Verkeersbesluit tijdelijk verbod stil te staan en parkeerverbod Reerinklanden te Enschede

Burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

 

Overwegende:

dat de Reerinklanden is gelegen binnen de bebouwde kom van Enschede en in beheer is bij de gemeente Enschede;

 

dat de Reerinklanden een weg is als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder b van de WVW 1994;

 

dat de wegencategorisering in Enschede aansluit op de categorisering zoals opgenomen in het landelijke programma Duurzaam Veilig;

 

dat de Reerinklanden is gecategoriseerd als erftoegangsweg binnen de bebouwde kom waarop een maximumsnelheid van 30 km/h geldt;

 

dat de verkeersfunctie op deze weg ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;

 

dat in de periode van 1 april tot en met juli 2025 werkzaamheden worden uitgevoerd aan de rotonde van Knalhutteweg/Broekheurne-Ring/Zuid Esmarkerrondweg;

 

dat in de periode van de werkzaamheden de buslijn 4 geen gebruik kan maken van de rotonde;

 

dat het van belang is dat het openbaar zoveel mogelijk in stand wordt gehouden;

 

dat buslijn 4 voor de duur van de werkzaamheden wordt omgeleid over een andere route;

 

dat deze omleidingsroute loopt over de Reerinklanden, vanuit de richting van de Knalhutteweg naar de Broekheurne-Ring, in één (zuidelijke) richting;

 

dat het van belang is dat op deze omleidingsroute een mogelijke vertraging in de lijnvoering zoveel mogelijk wordt beperkt;

 

dat daarom maatregelen in de vorm van het instellen van een parkeerverbod en een verbod stil te staan worden genomen om de doorgang van de lijnbus zoveel mogelijk te garanderen;

 

dat in verband met halen/brengen van schoolkinderen in de regel veel autoverkeer op de Reerinklanden gaat stilstaan;

 

dat zelfs het alleen maar gedurende een korte periode laten stilstaan van auto’s om schoolkinderen te laten in- of uitstappen vanwege de beperkte breedte van de rijbaan al leidt tot opstoppingen en dus ook tot vertraging in de lijnvoering;

 

dat het noodzakelijk is om op de Reerinklanden, tussen de Knalhutteweg en de Schabbinklanden aan beide zijden van de rijbaan een verbod stil te staan in te stellen door middel van het plaatsen van borden E2 van bijlage 1 van het RVV 1990, aan beide zijden van de rijbaan;

 

dat in verband daarmee tijdelijk de bestaande, met borden E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 aangegeven, parkeerverboden op hetzelfde weggedeelte van de Reerinklanden worden opgeheven;

 

dat in de directe nabijheid van deze locatie voldoende alternatieve gelegenheden zijn voor het onmiddellijk laten in- en uitstappen van passagiers;

 

dat in het belang van de doorstroming van de lijnbus in zuidelijke richting het noodzakelijk is dat op het overige deel van de Reerinklanden middel van het plaatsen van borden E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 aan één zijde van de rijbaan een parkeerverbod wordt ingesteld;

 

dat dit parkeerverbod wordt ingesteld aan de noordzijde respectievelijk aan de westzijde van de Reerinklanden, gezien de rijrichting van de lijnbus aan de rechterzijde;

 

dat, hoewel de weg in principe breed genoeg is om parkeren aan de wegkant en passeren van de bus mogelijk te maken, de lijnbus op deze manier in de doorgang bevoordeeld wordt ten opzichte van tegenliggers;

 

dat bij onvoorziene omstandigheden tijdens de uitvoering van deze maatregel daar waar nodig passende oplossingen worden gezocht;

 

dat het nemen van een verkeersbesluit volgens artikel 15 van de WVW 1994 vereist is indien:

  • door plaatsing of verwijdering van verkeerstekens en onderborden, een gebod of verbod wordt ingesteld of aangepast;

  • fysieke voorzieningen op de weg worden aangebracht of verwijderd;

 

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het tijdelijk plaatsen of verwijderen van het verkeersbord E1 en E4 van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;

 

dat gelet op artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994 het college van burgemeester en wethouders van Enschede bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;

 

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor genoemde verkeersmaatregelen strekken tot het;

  • verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

 

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt bij het treffen van deze verkeersmaatregel;

 

dat de vrijheid van het verkeer tijdelijk wordt beperkt en dat dit van geringer belang wordt geacht dan het zoveel mogelijk in stand houden van een doelmatig en betrouwbaar openbaar vervoer;

 

dat het treffen van een dergelijke tijdelijke verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee eenieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;

 

dat met betrekking tot het uitvoeren van deze verkeersmaatregelen overleg is gevoerd met de gemandateerde verkeersadviseur van de politie ingevolge artikel 24 van het BABW, deze een positief advies heeft afgegeven en de handhaafbaarheid van de maatregelen als gevolg daarvan gewaarborgd is.

 

Het besluit:

  • door middel van het verwijderen van verkeersborden E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 het parkeerverbod aan weerszijden van de Reerinklanden, tussen de Knalhutteweg en Schabbinklanden op te heffen;

  • door middel van het plaatsen van verkeersborden E2 van bijlage 1 van het RVV 1990 een verbod stil te staan aan weerszijden van de Reerinklanden, tussen de Knalhutteweg en Schabbinklanden in te stellen;

  • door middel van het plaatsen van verkeersborden E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 een parkeerverbod aan noordelijke, respectievelijk westelijke zijde van de Reerinklanden, tussen de Schabbinklanden en de Broekheurne-Ring in te stellen;

  • de hiervoor genoemde verkeersmaatregelen van kracht te verklaren gedurende de periode van 1 april tot en met juli 2025 of zoveel korter als mogelijk, dan wel zoveel langer als noodzakelijk is.

Situatieschets:

Overzicht:

 

Deel 1:

 

Deel 2:

 

Deel 3:

Aldus vastgesteld op 2 april 2025 te Enschede

Namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede,

J. Kara

Technisch medewerker Vergunnen

Bezwaar

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in het Gemeenteblad. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in het Gemeenteblad bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Enschede, postbus 20, 7500 AA te Enschede. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort.

Het bezwaarschrift moet de volgende gegevens bevatten:

  • uw naam en adres;

  • de datum waarop u het bezwaarschrift schrijft;

  • Het kenmerk van het besluit (0153Z2025040100051)

  • een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt;

  • de reden waarom u het er niet mee eens bent;

  • uw handtekening.

Naar boven