Gemeenteblad van Eindhoven
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eindhoven | Gemeenteblad 2025, 14549 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eindhoven | Gemeenteblad 2025, 14549 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening op de voorbereidende bijeenkomst en de meningsvormende vergadering gemeente Eindhoven 2024
HOOFDSTUK 3. MENINGSVORMENDE VERGADERING
aan de meningsvormende vergadering wordt tevens advies gevraagd over in het eerste lid bedoelde zaken ten aanzien waarvan het nemen van een beslissing door de raad aan het college is overgedragen, indien en voor zover het horen van de meningsvormende vergadering in het betreffende raadsbesluit is geregeld;
Artikel 15. Spreekrecht burgers
Nadat de inspreker aan het woord is geweest, wordt de meningsvormende vergadering in de gelegenheid gesteld om technische vragen te stellen aan de inspreker. De inspreker krijgt de gelegenheid om de vragen te beantwoorden. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.
Artikel 18. Handhaving orde en schorsing
Indien, naar het oordeel van de voorzitter een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt diegene door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de desbetreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hen gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Artikel 29. Uitleg verordening bij voorbereidende bijeenkomst
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van de verordening, besluit de voorzitter.
Artikel 30. Uitleg verordening bij meningsvormende vergadering
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van de verordening, besluit de meningsvormende vergadering op voorstel van de voorzitter.
In 2018 is de Verordening op de meningsvormende vergadering gemeente Eindhoven 2018 vastgesteld. Hierin zijn de wijzigingen doorgevoerd in het vergadermodel van de raad dat is gebaseerd op een cyclus van voorbereiding, meningsvorming en besluitvorming. De Verordening op de meningsvormende vergadering is voorzien van een uitgebreide artikelsgewijze toelichting. Hierin is algemeen juridische achtergrondinformatie te vinden over de diverse bepalingen.
In de Verordening op de voorbereidende bijeenkomst en de meningsvormende vergadering gemeente Eindhoven 2022 zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd zodat de verordening weer correspondeert met de werkwijze. De voornaamste wijziging is het toevoegen van bepalingen over de voorbereidende bijeenkomst.
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Om te voorkomen dat de omschrijving van terugkerende begrippen in de verordening moeten worden herhaald, is in deze bepaling een aantal begrippen eenmalig gedefinieerd.
HOOFDSTUK 2. VOORBEREIDENDE BIJEENKOMST
Artikel 2. Doel voorbereidende bijeenkomst
De voorbereidende bijeenkomst is een het onderdeel van de raadcyclus waarin de raads- en commissieleden doen aan beeldvorming. Dit is daarmee een voorbereiding op de meningsvorming en latere besluitvorming in de raadsvergadering. Voorbereidende bijeenkomsten voldoen minstens aan één van twee kenmerken: politieke opvolging en contact met de stad.
Fracties kunnen zelf onderwerpen aandragen voor agendering tijdens een voorbereidende bijeenkomst. De agendacommissie ziet toe op de agendering van deze verzoeken en kan derhalve, in overleg met de verzoekende fractie en griffie, nadere voorwaarden stellen aan agendering. Deze voorwaarden kunnen bijvoorbeeld de vorm en het beoogde doel van de bijeenkomst behelzen, maar ook het verkrijgen van meer steun onder andere fracties. De agendacommissie is gebonden aan het gelijk toepassen van dergelijke generieke voorwaarden bij alle verzoeken en kan hierover bijvoorbeeld in overleg treden met de fractievoorzitters.
Artikel 3. Samenstelling voorbereidende bijeenkomst
Raads- en commissieleden nemen gelijkwaardig deel aan de voorbereidende bijeenkomsten. Daarnaast kunnen externe partijen worden uitgenodigd om een bijdrage te leveren.
Voor intern gebruik door raads- en commissieleden wordt door de aanwezige medewerker van de griffie wel een bondig verslag gemaakt van hetgeen dat is besproken.
Artikel 5. Toehoorders en pers
Aangezien de voorbereidende bijeenkomsten openbaar zijn en contact met de stad een van de hoofdoelen van deze bijeenkomsten is kan het wenselijk zijn dat toehoorders worden uitgenodigd een bijdrage te leveren. De voorzitter is verantwoordelijk voor het toelaten en ordelijk laten verloop van dergelijke bijdragen.
In lijn met het openbare karakter van de bijeenkomsten zijn vertegenwoordigers van de pers vanzelfsprekend ook.
Artikel 6. Geluids-en beeldregistraties
De voorbereidende bijeenkomsten zijn in beginsel openbaar en kunnen plaatsvinden in het stadhuis of op een externe locatie in de stad. Mede vanwege de flexibiliteit is het uitgangspunt dat van de voorbereidende bijeenkomsten geen geluids- en beeldopnames worden gemaakt en/of uitgezonden.
HOOFDSTUK 3. MENINGSVORMENDE VERGADERINGEN
Artikel 7. Meningsvormende vergadering als raadscommissie
De raad in Eindhoven werkt niet met vaste raadscommissies. De raad in Eindhoven werkt middels de cyclus van voorbereiding, meningsvorming en besluitvorming, De meningsvormende vergadering vormt in deze cyclus een raadscommissie conform artikel 82 van de wet. Deze bepaling is noodzakelijk zodat alle gebruikelijke bevoegdheden en beschermingen voor deelnemers, waaronder geheimhouding en onschendbaarheid, van toepassing zijn op de meningsvormende vergadering. Daarnaast staat dit de benoeming van commissieleden toe.
De taken van de raadscommissies, en daarmee de meningsvormende vergadering, zijn vastgelegd in artikel 82, eerste lid, van de wet. De meningsvormende vergadering bereidt de besluitvorming van de raad voor en overlegt met het college of de burgemeester. De taak om de besluitvorming van de raad voor te bereiden komt tot uitdrukking in de taak advies uit te brengen over een voorstel of onderwerp. De meningsvormende vergadering kan ook ongevraagd advies aan de raad uitbrengen, ook dit advies kan aanleiding zijn voor besluitvorming in de raad. De taken van de meningsvormende vergadering zijn in essentie dezelfde als die van de raad: die van kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend orgaan.
Artikel 9. Samenstelling; benoeming voorzitter meningsvormende vergadering
De raad bepaalt de samenstelling van de meningsvormende vergadering. Wel schrijft artikel 82, derde lid, van de wet voor dat de raad moet zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen. Om dit te bereiken schrijft artikel 4, vierde lid, voor dat een meningsvormende vergadering bestaat uit maximaal 3 leden per fractie.
De leden worden door de raad benoemd, op voordracht van de fractie. Dit houdt in dat het in eerste instantie aan de fracties zelf is om te bepalen welke leden de betreffende fractie vertegenwoordigen in de meningsvormende vergadering. Het is mogelijk dat de raad (moet) besluiten een voorgedragen lid niet te benoemen tot lid van de meningsvormende vergadering. Dit kan het geval zijn wanneer een niet-raadslid niet voldoet aan de vereisten van de wet of de verordening.
Elke fractie kan op basis van artikel 4, tweede lid, maximaal drie commissieleden voordragen. Deze commissieleden moeten op de kandidatenlijst van de partij waaruit de betreffende fractie is voortgekomen hebben gestaan. Dit in verband met de ‘kenbaarheid’ (kiezerslegitimiteit) van de kandidaten bij de burgers.
Daarnaast moeten zij op grond van het derde lid, evenals raadsleden, voldoen aan hetgeen is bepaald in de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de wet. Dit betekent onder andere dat zij achttien jaar moeten zijn, over een geldige verblijfstitel moeten beschikken, hun nevenfuncties openbaar moeten maken, geen functie als bedoeld in artikel 13 mogen vervullen en niet in strijd mogen handelen met artikel 15. Om te beoordelen of de niet-raadsleden voldoen aan de eisen van de wet, wordt een onderzoek uitgevoerd door de commissie voor geloofsbrievenonderzoek.
Volgens het vierde lid bestaat een meningsvormende vergadering uit maximaal drie leden per fractie. Alle drie de leden hebben stemrecht. Afgesproken is dat er maximaal twee leden per fractie aan de vergadertafel plaatsnemen. Het derde lid neemt plaats op de “achterbank”.
Artikel 10. Zittingsduur en vacatures
De zittingsperiode van de leden, de voorzitters en hun plaatsvervangers is gelijk aan de zittingsperiode van de raadsleden, in principe dus vier jaar. De benoeming eindigt derhalve van rechtswege, de raad hoeft hen niet te ontslaan.
Op grond van het tweede lid eindigt het lidmaatschap van een meningsvormende vergadering eveneens van rechtswege indien een lid niet meer voldoet aan de in artikel 4 van de verordening gestelde eisen en indien een lid is benoemd op voordracht van een fractie die blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet meer vertegenwoordigd is in de raad (zesde lid).
De meningsvormende vergadering wordt ondersteund door een secretaris. De griffier of een door hen aangewezen medewerker van de griffie is secretaris van de meningsvormende vergadering.
De secretaris is altijd bij de vergaderingen van de meningsvormende vergadering aanwezig. In principe neemt diegene geen deel aan de beraadslagingen, maar ten behoeve van de voortgang van de vergadering kan de secretaris daartoe wel instemming van de voorzitter krijgen.
PARAGRAAF 2. OPROEP EN KENNISGEVING
Het vierde lid stelt verplicht dat de voorzitter twee weekenden vóór een vergadering de leden van de meningsvormende vergadering een elektronische oproep, waarin de vergadering wordt aangekondigd, en de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken stuurt.
In het vierde lid gaat het om een voorlopige agenda. In de dagelijkse praktijk is het niet altijd mogelijk om ruim voor de meningsvormende vergadering een agenda op te stellen, die ook zicht heeft op de actualiteiten. In een dergelijke situatie kan de voorzitter na het verzenden van de elektronische oproep zo nodig een aanvullende agenda en stukken rondsturen (vierde lid).
Als omtrent stukken op grond van artikel 86, eerste of tweede lid, van de wet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage. Van geheimhouding wordt melding gemaakt op de stukken.
Uiteindelijk bepaalt de meningsvormende vergadering agenda haar eigen agenda. De agenderende rol van de meningsvormende vergadering komt tot uitdrukking in het zevende lid.
Artikel 13. Openbare kennisgeving
Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de wet moet de voorzitter van de meningsvormende vergadering tegelijkertijd met de elektronische oproep de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering ter openbare kennis brengen. De publicatie vindt minimaal plaats door kennisgeving op internet. Het is aanvullend mogelijk om in één of meerdere dag- of huis-en-huisbladen te publiceren.
Artikel 14. Opening vergadering
De wet kent geen bepalingen voor een quorum voor de vergadering van een raadscommissie. Dit artikel bepaalt dat de vergadering op het vooraf aangegeven tijdstip aanvangt, tenzij de aanwezige leden en voorzitter anders beslissen.
Artikel 15. Spreekrecht burgers
Het spreekrecht van burgers kan bijdragen aan het vergroten van de betrokkenheid van de burgers bij het lokaal bestuur.
Het spreekrecht is beperkt tot die onderwerpen die op de agenda van de meningsvormende vergadering staan.
De burgers die wensen in te spreken moeten zich driemaal vierentwintig uur voor aanvang bij de griffie melden.
In het vijfde lid is bepaald dat de burger maximaal vijf minuten het woord voert ongeacht het aantal personen en/of instellingen dat een inspreker vertegenwoordigt. Ook wordt één maal spreektijd toegekend aan een instelling, vereniging en/of stichting ongeacht het aantal personen dat deze inspreektijd gebruikt. Dit is om discussies te voorkomen die zich in het verleden wel eens hebben voorgedaan. Een voorbeeld is dat een inspreker namens een straat inspreekt en dan ook voor alle huisnummers spreektijd wenst. Of een vereniging die twee maal spreektijd vraagt, één maal voor de voorzitter, één maal voor de secretaris. Wel wordt bepaald dat de commissie eventueel kan besluiten een inspreker meer dan 5 minuten toe te kennen.
Na het inspreken stelt de voorzitter de raadscommissie in de gelegenheid informatieve vragen te stellen.
Dit artikel regelt de verslag leggende taak van de secretaris, wat en de wijze waarop wordt vastgelegd.
Artikel 17. Aantal spreektermijnen
Raadsvoorstellen worden in ten hoogste twee termijnen behandeld. Commissienotities, raadsinformatiebrieven en andere raadsstukken in principe in één termijn.
Artikel 18. Handhaving orde en schorsing
Het eerste lid verzekert dat leden van een meningsvormende vergadering vrijelijk kunnen spreken. Wel zijn interrupties uiteraard toegestaan voor zover de voorzitter bij een overvloed aan interrupties of in het belang van de voortgang van de beraadslagingen niet bepaalt dat een spreker diens betoog zonder verdere interrupties afrondt. Om te bevorderen dat leden van de meningsvormende vergadering zich niet belemmerd voelen om hun mening te uiten bepaalt artikel 82, vijfde lid, van de wet bovendien dat artikel 22 van overeenkomstige toepassing is op leden van raadscommissies. Hierdoor zijn leden van de meningsvormende vergadering niet in rechte te vervolgen, aan te spreken of verplicht getuigenis af te leggen over hetgeen zij in de vergadering zeggen of schriftelijk overleggen. Dit geldt voor zowel raadsleden als niet-raadsleden.
Voor haar eerste termijn krijgt elke fractie per onderwerp maximaal vijf minuten de gelegenheid het woord te voeren. De voorzitter kan minder spreektijd toekennen als door de agendacommissie de inschatting is gemaakt dat het onderwerp een beperkte discussie zal opleveren. Hierna krijgt het college de gelegenheid te reageren op vragen en/of opmerkingen van fracties. Hiervoor krijgt het college een vierde van de spreektijd die de meningsvormende vergadering heeft verbruikt. De voorzitter bewaakt dat de maximale spreektijden niet overschreden worden.
Artikel 20. Voorstellen van orde
Ieder lid heeft te allen tijde het recht een voorstel van orde te doen. De beslissing of er inderdaad sprake is van een voorstel van orde is aan de meningsvormende vergadering. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door de meningsvormende vergadering. De voorzitter inventariseert de meningen van de verschillende fracties en kan in deze inventarisatie de grootte van iedere fractie meewegen. Als de voorzitter concludeert dat het ordevoorstel in meerderheid wordt gesteund is de agenda conform het ordevoorstel gewijzigd.
Ten behoeve van de vergaderorde en duidelijkheid richting toehoorders is er per onderwerp één woordvoerder per fractie.
Om de duur van vergaderingen niet onnodig te verlengen wordt over een voorstel dat in onderdelen of artikelen is verdeeld, in principe in zijn geheel beraadslaagd. In het tweede lid is een uitzonderingsmogelijkheid opgenomen. Zowel de voorzitter als de leden hebben het recht om voor te stellen een voorstel gesplitst te behandelen. Het tweede lid brengt daarmee tot uitdrukking dat een meningsvormende vergadering haar eigen werkwijze bepaalt. Het recht wordt aan ieder lid toegekend.
Artikel 22. Deelname aan beraadslaging door anderen
Deze bepaling is noodzakelijk in verband met het in artikel 22 wet geregelde verschoningsrecht, dat in artikel 82, vijfde lid, van de wet van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op leden van de meningsvormende vergadering en andere personen die aan de beraadslagingen deelnemen. Het gaat in deze bepaling om anderen dan de leden, de voorzitter, het college en de secretaris. De secretaris heeft op grond van artikel 6 van deze verordening reeds het recht om aan de beraadslagingen deel te nemen. Het college heeft dit recht op grond van artikel 21 jo. artikel 82 van de wet.
Andere sprekers hebben niet dezelfde rechten als de leden. Een andere spreker heeft onder meer geen recht om een voorstel te doen tot wijziging van het verslag of over de orde van de vergadering.
De voorzitter kan de beraadslaging sluiten, als diegene vaststelt dat een onderwerp voldoende is toegelicht, tenzij de meningsvormende vergadering anders beslist. De meningsvormende vergadering neemt geen besluiten, maar bereidt de besluitvorming in de raad voor en overlegt met het college en de burgemeester. De voorzitter verzoekt elke fractie om een stemadvies en eventuele moties en amendementen aan te kondigen.
Afhankelijk van het stemadvies, het aantal en de inhoud van de aangekondigde moties en amendementen zal de voorzitter de meningsvormende vergadering voorstellen de agendacommissie te adviseren een raadsvoorstel te agenderen voor de eerstvolgende raadsvergadering als hamerstuk, indien geen moties of amendementen zijn aangekondigd of, wanneer dit wel het geval is, als bespreekstuk.
Ten behoeve van het debat in de raad en om recht te doen aan de mening van alle fracties, inclusief minderheidsstandpunten, wordt het stemadvies en eventuele moties en amendementen van alle fracties opgenomen in een schriftelijk commissieadvies.
Artikel 24. Besloten vergadering
Omdat de meningsvormende vergadering wordt beschouwd als een raadscommissie kan zij op grond van artikel 86 van de wet besluiten achter gesloten deuren te vergaderen.
Bij bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn kan onder meer gedacht worden aan de bepalingen omtrent het tijdig verzenden van stukken en voorstellen van orde. De bepalingen van deze verordening zijn echter niet van toepassing, voor zover de toepassing van die bepalingen strijdig is met het besloten karakter van de vergadering. Zo zullen er bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties voor openbaar gebruik gemaakt kunnen worden. Ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op een besloten vergadering en het behandelde zal een meningsvormende vergadering moeten besluiten of geheimhouding als bedoeld in artikel 86 van de wet wordt opgelegd dan wel opgeheven.
PARAGRAAF 4. TOEHOORDERS EN PERS
Artikel 25. Toehoorders en pers
Voor de pers is ruimte gereserveerd op de publieke tribune. Het publiek dient plaats te nemen op de aangewezen publieke tribune.
Artikel 26. Geluid- en beeldregistraties
Aangezien de vergaderingen van de meningsvormende vergadering in principe openbaar zijn, kunnen radio- en tv-stations geluid- en beeldregistraties maken. Dit is uiteraard niet het geval als het een besloten vergadering betreft.
PARAGRAAF 5. RECHTEN VAN LEDEN
Elk lid heeft het recht om een rondvraag te stellen over een onderwerp dat tot het taakveld van de meningsvormende vergadering behoort. Voor zover deze gericht is aan het college, dient de vraag tijdig (voor 12:00 uur op de dag van de meningsvormende vergadering) en schriftelijk aangekondigd te worden bij de griffie, zodat het college een antwoord kan voorbereiden.
Artikel 28. Hoorzittingen en werkgroepen
De meningsvormende vergadering kan het fractievoorzittersoverleg verzoeken om een werkgroep in te stellen of hoorzittingen te mogen houden om informatie te verzamelen over onderwerpen die binnen het taakveld van de meningsvormende vergadering liggen.
Omdat deze activiteiten een groot beslag leggen op de agenda en tijd van raadsleden en het fractievoorzittersoverleg de totaliteit aan raadsactiviteiten kan overzien en derhalve een betere afweging kan maken, is ervoor gekozen dat het fractievoorzittersoverleg besluit over het daadwerkelijk instellen van een werkgroep of organiseren van een hoorzitting.
Artikel 29. Uitleg verordening bij voorbereidende bijeenkomst, artikel 30. Uitleg verordening bij meningsvormende vergadering en artikel 31. Intrekken oude verordening, inwerkingtreding en citeertitel
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-14549.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.