Verordening tot eerste wijziging van de verordening Grevelingen Schouwen-Duiveland

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2025;

 

gelet op de artikelen 149, 156 eerste en tweede lid, aanhef en onder h, en 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet en de Verordening natuur- en recreatiegebied de Grevelingen Schouwen-Duiveland;

 

besluit

 

vast te stellen de:

 

Verordening tot eerste wijziging van de verordening Grevelingen Schouwen-Duiveland

 

 

 

Artikel I Wijziging Verordening

A.

In artikel 1:1 wordt, onder vernummering van p, q en r tot q, r en s, ingevoegd:

p. waterscooter: waterscooter als bedoeld in artikel 1.01 van het Binnenvaartpolitiereglement

 

B.

Na artikel 2:1 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidend:

Artikel 2:1a Flora en fauna

  • 1.

    Het is niet toegestaan om planten (of delen daarvan) en/of dieren uit het gebied te onttrekken en/of te beschadigen, danwel voor commerciële doeleinden te gebruiken.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor de (beroeps)visserij mits in het bezit van een visvergunning.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 4.

    Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarvoor bij of krachtens de Omgevingswet of Provinciale omgevingsverordening regels zijn gesteld.

 

C.

Artikel 2:3 komt als volgt te luiden:

Artikel 2:3 Honden

  • 1.

    Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen:

    • a.

      op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of op een andere door burgemeester en wethouders aangewezen plaats;

    • b.

      op een door burgemeester en wethouders aangewezen plaats zonder dat die hond is aangelijnd met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter; of

    • c.

      op een openbare plaats indien die hond niet is voorzien van een halsband of een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen.

  • 2.

    De verboden in het eerste lid, aanhef en onder a en b, zijn niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond:

    • a.

      die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden; of

    • b.

      die deze hond aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond.

 

D

Artikel 2:6 komt als volgt te luiden:

Artikel 2:6 Modelsport

  • 1.

    1.Het is verboden op een openbare plaats of in openbaar water de modelsport te beoefenen met modelvoertuigen, -vaartuigen of -vliegtuigen zoals drones, modelauto’s of -motorfietsen, modelhelikopters of andere voorwerpen op modelschaal die worden voortbewogen of aangedreven door verbrandings- of elektromotoren.

  • 2.

    2.Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Regeling modelvliegen of hetgeen bij of krachtens de Omgevingswet is bepaald

  • 4.

    4.Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

E

Na artikel 2:6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, te weten artikel 2.6a

Artikel 2.6a Vliegeren

  • 1.

    Het is verboden te vliegeren of te laten vliegeren met een kabelvlieger.

  • 2.

    Dit verbod geldt niet op door burgemeester en wethouders aangewezen plaatsen, mits:

    • a.

      de oppervlakte van de vlieger ten hoogste 1 m2 is;

    • b.

      de lengte van de kabel tussen vlieger en grond ten hoogste 25 meter is.

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de regeling kabelvliegers en kleine ballons.

 

F

Artikel 4:6 komt als volgt te luiden:

Artikel 4:6 Ligplaats grote vaartuigen

  • 1.

    Het is verboden met een vaartuig langer dan 15 meter ligplaats in te nemen anders dan op door burgemeester en wethouders aangewezen ligplaatsen.

  • 2.

    Op de aangewezen ligplaatsen bedoeld in het eerste lid is het niet toegestaan ligplaats in te nemen met een vaartuig dat 40 meter of langer is.

 

G

Na artikel 4:8 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidend:

Artikel 4:8a Draaien van motoren en het gebruik generatoren en/of aggregaten

  • 1.

    Het is verboden een motor, een generator of een aggregaat te laten draaien voor het opwekken van elektriciteit.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

 

H

Na artikel 4:11 wordt een nieuw artikel ingevoegd, te weten artikel 4.11a:

Artikel 4:11a Waterscooters

  • 1.

    Het is verboden zich op een varende waterscooter te bevinden buiten de op door burgemeester en wethouders aangewezen gedeelten van het openbaar water.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement of de Scheepvaartverkeerswet.

 

I.

Artikel 5:3 komt te luiden:

Artikel 5:3 Gebruik van vuur

  • 1.

    1.Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen gebieden aanwijzen waarbij het eerste lid niet van toepassing is op:

    • a.

      verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke;

    • b.

      sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, indien geen afvalstoffen worden verbrand;

    • c.

      vuur voor koken, bakken en braden.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer, artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

  • 5.

    Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

Artikel 7:4 komt te luiden:

Artikel 7:4 Beheeractiviteiten

  • 1.

    De verboden gesteld in deze verordening gelden niet voor zover overheidstaken worden uitgeoefend als beheer en onderhoud, faunabeheer, markeren, inspectie- en toezichtwerkzaamheden, repressieve opsporings-, reddings- en defensietaken, calamiteitenbeheer.

  • 2.

    De verboden gesteld in deze verordening gelden niet voor door of in opdracht van een binnen het werkingsgebied terreinbeherende natuurbeschermingsorganisatie georganiseerde (educatieve) activiteiten, onderzoek en monitoring.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid genoemde uitzonderingen gelden voor:

    • a.

      Terreinbeherende natuurbeschermingsorganisatie Staatsbosbeheer;

    • b.

      Overheidsorganisaties als gemeente, waterschap en Rijkswaterstaat;

    • c.

      Overheidshulpdiensten als brandweer, politie, ambulance, Kustwacht Nederland en veiligheidsregio’s;

    • d.

      Hulpverleningsorganisaties als KNRM;

    • e.

      Derden die de activiteiten als bedoeld in het eerste of tweede lid uitvoeren in opdracht van een organisatie als bedoeld in dit artikel.

Artikel 7:7 Citeertitel wordt

7:6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening natuur- en recreatiegebied de Grevelingen Schouwen-Duiveland.

 

Artikel II Inwerkingtreding

 

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Artikel III Citeertitel

 

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening tot eerste wijziging van de verordening natuur- en recreatiegebied de Grevelingen Schouwen-Duiveland”

 

 

Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 27 februari 2025.

Burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland,

P.M.W. Goossens-Smits, Griffier

J.Chr. van der Hoek MBA, Voorzitter

Naar boven