Kennisgeving voornemen tot het sluiten van een overeenkomst met de stichting Stadgenoot, (hierna: ‘Stadgenoot’), voor de ontwikkeling van woningbouw (sociale - en middeldure huur), een broedplaats en horecaruimte op kavel 9A Amstelkwartier 3e fase te Amsterdam

De gemeente Amsterdam (directeur Grond & Ontwikkeling), hierna: ‘de gemeente’, heeft het voornemen een overeenkomst te sluiten met Stadgenoot voor de ontwikkeling van kavel 9A Amstelkwartier 3e fase te Amsterdam, kadastraal bekend als gemeente Amsterdam, sectie AG, nummers 1.614 (deels) en 2.305 (deels), tezamen groot ongeveer 2.576 m².

De overeenkomst betreft de ontwikkeling van een woonprogramma van minimaal 8.500 en maximaal 9.500 m² bvo met minimaal 95 en maximaal 100 woningen, waarvan minimaal 80 in de sociale huur en maximaal 15 in de middeldure huur, met daarnaast een niet-woonprogramma van minimaal 500 en maximaal 800 m² bvo broedplaats en minimaal 150 en maximaal 250 m² bvo horecaruimte. 

Met de voorgenomen overeenkomst geeft de gemeente uitvoering aan het Stedenbouwkundig Plan Amstelkwartier 3e fase, dat op 11 maart 2020 is vastgesteld en de afspraken tussen de gemeente en de Amsterdamse Federatie van Woning Corporaties (AFWC). De gemeente heeft samenwerkingsafspraken gemaakt met de AFWC over onder andere de voorrangspositie van de Amsterdamse woningcorporaties op nieuw uit te geven gemeentelijke locaties voor te bouwen sociale huurwoningen. De gemeente werkt daarbij volgens het vastgestelde selectiebeleid voor woningcorporaties. Voor kavel 9A is Stadgenoot geselecteerd als de partij die de sociale huurwoningen gaat ontwikkelen, realiseren en exploiteren. In aanvulling daarop wil Stadgenoot op kavel 9A ook een (beperkt) aantal middeldure huurwoningen ontwikkelen, realiseren en exploiteren.

De gemeente is van mening dat Stadgenoot - in het kader van de op kavel 9A beoogde planontwikkeling - als enige serieuze gegadigde in aanmerking komt om (ook) het aandeel middeldure huur in het woonprogramma en het niet-woonprogramma (broedplaats en horecaruimte), dat onderdeel uitmaakt van de planontwikkeling op kavel 9A, in erfpacht af te nemen, te ontwikkelen en te realiseren.

Hierbij zijn onder meer de volgende objectieve, toetsbare en redelijke criteria in acht genomen :

  • 1.

    De middeldure huurwoningen in het woonprogramma zijn bouwtechnisch/constructief onlosmakelijk verbonden met het overige woonprogramma (sociale huur) op kavel 9A, dat door Stadgenoot wordt ontwikkeld, gerealiseerd en geëxploiteerd.

  • 2.

    Het voor de middeldure huurwoningen benodigde deel van kavel 9A kan, gelet op de positionering hiervan (aan weerszijden ingeklemd tussen het overige woonprogramma met bijbehorende functies) en de geldende planregels, niet zelfstandig worden ontwikkeld.

  • 3.

    Het niet-woonprogramma is bouwtechnisch/constructief onlosmakelijk verbonden met het woonprogramma op kavel 9A, dat door Stadgenoot wordt ontwikkeld, gerealiseerd en geëxploiteerd.

  • 4.

    Het voor het niet-woonprogramma benodigde deel van kavel 9A kan, gelet op de positionering hiervan (aan boven- en weerszijden ingeklemd tussen het woonprogramma met bijbehorende functies) en de geldende planregels, niet zelfstandig worden ontwikkeld.

Vervaltermijn

Partijen die zich niet kunnen verenigen met dit voornemen, dienen uiterlijk 20 dagen na publicatie van het voornemen in het Gemeenteblad een gerechtelijke procedure in kort geding aanhangig te maken bij de afdeling privaatrecht van de rechtbank Amsterdam. Dit door middel van het laten uitbrengen van een dagvaarding in kort geding aan het adres van de gemeente Amsterdam.

De termijn van 20 kalenderdagen is een vervaltermijn. Indien niet binnen deze termijn een kort geding aanhangig is gemaakt, kunnen er geen aanspraken jegens de gemeente ter zake de ontwikkeling van de betreffende kavel worden gemaakt.

Naar boven