorzien van een aantekening ‘coffeeshop’.
Artikel 2:28e komt als volgt te luiden:
Artikel 2:28e Terras coffeeshop ( z )
Het is niet toegestaan een terras bij een coffeeshop te hebben.
Artikel 2:28f komt als volgt te luiden:
Artikel 2:28f Nadere regels ( z )
Artikel 2:29 komt als volgt te luiden:
Artikel 2:29 Sluitingstijd ( z )
c. in afwijking van het bepaalde onder a en b en met inachtneming van het bepaalde onder d, kan de burgemeester voor zware en middelzware horeca in Zaanstad en voor lichte horeca in het horecaconcentratiegebied van Zaandam een ontheffing verlenen van de onder a en b bepaalde sluitingstijden. Het horecabedrijf dat een ontheffing krijgt dient zich te houden aan de volgende regels:
f. voor een zogenaamd ‘droog’ horecabedrijf, een bedrijf waar geen alcoholhoudende dranken worden verstrekt, geldt in beginsel geen portierverplichting. Tenzij de burgemeester dit noodzakelijk oordeelt met het oog op de veiligheid. Dan kan hij in de exploitatievergunning bepalen dat deze portierverplichting wel geldt.
Artikel 2:42 komt als volgt te luiden:
Artikel 2:42 Plakken en kladden ( z )
Artikel 2:78a komt als volgt te luiden:
Artikel 2:78a Groepsverbod ( z )
Het is verboden op door de burgemeester aangewezen wegen, plaatsen of voor publiek toegankelijke gebouwen, zich met drie of meer personen, zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze, op te houden en daarmee groepsgewijze overlast te veroorzaken.
Artikel 3:2 komt als volgt te luiden:
Artikel 3:2 Begripsbepalingen ( z )
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
escortbedrijf: het bedrijfsmatig aan een prostituee gelegenheid geven tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen vergoeding door te bemiddelen tussen de prostituee en de derde met het oog op prostitutie die plaats vindt op een ander adres dan de woning van de prostituee of een seksinrichting;
Hoofdstuk 3, Afdeling 4 komt als volgt te luiden:
Afdeling 4. Overige bepalingen
Artikel 5:8 komt als volgt te luiden:
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen ( z )
Artikel 5:10 komt als volgt te luiden:
Artikel 5:10 Parkeren anders dan op de rijbaan
Bijlage 1 komt als volgt te luiden:
Bijlage 1 Regelgeving en beleid die op deze regeling zijn gebaseerd
ARTIKEL II wijziging toelichting bij verordening
De toelichting bij de Algemene plaatselijke verordening (APV Zaanstad 2013 wordt als volgt gewijzigd:
De toelichting bij artikel 2:1 komt als volgt te luiden:
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Eerste lid: het begrip “samenscholing” is ontleend aan artikel 186 WvSr. “Hij die opzettelijk bij gelegenheid van een volksoploop zich niet onmiddellijk verwijdert na het derde door of vanwege het bevoegde bestuursorgaan gegeven bevel, wordt, als schuldig aan deelneming aan samenscholing, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.” Teneinde discussies over definities te vermijden is de term “vechten” geschrapt en “wanordelijkheden” is vervangen door ongeregeldheden.
Tweede lid: aan de burger wordt de verplichting opgelegd om zich op bevel van een politieambtenaar te verwijderen van een openbare plaats bij samenscholing of (dreigende) ongeregeldheden. Dit artikel biedt zo onder andere ook een handvat om op te treden tegen het hinderen van hulpverleners.
Overtreding van een dergelijk bevel wordt strafbaar gesteld via opname van artikel 2:1, tweede lid, in artikel 6:1. Ook in het proces-verbaal en de tenlastelegging moet het niet opvolgen van het politiebevel worden vervolgd op grond van overtreding van artikel 2:1 jo. artikel 6:1 van de APV.
Naast de politiebevelen ex artikel 2:1 APV blijven uiteraard ook de bevelen van de burgemeester in het kader van diens openbare ordebevoegdheden mogelijk. Bevelen van de burgemeester, bijvoorbeeld op grond van de Gemeentewet, of aanwijzingen in het kader van de Wet Openbare Manifestaties die de politie in mandaat uitvoert en die niet worden opgevolgd, kunnen nog steeds strafbaar worden gesteld op grond van artikel 184, eerste lid, van het WvSr.
De toelichting bij artikel 2:19b komt als volgt te luiden:
Artikel 2:19b Gevaarlijke voorwerpen ( z )
Het wapenbezit in het algemeen en gebruik van steekwapens in het bijzonder is fors toegenomen. Het doel van dit artikel is bescherming te bieden tegen mogelijke aantasting van de openbare orde en veiligheid, door het bij zich hebben (dragen) van messen, knuppels, slagwapens en andere voorwerpen die als steekwapen kunnen worden gebruikt, te verbieden.
Het artikel is een aanvulling op de Wet wapens en munitie (Wwm) en verbiedt het bij zich hebben van andere dan in de Wwm aangeduide messen of van voorwerpen die als slag- of steekwapen kunnen worden gebruikt, maar waarbij nog geen sprake is van een situatie waarin, gelet op hun aard of de omstandigheden waaronder deze voorwerpen worden aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij zijn bestemd om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen. Hierdoor kan aantasting van de openbare orde preventief worden voorkomen en wordt de veiligheid bevorderd.
De Wwm verbiedt het dragen (bij zich hebben) van wapens, waaronder nader aangeduide messen of voorwerpen die als wapen kunnen dienen als wel sprake is van bovengenoemde situatie. Voor de toepassing van de Wwm bepaalt de context dus of een voorwerp een wapen is of niet.
Uit het arrest van de Hoge Raad van 15 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1993, volgt dat het in het belang van de openbare orde en veiligheid mogelijk is om een bepaling in de APV op te nemen die ziet op een ‘messenverbod’. Deze bepaling mag niet zien op wapens of voorwerpen die zijn genoemd in artikel 2 van de Wet wapens en munitie (Wwm).
Op grond van dit lid kan de burgemeester openbare plaatsen of daaraan grenzende voor publiek toegankelijke gebouwen en terreinen aanwijzen waar het bij zich hebben van messen, knuppels, slagwapens en andere voorwerpen die als steekwapen kunnen worden gebruikt verboden is.
Dit lid waarborgt dat messen en voorwerpen die zijn ingepakt, bijvoorbeeld omdat deze in een winkel zijn aangeschaft en nog in de verpakking zitten, niet onder het verbod vallen. Het doel van het artikel is bescherming te bieden tegen mogelijke aantasting van de openbare orde en veiligheid, maar aanschaf van bijvoorbeeld een keukenmes moet mogelijk blijven. Het moet dan wel zodanig zijn verpakt dat het niet onmiddellijk kan worden aangewend.
Dit lid regelt ook de voorrang van de Wwm. Het verbod geldt niet voor het dragen van wapens die onder het bereik van artikel 2 van de Wwm vallen.
De toelichting bij artikel 2:24 komt als volgt te luiden:
Artikel 2:24 Begripsbepaling ( z )
Eerste lid: in artikel 2:24 is gekozen voor de zgn. negatieve benaderingsmethode ten aanzien van de definiëring van het begrip evenement. Uitgaande van een algemeen geldend criterium (=aanhef) wordt vervolgens een aantal evenementen opgesomd dat niet onder de werking van de bepalingen valt.
Tweede lid: In het tweede lid is omschreven wat wel onder de definitie van evenement valt. Hierbij is in lid g uitgebreid benoemd wat onder vechtsportgala’s wordt verstaan. In lid h wordt verduidelijkt wat wordt verstaan onder erotisch evenement.
Bij beide definities moet de vraag gesteld worden of de te organiseren activiteit tot de normale bedrijfsvoering van het (horeca)bedrijf behoort waar het evenement plaats zal gaan vinden. Activiteiten die niet tot de normale bedrijfsvoering behoren zijn evenementen volgens de APV (ABRS 11-01-2006, LJN-nr. AU9388 (Ghostship/Ghosthouse)). Voor de beoordeling of een activiteit tot de normale bedrijfsvoering behoort, kunnen o.a. de volgende factoren een rol spelen:
Activiteiten in sporthallen/-complexen waarbij in hoofdzaak sportbeoefening plaatsvindt (o.a. toernooien en jeugdvakantieweken) worden niet beschouwd als evenementen, maar als reguliere bedrijfsvoering van de sporthal/-complex. Een Nederlands, Europees en Wereld Kampioenschap en dergelijke valt echter niet onder de reguliere bedrijfsvoering, maar wordt beschouwd als evenement.
Derde lid: voor het organiseren van kleine evenementen is in het kader van de vermindering van administratieve lasten voor de burger gekozen voor een meldingsplicht. Een klein evenement valt onder het begrip evenement, maar onder voorwaarden is er geen vergunning vereist.
De toelichting bij artikel 2:27 komt als volgt te luiden:
Artikel 2:27 Begripsbepalingen ( z )
Eerste lid: vanuit de techniek van handhaven is het noodzakelijk dat naast "eten en drinken" als zelfstandig toetscriterium voor een vergunning ook het aanbieden van amusement en het gelegenheid geven tot ontspanning - in combinatie met het verstrekken van eten en drinken - kan worden meegenomen in de toets. Deze aanvulling voorkomt dat bedrijven door een aanpassing in de bedrijfsvoering zich onttrekken aan de vergunningplicht.
Vijfde lid: in de oude definitie van de coffeeshop stond dat er geen alcohol mag worden geschonken in coffeeshops en dat er een horeca-exploitatievergunning wordt verleend met aantekening coffeeshop. Het verbod op de aanwezigheid van alcohol in een coffeeshop is geregeld in artikel 8 van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen. Het is niet gebruikelijk om een dergelijk verbod onderdeel te laten zijn van een definitie. Daarom is er voor gekozen de definitie te beperken tot de kern. Vanwege het experiment is het enkel toegestaan om hennep en hasjiesj te verkopen. De definitie is hierop aangepast.
De toelichting bij artikel 2:28f komt als volgt te luiden:
Artikel 2:28f Nadere regels ( z )
Zaanstad doet als één van de tien deelnemende gemeenten mee aan het Experiment gesloten coffeeshopketen. Dit experiment is op 17 juni 2024 in Zaanstad van start gegaan. In het kader van dit experiment is er landelijke wet- en regelgeving opgesteld. Als gevolg hiervan is er een en ander gewijzigd in de APV.
Dit artikel geeft de burgemeester de bevoegdheid om nadere regels te stellen over de wijze waarop aanvragen van een exploitatievergunning met aantekening ‘coffeeshop’ als bedoeld in artikel 2:28 lid 1 worden beoordeeld. Ter verduidelijking is er ook een formele basis opgenomen voor het bepalen van een aantal zaken die tot nu toe enkel in het Coffeeshopbeleid 2022 waren opgenomen. Het gaat hier onder ander om de bevoegdheid van de burgemeester om een maximaal aantal coffeeshops te vergunnen en de mogelijkheid om per gebied een maximum vast te stellen.
De toelichting bij artikel 2:29 komt als volgt te luiden:
Artikel 2:29 Sluitingstijd ( z )
Eerste lid: grondslag voor de in de APV opgenomen sluitingsbepalingen is artikel 149 Gemeentewet. De gemeenteraad kan verplichte sluitingstijden voor openbare inrichtingen vaststellen in het belang van de openbare orde. De sluitingsbepalingen betreffen de gedeelten van de inrichting waarin de eigenlijke horecawerkzaamheden worden uitgeoefend: een op het trottoir gesitueerd terras behoort wel tot de inrichting, de zich boven de inrichting bevindende woning van de exploitant niet. Ook sportkantines, sociëteiten, clublokalen, verenigingsgebouwen e.d. zijn als inrichting aan te merken.
Sub c en d: Horecaondernemers die voldoen aan de portierverplichting die is verbonden aan het verkrijgen van een ontheffing van sluitingstijden, geven daarmee blijk dat zij een maatschappelijk verantwoorde en veilige bedrijfsvoering nastreven ter afwering van verstoring van de openbare orde. Dit biedt in principe voldoende basis om deze bedrijven meer exploitatiemogelijkheden in de vorm van ruimere exploitatietijden te bieden. Aan deze bedrijven is het verboden om nieuwe bezoekers toe te laten tussen 03:00 en 07:00 uur. De bedrijfsvoering dient zo gereguleerd te worden dat de bezoekers tussen 03:00 en 05:00 het horecabedrijf verlaten. Tussen 05:00 en 07:00 uur mogen er geen gasten meer aanwezig zijn; uiterlijk om 05:00 uur dient het bedrijf gesloten te zijn. Deze zogenaamde 3-5 regeling was eerder opgenomen in het horecaconvenant.
Vanaf 24:00 uur is het verplicht een portier in te zetten. Dit is namelijk het moment dat de toestroom/aanwezigheid van horecabezoekers op zijn hoogst is. De portiers die beveiligingswerkzaamheden verrichten ten behoeve van een horecabedrijf, dienen te voldoen aan de eisen die op grond van de Wet op de Particuliere Beveiligingsorganisaties en recherchebureaus aan deze werkzaamheden worden gesteld.
Sub e: Bij het verlenen van vrijstelling van de portierverplichting beoordeelt de burgemeester de veiligheid in en rond een bedrijf aan de hand van een door de ondernemer ingediend veiligheidsplan en op basis van incidenten die hebben plaatsgevonden. Hierbij hanteert de burgemeester een terugkijkperiode van maximaal twaalf maanden voorafgaand aan de gevraagde vrijstelling. In het veiligheidsplan dient te worden omschreven de veiligheidsmaatregelen die de ondernemer neemt ten behoeve van het waarborgen van de veiligheid en de openbare orde in (de directe omgeving van) het horecabedrijf.
De huidige exploitanten van horecabedrijven die een horeca-exploitatievergunning hebben waarin de ontheffing van de sluitingstijd is opgenomen, behouden de ontheffing van de sluitingstijd zoals genoemd in lid 1 onder c. Bij een nieuw te vestigen zaak of bij een overname van een bestaand horecabedrijf in de categorie lichte horeca geldt de reguliere sluitingstijd uit lid 1 onder a. Voor horecabedrijven in de categorie middelzwaar en zwaar geldt in de basis de sluitingstijd uit lid 1 onder b. Als een horecabedrijf aanspraak maakt op ontheffing van de sluitingstijd dan geldt de portierverplichting zoals vermeld in lid 1 onder d.
De toelichting bij artikel 2:78a komt als volgt te luiden:
Artikel 2:78a Groepsverbod ( z )
Deze bepaling is opgesteld om het doelloos en hinderlijk rondhangen op openbare plaatsen, van drie of meer personen in groepsverband, tegen te gaan. Dit verbod geldt alleen in specifieke gebieden die door de burgemeester als zodanig worden aangewezen (in het belang van de openbare orde en veiligheid of bescherming van het woon- en leefklimaat). Voordat de burgemeester hiertoe over kan gaan moet blijken dat er op deze specifieke openbare plaatsen sprake is van aantoonbare en structurele zware overlast, waardoor de veiligheid in een gebied onder druk staat. Dat dit het geval is kan bijvoorbeeld blijken uit politierapportages. Alleen als dit is vastgesteld in een aanwijzingsbesluit kunnen politie en buitengewoon opsporingsambtenaren het groepsverbod handhaven. Het is aan hen om vast te stellen dat er doelloos en hinderlijk wordt rondgehangen, waardoor er groepsgewijze overlast wordt veroorzaakt.
De toelichting bij artikel 5:10 komt als volgt te luiden:
Artikel 5:10 Parkeren anders dan op de rijbaan
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening 2024 tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening (APV) Zaanstad 2013:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-146678.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.