Instellen gereserveerde parkeerplaatsen voor deelauto's op 13 verschillende locaties in Harderwijk

Reg.nummer.: 02430000210985 / 02430000729775

Burgemeester en wethouders van Harderwijk zijn op grond van artikel 18, lid 1, sub d van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd om verkeersbesluiten te nemen.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

De gemeente Harderwijk wil duurzame mobiliteit in de gemeente bevorderen. Dat staat onder andere in het collegeprogramma 2022-2026 en in de Omgevingsvisie. Er is potentie voor 13 extra deelauto’s in Harderwijk, verspreid over diverse locaties in de stad. Een deelautoaanbieder wil deze nieuwe deelauto’s binnenkort plaatsen.

Autodelen resulteert in minder privéautogebruik. Een deelauto kan voorkomen dat bewoners een (tweede) auto aanschaffen. Daarmee heeft deelmobiliteit een positieve invloed op de parkeerdruk en uiteraard ook op het milieu en leefklimaat.

De nieuwe deelauto’s zijn station-based. Dat wil zeggen dat de deelauto altijd op een vaste locatie opgehaald en teruggebracht wordt. Deze parkeerlocaties liggen centraal in de wijk, zijn goed vindbaar en goed zichtbaar voor potentiële nieuwe deelautogebruikers. Om ervoor te zorgen dat deze parkeerplaatsen beschikbaar blijven voor de deelauto’s, reserveren we deze parkeerplaatsen specifiek voor autodelen.

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

In artikel 12 van het BABW is limitatief opgenomen voor welke verkeerstekens een verkeersbesluit vereist is. In Bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) staan de verkeersborden genoemd. In dit besluit gaat het om bord E8 (parkeergelegenheid alleen bestemd voor de voertuigcategorie die op het bord is aangegeven) van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).

Artikel 24, lid 1, sub d onder 2e RVV 1990 geeft aan dat het verboden is te parkeren op een parkeergelegenheid op een andere wijze of met een ander doel dan op het bord is aangegeven.

Uit het oogpunt van het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg, het bevorderen van doelmatig of zuinig energieverbruik en het voorkomen of beperken van hinder, schade en overlast door het verkeer is het noodzakelijk om de voorgestelde maatregel te nemen (artikel 2 Wegenverkeerswet).

Artikel 24 van het BABW vereist dat er voor het nemen van het verkeersbesluit overleg wordt gepleegd met de gemandateerde verkeersadviseur van politie Oost-Nederland district Noord en Oost-Gelderland.

BESLUIT

Op grond van voorgaande overwegingen wordt besloten om op de volgende locaties een parkeervak te reserveren voor deelauto’s:

• 1. Deventerweg (winkelcentrum Tweelingstad)

• 2. Simon Carmiggeltplein

• 3. Havendijk

• 4. Biezenplein

• 5. Zeeburgherhout

• 6. Tonselsedreef (winkelcentrum Drielanden)

• 7. Drielandendreef

• 8. Willem van Ariestraat

• 9. Mozartdreef

• 10. Vitringasingel

• 11 Hélène Swarthstraat

• 12 De Wittenhagen

• 13 Anne Franklaan

De parkeervakken duiden we aan met verkeersbord E8 van het RVV 1990. Daaronder komt een onderbord met de naam van de deelautoaanbieder. Welke parkeervakken het precies om gaat, is te zien op bijgevoegde tekeningen.

Harderwijk, 1 april 2025

Burgemeester en wethouders van Harderwijk

Namens deze,

de heer P. Mulder

teamleider Ruimtelijk Beleid

Mededelingen

Bezwaar- of beroepsclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u bij het college van burgemeester en wethouders van Harderwijk gemotiveerd bezwaar maken tegen dit besluit als u belanghebbende bent. U dient uw bezwaarschrift uiterlijk 6 weken na de datum van deze bekendmaking te sturen naar:

Burgemeester en wethouders gemeente Harderwijk

p/a secretariaat Bezwaarschriftencommissie Postbus 1 3890 AA ZEEWOLDE

Het maken van bezwaar heeft geen schorsende werking (zie artikel 6:16 Awb). De indiener van het bezwaar heeft echter wel de mogelijkheid om een voorlopige voorziening bij de rechtbank te vragen (bijvoorbeeld schorsing).