Gemeenteblad van Bernheze
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Bernheze | Gemeenteblad 2025, 145762 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Bernheze | Gemeenteblad 2025, 145762 | beleidsregel |
Beleidsregels toewijzingsysteem woonwagenstandplaatsen Noordoost Brabant
Vooraf, wie registreert en wijst toe?
Vanwege het ontbreken van een (actueel) regionaal woonruimteverdeelsysteem wordt het registreren van standplaatszoekenden en het toewijzen van standplaatsen vooralsnog verzorgd door de individuele gemeenten.
De corporaties in Noordoost ontwikkelen gezamenlijk een nieuw regionaal woonruimteverdeelsysteem. Wanneer dat gereed is zal de registratie en toewijzing van standplaatsen daarin opgenomen worden. Het verhuren van woonruimte is bij uitstek de expertise van corporaties en niet die van gemeenten. Gemeenten blijven wel altijd een rol spelen omdat zij het afstammingsbeginsel moeten toetsen en zij gebruik kunnen maken van de hardheidsclausule. Het registreren en toewijzen zien we als een gezamenlijke verantwoordelijkheid en wordt de komende jaren samen nader uitgewerkt.
Uitgangspunten voor het toewijzingssysteem:
Op basis van bovenstaande uitgangspunten is het toewijzingssysteem inclusief voorrangsregeling gebaseerd.
Per woonwagenlocatie wordt met voorrangsgroepen gewerkt:
1e groep: kinderen of kleinkinderen die sinds hun geboorte als kind altijd op deze locatie hebben gewoond. Zij wonen dus nog bij hun ouders of grootouders in.
2e: kinderen of ouders van bewoners van deze locatie die nu in een woning of op een andere woonwagenlocatie wonen.
3e: een woonwagenbewoner die al meer dan drie jaar inwoont bij iemand anders op deze locatie.
4e: een woonwagenbewoner die in deze gemeente woont waar de standplaats vrijkomt.
5e: overige familieleden van de bewoners op deze woonwagenlocatie.
6e: een woonwagenbewoner die in een van de andere gemeenten woont waar deze regels gelden binnen Noordoost Brabant.
7e; overige woonwagenbewoners die een standplaats zoeken.
8e: overige standplaatszoekenden die niet voldoen aan het afstammingsbeginsel
Standplaatszoekenden schrijven zich (voorlopig) bij hun gemeente in. Over een paar jaar is er één belangstellendenlijst voor de gehele regio. Deze is bij voorkeur ondergebracht bij het nog op te stellen regionale woonruimteverdeelsysteem (een digitaal platform.) Indien er dan inschrijfgeld wordt gevraagd zal dit ook voor de standplaatszoekenden gaan gelden.
Standplaatszoekende die wegens ongeoorloofd gedrag (denk aan bijvoorbeeld hennepteelt, huurachterstanden, agressie, e.d.) van een standplaats zijn verwijderd of als zodanig bekend staan bij politie of de afdeling Veiligheid, komt minimaal 3 jaar niet in aanmerking voor toekenning van een standplaats in de regio (te rekenen vanaf het moment dat het gedrag heeft plaatsgevonden). Een corporatie kan dit o.a. toetsen aan de hand van de verhuurdersverklaring (conform de dan geldende wet-en regelgeving).
Indien de huurder en zijn geregistreerde partner (huwelijk, samenlevingscontract via de notaris) of medehuurder beiden zijn overleden en er is nog sprake van inwonend kind(eren) boven de 18 jaar, dan kan het huurcontract worden overgeschreven op het oudste nog inwonende kind. Daarover worden dan maatwerkafspraken gemaakt, passend binnen de dan geldende wet-en regelgeving.
De gemeente houdt een wachtlijst bij en zal, met in achtneming van de regionale afspraken betreffende de voorrangsregels, de vrijkomende standplaatsen verdelen. Mogelijk dat later, als de inschrijving en toewijzing regionaal ondergebracht wordt kan dat ook wijzigen in een aanbodmodel waarbij vrijkomende standplaatsen geadverteerd worden en belangstellenden zichzelf gaan melden.
Voor een sociale standplaats komen alleen huishoudens in aanmerking die voldoen aan het passendheidsbeginsel conform de dan geldende wet-en regelgeving. Bij een eventuele aanbieding volgt nog een laatste check op het puntenaantal en zal worden gevraagd om een inkomensverklaring. Pas daarna wordt de standplaats definitief toegewezen.
Hoewel het niet direct tot problemen hoeft te leiden, is het raadzaam om een recht van opstal te vestigen indien het eigendom van de standplaats en het eigendom van de woonwagen in verschillende handen zijn. De juridische scheiding zorgt ervoor dat de constructie eigendomswoonwagen op een huurstandplaats niet tot ongewenste gevolgen leidt.
Samengevat hieronder de procedure voor nieuwe inschrijvingen totdat het nieuwe regionaal woonruimteverdeelsysteem er is. Voor gemeenten waar al een wachtlijst was hoeft geen nieuwe inschrijving plaats te hebben maar wordt de verdeling van vrijkomende standplaatsen wel conform de regionale voorrangsregels.
Bijlage: Flyer ‘Standplaatsen voor woonwagens, inschrijven en toewijzen: hoe werkt het?’
Inschrijven en toewijzen: hoe werkt het?
Er is een wachtlijst om een standplaats voor een woonwagen te krijgen. Zodra een standplaats vrij komt, kijkt de gemeente wie er aan de beurt is. Hiervoor hebben we regels gemaakt. Met deze regels bepalen we wie de volgende is die kans maakt op een vrijgekomen standplaats.
Het uitgangspunt van deze regels is dat woonwagenstandplaatsen in principe voor woonwagenbewoners zijn. We houden er bij deze voorrangsregels ook zoveel mogelijk rekening mee dat mensen in familieverband kunnen wonen. De onderlinge volgorde binnen de voorrangsgroepen wordt bepaald door hoe lang je ingeschreven staat en waar je nu woont.
Deze regels gelden in de volgende gemeenten: Boxtel, ’s-Hertogenbosch, Heusden, Land van Cuijk, Maashorst, Meierijstad, Oss, Bernheze, Sint Michielsgestel en Vught.
U moet zichbij degemeente inschrijven om in aanmerking te komen voor een standplaats.
|
Inschrijven doet u via www.url.nl. |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-145762.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.