Gemeenteblad van Harderwijk
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Harderwijk | Gemeenteblad 2025, 143174 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Harderwijk | Gemeenteblad 2025, 143174 | beleidsregel |
Privacyreglement Lokale Persoonsgerichte aanpak voor jeugd en volwassenen
Model Privacyreglement Lokale Persoonsgerichte aanpak voor jeugd en volwassenen
Politie Nederland, eenheid Oost-Nederland
Tactus Verslavingszorg Harderwijk
GGz-Centraal Veluwe en Veluwe Vallei en GGz-Centraal Fornhese noord Veluwe
Verder Schulddienstverlening (onderdeel van Verder B.V.)
Stichting Ontmoeting Harderwijk
Toegetreden per maart 2025 (toetreding georganiseerd conform Art. 19):
Stichting Jeugd Noord Veluwe (verenigd van Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG))
Veilig Thuis Noord Oost Gelderland
Andere (incidentele) partners kunnen aansluiten als agenda deelnemer onder de voorwaarde dat de bovenstaande partners zich kunnen vinden in de informatie-uitwisseling met deze partners conform artikel 18 van dit reglement, denk aan overige gecertificeerde instellingen voor jeugdhulp, reclassering, Veilig Thuis, zorg en maatschappelijke ondersteuning.
Aanleiding en doel van het reglement
De partners hebben allen regelmatig te maken met gedrag van inwoners dat herhaaldelijk de openbare orde verstoort of dat herhaaldelijk de veiligheid van hen zelf of die van anderen bedreigt. In de meeste gevallen volstaat een reguliere aanpak van dit gedrag door een of meer partners, al dan niet in samenwerking. In sommige gevallen kunnen de partners hierop met hun eigen interventies onvoldoende effectief reageren omdat dit gedrag of de achterliggende problematiek (te) veeleisend is. Er blijkt in die gevallen een geïntegreerde aanpak nodig vanuit meer ketens met procesregie en coördinatie.
Primair heeft de gemeente het initiatief voor een dergelijke integrale en geregisseerde persoonsgerichte aanpak opgedragen aan het samenwerkingsverband van het Zorg- en veiligheidshuis in de regio, in het bijzonder voor de complexe en ketenoverstijgende top-X-casuïstiek.
In bepaalde gevallen is het echter voor het Zorg- en veiligheidshuis (nog) niet, of niet meer mogelijk om een persoonsgerichte aanpak voor de betrokken inwoner vast te stellen, terwijl de partners een dergelijke aanpak wel noodzakelijk achten gelet op het feit dat, ook volgens politieregistraties, dit gedrag de openbare orde herhaaldelijk verstoort of de veiligheid van de inwoner zelf of die van anderen herhaaldelijk bedreigt. In dergelijke gevallen is een lokale persoonsgerichte aanpak nodig. Zo nodig kan deze lokale persoonsgerichte aanpak worden opgeschaald naar het Zorg- en veiligheidshuis, als deze lokale persoonsgerichte aanpak zelfstandig niet voldoende resultaat heeft.
In die gevallen waarin het Zorg- en veiligheidshuis een persoonsgerichte aanpak vaststelt (dit betreft de PGA van het Zorg en Veiligheidshuis), zijn overigens lokale partners altijd betrokken bij de uitvoering daarvan.
Zoals opgenomen in o.a. lntegraal Veiligheidsplan Harderwijk, Ermelo en Putten 2020-2024 willen partners een zodanige infrastructuur van samenwerkende professionals in stand houden dat de veiligheid van en rond personen en gezinnen in alle gevallen van een aanvaardbaar niveau is of zo snel mogelijk weer wordt. Met de lokale persoonsgerichte aanpak richten we een onderdeel van de infrastructuur in.
De samenwerking van de partners bestaat o.a. uit het analyseren van het gedrag en de problematiek van de inwoner en het op basis van deze analyse vaststellen en uitvoeren van een lokale persoonsgerichte aanpak. Deze aanpak heeft tot doel het gedrag van de inwoner zodanig te beïnvloeden dat de inwoner met diens gedrag niet langer herhaaldelijk de openbare orde verstoort en/of diens eigen veiligheid of die van anderen bedreigt en waarbij de inwoner zo nodig ook wordt ondersteund bij de aanpak van diens problemen op verschillende leefgebieden zodat weer perspectief ontstaat op volwaardige deelname aan de samenleving.
De interventies van de lokale aanpak kunnen o.a. bestaan uit bestuursrechtelijke, civielrechtelijke en strafrechtelijke interventies en een aanbod van jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning en/of zorg. De partners zijn zich hierbij bewust van de wet- en regelgeving die op hen van toepassing is waar het gaat om het verwerken van persoonsgegevens en weten zich hieraan gebonden.
De gemeente Harderwijk heeft de functies procesregisseur Zorg en Veiligheid en procesregisseur Jeugd en Veiligheid in het leven geroepen met als taken het coördineren en samen met de partners uitvoeren van de lokale persoonsgerichte aanpak.1
Doelgroep voor deze lokale persoonsgerichte aanpak wordt gevormd door inwoners van wie:
een geregisseerde integrale aanpak nodig is omdat het gedrag van de inwoner, ook blijkens minimaal twee politieregistraties in de afgelopen 12 maanden2, de openbare orde verstoort en/of een bedreiging is of kan zijn voor de veiligheid van de inwoner zelf of die van anderen, én;
Voor de samenwerking van de partners in het kader van een lokale persoonsgerichte aanpak is het noodzakelijk dat persoonsgegevens, waaronder categorieën bijzondere persoonsgegevens en strafrechtelijke persoonsgegevens, worden verwerkt. Omdat deze verwerking rechtmatig en zorgvuldig dient te geschieden, stellen de partners dit privacyreglement vast.
Die op de verwerking van persoonsgegevens door de verschillende partners van toepassing zijn in verband met de Lokale Persoonsgerichte Aanpak voor jeugd en volwassenen
De partners zijn zich bewust van de wet- en regelgeving die op hen van toepassing is waar het gaat om het verwerken van persoonsgegevens en weten zich hieraan gebonden.
NB: Er is bewust voor gekozen om in onderstaand overzicht ook wet- en regelgeving op te nemen die van toepassing is op partners die incidenteel als agendadeelnemer deel kunnen nemen.
Artikel 2 Doel en doelgroep van de gegevensverwerking
In het kader van de persoonsgerichte aanpak van inwoners die door hun gedrag herhaaldelijk de openbare orde verstoren en/of herhaaldelijk zichzelf of anderen bedreigen, worden ter bescherming van de openbare orde in de gemeente Harderwijk en ter bescherming van de veiligheid van betrokkenen of anderen persoonsgegevens verwerkt voor de volgende doeleinden:
De partners richten zich daarbij op inwoners van wie:
een geregisseerde integrale aanpak nodig is omdat, blijkens minimaal twee politieregistraties in de afgelopen twaalf maanden3, het gedrag van de inwoner de openbare orde verstoort en/of een bedreiging is of kan zijn voor de veiligheid van de inwoner zelf of voor die van anderen;
Het doel zoals omschreven in lid 1, gericht op de doelgroep zoals omschreven in lid 2, wordt door de deelnemende partners gerealiseerd door gezamenlijk het gedrag van de inwoner te analyseren en op basis van deze analyse een persoonsgerichte aanpak vast te stellen en uit te voeren, waarbij zo mogelijk en zo nodig de inwoner ook wordt ondersteund bij de aanpak van diens problemen op verschillende leefgebieden, zodat weer perspectief ontstaat op volwaardige deelname aan de samenleving.
Uitgangspunt voor de verwerking van persoonsgegevens zijn de beginselen van de AVG, zoals behoorlijk, transparant en zo minimaal mogelijk slechts die gegevens verwerken die relevant zijn voor het doel waarvoor ze gekregen zijn, zorgen dat de persoonsgegevens juist en actueel zijn en deze niet langer bewaren dan nodig, waarbij de bewaartermijnen genoemd in dit reglement bepalend zijn.
Artikel 4 Verantwoordelijkheid van de burgemeester
De burgemeester van de woonplaats van de inwoner, of indien de persoonsgerichte aanpak op grond van artikel 16 in een andere gemeente dan de woonplaats van de inwoner wordt vastgesteld de burgemeester van de laatstbedoelde gemeente, ziet erop toe dat alle verwerkingen van persoonsgegevens in het kader van een gezamenlijke persoonsgerichte aanpak voldoen aan de bepalingen van de AVG, onder meer dat:
De verantwoordelijkheden van de burgemeester zoals beschreven in dit artikel laten onverlet de eigen verantwoordelijkheid die iedere partner draagt voor een zorgvuldige en rechtmatige verwerking van persoonsgegevens op grond van dit reglement. Partners treffen ten aanzien van de beveiliging van persoonsgegevens passende technische en organisatorische maatregelen.
Artikel 5 Verantwoordelijkheid van de partners
Indien een partner of agendadeelnemer gegevens, zoals bedoeld in het tweede lid, wenst te verwerken voor verder gebruik ten behoeve van de uitvoering van de eigen taken en werkzaamheden, is dit uitsluitend mogelijk met instemming van de leverancier die de gegevens ten behoeve van de aanpak eerder heeft verstrekt en indien de beoogde verwerking door de partner of agendadeelnemer op grond van de regelgeving is toegestaan. Conform artikel 5.2.6 van de Wmo 2015 en artikel 7.3.11 lid 4 van de Jeugdwet hebben gecertificeerde instellingen of Veilig Thuis geen instemming van de leverancier nodig indien zij gegevens hebben ontvangen die zij voor hun wettelijke taak zullen moeten aanwenden. Voor zover sprake is van justitiële, strafvorderlijke en tenuitvoerleggingsgegevens kan doorverstrekking dan wel mededeling van die gegevens voor buiten het samenwerkingsverband gelegen doelstellingen van dit reglement enkel geschieden in overleg met en na toestemming van de hoofdofficier van justitie;
Partners melden een datalek conform het bepaalde in artikel 33 bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Partners melden een datalek in hun organisatie ten aanzien van een gezamenlijke persoonsgerichte aanpak binnen 24 uur ook aan de verwerkingsverantwoordelijke van de betrokken partners van wie zij persoonsgegevens hebben verwerkt, in het bijzonder indien de partner besluit tot het doen van een melding bij de Autoriteit Persoonsgegevens, waarna zij het nemen van maatregelen afstemmen.
Artikel 6 Grondslag (voorwaarde) voor de verwerking van persoonsgegevens
NB: Er is bewust voor gekozen om in onderstaand overzicht ook grondslagen op te nemen die gelden voor partners die incidenteel als agendadeelnemer deel kunnen nemen.
De grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens door de partners op grond van dit reglement, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 a tot en met f van de AVG of expliciet anders vermeld, is:
voor het gemeentelijk bestuursorgaan de burgemeester gelegen in de uitoefening van het openbaar gezag van de burgemeester op het terrein van de handhaving van de openbare orde zoals beschreven in artikel 172 e.v. Gemeentewet juncto artikel 38b en 39 Politiewet 2012, en in de bevoegdheden die door de gemeenteraad aan de burgemeester zijn toegekend op grond van artikel 151d en artikel 154a Gemeentewet;
voor het gemeentelijk bestuursorgaan het college van burgemeester en wethouders gelegen in de vervulling van de taken van openbaar gezag in het bijzonder taken in het sociaal domein alsmede werk en inkomen zoals omschreven in de Jeugdwet artikelen 2.3 en 2.4, de Wmo 2015 artikelen 2.3.1 t/m 2.3.5, de Participatiewet artikel 7.1 en de Wet schuldhulpverlening artikel 3;
voor de politie gelegen in het uitoefenen van taken in het algemeen belang op het terrein van de vervulling van de politietaak, te weten de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze hulp behoeven, zoals omschreven in artikel 3 van de Politiewet. De grondslag voor verwerking van politiegegevens is gelegen in de Wet politiegegevens (Wpg) en het Besluit politiegegevens. De grondslag voor de structurele verstrekking van artikel 8- en artikel 13- politiegegevens aan het college van B&W is gelegen in het Ministerieel Machtigingsbesluit op grond van artikel 18 Wet politiegegevens. In het PGA-overleg mag de politie toelichten wat er op grond van art. 18 met het college is gedeeld;
voor de Raad voor de Kinderbescherming gelegen in het uitoefenen van taken in het algemeen belang op het terrein van het beschermen van minderjarigen tegen ernstige bedreigingen van hun ontwikkeling of hun veiligheid en gezondheid zoals o.m. omschreven in het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering, het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, het Besluit Tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht 1994 en de Jeugdwet. Met inachtneming van het Kwaliteitskader 2016 van de Raad voor de Kinderbescherming;
voor een instelling voor Geestelijke Gezondheidszorg gelegen in de uitvoering van de taken bij behandeling, verpleging, verzorging en bejegening van personen met een psychische stoornis, inclusief verslaving met of zonder verblijf in het kader van de Wgbo of de WvGGZ (per 1 januari 2020), en zoals bedoeld in artikel 9 van de AVG;
voor de Dienst Justitiële Inrichtingen gelegen in de uitvoering van taken van de minister van Justitie en Veiligheid, de selectiefunctionaris en de directeur van een justitiële inrichting, op grond van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire beginselenwet en de Wet forensische zorg. De wettelijke grondslag voor de verwerking en verstrekking van persoonsgegevens is na inwerkingtreding van de wijziging van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) ter implementatie van de Europese richtlijn Gegevensbescherming opsporing en vervolging gelegen in de Wjsg;
voor een aanbieder zoals bedoeld in de Wmo 2015 artikel 1.1.1, een zorgaanbieder zoals bedoeld in de Wlz artikel 1.1.1, dan wel een jeugdhulpaanbieder zoals bedoeld in de Jeugdwet artikel 1.1 gelegen in de verlening van voorzieningen en/of de uitvoering van zorg- dan wel hulpverleningstaken en voor zover dit noodzakelijk is in het kader van de behandeling of hulpverlening;
Partners die op grond van de wet toestemming van de inwoner nodig hebben voor het uitvoeren van een behandeling of het verlenen van hulp, dragen er zelf zorg voor dat deze toestemming wordt verkregen ten behoeve van deelname aan de persoonsgerichte aanpak, voordat zij tot deelname over gaan. Mochten zij geen toestemming voor deze deelname krijgen, of mochten zij tot het oordeel komen dat zij deze toestemming niet kunnen vragen, dan komen zij zelf tot een professionele afweging of het niet toch aangewezen is om deel te nemen.
Partners die op grond van de wet in verband met hun zorg- of hulpverleningsrelatie met de inwoner een in vrijheid en gericht gegeven toestemming nodig hebben voor het verstrekken van persoonsgegevens aan de andere partners of aan agendadeelnemers, dragen er zelf zorg voor dat deze toestemming wordt verkregen voordat zij tot gegevensverstrekking over gaan. Mochten zij geen toestemming voor deze gegevensverstrekking krijgen, of mochten zij tot het oordeel komen dat zij deze toestemming niet kunnen vragen, dan komen zij zelf tot een professionele afweging of niet toch, ondanks het ontbreken van toestemming, persoonsgegevens aan een of meer partners dienen te worden verstrekt, gelet op de zwaarwegende belangen die de inwoner of een ander heeft bij deze verstrekking. Zij maken deze afweging conform de wetgeving en de interne regelgeving die op hen van toepassing is.
De verwerking van categorieën bijzondere persoonsgegevens alsmede persoonsgegevens over strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten, vindt uitsluitend plaats indien en voor zover de AVG, de Uitvoeringswet AVG, de Wet politiegegevens, de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en de overige wetten waaraan de partners gebonden zijn dit toestaan.
Artikel 7 De verwerking van persoonsgegevens i.v.m. de aanmelding van een inwoner
Partners kunnen een inwoner zoals beschreven in artikel 2 lid 2 aanmelden bij de procesregisseur Zorg en Veiligheid. Zij verstrekken daarbij de voor de aanmelding noodzakelijke persoonsgegevens van de inwoner waarover zij beschikken en waaruit blijkt dat een persoonsgerichte aanpak noodzakelijk is, voor zover de voor hen van toepassing zijnde wet- en regelgeving hen dat toestaat. Voorwaarde voor deze aanmelding is dat de partner de inwoner, voorafgaand aan de melding, minimaal tweemaal heeft aangesproken op diens gedrag en op de gevolgen die dit gedrag voor diegene kan hebben waaronder aanmelding voor een persoonsgerichte aanpak.
De Procesregisseur Zorg en Veiligheid beoordeelt op basis van de inhoud van de melding en in nauw overleg met de partner die de inwoner heeft aangemeld en zo nodig overige direct betrokken partner(s), of het gedrag van de inwoner voldoet aan de criteria voor een persoonsgerichte aanpak zoals beschreven in artikel 2 lid 2. Daartoe vraagt de Procesregisseur Zorg en Veiligheid aan de politie, indien de politie niet de aanmelder is, of de inwoner in de afgelopen twaalf maanden minstens tweemaal is geregistreerd in verband met gedrag waarvoor mogelijkerwijs een persoonsgerichte aanpak noodzakelijk is4. Ook onderzoekt de Procesregisseur Zorg en Veiligheid zekerheidshalve:
Blijkt op grond van lid 2 dat het Zorg- en veiligheidshuis een persoonsgerichte aanpak heeft vastgesteld of zal vaststellen, dan komt er geen zelfstandige lokale persoonsgerichte aanpak, maar overlegt de Procesregisseur Zorg en Veiligheid welke (extra) ondersteuning lokaal geboden kan worden, in de aanpak die vanuit het Zorg- en veiligheidshuis wordt uitgevoerd. In dit geval beperkt de Procesregisseur Zorg en Veiligheid zich tot het in het PGA-bestand vastleggen van gegevens over de inwoner in verband met de melding. Het betreft gegevens over: naam, instelling en contactgegevens van de melder alsmede gegevens over de afspraken die diegene met het Zorg- en veiligheidshuis maakt over eventuele aanvullende lokale uitvoering van onderdelen van de persoonsgerichte aanpak van het Zorg- en veiligheidshuis.
Artikel 8 Categorieën politiegegevens die aan het college van B&W kunnen worden verstrekt in het kader van de PGA.
De verstrekte gegevens beperken zich tot personen die verkeren in zorgwekkende situaties, al dan niet in combinatie met mogelijke/dreigende verstoring van de openbare orde, en vermoedelijk zorg of ondersteuning nodig hebben. De politie verstrekt alleen de gegevens aan het college van B&W die nodig zijn om een goede inschatting te kunnen maken van welke zorg er ingezet zou moeten worden.
Categorieën bijzondere politiegegevens, waaronder gegevens over iemands godsdienst of levensovertuiging, politieke gezindheid, seksuele geaardheid en gegevens betreffende het lidmaatschap van een vakvereniging, worden uitsluitend verstrekt in aanvulling op andere verstrekte politiegegevens, voor zover deze verstrekking onvermijdelijk is in verband met het doel zoals beschreven in artikel 2 lid 1.
Politiegegevens worden op grond van dit artikel uitsluitend verstrekt indien en voor zover de proces regisseur Zorg en Veiligheid geen andere niet-politiebronnen ter beschikking staan en voldoende duidelijk is dat de verstrekte gegevens bij zullen dragen aan het doel zoals geformuleerd in artikel 2.
Artikel 10 De verwerking van persoonsgegevens in verband met de PGA
Indien de Procesregisseur Zorg en Veiligheid op basis van de beoordeling en het onderzoek zoals bedoeld in artikel 7 lid 2 meent dat een lokale persoonsgerichte aanpak noodzakelijk is, stelt diegene deze vast samen met de betrokken partners, waaronder een vertegenwoordiger van het lokale team voor zover jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning deel uitmaken van de persoonsgerichte aanpak. Bij het vaststellen en uitvoeren van de persoonsgerichte aanpak verstrekken de leveranciers de daarvoor noodzakelijke persoonsgegevens aan de procesregisseur Zorg en Veiligheid, die deze persoonsgegevens conform de aanwijzingen van de partner verwerkt en met inachtneming van de op de partners van toepassing zijnde privacyregels.
Indien de Raad voor de Kinderbescherming in verband met een onderzoek naar de noodzaak van een kinderbeschermingsmaatregel beschikt over persoonsgegevens van een minderjarige inwoner, verstrekt de Raad persoonsgegevens waarover de Raad beschikt voor zover noodzakelijk voor de probleemanalyse en de vaststelling en uitvoering van de lokale persoonsgerichte aanpak voor deze inwoner. Indien de Raad beschikt over persoonsgegevens van een minderjarig kind van een inwoner, verstrekt de Raad persoonsgegevens van deze minderjarige voor zover de persoonsgerichte lokale aanpak zich ook richt op de bescherming en veiligheid van dit minderjarige kind en/of andere minderjarige kinderen van de inwoner én voor zover deze verstrekking noodzakelijk is voor deze bescherming en veiligheid.
De Procesregisseur Zorg en Veiligheid legt de persoonsgerichte aanpak vast in het PGA-bestand zoals bedoeld in artikel 12 lid 1. Deze persoonsgerichte aanpak bestaat uit: probleemanalyse zoveel mogelijk op het niveau van ‘dat-informatie’, aanduiding van de beoogde doelen op de verschillende leefgebieden en de interventies die daartoe deel uit maken van de persoonsgerichte aanpak, de namen van de partners die deze aanpak zullen uitvoeren en de termijnen waarbinnen dit zal gebeuren.
Indien het voor het vaststellen of uitvoeren van een persoonsgerichte aanpak noodzakelijk is en de relevante wettelijke regeling dit toestaat, kunnen persoonsgegevens worden verstrekt aan een agendadeelnemer. Onverminderd verplichtingen voortvloeiend uit de verwerkingsverantwoordelijkheid van de leverancier, ziet de procesregisseur Zorg en Veiligheid er namens de leverancier op toe dat aan een agendadeelnemer niet meer gegevens worden verstrekt dan noodzakelijk is voor diens aandeel in het vaststellen of uitvoeren van de persoonsgerichte aanpak.
Als de procesregisseur Zorg en Veiligheid tot het oordeel komt dat ondersteuning door het lokale team (WMO, Zorgdat, CJG of Stimenz) in het kader van de persoonsgerichte aanpak van het gedrag gewenst of noodzakelijk is, dan verwijst de procesregisseur de aanmelder naar een van deze partijen. Voor aanmelding is het noodzakelijk dat de aanmelder afstemming en toestemming heeft van de persoon die wordt aangemeld voro ondersteuning/hulpverlening.
De procesregisseur Zorg en Veiligheid draagt er in overleg met de aanmelder zorg voor dat:
de inwoner in het eerste contact dat zo spoedig mogelijk plaats vindt, schriftelijk en zo mogelijk ook mondeling wordt geïnformeerd over de aanleiding voor de persoonsgerichte aanpak, het proces en de inhoud van deze aanpak en de verwerking van diens persoonsgegevens in dat verband, alsmede over de rechten die diegene kan uitoefenen. Het informeren van de inwoner over de verwerking van diens persoonsgegevens en de rechten die diegene in verband hiermee kan uitoefenen geschiedt conform het bepaalde in artikel 14 van de AVG. Alleen in verband met de omstandigheden en belangen genoemd in lid 5 van artikel 14 AVG en artikel 41 Uitvoeringswet AVG kan van deze informatieplicht worden afgezien;
er geen persoonsgerichte aanpak wordt vastgesteld voordat de procesregisseur Zorg en Veiligheid of een partner met de inwoner heeft gesproken over de noodzaak van een persoonsgerichte aanpak én diegene uitdrukkelijk heeft gevraagd naar diens visie op de oorzaken van het gedrag dat aanleiding vormt voor de aanpak en op de wijze waarop dit gedrag zou kunnen worden aangepakt.
Indien een inwoner voor wie een persoonsgerichte aanpak is vastgesteld, in verband met een aanhouding wordt besproken in het kader van de ZSM werkwijze van de strafrechtelijke ketenpartners, worden de ZSM partners in verband met een betekenisvolle afdoening geïnformeerd over de lokale persoonsgerichte aanpak.
Artikel 11 Bewaken van de uitvoering van de persoonsgerichte aanpak en afsluiting
Indien de Procesregisseur Zorg en Veiligheid samen met de partners vaststelt dat de persoonsgerichte aanpak is uitgevoerd en dat deze voldoende resultaten heeft gehad, sluit de Procesregisseur Zorg en Veiligheid de aanpak af. De inwoner wordt hierover schriftelijk en desgewenst ook mondeling of digitaal geïnformeerd door de Procesregisseur Zorg en Veiligheid.
Indien de Procesregisseur Zorg en Veiligheid samen met de partners vaststelt dat de persoonsgerichte aanpak niet conform afspraken wordt uitgevoerd, of dat de uitvoering wel conform de afspraken verloopt maar niet de beoogde resultaten heeft, onderzoekt de Procesregisseur Zorg en Veiligheid met de betrokken partners en de bij de aanpak betrokken agendadeelnemers welke mogelijkheden er zijn om de uitvoering van de aanpak te versterken of deze te wijzigen of aan te vullen, opdat het gedrag van de inwoner niet langer herhaaldelijk de openbare orde verstoort dan wel herhaaldelijk de veiligheid van diegene zelf of die van anderen bedreigt.
Indien de Procesregisseur Zorg en Veiligheid ook na de inspanningen zoals bedoeld in lid 3 samen met de partners vaststelt dat de persoonsgerichte aanpak niet de gewenste resultaten heeft, overlegt diegene met het Zorg- en veiligheidshuis over de mogelijkheid van een aanmelding van de inwoner bij het Zorg- en veiligheidshuis, opdat aldaar een persoonsgerichte aanpak voor de inwoner wordt vastgesteld en uitgevoerd. Procesregisseur Zorg en Veiligheid en partners overleggen ook welke partner het beste de eventuele aanmelding kan verzorgen. Wordt de inwoner aangemeld, dan verstrekt de Procesregisseur Zorg en Veiligheid desgewenst namens de aanmeldende partner de persoonsgegevens uit het PGA-bestand van de inwoner die noodzakelijk zijn voor de taakuitoefening van het Zorg- en veiligheidshuis. De Procesregisseur Zorg en Veiligheid draagt er zorg voor dat de inwoner wordt geïnformeerd over deze aanmelding. Na de aanmelding sluit de Procesregisseur Zorg en Veiligheid de gegevensverwerking ten aanzien van de lokale persoonsgerichte aanpak van betrokkene af. De inwoner wordt hierover schriftelijk of digitaal geïnformeerd door de Procesregisseur Zorg en Veiligheid.
Artikel 12 De persoonsgegevens die worden opgenomen in het PGA-bestand
De persoonsgegevens van een inwoner in het PGA-bestand betreffen:
contacten met de inwoner zoals beschreven in artikel 10 lid 7, alsmede de visie van de inwoner en in geval van minderjarigheid van diens wettelijk vertegenwoordigers en ingeval de minderjarige de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt de visie van de minderjarige en diens wettelijke vertegenwoordiger gezamenlijk, op het gedrag en op de persoonsgerichte aanpak;
Indien een persoonsgerichte aanpak wordt vastgesteld zoals beschreven in artikel 10, worden de persoonsgegevens van een inwoner die zijn vastgelegd in het PGA-bestand maximaal vijf jaar bewaard, te rekenen vanaf de datum van afsluiting van de gegevensverwerking zoals beschreven in artikel 11. Na deze bewaartermijn worden de persoonsgegevens van de inwoner uit het PGA-bestand verwijderd en vernietigd; partners en agendadeelnemers worden hierover door de beheerder geïnformeerd.
Indien na een aanmelding wordt besloten dat er geen persoonsgerichte aanpak zal worden vastgesteld, worden de persoonsgegevens van een inwoner maximaal één jaar bewaard. Dit omdat het bewaren van de gegevens ondersteunend is in de beoordeling van een nieuwe aanmelding op een later moment. Indien binnen dit jaar alsnog een persoonsgerichte aanpak wordt vastgesteld, is de bewaartermijn van lid 1 van toepassing.
Voor het monitoren, onderzoeken, statistisch bewerken, evalueren en verantwoorden van de resultaten, effecten en het (beleids)proces van de persoonsgerichte aanpak, kunnen de gegevens langer dan de bewaartermijn zoals omschreven in lid 1 en 2 worden bewaard, onder de voorwaarde dat zij worden ontdaan van hun identificerende kenmerken en zij dus niet meer herleidbaar zijn naar individuele inwoners.
Artikel 16 Betrokkenheid van meer gemeenten bij de inwoner en/of diens gedrag
Indien na de aanmelding blijkt dat de inwoner niet in de gemeente waarin diegene wordt aangemeld woont, zoekt de Procesregisseur Zorg en Veiligheid contact met de Procesregisseur van de gemeente van de woonplaats van de inwoner om afstemming te zoeken over de situatie.
Blijkt dat in de woonplaats van de inwoner geen persoonsgerichte aanpak wordt voorbereid of uitgevoerd, dan wordt de Procesregisseur Zorg en Veiligheid van de woonplaats als agendadeelnemer uitgenodigd om deel te nemen aan de voorbereiding en uitvoering van de persoonsgerichte aanpak in de gemeente waar de inwoner in verband met diens gedrag is aangemeld.
Wordt na de aanmelding van een inwoner duidelijk dat de inwoner niet alleen in de gemeente waarin diegene aangemeld maar ook in een of meer andere gemeente(n) gedrag vertoont waarvoor een persoonsgerichte aanpak noodzakelijk is, dan zoekt de Procesregisseur Zorg en Veiligheid van de gemeente waar de inwoner is aangemeld, contact met de procesregisseur(s) van deze andere gemeente(n) om te beoordelen of het noodzakelijk is dat deze procesregisseur(s) wordt of worden betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van de persoonsgerichte aanpak.
Indien de inwoner gedurende de voorbereiding of uitvoering van de persoonsgerichte aanpak naar een andere gemeente verhuist, kan de Procesregisseur Zorg en Veiligheid de procesregisseur in de nieuwe woonplaats van de inwoner informeren over deze persoonsgerichte aanpak. De verstrekking beperkt zich tot het feit dat een persoonsgerichte aanpak wordt voorbereid dan wel werd of wordt uitgevoerd. Indien in de nieuwe woonplaats wordt besloten om de persoonsgerichte aanpak, al dan niet in gewijzigde vorm, voort te zetten kan de Procesregisseur Zorg en Veiligheid desgevraagd beschrijven uit welke interventies de persoonsgerichte aanpak bestaat en welke partners deze interventies uitvoeren of uitvoerden, voor zover de bij de persoonsgerichte aanpak betrokken partners daarvoor hun toestemming geven.
Indien de minderjarige inwoner in een andere gemeente woont dan de ouder die het gezag over deze minderjarige heeft en er sprake is van het verlenen van jeugdhulp, dan wordt in overleg tussen de procesregisseurs van de betrokken gemeenten de minderjarige zo nodig aangemeld in de gemeente waar de gezaghebbende ouder domicilie heeft.
Artikel 17 Rechten van betrokkenen
Iedere betrokkene kan ten aanzien van de gegevens die zijn opgenomen in het PGA-bestand en die op diegene betrekking hebben, de rechten uitoefenen zoals omschreven in de artikelen 15 (inzage en informatie), 16 (rectificatie), 17 (recht op ‘vergetelheid’) en 18 (recht op beperking van de verwerking) van de AVG. De verwerkingsverantwoordelijke die coördineert zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 van dit reglement, zijnde de burgemeester, kan besluiten deze rechten te weigeren dan wel beperken in verband met de belangen zoals genoemd in artikel 41 van de UAVG, gehoord de betrokken leveranciers die een zienswijze kunnen geven op het voorgenomen besluit.
Iedere betrokkene kan te allen tijde, vanwege diens specifieke situatie, bezwaar maken tegen de verwerking van diens persoonsgegevens. De verwerkingsverantwoordelijke die coördineert zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 van dit reglement kan besluiten dit recht te weigeren dan wel beperken in verband met de belangen zoals genoemd in artikel 41 van de UAVG.
De verwerkingsverantwoordelijke die coördineert zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 van dit reglement, informeert de betrokken partners over de uitoefening van diens rechten door de betrokkene als bedoeld in lid 1 en 2, en overlegt hierover zo nodig met de verwerkingsverantwoordelijke(n) van de betrokken partners.
Op basis van een schriftelijk mandaat of machtiging kan de verwerkingsverantwoordelijke die coördineert zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 van dit reglement, diens taken in verband met het uitoefenen van rechten door betrokkenen laten uitvoeren door de beheerder van het bestand. De besluitvorming ter zake van de uitoefening van de rechten van betrokkenen kan eveneens door een schriftelijk gemandateerde of gemachtigde binnen de organisatie van de coördinerende verwerkingsverantwoordelijke plaatsvinden.
Partners en agendadeelnemers betrachten geheimhouding, conform de voor hen geldende wet- en regelgeving ten aanzien van de persoonsgegevens die door leveranciers ten behoeve van het doel als beschreven in artikel 2 schriftelijk of mondeling worden verstrekt, tenzij de wet tot bekendmaking verplicht.
Deelname als partner aan de lokale persoonsgerichte aanpak Harderwijk is uitsluitend mogelijk voor zover een organisatie het doel zoals omschreven in artikel 2 lid 1 onderschrijft, feitelijk een aandeel zal hebben in de lokale persoonsgerichte aanpak en zich bindt aan de gegevensverwerking zoals beschreven in dit reglement.
Gemeente Harderwijk legt een verzoek tot toetreding altijd voor aan de samenwerkingspartners indien het verzoek afkomstig is van een organisatie die werkzaamheden verricht die afwijken van de werkzaamheden van de bestaande partners. Een partner die niet met het verzoek kan instemmen, maakt dit kenbaar bij de gemeente Harderwijk. Indien blijkt dat geen enkele partner tegen het verzoek tot toetreding is, vindt toetreding plaats door ondertekening van de als bijlage 2 opgenomen toetredingsverklaring. De nieuwe partner wordt toegevoegd aan de lijst van partners op pagina 3.
Artikel 20 Naam, inwerkingtreding en looptijd
Dit privacy reglement Lokale PGA Harderwijk treedt voor de duur van vier jaar in werking, uiterlijk op 1 januari 2025, tenzij wetgeving inzake gegevensverwerking in het sociaal- en veiligheidsdomein om eerdere herziening vraagt. Indien een partner op 1 maart 2025 het reglement nog niet heeft ondertekend wordt deze uitgesloten van gegevensverwerking op basis van dit reglement.
Het reglement kan na het verstrijken van de looptijd als bedoeld in lid 1 worden verlengd met een volgende periode van vier jaar. Voorafgaand aan verlenging, maar uiterlijk 6 maanden voor het einde van de looptijd als bedoeld in lid 1, evalueren partijen de werking van dit reglement. Zo nodig brengen zij op basis van deze evaluatie, conform de bepalingen van lid 3 wijzigingen aan in dit reglement.
Dit privacyreglement wordt gepubliceerd op de internetpagina van elke reglement partner en/of ligt ter inzage bij de reglement partners. Voor zover van toepassing voegen partners dit reglement toe aan hun register van verwerkingen.
Dit reglement kan worden aangehaald als Privacyreglement Lokale Persoonsgerichte Aanpak voor jeugd en volwassenen Harderwijk.
Bijlage 1: Privacyverklaring Agendadeelnemer
[Naam instelling], voor deze verklaring vertegenwoordigd door [of naam vrij gevestigde beroepskracht]
Aanleiding voor deze verklaring
Dat het, gelet op de professionele betrokkenheid bij een of meer inwoners voor wie een lokale persoonsgerichte aanpak wordt vastgesteld, voor een goede afstemming van deze aanpak noodzakelijk is dat [naam instelling / vrij gevestigde beroepskracht] als agendadeelnemer:
Dat voor de [naam agendadeelnemer] de grondslag voor de gegevensverwerking is [hier een keuze maken uit de in artikel 6 lid 1 Grondslag (voorwaarde) voor de verwerking van persoonsgegevens, uit het reglement]
Dat de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de persoonsgerichte aanpak is vastgelegd in het Privacyreglement Lokale Persoonsgerichte Aanpak voor jeugd en volwassenen - Harderwijk
Dat dit privacyreglement tot doel heeft regels te geven voor een zorgvuldige omgang met persoonsgegevens van inwoners:
Dat [naam instelling / vrij gevestigde beroepskracht ] zich als agendadeelnemer zal houden aan de bepalingen van het Privacyreglement Lokale Persoonsgerichte Aanpak voor jeugd en volwassenen Harderwijk, meer in het bijzonder ook aan de in artikel 18 van dit reglement opgenomen geheimhoudingsverplichting.
Bijlage 2: Toetredingsverklaring
[Naam organisatie), voor deze verklaring vertegenwoordigd door [naam en functie)
In aanmerking nemende dat (naam organisatie) een aandeel wenst te hebben in de lokale persoonsgerichte aanpak voor jeugd en volwassenen Harderwijk.
Het doel van de lokale persoonsgerichte aanpak zoals omschreven in artikel 2 lid 1 van het Privacyreglement Lokale Persoonsgerichte Aanpak voor jeugd en volwassenen Harderwijk te onderschrijven en feitelijk een aandeel te zullen hebben in het vaststellen en/of uitvoeren van deze aanpak;
De regels over de verwerking van persoonsgegevens zoals vastgelegd in het Privacyreglement Lokale Persoonsgerichte Aanpak voor jeugd en volwassenen Harderwijk te zullen naleven, meer in het bijzonder de geheimhoudingsplicht zoals omschreven in artikel 18 van dit reglement;
Als partner toe te treden tot de lokale persoonsgerichte aanpak voor jeugd en volwassenen Harderwijk
(plaats gemeente, datum en handtekening vertegenwoordiger partner)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-143174.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.