Verkeersbesluit instellen tijdelijke fietsenstalling tussen de Passage en Burgemeester Engelbertsstraat in Zandvoort

Nr. 2025/0296567

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

Overwegende:

dat de Passage en Burgemeester Engelbertsstraat gelegen zijn binnen de bebouwde kom van Zandvoort;

dat de Passage en Burgemeester Engelbertsstraat in beheer zijn bij de gemeente Zandvoort;

dat de Passage en Burgemeester Engelbertsstraat wegen zijn als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort is gemandateerd aan het afdelingshoofd Beheer en Beleid Openbare Ruimte, waarbij ondermandaat is verleend aan de Teammanager beleid openbare ruimte;

dat de gemeentelijke wegencategorisering van Zandvoort is opgenomen in de Structuurvisie Openbare Ruimte (hierna: SOR);

dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijke beleid Duurzaam Veilig;

dat de Burgemeester Engelbertsstraat gecategoriseerd is als gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom waarop een maximumsnelheid van 50 km/u geldt;

dat de verkeersfunctie op een gebiedsontsluitingsweg prevaleert boven de verblijfsfunctie;

dat de Passage gecategoriseerd is als erftoegangsweg binnen de bebouwde kom waarop een maximumsnelheid van 30 km/u geldt;

dat de verblijfsfunctie op een erftoegangsweg boven geschikt is aan de verkeersfunctie;

dat de Passage behoort tot een voetgangersgebied waar fietsers niet worden toegestaan;

dat de Burgemeester Engelbertsstraat een belangrijke toegangsroute is voor (strand-)recreatie en het toerisme in de badplaats Zandvoort;

dat de verkeerssituatie rondom de Burgemeester Engelbertsstraat rommelig verloopt door de verschillende inrichting van de rijstroken voor autoverkeer en de inrichting van de fietspaden en trottoirs;

dat de Burgemeester Engelbertsstraat op termijn daarom zal worden heringericht naar een gebiedsontsluitingsweg waar de maximumsnelheid teruggebracht zal worden naar 30 km/u (GOW30);

dat aan de Burgemeester Engelbertsstraat en op de Passage strandrecreanten en toeristen hun gebruikte fietsen en bromfietsen op willekeurige plekken parkeren;

dat door het willekeurig parkeren van fietsen en bromfietsen er hinder, aantasting van de leefbaarheid en bereikbaarheidsproblemen voor onder andere hulpdiensten ontstaat;

dat de bereikbaarheidsproblemen zich met name voordoen bij de strandafgangen en in de omgeving van de woningen;

dat tevens de gemeente Zandvoort het gebruik van fietsen als vervoermiddel naar het strand wil promoten en om dit te bereiken er voorzieningen waaronder de fietsenstallingen beschikbaar moeten zijn;

dat buiten de voetgangersstromen om het tevens wenselijk is dat voetgangers niet gehinderd worden door verkeerd geparkeerde fietsen;

dat hetzelfde probleem zich voordeed op de Boulevard de Favauge en Boulevard Paulus Sloot, waarbij er besloten is, samen met omwonenden en winkeliers, om beide Boulevards toe te kennen als zonaal voetgangersgebied en vanwege de vermindering van parkeerruimte een alternatieve stalling voor fietsen en bromfietsen wordt geboden;

dat voor bovenstaande een verkeersbesluit is gepubliceerd op 16 augustus 2021 met kenmerknummer 2021/394099;

dat de Passage net als de Boulevard de Favauge en Boulevard Paulus Sloot vooral de functie heeft van een looproute van en richting het strand;

dat de Passage tevens de uitstraling heeft van een voetgangersgebied;

dat het gelet op bovengenoemde wenselijk is dat voetgangers niet worden belemmerd op deze belangrijke looproute;

dat tussen de Passage en de Burgemeester Engelbertsstraat ter hoogte van de kruising met de Zeestraat een breed trottoir aanwezig is;

dat de Passage ter hoogte van het trottoir fysiek is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer door middel van palen;

dat het wenselijk is om de verblijfskwaliteit voor voetgangers te bevorderen door het tegengaan van bovengenoemde bereikbaarheids- en leefbaarheidsproblemen op de Passage;

dat het bovendien gewenst is om het stallen van fietsen en bromfietsen op de daarvoor geschikte en aangewezen plaatsen te ordenen, zodat er beter op verkeerd geparkeerde fietsen gehandhaafd kan worden;

dat de voorgestelde maatregelen zijn gecommuniceerd met de bewoners en de politie;

dat bovenstaande gerealiseerd kan worden door parkeergelegenheden voor fietsen, bromfietsen en motorfietsen in te richten op de Passage aan weerszijden van de fysieke afsluiting tussen de Jacob van Heemskerckstraat en de zuidelijke ingang van de Passage;

dat tussen de kruising Burgemeester Engelbertsstraat-Zeestraat en om de hoek bij de Jacob van Heemskerckstraat, door middel van het plaatsen van het bord E8 van bijlage 1 van het RVV 1990, met daarop het symbool van een bromfiets en fiets, een parkeergelegenheid voor fietsers en bromfietsers wordt ingesteld aan de westzijde van de kruising Burgemeester Engelbertsstraat-Zeestraat;

dat er één centrale ingang van de fietsenstalling gelegen komt op de Passage ter hoogte van de kruising Burgemeester Engelbertsstraat-Zeestraat;

dat hierdoor de toevoer en afvoer van fietsers en bromfietsers plaatsvindt op een centrale locatie, zodat het brede voetpad toegankelijk blijft voor de voetgangers;

dat door het scheiden van de fietsersstroom en voetgangers het voor alle verkeersgebruikers duidelijk is waar de gebruiker wel en niet toegestaan is;

dat de andere (nood-)toegang optisch wordt afgebakend door middel van beplanting;

dat er een logische route voor de toevoer en afvoer van en naar de fietsenstalling wordt ingericht door middel van een herkenbare fietsenstalling dat zichtbaar aansluit langs en aan het einde van belangrijke fietsroutes;

dat een gedeelte op de fietsparkeerplaats bestemd wordt voor het parkeren van bakfietsen of maat afwijkende fietsen middels het plaatsen van bord E8 van bijlage 1 van het RVV 1990, met daarop het symbool van een bakfiets, en het voorzien van deze parkeervakken met het bakfietssymbool;

dat deze parkeergelegenheden worden gemarkeerd met parkeervakken en worden voorzien van het bakfietssymbool;

dat een gedeelte op de fietsparkeerplaats bestemd wordt voor het parkeren van bromfietsen middels het plaatsen van bord E8 van bijlage 1 van het RVV 1990, met daarop het symbool van een bromfiets en het voorzien van deze parkeervakken met het bromfietssymbool;

dat deze parkeergelegenheden worden gemarkeerd met parkeervakken en worden voorzien van het bromfietssymbool;

dat de tijdelijke fietsenstalling gemonitord zal worden door middel van een camera;

dat de tijdelijke fietsstalling per 1 mei 2025 in werking treedt tot 1 mei 2028 of zoveel korter als mogelijk is of langer indien noodzakelijk is;

dat dit gebruik is geregeld in artikel 24, lid 1 sub d ten 1e van het RVV 1990, namelijk ‘de bestuurder mag zijn voertuig niet parkeren op een parkeergelegenheid voor zover zijn voertuig niet behoort tot de op het bord of op het onderbord aangegeven voertuigcategorie of groep voertuigen’ en in artikel 24, lid 4 van het RVV 1990, namelijk ‘Indien een parkeergelegenheid, aangeduid met een van de verkeersborden E4 tot en met E10, E12 of E13 van bijlage 1, is voorzien van parkeervakken, mag slechts in die vakken worden geparkeerd’;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen van bord E8 (met daarop de betreffende fiets-, bromfiets- of bakfietssymbool) en onderbord met daarop de “pijl die de richting van de ingang aangeeft” van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen strekken tot het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt met uitvoeren van de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen;

dat gelet op alle voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer ondergeschikt is aan het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregelen.

Het besluit

Het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort besluit:

- door middel van het plaatsen van bord E8 van bijlage 1 van het RVV 1990 met daarop een fiets- en bromfietssymbool en een onderbord met daarop de “pijl die de richting van de ingang aangeeft” een gelegenheid voor het stallen van fietsen en bromfietsen te reserveren op:

• 1. op de Passage vanaf de kruising Burgemeester Engelbertsstraat-Zeestraat;

  • 2. op de hoek van de Passage bij de kruising met de Jacob van Heemskerckstraat.

- door middel van het plaatsen van bord E8 van bijlage 1 van het RVV 1990 met daarop een bromfietssymbool en een onderbord met daarop de “pijl die de richting van de ingang aangeeft” een gelegenheid voor het stallen van bromfietsen te reserveren op de fietsenstalling nabij de zuidelijke in- en uitgang op de Passage ter hoogte van de kruising Burgemeester Engelbertsstraat-Zeestraat;

- door middel van het plaatsen van bord E8 van bijlage 1 van het RVV 1990 met daarop een bakfietssymbool en een onderbord met daarop de “pijl die de richting van de ingang aangeeft” een gelegenheid voor het stallen van bakfietsen te reserveren op de fietsenstalling nabij de noordelijke in- en uitgang op de Passage ter hoogte van de kruising Burgemeester Engelbertsstraat-Zeestraat;

- een en ander overeenkomstig onderstaande situatieschets.

Situatieschets:

Aldus vastgesteld op 28 maart 2025 te Zandvoort

Namens het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort,

Melvin Werkhoven

Teammanager bereikbaarheid

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in het Gemeenteblad. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in het Gemeenteblad bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Zandvoort, Postbus 2, 2040 AA te Zandvoort. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Zandvoort. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.