Gemeenteblad van Leiden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Leiden | Gemeenteblad 2025, 14088 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Leiden | Gemeenteblad 2025, 14088 | ander besluit van algemene strekking |
Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden 2025
Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente LEIDEN en de BURGEMEESTER van de gemeente LEIDEN, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
gezien het voorstel d.d. 17 december 2024 tot het vaststellen van de Bevoegdhedenregeling van de
gelet op afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht en artikel 171, lid 2 van de Gemeentewet;
Vast te stellen de Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden 2025.
In dit besluit wordt verstaan onder:
afdeling: organisatie-eenheid van een cluster waaraan een afdelingsmanager leiding geeft;
afdelingsmanager: de manager van een afdeling is als hiërarchisch leidinggevende verantwoordelijk voor het behalen van de door de directeur opgedragen taken en doelstellingen. De afdelingsmanager heeft een verantwoordingsplicht aan de directeur van het cluster;
ambtelijk opdrachtgever: een functionaris die verantwoordelijk is voor de aansturing van de ambtelijk opdrachtnemer die moet zorgen voor de realisatie van een project, programma of proces volgens een vastgestelde startopdracht;
ambtelijk opdrachtnemer: een functionaris die verantwoordelijk is voor de realisatie van een project, programma of proces volgens een vastgestelde startopdracht;
bestuursovereenkomst: overeenkomst tussen bestuursorganen van een of meer overheden op basis van artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
burgemeester: burgemeester van Leiden of de vervanger, als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente in en buiten rechte;
chief information security officer: functionaris die concernbreed informatiebeveiligingsbeleid opstelt en daarop toezicht houdt;
cluster: bundeling van organisatie-eenheden met samenhangende taken. De clusters staan onder hiërarchische leiding van een directeur en kunnen meer afdelingen hebben;
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden;
conservator: functionaris die adviseert, beleid ontwikkelt en uitvoert ten behoeve van collectievorming en -presentatie van kunstwerken, historische (bouw-)objecten of archeologische vondsten;
convenant: overeenkomst tussen de overheid en een privaatrechtelijke partij waarbij partijen afspraken maken over de uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden;
coördinerend senior: functionaris die de door het directieteam vastgestelde functionele en operationele leidinggevende verantwoordelijkheden heeft om het team aan te sturen;
dienstverleningsovereenkomst ( dvo ): overeenkomst waarbij partijen afspraken maken over de concrete invulling van bepaalde dienstverlening. Een dvo is ter uitvoering van een andere overeenkomst of een gemeenschappelijke regeling;
directeur: hoogste leidinggevende van een cluster of instelling met eindverantwoordelijkheid daarvoor die de gemeentesecretaris bijstaat in de uitvoering van de taken. De directeur heeft een verantwoordingsplicht aan de gemeentesecretaris;
functionaris gegevensbescherming: een functionaris die binnen de organisatie toezicht houdt op de toepassing en naleving van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Wet Politiegegevens;
gemeente: gemeente als publiekrechtelijk lichaam en de gemeente als privaatrechtelijke rechtspersoon;
gemeentesecretaris: secretaris zoals bedoeld in de artikelen 100 tot en met 106 en volgende van de Gemeentewet. De secretaris is ook de algemeen directeur en daarmee de hoogste leidinggevende van de ambtelijke organisatie;
griffier: griffier van de raad;
instelling: op afstand geplaatste organisatie-eenheid die specifieke taken heeft op een bepaald werkterrein;
locoburgemeester: plaatsvervangend burgemeester;
machtiging: bevoegdheid om namens het college of de burgemeester handelingen te verrichten die geen besluit, en ook geen privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;
mandaat: bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te nemen;
medewerker: functionaris werkzaam binnen de ambtelijke organisatie van de gemeente, anders dan een afdelingsmanager, ambtelijk opdrachtgever, ambtelijk opdrachtnemer, conservator, coördinerend senior, directeur, functionaris gegevensbescherming, gemeentesecretaris, griffier, privacy officer, teamcoördinator of teammanager;
ondermandaat: bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te nemen die op grond van deze regeling aan een ander zijn gemandateerd;
portefeuillehouder: lid van het college en verantwoordelijk voor een bepaalde portefeuille;
privacy officer: functionaris die verantwoordelijk is voor de naleving van de privacywetgeving;
publiek-private samenwerking ( pps ): samenwerkingsverband tussen overheid en bedrijfsleven om samen een project te realiseren met zowel maatschappelijke als commerciële doelen;
raad: de gemeenteraad van Leiden;
startopdracht: door de gemeentesecretaris of directeur vastgestelde opdracht voor de uitvoering van een project, programma of proces;
team: organisatie-eenheid van een afdeling waaraan een teammanager, teamcoördinator of coördinerend senior leiding geeft;
teamcoördinator: functionaris die de door het directieteam vastgestelde hiërarchische, functionele en operationele leidinggevende verantwoordelijkheden heeft om het team aan te sturen;
teammanager: functionaris die alle leidinggevende verantwoordelijkheden heeft om het team aan te sturen met uitzondering van rechtspositionele besluiten;
volmacht: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.
Artikel 4 Mandaat overige functionarissen
De bevoegdheden die in deze regeling en de daarbij behorende bijlagen niet expliciet zijn voorbehouden aan het college en de burgemeester dan wel zijn gemandateerd aan de gemeentesecretaris of een functionaris als bedoeld in het eerste lid, onder a t/m e, worden geacht te zijn gemandateerd aan de medewerkers.
Voor de in artikel 4, eerste lid genoemde functionarissen gelden de volgende voorwaarden:
de uitoefening van de bevoegdheid blijft binnen de vastgestelde beleidskaders. Deze voorwaarde geldt niet voor bevoegdheden die gaan over omgevingsvergunningen en maatwerkvoorschriften;
de geldende Budgethoudersregeling van de gemeente Leiden is altijd van toepassing bij de uitoefening van de bevoegdheid.
Functionarissen ondertekenen de stukken als volgt:
Artikel 9 Volmacht en machtiging
Deze regeling is van overeenkomstige toepassing op de verlening van:
De Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden 2023 zoals die gold voor 1 januari 2024 blijft van toepassing voor bevoegdheden die onder de Omgevingswet vervallen. Het gaat hierbij om bevoegdheden die onder specifieke omstandigheden tijdelijk van kracht blijven.
Aldus besloten in de vergadering van 17 december 2024
Het college van Burgemeester en Wethouders
de secretaris
P.M. van Vliet
de burgemeester
P.J. Heijkoop
Leiden, 17 december 2024
De Burgemeester
P.J. Heijkoop
Leiden, 17 december 2024
Bevoegdheden die op grond van artikel 3, eerste lid van de Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden alleen bij de burgemeester of bij het college liggen.
Behorende bij besluit van 17 december 2024 met nummer 7.11
1. BESTUURLIJK-JURIDISCHE AANGELEGENHEDEN
Het college blijft bevoegd tot:
het nemen van de beslissing op bezwaar over bezwaarschriften als dit afwijkt van het advies van een commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht, of van het advies van de ambtelijk hoorder. Deze uitzondering geldt niet voor beslissingen op bezwaar over het ‘fiets-fout = fiets-weg’ beleid.
Bij de burgemeester blijven liggen:
Het college blijft bevoegd tot:
Het college blijft bevoegd tot:
De burgemeester blijft bevoegd tot:
De locoburgemeester blijft bevoegd tot:
Bevoegdheden die op grond van artikel 3, tweede lid, van de Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden zijn gemandateerd aan de portefeuillehouder en bij de portefeuillehouder blijven liggen.
Behorende bij besluit van 17 december 2024 met nummer 7.11
________________________________________
De portefeuillehouder krijgt mandaat, voor zover dit past binnen de door het college vastgestelde portefeuilleverdeling, tot:
Bevoegdheden die op grond van artikel 3, derde lid, van de Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden bij de gemeentesecretaris blijven liggen.
Behorende bij besluit van 17 december 2024 met nummer 7.11
________________________________________
1. BESTUURLIJK-JURIDISCHE AANGELEGENHEDEN
De gemeentesecretaris is bevoegd tot:
De gemeentesecretaris is bevoegd tot:
De gemeentesecretaris is bevoegd tot:
Bevoegdheden die op grond van artikel 4, vierde lid, van de Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden bij de directeur blijven liggen.
Behorende bij besluit van 17 december 2024 met nummer 7.11
________________________________________
1. BESTUURLIJK-JURIDISCHE AANGELEGENHEDEN
Alle directeuren zijn bevoegd tot:
De directeur van het cluster Interne Dienstverlening en Advisering is bevoegd tot:
De directeur van Erfgoed Leiden en Omstreken is bevoegd tot:
De directeur van het cluster Publiekszaken, Handhaving en Veiligheid is bevoegd tot:
De directeur van het cluster Stedelijke Ontwikkeling is bevoegd tot:
De directeur van de instelling DZB is bevoegd tot:
Alle directeuren zijn bevoegd tot:
het nemen van het besluit tot het voeren van verweer in civiele en strafrechtelijke procedures. Dit geldt ook voor het opstellen van het procesbesluit en het verstrekken van de daarbij horende machtiging. Voor deze bevoegdheid geldt de instructie dat de directeur de portefeuillehouder vooraf informeert.
De directeur van het cluster Interne Dienstverlening en Advisering is bevoegd tot:
De directeur van het cluster Beheer is bevoegd tot:
De directeur van Erfgoed Leiden en Omstreken is bevoegd tot:
De directeur van het Museum De Lakenhal is bevoegd tot:
Alle directeuren zijn bevoegd tot:
Bevoegdheden die op grond van artikel 4, vijfde lid, van de Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden bij de afdelingsmanager blijven liggen.
Behorende bij besluit van 17 december 2024 met nummer 7.11
_______________________________________
1. BESTUURLIJK-JURIDISCHE AANGELEGENHEDEN
Alle afdelingsmanagers zijn bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Interne Dienstverlening en Advisering, afdeling Juridische Zaken is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Interne Dienstverlening en Advisering, afdeling IV Ontwikkeling is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Interne Dienstverlening en Advisering, afdeling Bestuur en communicatie is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling, afdeling Beleid Maatschappelijke Ontwikkeling is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling, afdeling Werk en Inkomen is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling, afdeling Ondersteuning PMO is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Publiekszaken, Handhaving en Veiligheid, afdeling Vergunningen is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Publiekszaken, Handhaving en Veiligheid, afdeling Ontwikkeling Publieke Dienstverlening is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Publiekszaken Handhaving en Veiligheid, afdeling Vergunningen, afdeling Handhaving Openbare Ruimte en afdeling Bouwtoezicht, Juridische Handhaving en Veiligheid is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Publiekszaken Handhaving en Veiligheid, afdeling Handhaving Openbare Ruimte is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Publiekszaken Handhaving en Veiligheid, afdeling Bouwtoezicht, Juridische handhaving en Veiligheid is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Stedelijke Ontwikkeling, afdeling Mobiliteit is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Stedelijke Ontwikkeling, afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Stedelijke Ontwikkeling, afdeling Duurzame Leefomgeving is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Stedelijke Ontwikkeling, afdeling Mobiliteit is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Beheer, afdeling Sportaccommodaties is bevoegd tot:
De afdelingsmanagers van de instelling DZB is bevoegd tot:
Alle afdelingsmanagers zijn bevoegd tot:
De afdelingsmanagers van het cluster Interne Dienstverlening en Advisering zijn bevoegd tot:
het sluiten van overeenkomsten voor extra-modulaire dienstverlening die voortvloeit uit de Centrumregeling bedrijfsvoering Leidse regio en de daarop gebaseerde dienstverleningsovereenkomst. Hierbij geldt de instructie dat voor overeenkomsten boven € 50.000 vooraf afstemming plaatsvindt met de directeur van het cluster.
De afdelingsmanager cluster Interne Dienstverlening en Advisering, afdeling IV Ontwikkeling zijn bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Interne Dienstverlening en Advisering, afdeling Inkoop en Financiën is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling, afdeling Beleid Maatschappelijke Ontwikkeling is bevoegd tot:
De afdelingsmanager van het cluster Stedelijke Ontwikkeling, afdeling Grond- en Vastgoedbedrijf is bevoegd tot:
het geven van een beschikking als bedoeld in artikel 13.18, eerste lid van de Omgevingswet. Hierbij wordt de verschuldigde geldsom vastgesteld op grond van het bepaalde in de Omgevingswet, het omgevingsplan, de omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 13.14, derde lid, onder a, of het projectbesluit.
De afdelingsmanager cluster Beheer, afdeling Sportaccommodaties is bevoegd tot:
De afdelingsmanager cluster Stedelijke Ontwikkeling, afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling is bevoegd tot:
het aangaan van een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.13, eerste lid, van de Omgevingswet. Het gaat hierbij om het verhalen van kosten voor het vaststellen van een omgevingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, inclusief het daarvoor benodigde onderzoek. Het gaat hier om overeenkomsten waarbij het totaal van de geraamde door de gemeente te maken kosten niet meer bedraagt dan € 300.000,-.
het geven van een beschikking als bedoeld in artikel 13.18, eerste lid, van de Omgevingswet. Hierbij wordt de verschuldigde geldsom vastgesteld op grond van het bepaalde in de Omgevingswet, het omgevingsplan, de omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 13.14, derde lid, onder a, of het projectbesluit.
De afdelingsmanagers cluster Publiekszaken Handhaving en Veiligheid zijn bevoegd tot:
De afdelingsmanager cluster Publiekszaken Handhaving en Veiligheid, afdeling Vergunningen is bevoegd tot:
Alle afdelingsmanagers zijn bevoegd tot:
De afdelingsmanagers van het cluster Beheer, het cluster Interne Dienstverlening en Advisering en het Projectbureau zijn bevoegd tot:
Bevoegdheden die op grond van artikel 4, zesde lid, van de Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden bij de teammanager blijven liggen.
Behorende bij besluit van 17 december 2024 met nummer 7.11
_______________________________________
1. BESTUURLIJK-JURIDISCHE AANGELEGENHEDEN
Alle teammanagers zijn bevoegd tot:
het opleggen van waarschuwingen op basis van de beleidsnota Aanpak agressie en geweld 2017 en het Protocol Veilige Publieke Taak (juli 2024) aan personen die geen medewerkers zijn van de gemeente Leiden. Het gaat hier om waarschuwingen vanwege agressie of geweld door inwoners, klanten en ondernemers tegen een medewerker van de gemeente Leiden.
Alle teammanagers zijn bevoegd tot:
Bevoegdheden die op grond van artikel 4, zevende lid, van de Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden bij de teamcoördinator blijven liggen.
_______________________________________
1. BESTUURLIJK-JURIDISCHE AANGELEGENHEDEN
De teamcoördinator van het cluster Stedelijke Ontwikkeling, afdeling Grond- en Vastgoedbedrijf is bevoegd tot:
het nemen van het besluit tot opdrachtverlening aan aannemers voor vastgoed dat in beheer is bij afdeling Grond- en Vastgoedbedrijf. Hierbij geldt de instructie dat een begrotingspost dan wel Rijksfinanciering hierin voorziet en dit past binnen het gemeentelijke aanbestedingsbeleid vanaf 1 juli 2015.
Alle teamcoördinatoren zijn bevoegd tot:
Bevoegdheden die op grond van artikel 4, achtste lid, van de Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden blijven liggen bij bepaalde specifieke functionarissen.
Behorende bij besluit van 17 december 2024 met nummer 7.11
_______________________________________
De gemeentearchivaris van Leiden is bevoegd tot:
De molenbeheerder van Molenmuseum de Valk is bevoegd tot:
Het hoofd Presentatie en Collecties van Museum De Lakenhal is bevoegd tot:
De ambtelijk opdrachtnemer is bevoegd tot:
De ambtelijk opdrachtgever is bevoegd tot:
het nemen van het besluit tot het voeren van verweer in civiele en strafrechtelijke procedures. Dit geldt ook voor het opstellen van het procesbesluit en het verstrekken van de daarbij horende machtiging. Voor deze bevoegdheid geldt de instructie dat de ambtelijk opdrachtgever de portefeuillehouder vooraf informeert.
De controller van de instelling DZB is bevoegd tot:
De privacy officer is bevoegd tot:
De conservator is bevoegd tot:
Bevoegdheden die op grond van artikel 4, negende lid van de Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden aan het college zijn verleend door externe bestuursorganen en uitvoeringspartners, of andersom.
Behorende bij besluit van 17 december 2024 met nummer 7.11
Deel 1 – Door de gemeente Leiden verleende mandaten
Hoofdstuk 1 Zorg- en Veiligheidshuis Hollands Midden van de gemeenschappelijke regeling Hecht en de organisatie Kwadraad
Hoofdstuk 2 Omgevingsdienst West-Holland (ODWH)
Hoofdstuk 3 Politie Regionale Eenheid Den Haag district Leiden
Hoofdstuk 4 Gemeentelijke Gezondheids Dienst Hollands Midden (GGD Hollands Midden)
Hoofdstuk 5 Jeugdteam Leidse Regio
Hoofdstuk 6 Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland (SOZ)
Hoofdstuk 7 Doelgroepenvervoer Forseti
Hoofdstuk 9 Regionaal Energieloket
Deel 2 – Aan de gemeente Leiden verleende mandaten
Hoofdstuk 10 Oegstgeest, Leiderdorp en Zoeterwoude
Hoofdstuk 13 Holland Rijnland / Holland Rijnland gemeenten
Deel 1 – Door de gemeente Leiden verleende mandaten
Hoofdstuk 1 Zorg- en Veiligheidshuis Hollands Midden van de gemeenschappelijke regeling Hecht en de organisatie Kwadraad
Hoofdstuk 2 Omgevingsdienst West-Holland (ODWH)
Hoofdstuk 3 Politie Regionale Eenheid Den Haag district Leiden
Hoofdstuk 4 Gemeentelijke Gezondheids Dienst Hollands Midden (GGD Hollands Midden)
Hoofdstuk 5 Jeugdteam Leidse Regio
Hoofdstuk 6 Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland (SOZ)
Hoofdstuk 7 Doelgroepenvervoer Forseti
Hoofdstuk 9 Regionaal Energieloket
Deel 2 – Aan de gemeente Leiden verleende mandaten
Hoofdstuk 10 Oegstgeest, Leiderdorp en Zoeterwoude
Hoofdstuk 13 Holland Rijnland / Holland Rijnland gemeenten
Toelichting Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden 2025
Voor u ligt de Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden 2025. Dit is een geactualiseerde versie van de Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden 2024 die hierbij ook is ingetrokken.
Vanaf 1 januari 2022 heeft de gemeente Leiden een Bevoegdhedenregeling met een nieuwe systematiek: die van de omgekeerde mandaatregeling.
In het algemeen deel van de toelichting:
In de artikelsgewijze toelichting geven wij – voor zover nodig – uitleg over de verschillende artikelen.
Ambtenaren nemen dagelijks besluiten in naam van de gemeente. Daarnaast verstrekken zij opdrachten en sluiten zij overeenkomsten. Het is voor iedereen van belang om te weten of ambtenaren deze handelingen ook mogen uitvoeren. Zijn zij wel bevoegd om zulke (rechts-)handelingen te verrichten? Het college en de burgemeester stellen daarom een Bevoegdhedenregeling vast waarin zij de verdeling van hun bevoegdheden regelen. Het verlenen van mandaat zorgt ervoor dat:
Mandaat, delegatie en attributie
Titel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Algemene wet bestuursrecht) gaat over mandaat, delegatie en attributie. Het publiekrecht gebruikt deze begrippen om duidelijk te maken op welke manier iemand een bevoegdheid krijgt. Attributie betekent dat in de wet staat dat een specifieke functionaris een nieuwe bevoegdheid krijgt. Voorbeelden hiervan zijn de bevoegdheid tot het heffen van leges (heffingsambtenaar) en de bevoegdheden van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Bij delegatie en mandaat laat een bestuursorgaan een bevoegdheid door een ander uitoefenen. Bij delegatie draagt het bestuursorgaan de bevoegdheid volledig over en verliest daardoor de zeggenschap. Bij mandaat laat het bestuursorgaan zijn bevoegdheid door een ander uitoefenen (maar mag dat ook zelf nog doen). Het bestuursorgaan blijft wel verantwoordelijk voor die bevoegdheidsuitoefening.
Deze Bevoegdhedenregeling heeft geen betrekking op geattribueerde bevoegdheden (zie artikel 2) en heeft ook geen betrekking op delegatie van bevoegdheden. De regeling heeft alleen betrekking op bevoegdheden die op grond van de wet bij het college of de burgemeester liggen en vervolgens worden gemandateerd.
Mandaat, volmacht en machtiging
Zoals hierboven is vermeld gaat deze regeling alleen over mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (artikel 10:1 Algemene wet bestuursrecht). Meestal verleent het bestuursorgaan mandaat aan ambtenaren maar het bestuursorgaan kan ook mandaat geven aan personen of ambten die geen deel uitmaken van de gemeentelijke organisatie (externen). De gemandateerde (degene die het mandaat krijgt) handelt namens de mandaatgever (het college of de burgemeester), maar de in mandaat genomen besluiten blijven de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.
Mandaat is een vorm van formele vertegenwoordiging voor het nemen van (publiekrechtelijke) besluiten. Daarnaast speelt feitelijke vertegenwoordiging een rol. Het kan nodig zijn dat ambtenaren feitelijke handelingen verrichten namens het college of de burgemeester. Voorbeelden hiervan zijn:
Als het gaat om feitelijke handelingen dan gebruik je de term machtiging. Tot slot kan het ook gaan om privaatrechtelijke handelingen die je uitvoert namens het bestuursorgaan. In dat geval is de juridische term volmacht. Zowel bij mandaat als bij machtiging en volmacht is sprake van vertegenwoordiging namens het bestuursorgaan. De Bevoegdhedenregeling heeft betrekking op allerdrie de vormen (zie artikel 3 t/m 7 en 9 van de regeling). Voor het gemak hanteren we steeds de term mandaat.
De Bevoegdhedenregeling bestaat uit een regelgevend kader dat een aantal artikelen bevat en uit verschillende bijlagen:
Bijlage 5 bevat de bevoegdheden die bij de afdelingsmanagers liggen. Hierbij geldt dat sommige bevoegdheden bij alle afdelingsmanagers liggen en andere bevoegdheden bij een specifieke afdelingsmanager van een bepaalde afdeling. Het is ook mogelijk dat bevoegdheden bij alle afdelingsmanagers van een bepaald cluster liggen.
De bevoegdheden die in de verschillende bijlagen zijn opgenomen zijn onderverdeeld in:
Systematiek omgekeerde mandaatregeling
De huidige methodiek (de omgekeerde mandaatregeling) wijkt af van de hiervoor gehanteerde systematiek. In de oude systematiek was het gebruikelijk om alle bevoegdheden die het college of de burgemeester mandateren met name te noemen in het mandaatregister, onder vermelding van de toepasselijk wet en het wetsartikel. Deze methode heeft voor- en nadelen.
Het belangrijkste voordeel is dat je vrij nauwkeurig kan nagegaan welke functionaris een bepaalde bevoegdheid heeft. Als een bevoegdheid niet is opgenomen in het mandaatregister dan is geen sprake van mandaat en is het college dan wel de burgemeester bevoegd.
Het grootste nadeel van deze methodiek is dat het mandaatbesluit snel veroudert en daardoor erg onderhoudsgevoelig is. Bij iedere wijziging in wetgeving moet je het mandaatbesluit aanpassen. Daarnaast is vaak sprake van een zeer uitgebreid document. Dat is niet heel gebruikersvriendelijk. Ook het feit dat alle bevoegdheden op een vergaande concrete wijze zijn beschreven, kan leiden tot problemen. Een kleine afwijking in de omschrijving leidt er al toe dat geen sprake is van een gegeven mandaat. Dit kan ten koste gaan van een efficiënte en effectieve uitvoering van bevoegdheden.
Het college en de burgemeester van de gemeente Leiden hebben sinds de Bevoegdhedenregeling 2022 gekozen voor een beknoptere en minder onderhoudsgevoelige systematiek.
Er is sprake van een zogenaamd omgekeerde mandaatregeling. Dit houdt in dat de Bevoegdhedenregeling alleen die bevoegdheden met name benoemt die niet zijn gemandateerd. Hierbij ligt de nadruk op slagvaardigheid van de gemeentelijke organisatie. Het uitgangspunt is dat bevoegdheden in beginsel op een zo laag mogelijk niveau liggen. Het resultaat van deze werkwijze is dat de meeste bevoegdheden zijn gemandateerd. Alles wat niet is opgesomd in de bijlagen is namelijk gemandateerd.
Het college en de burgemeester beschikken over een reeks van bevoegdheden. Sommige daarvan kunnen of mogen ze niet mandateren omdat de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet (artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht). Andere bevoegdheden kunnen zij in principe wel mandateren maar deze willen zij toch zelf uitoefenen uit politieke en bestuurlijke overwegingen. Deze bevoegdheden zijn allemaal opgenomen in bijlage 1. Bij de bevoegdheden van de burgemeester gaat het hierbij met name om bevoegdheden op het gebied van openbare orde en veiligheid. Deze bevoegdheden mag de burgemeester niet mandateren vanwege de aard van de bevoegdheid.
De bevoegdheden die in de bijlagen 2 t/m 8 staan zijn allemaal bevoegdheden die door het college of de burgemeester gemandateerd zijn, maar niet aan de medewerker. Zij liggen bijvoorbeeld op het niveau van de directeur of de afdelingsmanager. Het is hierbij van belang dat degene die het primaire besluit neemt niet mag beslissen op het bezwaar tegen dat besluit. Als bijvoorbeeld de afdelingsmanager het primaire besluit heeft genomen, moet de beslissing op bezwaar worden genomen door de directeur. Dit volgt uit artikel 10:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht gelezen in samenhang met de systematiek van deze Bevoegdhedenregeling. De keuze voor het niveau ligt in principe bij de clusters zelf. Wel is voor de personeelsaangelegenheden een keuze gemaakt die voor alle clusters hetzelfde is. De gedachte hierachter is dat het niet wenselijk is als bepaalde personele bevoegdheden in het ene cluster bijvoorbeeld bij de afdelingsmanager liggen en in het andere cluster bij de directeur.
Hogere functies kunnen bevoegdheden die op een lager functieniveau liggen ook altijd blijven uitoefenen. Dit is het gevolg van de opbouw van de ambtelijke organisatie (artikel 4, dertiende lid). Het is niet mogelijk om ondermandaat te verlenen voor bevoegdheden die op een bepaald niveau liggen (artikel 5, vierde lid).
Kenmerkend voor de systematiek van de omgekeerde mandaatregeling is dat de meeste bevoegdheden heel algemeen zijn omschreven. ER zijn wel een aantal voorwaarden waaraan functionarissen zich moeten houden. Deze staan in artikel 5 van de Bevoegdhedenregeling. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat een functionaris een mandaat alleen mag gebruiken als deze hoort bij:
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Hier omschrijven we enkele begrippen die in de regeling staan. De definities die we gebruiken zijn dezelfde als de definities die in het Organisatiebesluit en de Budgethoudersregeling staan.
De functies coördinerend senior, de operationeel manager en teamcoördinator bestaan vanaf de wijziging van de leidinggevendenstructuur per 1 januari 2022. De functie operationeel manager wordt op 1 januari 2024 vervangen door de functie teammanager. Er is een keuzemogelijkheid om voor één of meerdere van deze teamleidinggevende functies te kiezen. Dit is afhankelijk van de teamcontext.
Wij geven ook definities van enkele soorten overeenkomsten:
Dit doen we omdat in de praktijk veel vragen blijven bestaan over de bevoegdheid om een overeenkomst te sluiten. Er zijn enkele overeenkomsten die alleen het college mag sluiten. Met name van deze overeenkomsten geven wij een definitie. Daarbij is het goed om te bedenken dat in de praktijk veel verschillende definities bestaan en dat ook andere benamingen voorkomen. Zo kom je onder andere de volgende termen tegen: samenwerkingsovereenkomst, raamovereenkomst en intentieovereenkomst.
Niet de naam, maar de aard van de overeenkomst bepaalt of het college bevoegd is. Als de overeenkomst naar aard een bestuursovereenkomst is, dan is het college bevoegd. Ook als de naam van de overeenkomst samenwerkingsovereenkomst is. Uit de definities van convenant, bestuursovereenkomst en pps blijkt dat het hier om belangrijke overeenkomsten gaat die bij het college liggen.
Voor overige overeenkomsten is de afdelingsmanager bevoegd. Dit geldt in de praktijk voor de meeste overeenkomsten. Wel is het van belang om hierbij ook te letten op de Budgethoudersregeling gemeente Leiden. In deze regeling staan maximale bedragen waaraan de afdelingsmanager is gebonden. Bij overschrijding van dit bedrag is in principe de directeur van het cluster bevoegd.
In de Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden spreken we consequent over ‘het aangaan van overeenkomsten’. Hieronder valt automatisch ook de bevoegdheid tot wijzigen, beëindigen, ondertekenen en uitvoeren van de overeenkomst
Artikel 2. Geattribueerde bevoegdheden
De Bevoegdhedenregeling gemeente Leiden 2025 is vastgesteld door het college en door de burgemeester. De gemandateerde bevoegdheden betreffen alleen bevoegdheden van het college en de burgemeester. Geattribueerde bevoegdheden zijn bevoegdheden die in een wet of regeling aan een specifieke functionaris zijn toegekend. Het is aan de functionaris die de bevoegdheden geattribueerd heeft gekregen om te besluiten tot mandaatverlening en niet aan het college of de burgemeester. De bepalingen uit deze Bevoegdhedenregeling hebben alleen betrekking op bevoegdheden van het college en de burgemeester en niet op geattribueerde bevoegdheden.
Artikel 3 Mandaat portefeuillehouder en gemeentesecretaris
Dit artikel maakt onderscheid tussen de mandaten aan de portefeuillehouder (de zogenaamde bestuurlijke mandaten) en de mandaten aan de gemeentesecretaris. De bevoegdheden die het college of de burgemeester aan de gemeentesecretaris mandateren kunnen ook lager in de ambtelijke organisatie worden gelegd tot aan het niveau van de medewerker. Dit geldt voor alle bevoegdheden met uitzondering van de bevoegdheden die blijven liggen bij een bepaald functieniveau. De bevoegdheden die het college mandateert aan de portefeuillehouder blijven bij de portefeuillehouder. Er vindt geen ondermandatering plaats in de ambtelijke lijn.
Artikel 4 Mandaat overige functionarissen
Dit artikel geeft aan welke functionarissen in de lijn gemandateerd zijn. Hiervoor is aansluiting gezocht bij de leidinggevende structuur en de functiebenamingen die vanaf 1 januari 2022 van kracht zijn. Uitgangspunt is dat bevoegdheden tot het laagste niveau zijn ondergemandateerd, tenzij de bevoegdheid voorkomt op één van de bijlagen. Bevoegdheden die voorkomen op één van de bijlagen liggen bij het functieniveau waar de bijlage op betrekking heeft. Hogere functieniveaus kunnen deze bevoegdheden ook uitvoeren. Het is echter niet mogelijk om de bevoegdheden die op een bijlage staan verder te mandateren.
Dit artikel regelt de voorwaarden die gelden bij de mandatering van bevoegdheden. Dit betekent dat als niet is voldaan aan de voorwaarden, geen sprake is van een rechtsgeldig mandaat. De bevoegdheden zijn over het algemeen vrij algemeen en generiek geformuleerd. De voorwaarden zijn dat een mandaat slechts geldt als:
Tot slot geldt voor medewerkers dat zij alleen bevoegd zijn als het gaat om routinematige aangelegenheden. Dat wil zeggen werkzaamheden die herhaaldelijk worden uitgevoerd en die behoren tot het eigen cluster, de aan hen opgedragen opgave of tot het eigen werkterrein.
Artikel 6 Instructies uitoefening mandaat
De Algemene wet bestuursrecht biedt de mogelijkheid aan een mandaatgever om instructies te verbinden aan het mandaat (artikel 10:6 Algemene wet bestuursrecht). Het niet naleven van de instructies leidt niet tot onbevoegdheid van de gemandateerde functionaris. Dit is anders dan bij artikel 5 waarin de voorwaarden staan om te kunnen spreken van een geldig mandaat. Het verschil tussen beide artikelen heeft te maken met het feit dat uit jurisprudentie blijkt dat een mandaatbesluit duidelijkheid moet geven aan een burger over welke functionaris een mandaat heeft. Dit mag niet afhangen van een onzekere factor zoals de vraag of een besluit al dan niet politiek gevoelig is omdat hierdoor de rechtszekerheid in het geding komt. Daarom is gekozen voor de constructie waarbij sprake is van instructies voor de gemandateerde functionaris. Als de functionaris zich niet aan deze instructies houdt dan heeft dat geen externe rechtsgevolgen (het besluit is nog steeds bevoegd genomen) maar intern zal dit natuurlijk wel gevolgen kunnen hebben.
De gemeenteraad stelt de griffier aan. Deze behoort daarmee niet tot de ambtelijke organisatie. De bevoegdheden van de griffier staan grotendeels in de Gemeentewet. Daarnaast krijgt de griffier bevoegdheden vanuit de raad. Toch is het wenselijk dat het college bepaalde bevoegdheden mandateert aan de griffier. Het gaat hierbij om algemene bevoegdheden van het college die betrekking hebben op de griffie. In dit artikel staat welke bevoegdheden bij de griffier liggen. Op deze bevoegdheden is niet de systematiek van de omgekeerde mandaatregeling van toepassing.
Uit de ondertekening moet blijken welk bestuursorgaan oorspronkelijk bevoegd is. Daarnaast ondertekent de gemandateerde functionaris met zijn naam, de functiebenaming en de afdeling waar deze werkt. Het oorspronkelijk bevoegd bestuursorgaan zal vaak het college zijn. Artikel 171, lid 1 Gemeentewet bepaalt echter dat de burgemeester de gemeente in en buiten rechte vertegenwoordigt. Uit deze bepaling volgt dat de burgemeester bevoegd is tot het ondertekenen van overeenkomsten. De ondertekening van een overeenkomst vindt dus namens de burgemeester plaats. Andere bevoegdheden van de burgemeester liggen met name op het gebied van de openbare orde.
Artikel 9 Volmacht en machtiging
Dit artikel bepaalt dat de regels die op grond van deze Bevoegdhedenregeling gelden voor mandaat, ook van toepassing zijn op volmacht en machtiging. De term volmacht betekent dat het gaat om privaatrechtelijke bevoegdheden. De term machtiging gebruik je voor bevoegdheden die geen besluiten zijn en ook geen privaatrechtelijke handelingen.
Artikel 11 Intrekking vorige besluit
Bij de inwerkingtreding van de nieuwe Bevoegdhedenregeling wordt de laatst geldende Bevoegdhedenregeling ingetrokken.
Een besluit treedt pas in werking als het op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Na publicatie treedt dit besluit in werking per 1 januari 2025.
Deze bepaling spreekt voor zich. De citeertitel gebruik je met name in officiële (juridische) documenten, in de communicatie naar buiten en bij verwijzing naar de publicatie van de regeling op overheid.nl.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-14088.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.