Omgevingsvisie gemeente Nijmegen

De gemeenteraad van Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn vergadering van [datum]

Besluit vast te stellen; 

Artikel I

De "Omgevingsvisie gemeente Nijmegen" zoals opgenomen in Bijlage A.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op [datum] 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van [datum] 

[Nog niet ondertekend]

Bijlage A Bijlage bij artikel I

Omgevingsvisie gemeente Nijmegen

1 EEN OMGEVINGSVISIE VOOR NIJMEGEN

1.1 INLEIDING

Nijmegen groeit in aantal inwoners, banen en bezoekers. Steeds meer mensen willen namelijk wonen, werken en verblijven in Nijmegen. Nijmegen gebruikt deze groei om een mooie toekomst te bouwen. Nijmegen werkt hierbij aan een nabije en rechtvaardige stad. Een stad die sociaal en gezond is, aantrekkelijk is, economisch veerkrachtig en duurzaam is.

Nijmegen wil een aantrekkelijke, nabije en rechtvaardige stad zijn. Dat gaat niet zomaar, want onze ruimtelijke opgaven zijn groot. Tegelijkertijd zijn de fysieke ruimte en middelen om onze ambities te bereiken beperkt. Dit betekent dat dilemma’s ontstaan. Daarom vindt Nijmegen het belangrijk om met deze omgevingsvisie keuzes te maken en zo richting te geven aan de ontwikkeling van de stad. 

Eerst lichten we hier kort het wettelijke kader toe, we gaan in op de functie van de omgevingsvisie, geven een beschrijving van Nijmegen en leggen uit hoe dit document is opgebouwd.

1.2 WAAROM EEN OMGEVINGSVISIE?

1.2.1 Wat is een omgevingsvisie?

De omgevingsvisie is een strategische integrale langetermijnvisie over de noodzakelijke en de gewenste ontwikkelingen van de fysieke leefomgeving in de gemeente. Een omgevingsvisie is bindend voor de overheid die de visie vaststelt, gaat over het grondgebied van die overheid, is vormvrij en moet integraal zijn. Dat betekent dat alle onderdelen van de fysieke leefomgeving in samenhang worden bekeken.

1.2.2 Een wenkend perspectief

Deze omgevingsvisie werkt ook als een wenkend perspectief om gezamenlijk met inwoners, bedrijven, instellingen en andere overheden te werken aan de toekomst van Nijmegen. In deze omgevingsvisie staan daarom verschillende illustraties en kaarten. Al het materiaal is op hoofdlijnen en illustratief. Grenzen zijn indicatief en duiden geen specifieke grenzen van ontwikkelingen aan. 

1.2.3 Geeft richting op hoofdlijnen

Deze omgevingsvisie geeft een beeld van de ruimtelijke ontwikkeling van Nijmegen tot 2050. Op die manier geven we op hoofdlijnen richting aan de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving. De Nijmeegse omgevingsvisie gaat over:

  • De belangrijkste kwaliteiten van de fysieke leefomgeving in Nijmegen en de stadsdelen;

  • De ruimtelijke opgaven tot 2050 en de doelen die Nijmegen in die periode wil behalen bij ontwikkeling, gebruik, beheer en bescherming van haar grondgebied;

  • De hoofdpunten van het relevante beleid voor de fysieke leefomgeving: hoe we de doelen willen behalen;

  • Een samenhangend beeld van de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de stad. We maken keuzes en stellen prioriteiten.

1.2.4 Omgevingswet

Elke overheid maakt een omgevingsvisie in het kader van de Omgevingswet. Deze wet is, met het oog op duurzame ontwikkeling, de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu, gericht op het in onderlinge samenhang: 

  • Bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, ook vanwege de intrinsieke waarde van de natuur, en

  • Doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoeften.

 

Onder duurzame ontwikkeling verstaat de Omgevingswet: ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden voor toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen. De wet moet voor minder regels zorgen, een samenhangende benadering van de leefomgeving bevorderen, ruimte voor lokaal maatwerk bieden en zorgen voor betere en snellere besluitvorming.

1.2.5 Rekening houden met milieubeginselen

Nijmegen heeft in de omgevingsvisie rekening gehouden met het voorzorgsbeginsel, het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden en het beginsel dat de vervuiler betaalt. 

1.2.6 Evenwichtige toedeling van functies aan locaties

Met deze omgevingsvisie geeft Nijmegen op hoofdlijnen richting aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Een evenwichtige toedeling van functies aan locaties betekent dat er een balans bestaat tussen verschillende functies die locaties binnen een gebied kunnen vervullen. Hierbij wordt de schaarse ruimte op een zo goed mogelijke wijze verdeeld, ingericht en benut. Dit betekent bijvoorbeeld dat er een balans moet bestaan tussen de mogelijkheid om een gebied te gebruiken en tegelijkertijd kwetsbare onderdelen te beschermen.

Deze toedeling van functies aan locaties wordt verder uitgewerkt in het omgevingsplan, waar regels aan activiteiten worden gesteld en functies aan locaties worden gekoppeld.

1.2.7 Een kader voor initiatieven

In de omgevingsvisie maken we keuzes over hoe en waarvoor we de beperkte ruimte in Nijmegen willen gebruiken. We weten dat niet alles kan. De inhoud van deze omgevingsvisie vormt het kader bij het gesprek over initiatieven die effect hebben op de fysieke leefomgeving. 

1.3 DIT IS NIJMEGEN: KERNKWALITEITEN

1.3.1 Inleiding

Nijmegen is de oudste stad van Nederland met veel historie, aantrekkelijke woonwijken en een waardevol landschap. Maar ook een bruisende stad met een jonge bevolking, bijzondere evenementen en een divers aanbod aan onderwijs, cultuur en horeca. Een rijke historie, levendigheid en een gevarieerd landschap zijn belangrijke kernkwaliteiten van Nijmegen.

1.3.2 Een aantrekkelijke stad

Nijmegen is een aantrekkelijke stad om in te wonen, werken en verblijven. De stad voorziet in een goede balans tussen rust en reuring, heeft een jonge bevolking, goede voorzieningen en is prachtig gelegen. Nijmegen is een sociale stad waar de inwoner centraal staat en iedereen mee kan doen. Nijmegen is ook een wendbare stad die zich weet aan te passen wanneer dat nodig is, zoals we hebben gezien bij de wederopbouw, de sprong over de Waal, de realisatie van de Spiegelwaal en het omarmen van het kanaal. 

1.3.3 Een stad met een rijke historie

Nijmegen heeft een rijke historie. Dit geeft de stad haar identiteit en is belangrijk bij de profilering van Nijmegen. Door de rijke historie beschikt Nijmegen zowel boven- als ondergronds over waardevol erfgoed, waaronder erfgoed van (inter-)nationaal belang en Unesco Werelderfgoed. Een aantal daarvan behoort tot de iconen van de stad, zoals de Stevenskerk.

1.3.4 Een stad met een bruisende binnenstad

Ons stadscentrum is een waardevol gebied en bepalend voor de aantrekkingskracht van Nijmegen. Het is een belangrijke toeristische bestemming en functioneert als centrum voor de omliggende regio. 

1.3.5 Een cultuur- en evenementenstad

Nijmegen is de thuisstad van bekende (sport)evenementen en cultuur zoals de 4Daagse(feesten), Zevenheuvelenloop, Music Meeting, Doornroosje, Nyma/Vasim, Stadsschouwburg, de Vereeniging en LUX. 

1.3.6 Een stad met veel onderwijsinstellingen

Met onder andere de Radboud Universiteit, Radboudumc, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, en ROC huisvest Nijmegen belangrijke regionale- en landelijke onderwijs- en onderzoeksinstellingen. Dit zorgt voor een aantrekkelijk ecosysteem voor de twee innovatieve clusters die onze stad kent: health & high tech. 

1.3.7 Een stad strategisch gelegen langs (inter-)nationale transportassen

Nijmegen is strategisch gelegen aan belangrijke (inter-)nationale transportassen zoals de Waal, Maas-Waalkanaal, A50/A15, A73 en de Betuwelijn.

1.3.8 Een stad met een gevarieerd landschap

Nijmegen biedt een unieke combinatie van stedelijkheid en natuur, water en landschap. Nijmegen heeft een divers en aantrekkelijk glooiend landschap, met voor Nederland aanzienlijke hoogteverschillen. Het natuurlijk systeem heeft tot 1900 in belangrijke mate de ontwikkeling van de stad bepaald. De ligging aan de Waal is bepalend voor de ontwikkeling en de identiteit van de stad. Vanuit de Grote Markt in de binnenstad is het slechts 700 meter lopen naar de Ooijpolder, onderdeel van nationaal landschap Gelderse Poort.

1.3.9 Een stad met bijzondere parken

Nijmegen heeft door de hele stad een uitgebreide groenstructuur met bijzondere stadsparken zoals het Valkhofpark, Kronenburgerpark, Rivierpark en Goffertpark. Maar ook met landgoederen zoals Brakkenstein. 

1.4 INTERNATIONALE, LANDELIJKE  EN LOKALE TRENDS EN ONTWIKKELINGEN

1.4.1 Inleiding

De wereld om ons heen is voortdurend in beweging en er komen steeds nieuwe vraagstukken op ons af. De druk op de ruimte neemt toe. Het ontbreekt Nijmegen aan uitbreidingsruimte en dus moet de bestaande ruimte slim worden benut.

Als groeiende stad heeft Nijmegen te maken met grote en lastige transities op het gebied van klimaat, energie, mobiliteit, milieu, demografie en circulaire economie. Transities die worden bepaald en gestuurd door landelijke, Europese en mondiale ontwikkelingen, maar met een grote impact op de Nijmeegse leefomgeving. Daarmee staan we als stad voor de keuze hoe met deze grote veranderingen om te gaan.

1.4.2 Demografie

Groei van het aantal inwoners

Nijmegen heeft ongeveer 189.000 inwoners (peildatum 1 januari 2025). De komende jaren blijft de bevolking van Nijmegen groeien, daarover zijn alle bestaande prognoses – zowel de eigen gemeentelijke prognose als de prognoses voor gemeenten die landelijk gemaakt worden door CBS en ABF - het eens. Over hoe sterk die groei zal zijn, lopen de scenario’s uiteen. De groei van de stad past in een landelijke trend van groei die zich concentreert in steden.

Jonge bevolking

Als studentenstad heeft Nijmegen een bevolkingsopbouw met veel jongeren. Het aantal jongeren blijft ook toenemen. Die opbouw en trend wijkt af van de regio en provincie, waar het aantal jongeren de komende decennia zal afnemen. 

Dubbele vergrijzing

Net als de rest van Nederland heeft Nijmegen al lang te maken met vergrijzing, een toename van de groep ouderen (65+). Maar de komende jaren zal steeds sterker sprake zijn van een “dubbele vergrijzing”. Dat wil zeggen dat dat binnen de groeiende groep ouderen steeds meer 80-plussers zullen zijn. In alle Nijmeegse wijken komen er meer ouderen te wonen. De (dubbele) vergrijzing zal een grote impact hebben op de woonbehoefte, zorgvraag en (zorg)voorzieningen in de wijken. 

Inwoneraantallen van Nijmegen
afbeelding binnen de regelingGemeente Nijmegen
1.4.3 Ruimtegebruik

Grote woonbehoefte

De behoefte aan ruimte om te wonen is groot. Op korte en lange termijn is er een grote opgave. Nijmegen staat in de landelijke top 5 van regio’s met het hoogste woningtekort. Hoeveel woningen nodig zijn (de woonbehoefte), is steeds moeilijker voorspelbaar. Dat komt doordat het steeds meer wordt bepaald door migratie en minder door geboortes. Nijmegen voert regelmatig woonbehoefteonderzoeken uit. Op basis van de laatste inzichten groeit Nijmegen tot en met 2030 sterk (met ongeveer 12.000 woningen). Tot 2040 fluctueren de voorspellingen, maar lijkt er sprake te zijn van een gematigde groei (5.000 tot 10.000 woningen). De ontwikkeling na 2040 is nog onzeker. Ook de kwalitatieve woonbehoefte verdient aandacht, bijvoorbeeld passende huisvesting voor ouderen die gezinswoningen kunnen vrijmaken.

Mobiliteitstransitie

Met de groei van Nijmegen neemt ook het aantal verplaatsingen toe, meer ruimte voor infrastructuur is er echter niet. Zonder verandering in de aanpak van mobiliteit lopen steden en regio’s vast. Veel steden, waaronder Nijmegen, maken daarom een transitie door op het gebied van mobiliteit. Het gaat om een transitie naar mobiliteit die minder ruimte vraagt en meer samenhangt met andere maatschappelijke doelen zoals gezondheid, leefbaarheid en duurzaamheid. 

1.4.4 Economie

Groeiende werkgelegenheid

De afgelopen jaren is het aantal banen in de stad sterk gegroeid. Nijmegen heeft een regiofunctie als werkstad. Bijna 60% van de Nijmeegse banen wordt ingevuld door inwoners van andere gemeenten en ruim de helft van de werkende Nijmegenaren doet dat buiten de eigen stad. Dat resulteert in veel in- en uitgaande pendel. 

Krapte op de arbeidsmarkt

Door vergrijzing zal in een groot deel van Nederland de potentiële beroepsbevolking afnemen. Nijmegen wijkt af van die trend. Naar verwachting stijgt de potentiële beroepsbevolking licht en daalt deze naar verwachting niet tot aan 2040. Krimp van de potentiële beroepsbevolking is een nieuw fenomeen waar de economie zich op aan zal moeten passen. Nu al kampen veel sectoren met een tekort aan arbeidskrachten, met als gevolg dat de groei van bedrijven, publieke diensten en grote opgaven zoals woningbouw en verduurzaming onder druk staan.

Vraag naar bedrijfsruimte neemt toe

Er is vraag naar uitbreiding van bedrijfsruimten, maar het aanbod in de stad is beperkt. Door krapte in het aanbod van werklocaties, bedrijfsruimte en kantoren stokt de doorstroming en kunnen bedrijven niet of moeilijk doorgroeien in Nijmegen. Op de Nijmeegse kantorenmarkt is sprake van een kwalitatieve mismatch (vooral tekorten op centrumlocaties en ruimten met gunstige energielabels).

1.4.5 Sociaal en maatschappelijk

Probleem van kansenongelijkheid

In Nederland is een toenemende kansenongelijkheid tussen bevolkingsgroepen, op de woningmarkt en in het onderwijs, maar ook op het gebied van inkomen, koopkracht en gezondheid. Onderwijsniveau is daarbij een belangrijk kenmerk. Er is een groeiende scheidslijn tussen praktisch en theoretisch opgeleiden.

In Nijmegen wonen veel theoretisch opgeleiden en veel praktisch opgeleiden, en juist relatief weinig mensen in middenberoepen. Dit maakt de groeiende scheidslijn tussen praktisch en theoretisch opgeleiden extra relevant voor Nijmegen. Kansenongelijkheid is ook ruimtelijk terug te zien, er loopt een scheidslijn door de stad (globaal Oost/Noord/Midden versus de rest) als het gaat om sociaal klimaat, inkomen, onderwijsniveau en gezondheid.

Gezondheidsverschillen

Steeds meer mensen hebben moeite om een gezond gewicht te houden. Jongeren ervaren steeds meer stress en kampen vaker met mentale problemen. Mensen met een praktische opleiding, laag inkomen en/of een migratieachtergrond leven gemiddeld 14 jaar korter in goede gezondheid en gaan gemiddeld 5 jaar eerder dood. Landelijk zien we dat de kloof tussen arm en rijk toeneemt en gezondheidsverschillen groter worden. Ook in Nijmegen zien we dat inwoners in kwetsbare wijken vaker moeite hebben met rondkomen en zich minder gezond voelen. 

Inwoners in een kwetsbare positie

In een groeiende stad is het vanzelfsprekend dat inwoners met eigen uitdagingen in onze stad wonen. De verwachting is dat het aantal inwoners in een kwetsbare positie zal toenemen. Het is belangrijk dat wijken een afspiegeling zijn van inwoners met meer en minder draagkracht. Er is onderling begrip nodig om fijn samen te kunnen leven in de stad. 

Digitalisering van de samenleving

De digitalisering heeft invloed op de samenleving en hoe we met elkaar omgaan. We zijn steeds minder afhankelijk van een bepaalde plek. Dit heeft invloed op het ruimte- en energiegebruik. Wonen en werken gaat steeds meer samen. Het belang van functiemenging voor een aantrekkelijke stad neemt toe. 

1.4.6 Duurzaamheid

Naar een duurzame energievoorziening

Wereldwijd is afgesproken om de uitstoot van broeikasgassen in te perken om zo verdere klimaatverandering tegen te gaan. Nederland wil in 2050 klimaatneutraal zijn en om die doelstelling te halen zijn grote transities nodig. Deze duurzaamheidstransities raken bijna alles wat we doen. Hoe we wonen, werken, onszelf verplaatsen, maar ook wat we produceren, hoe we recreëren en consumeren. Nederland richt haar beleid op de verduurzaming van vijf sectoren: energie, mobiliteit, industrie, gebouwde omgeving en landbouw.

Probleem van netcongestie

Het Nederlandse elektriciteitsnetwerk kan de snelheid van de energietransitie momenteel niet aan. Het aanbod (zon, wind) en de vraag (warmtepompen, elektrisch vervoer, nieuwbouw) groeit harder dan het elektriciteitsnetwerk zelf, met netcongestie tot gevolg. Maatregelen om de congestie aan te pakken zijn uitbreiding van het stroomnet, slimmer benutten van het net en met energiehubs vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen. Voor deze maatregelen is ruimte nodig. De situatie in Gelderland is nijpend, met als gevolg dat tot 2030 geen nieuwe zware bedrijfsaansluitingen mogelijk zijn. Maar ook de aansluiting van nieuwe woningen, voorzieningen en verduurzamingsprojecten zijn niet langer te garanderen.

Naar een klimaatadaptieve leefomgeving

Ons klimaat verandert en de gevolgen daarvan zijn steeds duidelijker merkbaar. Door klimaatverandering zal het in Nederland in alle seizoenen warmer zijn, met meer tropische dagen en minder vorstdagen. De winters worden natter en de zomers droger, ook ontstaan er zwaardere buien. Nederland is bovendien kwetsbaar voor een stijging van de zeespiegel. 

Schoon en voldoende drinkwater

De stijging van het aantal inwoners en de toenemende periodes van hitte en droogte vergroot de druk op het drinkwater. Drinkwaterbedrijf Vitens heeft aangekondigd dat er een risico is dat vanaf 2030 de levering van drinkwater niet meer onder alle omstandigheden kan worden gegarandeerd, bijvoorbeeld bij de aansluiting van nieuwbouw of in lange perioden van droogte.

Naar een circulaire economie

Nederland, de regio en gemeente Nijmegen zetten in op de transitie naar een circulaire economie. In samenwerking met de Groene Metropoolregio streven we ernaar om uit te groeien tot een nationaal en internationaal bekende circulaire topregio. Hoe de circulaire economie er precies uit komt te zien, is echter onduidelijk. Bijvoorbeeld op welke schaal de kringlopen gesloten worden. Die onduidelijkheid leidt tot onzekerheid over de ruimtelijke effecten van de transitie naar een circulaire economie. 

Biodiversiteitsverlies

Het aandeel en de kwaliteit van natuur en water neemt af in Nederland. De invloed van landbouw, bedrijven en verkeer op de kwaliteit van natuur en water in Nederland is door de stikstofcrisis een belangrijk onderwerp geworden. Nieuwe regels en uitspraken van rechters zorgen voor strenger nationaal beleid om natuur en water te beschermen. 

1.5 NIJMEGEN IN DE REGIO, PROVINCIAAL EN LANDELIJK PERSPECTIEF

1.5.1 Groene Metropoolregio

Nijmegen maakt onderdeel uit van de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen. De regio groeit hard en heeft elkaar nodig bij invulling van de ruimtelijke opgaven. Daarom werken we samen op thema's zoals verstedelijking, economie, bereikbaarheid, natuur en water. Regionaal is afgesproken dat woningbouw zoveel mogelijk plaatsvindt in bestaande steden en dorpen. Zo behouden we het groene landschap in onze regio. We zetten in de regio sterk in op de gezamenlijke opgave van de mobiliteitstransitie via de fiets, openbaar vervoer en alternatieven voor de auto. Op die manier geven we invulling aan de regionale strategie voor ‘Meer landschap, meer stad’. Hiervoor zijn ook afspraken gemaakt met de provincie Gelderland (regioarrangement) en het Rijk (NOVEX-gebied Arnhem-Nijmegen Foodvalley). Daarnaast zijn er afspraken over woningbouw en nieuwe werklocaties en herstructurering (RPW).

1.5.2 Provincie Gelderland

Nijmegen draagt bij aan de provinciale omgevingsvisie: Gaaf Gelderland. Doel van deze visie is een gezond, veilig, schoon en welvarend Gelderland. Hierin staan oplossingsrichtingen voor grote bovenlokale vraagstukken centraal, zoals het energievraagstuk, de klimaatverandering, uitputting van grondstoffen, kwetsbare biodiversiteit, verdere verstedelijking en de toenemende mobiliteit. Met de provincie maken we regionale afspraken over woningbouw en werklocaties.

De provincie actualiseert de omgevingsvisie Gaaf Gelderland uit 2018. In januari 2024 is de provincie gestart met een traject om de omgevingsvisie te vernieuwen.

1.5.3 Het Rijk

Samen met het Rijk werkt Nijmegen aan twee grootschalige woningbouwlocaties: Nijmegen Stationsgebied en Nijmegen Kanaalzone. In de landelijke grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties wordt een groot deel van de landelijke woningbouwopgave gerealiseerd. 

Het Rijk wijst in zijn Nationale Omgevingsvisie (NOVI) vier prioriteiten aan: ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie, een duurzaam en (circulair) economisch groeipotentieel, sterke en gezonde steden en regio’s, en een toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied.

Het Rijk werkt aan een nieuwe nota ruimte. Hiervoor is een voorontwerp gemaakt. Het voorontwerp volgt op de contourennotitie van het Rijk uit oktober en is een tussenstap op weg naar een ontwerp Nota Ruimte en vervolgens een definitieve Nota Ruimte, die een voor het Rijk bindende visie vormt.

Nijmegen in de regio
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van Nijmegen als groeiende stad in de regioStudio D / gemeente Nijmegen

1.6 LEESWIJZER

De omgevingsvisie is opgebouwd uit verschillende delen. Het eerste deel bestaat uit hoofdstukken 1, 2 en 3. Hoofdstuk 1 beschrijft de context waarbinnen de omgevingsvisie is opgesteld. In hoofdstuk 2 beschrijft Nijmegen op welke manier participatie heeft plaatsgevonden. In hoofdstuk 3 staat hoe Nijmegen naar de ontwikkeling van de stad kijkt en hoe we hieraan richting geven. Daarna volgt hoofdstuk 4 (deel 2) waarin de hoofdlijnen van het beleid zijn beschreven. Het derde deel bestaat uit hoofdstukken 5 en 6. In hoofdstuk 5 wordt het ruimtelijk beleid beschreven. De hoofdlijnen van het beleid en het ruimtelijk beleid worden in hoofdstuk 6 vertaalt naar de negen stadsdelen van Nijmegen. We sluiten de omgevingsvisie af met een hoofdstuk (7) (deel 4) over de inzet van beleidsinstrumenten, monitoring en evaluatie. 

2 PARTICIPATIE: SAMEN IN GESPREK MET ONZE STAD

2.1 INLEIDING

Bij het gesprek met de stad hebben we volgens twee kernprincipes gehandeld: integraal en open. Hiermee handelen we in de geest van de Omgevingswet. Daarnaast past dit bij de Nijmeegse kijk op participatie en democratische vernieuwing.

‘Integraal’ betekent dat deelnemers met diverse belangen (professionele partijen, bewoners, gemeente) met elkaar in gesprek gaan en dat we aandacht hebben voor tegengeluiden en voor belangen van partijen die niet fysiek aan tafel zitten.

‘Open’ betekent dat we transparant zijn over resultaten van bijeenkomsten/gesprekken, dat we aansluiten bij lopende initiatieven en netwerken in de stad en de Groene Metropoolregio en dat uitleg gegeven wordt over de belangenafwegingen en de keuzes die gemaakt en de prioritering die bepaald worden in de visie.

2.2 PARTICIPATIE OMGEVINGSVISIE

2.2.1 Inleiding

Voor de actualisatie van de omgevingsvisie is een participatieplan opgesteld. 

2.2.2 Doelen participatie
  • Belanghebbenden een stem geven: we geven belanghebbenden de kans om aan te geven wat vanuit hun perspectief belangrijk is voor de stad en hoe zijn kijken naar de dilemma’s waar we voor staan.

  • Plannen beter maken: veel kennis over de stad zit bij inwoners, bedrijven en organisaties. Door goed te luisteren naar de belangen, wensen, ideeën en zorgen van belanghebbenden, kunnen we betere plannen en visies maken.

  • Creativiteit en uitvoeringskracht aanboren: vele stakeholders onderschrijven de uitgangspunten uit de omgevingsvisie en willen bijdragen aan de uitvoering ervan.

  • Inhoudelijke kwaliteit van besluitvorming verbeteren: Samen maken we de stad. Als belangen vroegtijdig en breed worden meegewogen, meer perspectieven worden ingebracht en meer gebruik wordt gemaakt van de kennis en de creativiteit van de stad, dan wordt de inhoudelijke kwaliteit van besluiten hoger. Als we belanghebbenden vanaf het begin meenemen in de actualisatie, groeit het inzicht en begrip voor belangen van anderen en ook voor de dilemma’s waar we als stad voor staan. Een grotere gedragenheid helpt bij het vervolgproces en de besluitvorming die plaats gaat vinden aan het eind van dit proces.

2.2.3 Participatieonderdelen

Er wonen meer dan 189.000 mensen in Nijmegen. Met iedereen in gesprek gaan is niet mogelijk. Wel vindt de gemeente Nijmegen het wenselijk dat de omgevingsvisie zo veel mogelijk aansluit bij het perspectief van bewoners uit de stadsdelen. Uit ervaring weten we dat maar een beperkt deel van de inwoners participeert in beleidsprocessen. Dat is niet alleen in Nijmegen zo, maar ook landelijk. We hebben er rekening mee gehouden dat we niet alle belanghebbenden zullen horen. We zien dat niet als een gegeven en zetten daarom extra in om verschillende groepen te bereiken. Bovendien wil niet iedere stakeholder op dezelfde wijze betrokken worden. Vandaar dat we op verschillende manieren contact gelegd hebben. In het participatieverslag 'Samen in gesprek over onze stad’ zijn de uitkomsten van deze participatieonderdelen in woord en beeld opgenomen. 

Stadspanel

Voor de actualisatie van de omgevingsvisie hebben we meermaals het Nijmeegse stadspanel ingezet in de verkenningsfase. In oktober 2023 is de peiling ‘Groeien binnen de bestaande stad?’ uitgezet onder de panelleden van het stadspanel. In oktober 2023 is de peiling ‘Groeien binnen de bestaande stad?’ uitgezet onder de panelleden van het stadspanel. In oktober 2023 is ook de stadpeiling ‘Gezonde leefomgeving’ in het kader van de actualisatie van de omgevingsvisie uitgezet. De peiling ‘Energietransitie: wonen zonder aardgas’ is in februari 2024 uitgezet onder de panelleden.

Stadsgesprekken

In de maanden juni 2023 tot en met maart 2024 zijn verspreid over de stad stadsgesprekken gevoerd over acht inhoudelijke thema’s. Bij deze gesprekken zijn stedelijke partijen (woningcorporaties, bouwers, architecten, wijkraden, zorgpartners, kennisinstellingen etc.) uitgenodigd. 

  • Op 22 juni 2023 is de gemeente in gesprek gegaan over wonen in de stad. In deze bijeenkomst is het woonbehoeftenonderzoek besproken.

  • Op 2 november 2023 hebben we gesproken over de plek van mobiliteit in onze prettige leefomgeving.

  • Op 13 november is het thema bouwen binnen de grenzen van de stad besproken.

  • Op 28 november zijn we in gesprek gegaan over ons naoorlogse erfgoed.

  • Op 11 januari 2024 hebben we gesproken over de impact van de circulaire economie.

  • Op 12 maart 2024 zijn we in gesprek gegaan over wonen en zorg.

  • Op 25 maart 2024 zijn we met elkaar in gesprek gegaan over de impact van de energietransitie op Nijmegen.

 

Van ieder gesprek is een verslag en een infographic met de belangrijkste onderwerpen gemaakt. Deze zijn te vinden het participatieverslag ‘Samen in gesprek over onze stad’.

Gesprekken met enkele specifieke stakeholders

We zijn in gesprek gegaan met een aantal specifieke stakeholders/stakeholdergroepen. De actualisatie van de omgevingsvisie van Nijmegen heeft op de agenda gestaan bij de adviesraden, de regiogemeenten en de woningbouwcorporaties. Met hen is besproken hoe zij kijken naar de stad en de thema’s die hier in de komende jaren aan de orde zijn. De ontwerp-omgevingsvisie is in concept voorgelegd aan deze stakeholders om ze mee te nemen in de visie en ambities van de gemeente Nijmegen voor de komende jaren.

Stadsdeelgesprekken

Onze gekozen aanpak heeft zich in de fase van het maken van de gebiedsuitwerkingen gericht op het scherp(er) krijgen van het bewonersperspectief. Hiertoe zijn stadsdeelgesprekken georganiseerd om zoveel mogelijk van de onderliggende belangen die bewoners hebben met betrekking tot de ruimtelijke opgaven in de stad in kaart te brengen.

Ruim 40 bewoners zijn uitgenodigd voor een belangengesprek. Dit type gesprek is bedoeld om duidelijkheid te verschaffen over de belangen die spelen en gemeentelijke aannames te toetsen. Bij (bijna alle) de belangengesprekken was er naast de gespreksleider een wijkregisseur van de gemeente Nijmegen aanwezig, evenals een lid van het kernteam dat verantwoordelijk is voor het schrijven van de gebiedsuitwerkingen. Dit had twee doelen: ten eerste konden de ambtenaren uit eerste hand waardevolle kennis en informatie verzamelen voor de gebiedsuitwerkingen, en ten tweede kon de relatie worden versterkt tussen de gemeente en bewoners. Iets wat de gemeente ook op langere termijn ambieert.

De gesprekken zijn gevoerd als informatief gesprek en niet in de vorm van een dialoog of discussie. De gemeente heeft deelgenomen aan de gesprekken om te luisteren en niet om beleidskeuzes toe te lichten of te vertegenwoordigen. Er zijn in de gesprekken geen keuzes of afspraken gemaakt.

In ieder stadsdeel, behalve in stadsdeel Centrum, is met bewoners gesproken die zijn aangedragen door de wijkregisseurs op basis van de contacten die zij in de stadsdelen hebben met de wijkraden. De bewoners met betrokkenheid bij de wijkraad kennen de wijken en de omstandigheden in de stadsdelen en hebben een goed beeld wat er leeft in de wijk. De gesprekspartners verschillen in leeftijd, afkomst, opleidingsniveau en beroep, maar delen allemaal een diepgaande betrokkenheid bij de stad Nijmegen. De gesprekken hebben plaatsgevonden op persoonlijke titel zonder dat de gesprekspartners alle bewoners hoefden te vertegenwoordigen.

In de meeste stadsdeelgesprekken zijn niet alleen de consequenties van het ruimtelijk beleid van de gemeente ten aanzien van woningbouw, milieu/duurzaamheid en transities ten aanzien van warmte, energie en mobiliteit onderwerpen van gesprek geweest. Ook de wijze waarop de gemeente Nijmegen de bewoners betrekt bij het maken van beleid, het uitvoeren van projecten en het oplossen van problemen in de leefomgeving is aan bod gekomen.

3 TOEKOMSTBEELD

3.1 INLEIDING

In dit hoofdstuk beschrijft Nijmegen de centrale ambitie, leidende principes en de hoofddoelen richting 2050. Met de centrale ambitie beschrijft Nijmegen wat we richting 2050 proberen te bereiken: een nabije en rechtvaardige stad. De leidende principes vertellen waar Nijmegen rekening mee houdt in de ontwikkeling van de stad. 

3.2 CENTRALE AMBITIE: EEN NABIJE EN RECHTVAARDIGE STAD

3.2.1 Inleiding

Nijmegen heeft de ambitie om in 2050 een nabije en rechtvaardige stad te zijn. Nijmegen wil namelijk dat huidige en toekomstige generaties goed, gezond en veilig kunnen wonen, werken en verblijven in Nijmegen.

3.2.2 Nabije stad
Centrale ambitie: De nabije en rechtvaardige stad
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen

Om onze ambitie voor 2050 waar te maken en daarbij de groei van de stad op een duurzame en gezonde manier vorm te geven, kiest Nijmegen ervoor toe te werken naar een nabije stad. Met een nabije stad bedoelt Nijmegen twee dingen:

  • Ruimtelijke nabijheid: de ambitie om gebruikers van Nijmegen de mogelijkheid te bieden om voorzieningen voor het dagelijkse leven, als dit mogelijk is, op loop- of fietsafstand te bereiken. Waar het kan streven we functiemenging na. De openbare ruimte is bij voorkeur zo ontworpen dat het een compacte stad kan dragen. 

  • Sociale nabijheid: de ambitie om inwoners de mogelijkheid te bieden deel te laten nemen aan de samenleving, elkaar, of nieuwe mensen te ontmoeten, de mogelijkheid om te werken aan het bouwen van gemeenschappen en dat bedrijven ideeën kunnen uitwisselen. Dit zorgt voor een sterke sociale basis, sociale cohesie, culturele diversiteit, inclusiviteit en economische vernieuwing. Bij sociale nabijheid hoort ook elkaar de ruimte geven, eigen verantwoordelijkheid nemen en plek bieden aan mensen die ondersteuning nodig hebben. 

Visie en opgaven Omgevingsvisie 2050
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen
3.2.3 Rechtvaardige stad

Nijmegen wil een rechtvaardige stad zijn. Alle opgaven waar Nijmegen voor staat, vragen een politieke keuze en richting. Nijmegen wil hierbij rechtvaardige keuzes maken over de verdeling van lusten en lasten. Nijmegen heeft aandacht voor verschillende onderdelen van ruimtelijke rechtvaardigheid. Zoals in de mobiliteitstransitie, het versterken van ontmoetingsplekken en voorzieningen. 

3.2.4 Illustratie nabije en rechtvaardige stad

Om het toekomstbeeld inzichtelijk te maken is een illustratie gemaakt van Nijmegen in ontwikkeling richting 2050. Dit beeld laat schetsmatig zien welke opgaven in Nijmegen spelen en landen. Zo is te zien dat Nijmegen werkt aan verschillende hoogstedelijke gebieden rondom openbaar vervoersknooppunten. Daarnaast zijn de economische ontwikkeling, verduurzaming en klimaatadaptatie schetsmatig uitgebeeld. 

3.3 LEIDENDE PRINCIPES

3.3.1 Inleiding

Niemand kan voorspellen hoe de wereld er in 2050 uitziet. De ontwikkeling van een stad is een dynamisch proces. Daarom is deze omgevingsvisie geen blauwdruk voor 2050. We vinden het belangrijk om in de ontwikkeling van de stad vast te houden aan onderwerpen die we belangrijk vinden. Daarom werkt Nijmegen met leidende principes.

3.3.2 Samen met de stad en de regio

Nijmegen is trots op haar inwoners, bedrijven en instellingen en werkt samen om onze doelen te halen. We blijven in gesprek met de stad. We vragen binnen hun mogelijkheden een actieve houding van onze inwoners. We hebben oog voor de regionale effecten, samenhang en kansen voor regionale samenwerking bij het maken van keuzes.

3.3.3 Slim ruimtegebruik

De ruimte in Nijmegen is schaars. Daar willen we dus zuinig mee omgaan. Daarom proberen we zoveel mogelijk functies slim te combineren, passend binnen ons idee van een nabije en rechtvaardige stad. Zo komen we tot een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Vertrekpunt bij nieuwe ontwikkelingen is de ruimtelijke eigenheid van een gebied. De mobiliteitstransitie is belangrijk om te kunnen werken aan een goed gebruik van de schaarse ruimte. 

3.3.4 Werken aan de brede welvaart

Nijmegen heeft een brede blik op de ontwikkeling van de stad. Wanneer we werken aan de uitvoering van de omgevingsvisie in beleid, of projecten bekijken we ze vanuit verschillende perspectieven: de mens, de planeet en de economie. Nijmegen streeft hierbij naar een eerlijke verdeling van lusten en lasten. We staan in ons denken stil bij de gevolgen van keuzes voor de gebruikers van de stad. We staan in ons denken ook stil bij de gevolgen elders en voor toekomstige generaties. Water en bodem zijn richtinggevend in wat qua ruimtelijke ontwikkeling en ruimtegebruik mogelijk is.

3.3.5 De rechtvaardige stad

In Nijmegen vinden we ruimtelijke rechtvaardigheid cruciaal voor een inclusieve en eerlijke stad. We willen dat ruimtelijke ontwikkelingen bijdragen aan kansengelijkheid en sociale verbinding en dat iedereen zich thuis voelt in de stad. Hierbij hebben we aandacht voor verschillen tussen stadsdelen en investeren we waar nodig ongelijk voor gelijke leefkwaliteit. Zo bouwen we samen aan een stad waarin iedereen, ongeacht achtergrond of woonplek, eerlijke kansen krijgt om zich te ontwikkelen en volwaardig mee te doen.

3.3.6 Bijdragen aan de gezonde leefomgeving

Bij de groei en ontwikkeling van de stad beschermen, bevorderen en faciliteren we actief een gezonde leefomgeving. Door een schoon milieu te waarborgen en negatieve omgevingsfactoren zoals luchtvervuiling en hittestress te verminderen, beschermen we de gezondheid van inwoners. We faciliteren gezondheid door een beweegvriendelijke, groene en veilige omgeving in te richten, met voldoende aantrekkelijke voorzieningen en ruimte voor ontmoeten. Een prettige en veilige leefomgeving draagt bij aan welzijn en gelijke kansen voor iedereen. 

3.3.7 Ontwikkelingen dragen bij aan de hoofdlijnen van het beleid

Nijmegen werkt aan de nabije en rechtvaardige stad via 4 beleidshoofdlijnen. Deze zijn: de sociale en gezonde stad, de aantrekkelijke stad, de economisch veerkrachtige stad en de duurzame stad. We proberen zoveel mogelijk kansen te benutten om deze hoofdlijnen te combineren. Ontwikkelingen dragen bij aan de hoofdlijnen van het beleid. Als het nodig is geven we onze hoofddoelen prioriteit. Dat betekent dat gezondheid, woningbouw, klimaatadaptatie, energietransitie en circulariteit prioriteit krijgen.

3.4 WERKEN MET DE LEIDENDE PRINCIPES

De leidende principes zijn toegepast in deze omgevingsvisie. Ze hebben daarmee invloed gehad op de hoofdlijnen van het beleid en de ruimtelijke strategie. Bij het maken van thematisch beleid voor de fysieke leefomgeving, gebiedsvisies, ruimtelijke projecten en bij ruimtelijke initiatieven uit de stad, neemt Nijmegen de leidende principes mee. Hiermee geven we richting aan de toekomst en dagen we uit om te komen tot innovatieve ideeën en oplossing. 

4 BELEIDSDOELEN

4.1 HOOFDLIJNEN VAN BELEID

In het vorige hoofdstuk heeft Nijmegen beschreven dat het de ambitie heeft een nabije en rechtvaardige stad te zijn. Nijmegen bereikt dit door te werken aan vier 'hoofdlijnen van beleid':

  • We zijn een Sociale en gezonde stad. Daarmee laat Nijmegen zien hoe we gezondheid beschermen en bevorderen door het creëren en behouden van een gezonde leefomgeving. Daarnaast bevorderen we een inclusieve, veilige en veerkrachtige stad met een sterke sociale basis. 

  • We zijn een Economisch veerkrachtige stad. Daarmee laten we zien hoe we werken aan een toekomstbestendige economie die duurzaam is en de brede welvaart van onze inwoners bevordert. 

  • We zijn een Aantrekkelijke stad. Daarmee laat Nijmegen zien hoe we werken aan rechtvaardige mobiliteit, voldoende ruimte voor wonen en het behouden van ons waardevolle erfgoed. 

  • We zijn een Duurzame stad. Daarmee laten we zien hoe we werken aan klimaatadaptatie, biodiversiteit, een klimaatneutrale stad en een circulaire economie. 

Vier hoofdlijnen van het beleid
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen

Deze vier hoofdlijnen van het beleid worden in dit hoofdstuk uitgelegd. 

4.2 HOOFDDOELEN

Naast de hoofdlijnen van beleid, hanteert we in Nijmegen vier hoofddoelen die we in ieder geval willen bereiken. Met deze hoofddoelen stellen we dus prioriteiten voor ons beleid voor de fysieke leefomgeving. 

  • Het doel is het terugdringen van het woningtekort tot 2%. Om dat te bereiken zetten we van 2024 tot 2040 in op toevoeging van 17.000 tot 22.000 woonruimten. 

  • In 2030 hebben we het doel van 55% CO2 reductie behaald. Nijmegen is in 2050 klimaatneutraal en draagt bij aan een volledig-circulaire economie.

  • We hebben het doel een gezonde stad te zijn. Nijmegen werkt continu aan een gezonde fysieke leefomgeving. Dat drukken we daarom niet in de tijd uit. Wel zijn we in 2030 een beweegvriendelijke stad. 

  • In 2050 willen we de stad klimaatadaptief hebben ingericht. De prioritaire gebieden willen we in 2035 klimaatadaptief met voorrang hebben aangepakt. Maar er zal meer tijd nodig zijn voordat de gebieden volledig klimaatadaptief zijn. 

In het vorige hoofdstuk heeft Nijmegen beschreven dat het de ambitie heeft een nabije en rechtvaardige stad te zijn. Nijmegen bereikt dit door te werken aan 4 beleidshoofdlijnen: de sociale en gezonde stad, de aantrekkelijke stad, de economisch veerkrachtige stad en de duurzame stad. Deze ‘hoofdlijnen van het beleid’ worden in dit hoofdstuk uitgelegd.

4.3 HOOFDLIJN: SOCIALE EN GEZONDE STAD

4.3.1 Inleiding

Nijmegen werkt aan een gezonde stad waar mensen gezond kunnen leven. Nijmegen wil graag een beweegvriendelijk stad zijn. Omdat de stad verstedelijkt en intensiever wordt bebouwd, is het belangrijk dat er genoeg aandacht is voor de gezonde leefomgeving. Ruimte voor o.a. groen, bewegen, ontspanning, verbinding en ontmoeten is dan essentieel voor inwoners om gezond te kunnen blijven leven. Volgens Nijmegen is een sociale en gezonde stad:

  • Een stad die als prettig wordt ervaren, en die uitnodigt tot gezond gedrag zoals bewegen, sporten en gezond eten. 

  • Een stad waar gewerkt wordt aan een gezond milieu en een groene, gezonde en klimaatbestendige omgeving. 

  • Een stad met ruimte voor ontmoeten, werk en een sterke sociale basis. Met wijken waar voldoende ruimte is voor ontmoeten en verbinden. 

  • Een stad waar de negatieve omgevingsfactoren zo min mogelijk invloed hebben op de gezondheid. 

Een gezonde leefomgeving is een breed thema dat verschillende beleidsterreinen en thema’s raakt. Dit vraagt om samenwerking tussen verschillende beleidsterreinen. Diverse thema’s komen terug in andere hoofddoelen. Om gezondheid onderdeel te maken van ruimtelijke ontwikkelingen definiëren we acht onderwerpen die richting geven aan een gezonde leefomgeving.

4.3.2 We stimuleren een beweegvriendelijke omgeving
4.3.2.1 Wat is de opgave?

Bewegen is belangrijk voor de gezondheid van iedereen. Nijmegen wil een stad zijn die mensen stimuleert, faciliteert en uitdaagt om te bewegen. Wandelen voor plezier staat in Nederland bovenaan de lijst van de meest ondernomen vrijetijdsactiviteiten en de trend is dat bewegen in de openbare ruimte toeneemt. Tegelijkertijd verdicht de stad en wordt de openbare ruimte schaarser. Daarom is het belangrijk dat we bij de infrastructuur in de stad oog voor de menselijke maat hebben en voldoende ruimte blijven creëren voor bewegen. Om te zorgen dat de stad in de toekomst leefbaar en bereikbaar blijft, moeten we inzetten op de mobiliteitstransitie. Ook is er ruimte nodig voor ontmoeting, georganiseerde én ongeorganiseerde sporten. Ongeveer de helft van de volwassen Nijmegenaren sport ongeorganiseerd en doet dat alleen of met iemand anders. Bewegen en ontmoeten, op welke manier dan ook, dragen bij aan de sociale en motorische ontwikkeling van kinderen, verlaagt het risico op ziekten, en stimuleert sociale verbinding en participatie van inwoners. Openbare ruimten en voorzieningen voor bewegen moeten goed onderhouden, verspreid en toegankelijk zijn. 

Bewegen, ontmoeten, spelen en sporten
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van veilige sport- en wandelroutes door de stadStudio D / gemeente Nijmegen
4.3.2.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Bij de (her)inrichting van infrastructuur geven we zo veel mogelijk ruimte aan voetgangers, fietsers en goed openbaar vervoer. Ook bieden we alternatieven voor de auto, zoals stadsrandhubs en deelmobiliteit. We creëren een infrastructuur die voetgangers en fietsers een veilige, comfortabele route biedt en die actief vervoer de aantrekkelijkste keuze maakt. We willen primaire voorzieningen actief inrichten op voetgangers en fietsers om de druk van auto’s te verminderen. Dit zorgt voor een veilige en overzichtelijke omgeving, met ruimte voor bewegen en groen, waarbij de auto soms op afstand staat. 

Met het BOSS-kader (Bewegen, Ontmoeten, Sporten en Spelen) realiseren we een dekkend netwerk per stadsdeel voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten. We zorgen voor een paar grote groene sociale knooppunten, dit zijn plekken voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten voor 0 tot 100 jaar. Ook zorgen we voor goede kleine ontmoetplekken in de buurt en ruimte voor spelen op straat en in het groen. We verbinden deze plekken met veilige routes, zodat kinderen snel zelf op pad kunnen en er een gevarieerd speellandschap ontstaat. De groene sociale knooppunten combineren we als dit mogelijk is met koelteplekken. Voor georganiseerde sporten reserveren we voldoende ruimte voor sportfaciliteiten. Voor ongeorganiseerd sporten hebben we de ambitie de openbare ruimte zo in te richten dat deze uitnodigt tot bewegen en sporten. Verspreid over de stad wijzen we, per stadsdeel, één of meer bovenwijkse beweegnetwerken aan. Dit netwerk bestaat uit groen, beweegvoorzieningen en routes die uitnodigen om in beweging te komen voor alle doelgroepen uit de hele stad. Deze plekken vragen om veel ruimte en dragen ook bij aan onze ambitie om het regenwater zoveel mogelijk vast te houden en te infiltreren. 

We maken werk van de ‘vernieuwingsgolf openbare ruimte’ en kiezen bij onderhoud en vervanging voor een toegankelijke en toekomst bestendige openbare ruimte met meer groen, die veilig is en ruimte biedt voor klimaatadaptatie, ontmoeting, sport, spel en beweging.

4.3.3 We zorgen voor een gezond milieu
4.3.3.1 Wat is de opgave?

Een gezonde stad vereist goede milieukwaliteit, met schone lucht, water en bodem, een rookvrije omgeving, minder lawaai en beperkte geur- en lichthinder. Met de toenemende druk op de openbare ruimte is het extra belangrijk om een gezond milieu te waarborgen. Binnenkort worden, op basis van WHO-advies uit 2021, nieuwe EU-grenswaarden vastgesteld. Stille plekken zijn belangrijk om de drukte te ontlopen en te ‘ontstressen’. Rust in eigen huis is nodig, maar ook een rustige plek niet te ver van huis. 

Gezonde leefomgeving
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van plekken, bezigheden en korte routes ten behoeven van BOSSStudio D / gemeente Nijmegen
4.3.3.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Met de actieve deelname aan het landelijk Schone Lucht Akkoord (SLA) en het uitvoeringsprogramma “Op weg naar een gezonde luchtkwaliteit 2020-2030” werken we aan het verminderen van de uitstoot van schadelijke stoffen van de verschillende bronnen in combinatie met voldoende afstand tussen bronnen en gevoelige groepen. Op termijn streven we ernaar om te voldoen aan de recente WHO-advieswaarden. We zetten in op het ontmoedigen van houtstook door middel van voorlichting, communicatie en financiële prikkels om te stoppen met het stoken van hout. Een stadsbreed (gedeeltelijk) verbod op houtstook blijkt in de praktijk lastig. Houtstook veroorzaakt overlast en gezondheidsschade. Het streven is met deze genoemde maatregelen een verbetering van de luchtkwaliteit te bereiken én minder overlast voor omwonenden. Mocht dit niet voldoende blijken, dankijken we binnen het programma luchtkwaliteit naar aanvullende maatregelen. 

We streven naar schoon en emissieloos bouwen, zowel voor circulariteit, energietransitie als voor luchtkwaliteit. We nemen maatregelen voor schone mobiliteit, zowel op de weg als op het water. We stellen een agenda voor uitstootvrije mobiliteit op. Dit doen we om de luchtkwaliteit en daarmee gezondheid van inwoners te verbeteren én om bij te dragen aan klimaatdoelstellingen. 

Binnen de kaders van de gebiedsvisie TPN-West werken we aan vermindering van de milieudruk (uitstoot schadelijke stoffen zoals NOx en Zeer Zorgwekkende Stoffen; hinder van geur, geluid en trillingen en externe veiligheid) op de directe omgeving en omliggende woonwijken. Ook streven we naar duurzaam transport en mobiliteit over weg en water voor TPN West.

Bij zowel vergunningverlening als bij de ontwikkeling van ruimtelijke projecten, sturen we erop dat er geen geurgevoelige gebouwen en locaties boven de in ons beleid vastgestelde richtwaarde komen te liggen. We wijzen geurgevoelige gebouwen en locaties aan in het omgevingsplan en voeren actief toezicht uit op de emissies van geur. We zorgen ervoor dat we beschikken over een actueel inzicht van de geuremissies door bedrijven. Aandachtspunt is geplande hoogbouw waarbij geurbelasting anders kan zijn dan op maaiveld. 

We beschermen omwonenden tegen industriële emissies door vergunningen van bedrijven tijdig te actualiseren en zo scherp mogelijk te vergunnen. Op basis van de nieuwe Richtlijn Industriële Emissies wordt zoveel mogelijk aan de onderkant van de BBT (Best Beschikbare Technieken) range vergund. We communiceren daarbij actief naar omwonenden en betrekken hen hierbij. We stimuleren bedrijven om invulling te geven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. We voeren actief toezicht uit op de emissies van schadelijke stoffen door bedrijven en zorgen ervoor dat we een actueel inzicht hebben van de emissies door bedrijven.

We continueren of stellen Nijmeegse waarden vast in ons omgevingsplan op het gebied van lucht, geluid en bodem. Hierbij kan differentiatie ontstaan tussen verschillende gebieden in het omgevingsplan. Dit gebeurt zoveel mogelijk in overeenstemming met bijvoorbeeld GGD-advieswaarden voor lucht en geluid. Bestaande voorbeelden zijn strengere waarden voor geluid in woongebieden. Bij ontwikkelingen houden we voldoende afstand tussen schadelijke bronnen en gevoelige bestemmingen zoals woningen, scholen en kinderopvang, zoveel mogelijk in overeenstemming met de landelijke GGD-richtlijn. 

4.3.4 We zorgen voor een groene, gezonde én klimaatbestendige omgeving
4.3.4.1 Wat is de opgave?

Een gezonde stad vraagt om voldoende groen en aanpassingen om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Het KNMI voorspelt dat door klimaatverandering de gemiddelde temperatuur stijgt en dat warme tropische dagen vaker zullen voorkomen. Om voorbereid te zijn op klimaatverandering is het belangrijk dat inwoners worden beschermd tegen perioden van (extreme) hitte en bovenmatige blootstelling aan uv-straling. Groen werkt daarbij verkoelend doordat het schaduw biedt en water verdampt. Het is daarom belangrijk dat er voldoende groen aanwezig is in de stad. Omdat de stad aan het verdichten is, hebben we expliciet aandacht voor de balans tussen intensiever bebouwen en vergroenen. Naast dat groen belangrijk is voor klimaatadaptatie speelt het ook een belangrijke rol bij een gezonde leefstijl en de mentale gezondheid van mensen. Groen dichtbij huis en voldoende groen in de stad zijn van cruciaal belang voor de gezondheid van onze inwoners. 

4.3.4.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

We hebben de ambitie dat groen voor iedereen bereikbaar is en van goede kwaliteit is voor zowel mensen als dieren en planten. We willen dat inwoners op korte afstand van hun woning kunnen ontspannen en genieten in het groen. Van groene sociale knooppunten, plantsoenen, buurtparkjes en stadstuinen met voldoende schaduw. In de paragraaf ‘Duurzame Stad’ worden meer maatregelen toegelicht.

4.3.5 We zorgen voor voldoende ruimte voor ontmoeten en verbinden in de wijken
4.3.5.1 Wat is de opgave?

Ruimte voor ontmoeten en verbinden is cruciaal voor de gezondheid van inwoners en een sterke sociale basis. In tijden van individualisering is het extra belangrijk dat de omgeving uitnodigt tot ontmoeting. In Nijmegen leven we samen in de stad. Je verbonden voelen met anderen is belangrijk voor de eigen gezondheid, maar ook voor de sociale cohesie in de wijk. Elkaar tegenkomen op straat, op aantrekkelijke plekken in de buurt, bij sociale wijkondernemingen, op ontmoetlocaties die door bewoners zijn opgezet, bij wijkcentra of in het centrum draagt bij aan mentaal welbevinden en verbondenheid in de wijk en in de stad. 

4.3.5.2 Hoe gaan we dit bereiken?

Ruimte voor ontmoeten creëren we in een aantrekkelijke binnenstad maar ook met goede, bereikbare en veilige voorzieningen in iedere wijk die efficiënt worden gebruikt. Wat een aantrekkelijk aanbod is, is afhankelijk van de gebruikers en vereist maatwerk waarbij de behoefte van inwoners wordt meegenomen. We zien de sportparken als een belangrijke ontmoetingsplek voor de wijken en willen toe naar (gedeeltelijk) ‘open sportparken’. Sportparken bieden overdag kansen, want dan worden ze vaak weinig gebruikt door verenigingen. We realiseren in iedere wijk groene sociale punten waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten en waar gesport en gespeeld kan worden. Waar een combinatie ligt met klimaatopgave en cultuurhistorische erfgoed, pakken we die kansen op. We experimenteren met leefstraten. Deze bieden kansen voor meer verbinding tussen mensen, vergroening en bewustwording over mobiliteitstransitie. 

Met inzet op ‘Ruimte voor ontmoeting’ worden inwonersinitiatieven gestimuleerd, gefaciliteerd en geaccommodeerd waar mogelijk. We hebben een activerend wijkaccommodatiebeleid met aandacht voor verbondenheid, sociale cohesie en maatschappelijke participatie. Er is ruimte voor kunst, cultuur en creativiteit en lokaal eigenaarschap. Een veilige plek waardoor er ook voor kwetsbare mensen ruimte is in onze stad is belangrijk. Dit draagt bij aan een sociale stad waar ervaringen tussen bewoners uitgewisseld kunnen worden en waarin mensen makkelijker terechtkunnen voor hulp op moeilijke momenten. Initiatieven van bewoners zijn van hoge waarde voor identiteit van de buurt. Daarom willen we extra aandacht voor het onverwachte.

Samenwerking in en met de stad is noodzakelijk en dit wordt in de toekomst alleen maar urgenter. Aan de basis van die samenwerking ligt het sociale netwerk. Dat zorgt ervoor  dat mensen voldoende aangehaakt zijn in de maatschappij en dus mee kunnen doen. Een krachtig sociaal netwerk zorgt er ook voor dat initiatieven ontplooid worden die de ontwikkeling van de stad ondersteunen. Die initiatieven moeten steeds meer uit de maatschappij komen, overheden en maatschappelijke organisaties kunnen dat niet alleen. Cultuur kan een wezenlijke bijdrage leveren aan het tot stand brengen van die samenwerking. Met de inzet van cultuur en cultuurmakers kunnen veel meer mensen bereikt en geactiveerd worden bij stedelijke vraagstukken dan via traditionele manieren van communicatie. Ook kan met cultuur beter in beeld gebracht worden wat de behoeften en ideeën zijn. Tenslotte inspireert de inzet van cultuur en creativiteit tot de ontwikkeling van innovatieve en vernieuwende maatschappelijke ideeën (sociale innovatie). 

4.3.6 We bouwen gezond en sociaal voor iedereen
4.3.6.1 Wat is de opgave?

Wonen in een gezonde, betaalbare woning in een leefbare wijk is essentieel voor de gezondheid. Vanwege het woningtekort is het niet altijd mogelijk om een (betaalbare) woning te vinden. In Nijmegen streven we naar voldoende woningen voor alle inwoners en type huishoudens, met een gevarieerd aanbod aan betaalbare, energiezuinige, levensloopbestendige, zorggeschikte en toegankelijke woningen. We zijn een inclusieve stad waar iedereen een plek kan vinden om te wonen en te leven. We werken aan toekomstbestendige en gemengde wijken, omdat dit belangrijk is voor de leefbaarheid. 

4.3.6.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

We zetten in op gemengde wijken en buurten, waar mensen zich thuis voelen en waar mensen met verschillende leefstijlen en omstandigheden elkaar tegenkomen. Op deze manier proberen we sociale draagkracht en draaglast meer met elkaar in evenwicht te brengen en kansenongelijkheid tegen te gaan. We bieden mogelijkheden voor gemeenschappelijke woonvormen en hebben aandacht voor kwetsbare inwoners. Echter, voor het realiseren van diverse en leefbare wijken is het niet voldoende als er alleen gemengd wordt gebouwd. Het is ook nodig om in te zetten op een stevige verbinding met de sociale basis van de wijk. Daarnaast is goede bereikbaarheid een belangrijke voorwaarde voor een goede woonkwaliteit in de stad. We hebben oog voor mobiliteitsongelijkheid en zorgen ervoor dat de mobiliteitstransitie niet alleen plaatsvindt bij nieuwbouwontwikkelingen maar ook bij bestaande wijken. 

Verder streven we naar voldoende voorzieningen in deze wijken en ruimte voor bedrijvigheid. Intensief verkeer geeft veel lawaai en luchtverontreiniging. Gezondheidsrisico’s van omwonenden nemen toe naarmate de afstand tot de weg kleiner is, ook wanneer de luchtkwaliteit daar aan de Europese grenswaarden voldoet. Woningen en voorzieningen zoals een basisschool of zorginstelling waar kinderen, ouderen of mensen langdurig verblijven moeten daarom op afstand van drukke wegen worden gerealiseerd. Voor nieuwbouw van sociale huur- en betaalbare woningen geldt dat deze op eenzelfde manier als andere woningtypes afgewogen worden tegen locatiekeuzes. 

4.3.7 We faciliteren functiemenging waar mogelijk
4.3.7.1 Wat is de opgave?

Een goede menging van functies is belangrijk voor een gezonde leefomgeving. In Nijmegen willen we dat mensen goed kunnen wonen en werken in een fijne wijk en omgeving. De behoefte aan (maatschappelijke) voorzieningen in de wijk neemt toe door een groeiende en vergrijzende bevolking. Het combineren van functies is essentieel om optimaal gebruik te maken van de ruimte die er is. In een buurt waar wonen, werken en een gevarieerd aanbod van voorzieningen (op het gebied van zorg, winkelen, ontspanning, ontwikkeling) goed gemengd zijn, bewegen inwoners meer omdat voorzieningen lopend of met de fiets bereikbaar zijn. Dit zorgt ervoor dat meer mensen de auto laten staan en er daardoor minder luchtverontreiniging, geluidsoverlast en verkeersproblemen zijn. Goede functiemenging draagt ook bij aan levendigheid en het ontmoeten van buurtgenoten. Daarnaast maakt functiemenging gebieden met een hoge dichtheid toekomstbestendiger. Doordat een plek of ruimte voor meer doelen geschikt is, kan het zich makkelijker aanpassen aan nieuwe omstandigheden en is het minder kwetsbaar. 

4.3.7.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Om te komen tot een Nabije Stad in de toekomst is het noodzakelijk om ruimtelijke en maatschappelijke opgaven meer met elkaar te verbinden en te verkennen wat de Nabije Stad betekent voor het voorzieningenniveau van de verschillende stadsdelen. We starten met een verkenning wat de Nabije Stad betekent voor het voorzieningenaanbod en -niveau (inclusief maatschappelijke voorzieningen) in Nijmegen-Noord en in Dukenburg. In deze verkenning gaat het om een analyse van het huidige voorzieningenaanbod en -niveau, behoefte van toekomstige voorzieningen ten behoeve een Nabije Stad en het opstellen van uitgangspunten en richtlijnen voor (maatschappelijke) voorzieningen. 

We zorgen voor een gebalanceerde functiemenging door aandacht te hebben voor een goede mix van rust en dynamiek. Ook is niet elke locatie voor functiemenging geschikt, bijvoorbeeld in groengebieden, bedrijventerreinen of industriegebieden waarvan het niet wenselijk is dat mensen er wonen.

4.3.8 We willen een gezonde en duurzame voedselomgeving
4.3.8.1 Wat is de opgave?

Om gezond te kunnen leven is het belangrijk dat mensen gezond eten en drinken. Onze voedselconsumptie is slechts in kleine mate het gevolg van individuele keuzes en wordt onder meer sterk beïnvloed door het aanbod van voedsel in de directe omgeving van mensen. Daarom is het belangrijk dat een gezond voedselaanbod wordt gestimuleerd en dat er voldoende keuze is uit gezond aanbod, zodat inwoners een eerlijke kans hebben om voor gezonde voeding te kiezen. 

Gezonde en duurzame voedselomgeving
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van voorzieningen waar voedsel lokaal verbouwd of gekocht kan wordenStudio D / gemeente Nijmegen
4.3.8.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

We stimuleren een gezond voedselaanbod in publieke voorzieningen zoals gezond voedsel in school- en sportkantines en wijkcentra. Ook ondersteunen we het opzetten van schoolmoestuinen, moestuinen in de wijk, eetbaar groen en watertappunten. Daarnaast geven we ruimte aan een duurzame voedselketen, waarbij we lokale voedselinitiatieven, zoals stadslandbouw, ondersteunen. We willen dat alle inwoners van Nijmegen toegang hebben tot gezond, duurzaam en lokaal voedsel. 

Onze gemeentelijke inspanningen op dit vlak betreffen nu vooral voorlichting, bewustwording en ondersteuning. Deze maatregelen hebben echter een vrijblijvend karakter. Er is nog weinig regulering – in de zin van wet- en regelgeving – vanuit de overheid die ingrijpt op de (on)gezonde voedselomgeving. Dit betekent dat we (nog) geen handvaten hebben om ongezonde voedselketens, zoals fastfoodketens, uit de stad te weren. Voor de aanpak gezonde jeugd is het volgens experts van belang om ongezond voedselaanbod met een bepaalde afstand rond een school te beperken. Wanneer er solide juridische mogelijkheden beschikbaar komen voor het weren van fastfood en gemaksvoedsel via het omgevingsplan, zullen we dit voor Nijmegen verkennen. 

4.3.9 We maken onze wijken veiliger en schoon
4.3.9.1 Wat is de opgave?

Een veilige en schone wijk draagt bij aan een gezonde leefomgeving voor onze inwoners. In Nijmegen vinden we het belangrijk dat de stad schoon en veilig is. Een schone, goed verlichte en veilige leefomgeving is goed onderhouden en veilig te bereiken, en is vrij van (zwerf)afval. Inwoners van jong tot oud, en aandachtsgroepen met een groter risico op het ervaren van straatintimidatie, moeten veilig gebruik kunnen maken van de leefomgeving en zich ook veilig voelen. Dit nodigt uit tot bewegen, ontmoeten, spelen en bevordert daarmee de gezondheid van bewoners. 

4.3.9.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Bij inrichting van een openbaar gebied en bij inpassing of aanpassing van bebouwing hebben we aandacht voor sociale veiligheid, eenduidigheid, (on)toegankelijkheid en aantrekkelijkheid voor alle inwoners. Goede afvalvoorzieningen en de afvalophaaldienst moeten overlast van (zwerf)afval zoveel mogelijk voorkomen. We zorgen voor een inrichting van openbaar gebied gericht op snelheidsverlaging van gemotoriseerd verkeer.

In Nijmegen zoeken we naar hoe we elkaar ruimte geven. Intimidatie en discriminatie passen niet in onze stad. In Nijmegen houden we rekening met fysieke en sociale ruimte voor verschillende en diverse groepen. 

4.4 HOOFDLIJN: ECONOMISCH VEERKRACHTIGE STAD

4.4.1 Inleiding

Nijmegen werkt aan het zijn van een economisch veerkrachtige stad. Een economisch veerkrachtige stad is een stad met een toekomstbestendige economie die duurzaam is en de brede welvaart van onze inwoners bevordert. Volgens Nijmegen betekent een economisch veerkrachtige stad dat we: 

  • Een aantrekkelijke stad zijn voor werknemers en werkgevers, met passende banen voor onze inwoners en ruimte voor economische activiteiten.

  • Ons (inter)nationaal profiel versterken en uitdragen.

  • Zorgen voor een leefbare stad met goede voorzieningen.

4.4.2 We dragen bij aan het behouden en creëren van passende banen en we bieden voldoende ruimte voor economische activiteiten
4.4.2.1 Wat is de opgave?

Nijmegen is een woon- én werkstad. De komende jaren groeit Nijmegen fors. Het is de opgave om in de groeiende stad en bij een veranderende beroepsbevolking te zorgen voor voldoende passende werkgelegenheid voor onze inwoners. Dat vraagt om een evenwichtige economische groei, met banen voor praktisch geschoolden en theoretisch opgeleiden, ruimte voor economische activiteiten en een economische visie.

De bedrijven en instellingen op de Nijmeegse werklocaties (campussen en bedrijventerreinen) zorgen voor veel werkgelegenheid. Om bestaande bedrijven te laten groeien en nieuwe bedrijvigheid aan te trekken is het noodzakelijk dat we beschikken over voldoende en toekomstbestendige werklocaties die aansluiten bij ons economisch profiel. Dat is echter geen vanzelfsprekendheid. Nijmegen heeft, na ontwikkeling van de Grift, geen ruimte voor nieuwe werklocaties. Door herstructurering kunnen we ruimte creëren op bestaande werklocaties, maar dit is complex en kostbaar. Het is de verwachting dat de vraag naar werklocaties in de regio de komende jaren toeneemt, met krapte op de markt voor bedrijfshuisvesting tot gevolg. 

Marktonderzoek laat zien dat er behoefte is aan (nieuwe) kantoorruimte in Nijmegen. Daarnaast is er sprake van een kwalitatieve mismatch, de juiste kantoren staan niet altijd op de juiste plekken. De opgave voor onze stad is dat we zorgen voor voldoende aanbod van (nieuwe) kwalitatieve kantoormeters op aantrekkelijke en toekomstbestendige kantoorlocaties, waaronder het Stationsdistrict en de binnenstad. 

In onze nabije stad willen we ruimte voor kleinschalige bedrijvigheid als onderdeel van gemengde woon-werkgebieden. Kleinschalige bedrijvigheid is in het algemeen goed te combineren met een woonfunctie en vergroot de levendigheid, het voorzieningenniveau en de werkgelegenheid in een wijk. Tegelijkertijd staat ruimte voor economische activiteiten onder druk door de ruimtevraag van andere opgaven, met name wonen.

Werklocaties
afbeelding binnen de regeling
illustratieve weergave van werklocatiesStudio D / gemeente Nijmegen
4.4.2.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Een sterk economisch ecosysteem

We stimuleren de start en de groei van bedrijven in een sterk economisch ecosysteem. Daarbij richten we ons vooral op de kansrijke Nijmeegse sectoren, waaronder Health & High tech. Onze economische visie beschrijft de kansrijke sectoren en speerpunten van het Nijmeegse economisch beleid. Vanuit de economische visie voeren we projecten uit om de economie te stimuleren.

Via accountmanagers en het ondernemerspunt staan we in nauwe verbinding met het Nijmeegse bedrijfsleven en signaleren we nieuwe ontwikkelingen, kansen en zorgen. Zo kunnen we tijdig (bij)sturen op de ruimtelijke randvoorwaarden die belangrijk zijn voor onze economie.

Toekomstbestendige werklocaties

Nijmegen heeft een goede basis aan werklocaties met veel variëteit. Door een combinatie van nieuwe locaties (De Grift) en het beter en duurzamer benutten (juist bedrijf op de juiste plek, herstructureren en intensiveren) van bestaande locaties blijven we zorgen voor voldoende, goed functionerende en duurzame werklocaties in de stad. Zo komt er nieuwe bedrijfsruimte door herstructurering van Industriepark Waal Energie (voormalige Engieterrein) en in Winkelsteeg. Ook een betere indeling van TPN-West kan nieuwe ruimte opleveren. 

We letten op een gevarieerd aanbod in de stad en werklocaties die elkaar aanvullen. We werken samen met de regio om ook in de toekomst te voorzien in voldoende passende bedrijfsruimte in de regio. In het Regionaal Programma Werklocaties maken we afspraken over herstructurering en intensivering en de ruimte voor nieuwe terreinen. 

TPN-West blijft een bedrijventerrein. Door de milieuruimte en de haven heeft TPN-West potentie om een grotere bijdrage te leveren aan de circulaire economie en energietransitie. We willen de economische kracht van TPN-West benutten maar streven tegelijkertijd naar een vermindering van de milieudruk op de leefomgeving. Daarom gaan we onderzoek doen naar een logische opbouw en toedeling van functies in het gebied, om te zorgen voor het juiste bedrijf op de juiste plek. 

Aantrekkelijke kantoorlocaties

We streven naar het behoud van voldoende kwalitatieve kantoormeters op aantrekkelijke, toekomstbestendige kantoorlocaties. Dat zijn vooral de levendige en gemengde gebieden. De toekomstbestendige kantoorlocaties in Nijmegen zijn het Stationsdistrict, de binnenstad, de beide campussen en Brabantse Poort/Kerkenbos. Deze locaties sluiten aan bij de wensen vanuit de markt, bij de strategische keuzes in deze omgevingsvisie en passen binnen regionale afspraken. Voor minder courante kantoren buiten deze locaties is transformatie naar andere functies een mogelijkheid.

Sterke campussen

We blijven inzetten op de twee innovatieve werklocaties (campussen) die onze stad kent: Campus Heijendaal en de Noviotech Campus. Beide campussen zijn een magneet voor talent, ondernemerschap en investeerders. Ook staat innovatie en kennisontwikkeling op de campussen aan de basis van de doorontwikkeling van onze topsectoren health en high tech. 

De innovatieve bedrijvigheid op Campus Heijendaal is sterk verbonden met het onderwijs, het onderzoek en de patiëntenzorg dat bij de kennisinstellingen plaatsvindt. Daarmee heeft Campus Heijendaal een ander profiel dan Noviotech Campus. Op de Noviotech Campus ligt de nadruk op innovatieve bedrijven in met name de high tech sector en health.

Voor Campus Heijendaal is een gebiedsvisie gemaakt die de gewenste ontwikkelingsrichting van de campus in relatie tot haar omgeving beschrijft. Nijmegen werkt aan een ontwikkelstrategie voor de Noviotech Campus om de accenten voor de komende jaren te bepalen. De ruimtelijke doorontwikkeling van de Noviotech Campus maakt onderdeel uit van de ontwikkeling van het naastgelegen Winkelsteeg.

Wijkeconomie

In de gemengde gebieden van de stad combineren we verschillende functies, waaronder economische. Functiemenging biedt vooral kansen voor kleinschalige bedrijvigheid, vanwege een groeiende vraag vanuit bedrijven en werknemers naar multifunctionele omgevingen. Bij gebiedsontwikkelingen hebben we aandacht voor bedrijfsruimte in de plannen. 

Door meer functiemenging kan er ruimte vrijkomen op bestaande bedrijventerreinen, waar een deel van de kleinschalige bedrijvigheid nu is gevestigd. Dat is voordelig voor bedrijven die afhankelijk zijn van de beschikbare fysieke- en milieu ruimte op bedrijventerreinen.

4.4.3 We hebben een krachtig (inter)nationaal profiel als Old City, Young Vibe
4.4.3.1 Wat is de opgave?

Nijmegen profileert zich als Old City, Young Vibe. Het vormt de basis van onze city marketing en sluit aan bij de Nijmeegse kernkwaliteiten en onze economische structuur. Binnen de citymarketing zijn ‘Health & High tech’ en ‘Oudste en bruisende stad’ onze twee speerpunten. Het is de opgave om dit profiel en de speerpunten verder te versterken en uit te dragen. Hierbij is er een sterke samenhang met de ambitie en doelen die staan beschreven voor de ‘Aantrekkelijke stad’. 

4.4.3.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Profileren van de kracht van health & high tech

Health & high tech is de kern van ons economisch profiel. Deze sectoren vormen belangrijke pijlers van onze (boven)lokale economie. We werken aan een vestigingsklimaat waarin bedrijven en instellingen in deze sectoren kunnen groeien en er kansen ontstaan voor nieuwe initiatieven. Dit doen we o.a. door, in samenwerking met bedrijfsleven en kennisinstellingen, de campussen verder te ontwikkelen en zichtbaarheid van health & high tech te vergroten. Ook zetten we ons in voor voldoende bedrijfsruimte in en om Nijmegen waar health & high tech bedrijven kunnen doorgroeien. Zo versterken we het innovatie ecosysteem en proberen we bedrijven langdurig aan onze stad verbinden. Daarbij is ook de regionale samenwerking van belang, in regionaal verband werken we in de Groene Metropoolregio en als lid van The Economic Board aan het versterken van health en high tech en de koppeling met regionale ambities.

Profileren van Nijmegen als oudste stad van Nederland met een jong en bruisend karakter

De vrijetijdseconomie is een grote werkgever in Nijmegen. Om bezoekers te trekken promoten we Nijmegen als oudste stad met een jong en bruisend karakter. Met dit profiel spelen we in op onze kernkwaliteiten als historische, aantrekkelijke en jonge stad. Ondersteund door een goed aanbod van evenementen, horeca, cultuur en winkels. 

De binnenstad is samen met de groene omgeving een belangrijk visitekaartje van Nijmegen en daarom investeren we in een aantrekkelijke en gastvrije binnenstad. Ook bieden we ruimte aan creatieve broedplaatsen in de stad, plekken zoals Nyma, Vasim, Houtwerf en de Splendorfabriek.

We bouwen aan de bekendheid en zichtbaarheid van Nijmegen als oudste stad met een jong en bruisende karakter door evenementen te ondersteunen die hieraan bijdragen. We zorgen ervoor dat er voldoende evenementenlocaties zijn in de stad. Iedere locatie heeft een eigen profiel en voorwaarden die rekening houden met o.a. de bereikbaarheid, omwonenden, natuur en veiligheid. 

Daarnaast werken we in de Groene Metropoolregio en het Rijk van Nijmegen samen aan toeristische promotie en projecten om de regionale vrijetijdseconomie te versterken.

4.4.4 We zijn een leefbare stad met goede voorzieningen op het niveau van de stad, wijk en buurt. Dit voorzieningenniveau willen we behouden en versterken.
4.4.4.1 Wat is de opgave?

Het voorzieningenniveau in de stad, wijk en buurt moet aansluiten bij de groei van Nijmegen. In een nabije stad zijn voorzieningen dichtbij om de leefbaarheid en lokale werkgelegenheid te bevorderen.

De binnenstad en de aanwezige vrijetijdseconomie is een belangrijke economische motor voor de stad. Nijmegen functioneert als regiostad en heeft een groot verzorgingsgebied. 

In onze binnenstad bevindt zich het grootste aanbod aan winkels, horeca, cultuur en evenementen van de stad. De samenstelling en functie van de binnenstad verandert. Het belang van horeca- en cultuurfuncties en ontmoeting neemt toe ten opzichte van de winkelfunctie. Het is de opgave om bij deze veranderingen de binnenstad aantrekkelijk te houden door in te (kunnen) spelen op nieuwe initiatieven, wensen van bewoners en bezoekers en maatschappelijke opgaven. Tegelijkertijd is het de opgave om in dit intensief gebruikte gebied de ruimte samen te delen.

Voorzieningen
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van voorzieningenStudio D / gemeente Nijmegen
4.4.4.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Wijk- en buurtwinkelcentra voor een leefbare stad

We bouwen aan een nabije en compacte stad waarbij we groeien binnen de grenzen van de bestaande stad. De groei van de stad is een kans om het bestaande voorzieningenniveau te behouden en versterken, omdat het draagvlak voor voorzieningen wordt vergroot. Zo ondersteunen we de aanwezigheid van vitale (bestaande) wijk- en buurtwinkelcentra voor onze inwoners op loop- en fietsafstand.

Vooral in hoogstedelijke en gemengde gebieden komt wonen, werken, voorzieningen en ontmoeten bij elkaar. Tegelijkertijd willen we ook in andere gebieden ruimte bieden aan kleinschalige nieuwe initiatieven rond horeca, cultuur en retail in de directe nabijheid van bewoners, als deze initiatieven bijdragen aan een meer leefbare en levendige wijk. Dit nemen we o.a. mee in bij het opstellen van nieuw horecabeleid.

Koers voor de binnenstad

We investeren in een aantrekkelijke en gastvrije binnenstad. Het is dé plek waar ontmoeten, werken, wonen, winkelen, ontspanning en cultuur samenkomen. Onze binnenstad is continu in ontwikkeling. 

De gebiedsvisie ‘Koers voor de binnenstad’ beschrijft onze keuzes voor de binnenstad tot 2035. Hierin staat dat we de binnenstad aantrekkelijk houden door o.a. meer ruimte te geven aan fietsers en voetganger, goede verbindingen, meer ruimte voor groen, werken, ondernemerschap en aandacht voor duurzaamheid. Bij nieuwe ontwikkelingen hanteren we vijf ontwikkelprincipes (groen, bruisend, ondernemend, inclusief en verbonden) en is de bestaande identiteit, kwaliteit en cultuurhistorische gelaagdheid het vertrekpunt. Daarnaast werken we aan de verbreding van het centrum naar de gebieden rondom de Waal. 

Onder de noemer ‘Hart voor de Binnenstad’ voeren we een actieplan uit dat is opgesteld met bewoners, bezoekers en ondernemers. Verder starten we met een aanpak om het aantal leegstaande panden terug te brengen.

4.5 HOOFDLIJN: AANTREKKELIJKE STAD

4.5.1 Inleiding

Nijmegen werkt aan het zijn van een aantrekkelijke stad. In een aantrekkelijke stad is het fijn wonen, werken en verblijven. Een aantrekkelijke stad heeft voldoende passende woonruimten. Daarom heeft Nijmegen het hoofddoel om meer woonruimten toe te voegen. Volgens Nijmegen heeft een aantrekkelijke stad:

  • Voldoende, betaalbare en kwalitatief goede woonruimten.

  • Een goede omgevingskwaliteit die niet alleen functioneel is, maar ook ruimtelijke aantrekkelijk en inclusief is met leefbare wijken.

  • Waardevol erfgoed dat zichtbaar is, beleefbaar is en wordt versterkt, door erfgoed in te zetten als vertrekpunt bij ruimtelijke ontwikkelingen.

  • Ruimte voor fietsen en wandelen, ruimte voor elektrische voertuigen en openbaar vervoer en wordt slim omgegaan met onze ruimte om dit waar te maken.

  • Goede landschappelijke kwaliteiten rondom de stad. 

4.5.2 We waarborgen een voldoende, betaalbaar en kwalitatief goed aanbod van woonruimten
4.5.2.1 Wat is de opgave?

Veel mensen wonen al prettig in Nijmegen. Dat willen we behouden. Tegelijkertijd is er krapte op de woningmarkt waardoor veel mensen geen (geschikte) woonruimte kunnen vinden. Er is behoefte aan betaalbare koop- en huurwoningen en studentenhuisvesting. Tegelijkertijd is het maken van deze woonruimten financieel gezien moeilijk. 

Door de vergrijzing neemt de vraag naar (zelfstandige) woonzorgconcepten en verpleeghuiszorg toe. De landelijke lijn is het aantal verpleeghuisplekken niet te verhogen. Dit betekent dat meer kwetsbare ouderen in de wijken wonen en zorg zullen moeten ontvangen.

4.5.2.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Inzetten op nieuwbouw, beter benutten en inzet van regelgeving

We willen voldoende en betaalbaar aanbod van woonruimten maken door:

  • Nieuwbouw van woningen binnen de bestaande stad.

  • Het beter benutten van de bestaande voorraad (mogelijkheden bieden voor woningsplitsing, voorkomen van leegstand, transformatie van gebouwen en verkamering), passend bij het karakter van de wijk en een goede omgevingskwaliteit.

  • Inzet van instrumenten, zoals het omgevingsplan en de huisvestingsverordening. 

Voldoende woonruimten

Het doel is het terugdringen van het woningtekort tot 2%. Om dat te bereiken zetten we van 2024 tot 2040 in op toevoeging van 17.000 tot 22.000 woonruimtes. 

We zetten in algemene zin in op voldoende woonruimten en wonen en zorg. Het woonbeleid is verder uitgewerkt in de woonagenda. Nijmegen onderzoekt hoe als opvolger van de woonagenda het volkshuisvestingsprogramma ingezet kan worden. 

We houden vast aan woningbouwgebieden uit de vorige omgevingsvisie en de aantallen woningen zoals opgenomen in de woonagenda. Dit betekent 10.000 tot 12.000 woningen van 2024 tot en met 2030. 

We ontwikkelen in lijn met de omgevingsvisie uit 2020 vooral op een aantal grote woningbouwlocaties: het Stationsdistrict (inclusief Waalfront en de Binnenstad) en de Kanaalzone-Zuid (Winkelsteeg, Dukenburg, Lindenholt, Neerbosch-Oost en Hatert) behoren tot de landelijke grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties. De komende jaren vindt ook nog veel woningbouwontwikkeling plaats in de Waalsprong. Op campus Heijendaal zetten we in op meer functiemenging en toevoeging van woonruimte. Daarnaast zijn er diverse (kleinere) ontwikkellocaties in de rest van de stad. 

Voor de periode 2031 – 2040 gaan we uit van een gematigde groei van 5.000 tot 10.000 woningen. Het gaat dan om de doorontwikkeling van Winkelsteeg, de verdere transformatie van Dukenburg en de andere wijken rondom het Maas-Waalkanaal: Hatert, Neerbosch Oost en Lindenholt. Daarnaast kijken we voor deze periode ook naar het Stationsdistrict, campus Heijendaal en het beter benutten van de bestaande bouw. 

Hoeveel woningen na 2040 nodig zijn, is nog onzeker. Daarom benoemen we geen nieuwe locaties, maar houden we vast aan de volgende uitgangspunten: Nijmegen blijft groeien binnen de grenzen van de stad, ruimte voor nieuwe woningen vinden we met slim ruimtegebruik en door transformatie van bestaande wijken. 

Het toevoegen van voldoende betaalbare woningen met kwaliteit is primair onderdeel van het woonbeleid. Onderdeel hiervan is het toevoegen van woningen die geschikt zijn voor inwoners die ondersteuning, begeleiding of zorg nodig hebben. Bijvoorbeeld bij het zo gewoon mogelijk zelfstandig wonen als ze ouder worden. Uit de woonzorgvisie volgt dat een deel van de woningbouwopgave geschikt moet zijn voor ouderen. Dit betekent ongeveer 3.000 levensloopgeschikte woningen, ongeveer 600 geclusterde woningen en ongeveer 350 zorggeschikte woningen.

Samenwerken met andere partijen

We maken prestatieafspraken met woningcorporaties om de bijdrage van de corporaties aan het gemeentelijk beleid, waaronder deze omgevingsvisie, duidelijk te krijgen en om duidelijk te krijgen hoe de gemeente de corporaties zo goed mogelijk in positie kan brengen om die bijdrage te leveren. 

We voeren de afspraken uit de Woondeal 2.0 met het Rijk, de provincie en regiogemeenten uit. We participeren in de afstemmings- en overlegvormen in de Groene Metropoolregio en aanvullend met het Rijk voor de ontwikkeling van de grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties stationsgebied en Kanaalzone.

Ruimte voor studentenhuisvesting

Nijmegen zet in op meer studentenhuisvesting en heeft regels voor de particuliere kamervoorraad. 

Beter benutten van de bestaande voorraad

We maken beter gebruik van de bestaande woningvoorraad door inbreiding (door gebruik van de bestaande ruimte) of door intensivering (meer bewoners per woning/ gebouw). De woningvoorraad neemt namelijk niet alleen toe door nieuwbouw, ook via transformatie, woningsplitsing en optopping. We gaan daarom de bestaande woningvoorraad beter benutten met respect voor onze wijken. Dat betekent dat we per wijk een andere afweging maken. We nemen de identiteit, zoals erfgoed en (gewenste) ruimtelijke kwaliteiten van gebieden en locaties als uitgangspunt voor de ontwikkeling van Nijmegen. 

Sommige wijken zijn al erg intensief bebouwd en daar zien we dan ook meer toegevoegde waarde in het klimaatadaptief maken van deze wijken. Dit zijn de wijken die onvoldoende groen zijn. In principe is extra inbreiding in deze wijken niet gewenst. In andere wijken kan onder voorwaarden verder geïntensiveerd of ingebreid worden. 

4.5.3 We zorgen voor leefbare wijken met een goede omgevingskwaliteit
4.5.3.1 Wat is de opgave?

Nijmegen is een fijne stad om in te wonen. Wel zijn er verschillen tussen stadsdelen. We willen inwoners een prettige leefomgeving met goede omgevingskwaliteit blijven bieden. Ondanks dat veel inwoners prettig in de stadsdelen Lindenholt, Dukenburg, Nijmegen-Zuid en Nijmegen-Oud-West wonen, is extra inzet nodig. In andere stadsdelen heeft Nijmegen de opgave de leefbaarheid en omgevingskwaliteit in stand te houden. 

Entrees en invloedsferen
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van entrees & invloedsferenStudio D / gemeente Nijmegen
4.5.3.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Eigenheid als uitgangspunt

De eigenheid van de wijk is uitgangspunt voor binnenstedelijke bouwopgaven. Omdat Nijmegen in verschillende periodes is gebouwd, heeft de stad verschillende type bebouwing en structuren. Deze hebben een eigen kwaliteit waardoor maatwerk nodig is. 

Inzetten op stedelijke transformatie

Met stedelijke transformatie voegt Nijmegen andere kwaliteiten toe. We zien hiervoor mogelijkheden in de Kanaalzone. Transformatie van wijken kan een impuls geven aan de leefbaarheid en het draagvlak voor voorzieningen. Binnenstedelijke ontwikkelingen kunnen ook helpen bij het klimaatbestendig maken van onze leefomgeving. 

Goede omgevingskwaliteit

Met een goede omgevingskwaliteit zet Nijmegen in op een omgeving die niet alleen functioneel en duurzaam is, maar ook ruimtelijk aantrekkelijk en sociaal inclusief. 

Nijmegen gaat bij nieuwe ontwikkelingen uit van de synergie tussen gebruikswaarde, toekomstwaarde en belevingswaarde van gebieden en locaties. Gebruikswaarde gaat over effectief, efficiënt en meervoudig ruimtegebruik. Toekomstwaarde draait om duurzaam, aanpasbaar en robuust ingerichte ruimte. Belevingswaarde stelt vormgeving, karakter en onderscheidende kwaliteit centraal. Door ook de herkomstwaarde mee te nemen komen de ontstaansgeschiedenis en identiteit van een plek in beeld.

Verschillende stedenbouwkundige karakters

Nijmegen deelt de stad op in verschillende stedenbouwkundige karakters. Hiermee geven we richting aan de stedenbouwkundige ontwikkeling van de stad. 

4.5.4 We beschermen en benutten cultureel erfgoed en maken de rijke geschiedenis beleefbaar
4.5.4.1 Wat is de opgave?

Ons erfgoed is bepalend voor de identiteit, kwaliteit en profilering van de stad. We willen dat beschermen, benutten en beleefbaar maken. Nijmegen kent een lange geschiedenis, waarin de stad is gegroeid en zich ontwikkeld heeft. Van al deze perioden is erfgoed bewaard gebleven. Zichtbaar boven en niet-zichtbaar onder de grond. 

De afgelopen decennia is er veel aandacht geweest voor ons erfgoed. We hebben gebieden beschermd en werken gestaag aan de uitbreiding van de monumentenlijst. Ook is er veel archeologisch onderzoek gedaan. De Romeinse Limes locaties zijn Unesco-werelderfgoed geworden. En er is nieuw erfgoed bijgekomen. Toch zijn er nog opgaven voor de toekomst. Nog niet al ons waardevol erfgoed is voldoende beschermd om ongewenste sloop of opgraving te kunnen voorkomen. Er zijn plekken in onze stad met een bijzonder verleden, maar waar dit onvoldoende zichtbaar is. Bij ruimtelijke ontwikkelingen worden de kansen van erfgoed niet altijd benut of staat behoud van het erfgoed onder druk door andere opgaven die we als stad hebben. Om de identiteiten en kwaliteiten van onze stad te kunnen bewaren en benutten is het van belang om ons erfgoed goed te beschermen en in stand te houden.

Erfgoed en Cultuur
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van cultuurhistorische strategie en kenmerkenStudio D / gemeente Nijmegen
4.5.4.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Beschermen van ons erfgoed

We zorgen goed voor ons erfgoed, zodat het erfgoed kan blijven bijdragen aan de identiteit, kwaliteit en profilering van de stad. Hiervoor beschermen we (archeologische) monumenten en wijzen we nieuwe monumenten aan. We maken passende regelgeving voor bescherming en instandhouding van ons waardevol erfgoed. We stimuleren toekomstbestendige monumenten, door middel van verduurzaming en passende functies. We creëren draagvlak voor het behoud van ons erfgoed. We behouden de kwaliteiten van onze beschermde gebieden en nemen het als uitgangspunt voor ruimtelijke opgaven in deze gebieden.

Geschiedenis van Nijmegen beter zichtbaar en beleefbaar maken

We maken de geschiedenis van de stad beter zichtbaar en beleefbaar in de fysieke leefomgeving. We richten ons hierbij op de perioden Romeinen, Middeleeuwen, Tweede Wereldoorlog & Wederopbouw en op het thema Strategische ligging. We maken hiervoor een kansenkaart, waarop kansrijke locaties voor visualisaties in de openbare ruimte en bij ontwikkelingslocaties zijn weergegeven.

4.5.5 We hanteren de identiteiten van de stad als vertrekpunt
4.5.5.1 Wat is de opgave?

Het rijke verleden, de verhalen en het erfgoed die zijn overgeleverd, zijn van groot belang voor de profilering van Nijmegen en voor de aantrekkingskracht op inwoners en bezoekers. Door de geschiedenis nog beter beleefbaar te maken kunnen we de identiteit van onze stad versterken, evenals de aantrekkelijkheid.

Erfgoed is een factor die ook kwaliteit geeft aan de omgeving. Daarnaast draagt het bij aan de identiteit van een gebied en biedt het verleden aanknopingspunten en een inspiratiebron voor ontwikkelingen. Gebieden met identiteit zorgen voor een toekomstbestendige stad, waar mensen graag willen wonen, werken, verblijven en recreëren.

Beelkenmerken
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van stadsontwikkeling en wijkidentiteitenStudio D / gemeente Nijmegen
4.5.5.2 Hoe gaan we dit doen?

Behoud van waardevol cultureel erfgoed

We behouden waardevol cultureel erfgoed bij ruimtelijke ontwikkelingen. De geschiedenis van de plek en het aanwezige erfgoed is uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen. We zien extra kansen voor het inzetten van de kernkwaliteiten van het Nijmeegse erfgoed bij ruimtelijke opgaven. Het gaat hierbij om de volgende kernkwaliteiten: landschap, strategische ligging, religieus erfgoed, groen erfgoed, gebieden van (inter-)nationaal belang.

Monumenten een publieksfunctie geven

We onderzoeken hoe we onze topmonumenten in gemeentelijk eigendom een publieksfunctie geven.

Valkhofkwartier en Romeinse Limes

Het Valkhofkwartier ontwikkelen we tot dé plek waar 2000 jaar geschiedenis te beleven is. Daarnaast maken we onze Unesco wereld-erfgoedlocaties van de Romeinse Limes beter zichtbaar en beleefbaar. 

4.5.6 We zijn een bereikbare stad en bieden ruimte voor schone, actieve mobiliteit en ander ruimtegebruik
4.5.6.1 Wat is de opgave?

Nijmegen blijft groeien in aantal inwoners, bedrijven en bezoekers. We willen de stad op een verantwoorde wijze bereikbaar houden en slim omgaan met de beschikbare ruimte. 

Mobiliteit
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van het Nijmeegse mobiliteitsbeleidStudio D / gemeente Nijmegen
4.5.6.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

We hebben mobiliteitsbeleid gemaakt in het Ambitiedocument Mobiliteit en de Agenda versnelling Mobiliteitstransitie. 

Mobiliteitstransitie

Bij de bouw van nieuwe woningen houden we expliciet rekening met de mobiliteitstransitie. Dit betekent: lage parkeernormen, veel ruimte voor de fiets en voetgangers en deelmobiliteit voor bewoners die geen eigen auto en/of geen parkeerplaats hebben. 

Verschil tussen wijken verkleinen

We willen de verschillen tussen bestaande wijken en nieuwe wijken niet te groot laten zijn. Iedereen draagt een steentje bij aan de mobiliteitstransitie. Daarom voeren we de mobiliteitstransitie ook door in de bestaande stad. We willen een goede infrastructuur die Nijmegen aantrekkelijk houdt. Ook moet het de groei van de stad goed ondersteunen. Het is daarbij belangrijk dat mensen en bedrijven slim nadenken over hoe ze reizen.

Tegengaan van mobiliteitsongelijkheid

Het kunnen bereiken van werk, vrienden, sport en voorzieningen heeft invloed op de kansen die mensen krijgen in het leven. Voor verschillende mensen geldt dat ze zich niet kunnen verplaatsen zoals ze zelf zouden wensen, omdat ze dit bijvoorbeeld niet kunnen betalen, de systemen niet begrijpen of er geen vervoersopties zijn. Dit noemen we mobiliteitsongelijkheid. 

Het is onze ambitie om alle Nijmegenaren voldoende mogelijkheden te bieden om zich te verplaatsen, zodat zij volwaardig mee kunnen doen aan de maatschappij. Het openbaar vervoer draagt in belangrijke mate bij aan het tegengaan van mobiliteitsongelijkheid. Op de stedelijk hoofdwegen wil Nijmegen maatregelen nemen om de betrouwbaarheid van het openbaar vervoer te verbeteren. Denk aan het doseren van autoverkeer aan de rand van de stad en voorsorteerstroken voor de bus of meer vrij liggende businfrastructuur op plekken waar de bus de stad binnenkomt en op plekken waar het openbaar vervoer mogelijk vertraging oploopt vanwege wachtrijen.

Meer ruimte voor actieve mobiliteit en andere ruimtelijke opgaven

We willen meer ruimte voor fiets, openbaar vervoer en voetgangers. We willen de netwerken voor deze gebruikers verbeteren. We brengen in kaart waar de ‘voetgangersknelpunten’ in de stad zitten en stellen een ‘loopagenda’ op. En we richten zoveel mogelijk routes in die voor alle voetgangers toegankelijk zijn.

Kwaliteitsverbetering van de huidige fietsroutes

We legden al verschillende regionale en lokale (snelle)fietsroutes aan en breidden het aantal stallingen in de binnenstad uit. Sinds 2020 richten we ons niet alleen op uitbreiding van het fietsnetwerk, maar ook op kwaliteitsverbetering van de huidige fietsroutes.

Rekening houden met voetgangers en fietsers

Bij gebiedsontwikkelingen en de inrichting van de openbare ruimte houden we op een inclusieve manier rekening met voetgangers en fietsers. Daarnaast zetten we in op voorzieningen op loopafstand van woningen. Het stimuleren van actieve mobiliteit helpt de stad gezonder te maken. De luchtkwaliteit verbetert. Slim ruimtegebruik maakt klimaatadaptatie mogelijk. De auto krijgt minder ruimte in ons straatbeeld. Het parkeerbeleid helpt ons hierbij. 

Hoogwaardig openbaar vervoersnetwerk

We kiezen ervoor om het hoogwaardig openbaar vervoersnetwerk (HOV) scherper te onderscheiden van het meer fijnmazige stadsnetwerk. 

Stadsrandhubs

We realiseren een netwerk van hoogwaardige stadrandhubs in alle windrichtingen van de stad. Zo stimuleren we gebruikers de auto aan de rand van de stad te parkeren en met het openbaar vervoer of met deelmobiliteit de rest van hun reis te vervolgen. Met de provincie Gelderland gaan we in overleg om de transferia goed te ontsluiten met het openbaar vervoer. 

Deelmobiliteit

We geven meer ruimte aan deelmobiliteit en voeren meer regie op de betaalbaarheid en beschikbaarheid hiervan. 

Verlagen van de snelheid

Nijmegen wil binnen de bebouwde kom inzetten op een maximumsnelheid van 30 km/uur. Dit zorgt voor meer veiligheid, minder verkeersslachtoffers, minder geluid, meer woongenot. Daarnaast geeft het ruimte om infrastructuur ook aantrekkelijker in te richten met meer ruimte voor verblijfsfuncties. 

Doorstroming S100

De s100 is de rondweg van Nijmegen. Deze weg moet goed blijven doorstromen. Deze weg blijft de belangrijkste route voor ons autoverkeer. 

4.5.7 We beschermen de landschappelijke kwaliteiten rond de stad
4.5.7.1 Wat is de opgave?

Nijmegen is een compacte stad omringd door een prachtig landschap. Dit is een belangrijke kernkwaliteit van de stad. We willen deze kwaliteit verder versterken. Daarmee houden we de stad vitaal en dynamisch en sparen we het landschap.

4.5.7.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

We bouwen binnen de grenzen van de stad. We werken samen met Rijk, provincie en regio(gemeenten), o.a. aan de regionale verstedelijkingsstrategie en het regioarrangement 'Meer landschap, meer stad'. Hierin is onder andere opgenomen dat we inzetten op binnenstedelijk bouwen en vervlechting van landschap in stad en ommeland.

4.6 HOOFDLIJN: DUURZAME STAD

4.6.1 Inleiding

Nijmegen wil een duurzame stad zijn. Om dit waar te maken heeft Nijmegen verschillende hoofddoelen. In 2050 zijn we klimaatneutraal en klimaatadaptief, vergroten we biodiversiteit en dragen we bij aan een circulaire economie. Dat doen we in tussenstappen. In 2030 hebben 55% van de CO2-uitstoot teruggedrongen. In 2035 hebben we de belangrijkste knelpunten op het gebied van klimaatadaptatie aangepakt. Volgens Nijmegen is een duurzame stad:

  • Een stad met goede luchtkwaliteit en schone mobiliteit.

  • Een stad waarbij wordt bijgedragen aan een circulaire economie.

  • Een klimaatneutrale stad.

  • Een stad die klimaatadaptief is. 

4.6.2 We bevorderen schone mobiliteit
4.6.2.1 Wat is de opgave?

Schone mobiliteit draagt bij aan schone lucht, een gezonde leefomgeving en aan het behalen van de klimaatdoelen. Het bevorderen van een fysieke gezonde leefomgeving is een van de hoofddoelstellingen van de Omgevingswet. Wegverkeer is een grote bron voor de uitstoot van CO2, fijnstof, stikstofdioxide en roet. Met de mobiliteitstransitie brengen we die uitstoot omlaag.

4.6.2.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Zero-emissiezones

Vanaf 2025 is de binnenstad zero emissie voor bestel- en vrachtauto’s, net als Heijendaal en Hof van Holland. Deze gebieden vormen vanaf 2025 ook een milieuzone voor brom- en snorfietsen van voor 2011. Aan de zero emissiezones wordt invulling gegeven door het stimuleren van het gebruik van schone voertuigen (niet alleen elektrische bestelbussen maar ook bakfietsen en ‘Light Electric Vehicles’) waar dat kan en door reorganisatie van de stadslogistiek.

Schone stadslogistiek en logistieke hubs

Nijmegen kiest voor schone stadslogistiek en wil de groei van goederenvervoer opvangen door slimme bundeling en het stimuleren van ruimte-efficiënte voertuigen. Daarnaast wil Nijmegen overbodige verplaatsingen voorkomen en dienen in nieuwe (gebieds)ontwikkelingen de stadslogistieke concepten vanaf het begin te worden meegenomen in de planontwikkeling. 

Door inefficiënte ritten en transportkilometers terug te brengen, door het organiseren van rest- en retourstromen en door stimulering van efficiënte transportnetwerken van professionele vervoerders en het bundelen via hubs. De markt is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van deze concepten, het werven van klanten en het rond krijgen van de business cases. We maken randvoorwaarden voor op- of overslagpunten en openbaartoegankelijke tank-, laad- en bunkerfaciliteit met alternatieve duurzame energiebronnen, zoals elektrisch laden, waterstof en/of transitiebrandstoffen oplaadinfrastructuur (Clean Energy Hubs). We stellen randvoorwaarden bij bouwprojecten met een grotere mobiliteitsimpact.

Vervoer over water

Door de situering aan de Waal vormt de haven een belangrijke spil in het (inter)nationale goederenvervoer per water. Het vervoer via het water is een goed alternatief voor het vervoer per weg. We streven dan ook naar een versterking van de inzet van de rivier. Met de uitvoering van de gebiedsvisie Waal Energie intensiveren we het gebruik van haventerreinen. Omdat binnenvaart een belangrijke bron van luchtverontreiniging is voor Nijmegen, zetten we het ingezette beleid ten aanzien van verschonen en verduurzamen van binnenvaart uit ons uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit voort.

4.6.3 We streven naar een circulaire economie in 2050
4.6.3.1 Wat is de opgave?

Nederland en ook Nijmegen streeft naar een circulaire economie in 2050. In een circulaire economie wordt de levenscyclus van producten en grondstoffen verlengd door onder andere hergebruik, delen, herstel en recycling. Op die manier is er nauwelijks en verspilling. De circulaire economie is onderdeel van een aantal grote transities. Zo verminderen we met een circulair Nijmegen ook de CO2-uitstoot om verdere opwarming van het klimaat te voorkomen en worden we minder kwetsbaar voor toekomstige grondstoffencrises. 

4.6.3.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Voldoende ruimte voor het inzamelen van afval

Gescheiden inzameling van afval is onderdeel van circulariteit. Voor de huishoudelijke afval- en grondstoffen zijn permanente voorzieningen nodig in de fysieke en soms private ruimte, zoals onder- en bovengrondse verzamelcontainers voor glas, textiel, luiers, gft en restafval. Nieuw te realiseren appartementencomplexen dienen te zijn voorzien van een inpandige, collectieve ruimte voor verzamelcontainers voor de herbruikbare stromen gft, plastic+ en oud papier, die van buiten benaderbaar is voor de inzameling. Ook op het perceel van grondgebonden woningen dient voldoende ruimte te zijn voor afvalcontainers. Vanwege het stadsbrede containerverbod voor bedrijven moeten bedrijven vanaf 1 januari 2024 hun afval inpandig dan wel op eigen terrein opslaan.

Voldoende ruimte voor een circulaire economie

Voor de overgang van een lineaire naar circulaire economie, is extra fysieke én milieuruimte nodig voor zowel inzameling als reparatie en recycling van materialen. We zien hierin een belangrijke rol weggelegd voor TPN West. Over de ruimtelijke effecten van de circulaire economie voor Nijmegen zijn, komt meer duidelijkheid in de uitvoeringsagenda circulaire stad.

Inzetten op circulair bouwen

Circulaire bouw en openbare ruimte vormen de speerpunten van ons circulaire beleid. Met de Woondeal 2.0 hebben we afgesproken dat we ons als regio inspannen om in 2025 minimaal 25% en in 2030 minimaal 50% van het aantal woningen circulair te laten bouwen. En om in 2025 minimaal 25% en in 2030 minimaal 50% minder primaire grondstoffen in projecten te gebruiken. Ook in de openbare ruimte streven we ernaar om in 2030 50% minder primaire grondstoffen te gebruiken.

Voor circulair bouwen is de Milieuprestatie voor gebouwen (MPG) als onderdeel van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) (voorheen Bouwbesluit) de belangrijkste norm. De MPG is een maatstaf voor de duurzaamheid van een gebouw. Hoe lager de MPG, hoe groter de circulariteit van het materiaalgebruik. De eisen van de MPG worden stapsgewijs aangescherpt tot halvering van de norm in 2030. De circulaire impactladder biedt praktische handvatten voor de implementatie van circulariteit in elke fase van het bouwproces. In de openbare ruimte zetten we in op hergebruik, door producten die nog goed zijn opnieuw te gebruiken en grondstoffen terug te winnen.

4.6.4 We zijn klimaatneutraal in 2050
4.6.4.1 Wat is de opgave?

Wereldwijd is afgesproken om de uitstoot van broeikasgassen in te perken om klimaatverandering tegen te gaan. In de Lokale Energie Strategie (LES) sluiten we aan op de landelijke CO2-doelen: in 2030 is het doel 55% CO2-reductie ten opzichte van 1990 en in 2050 is Nijmegen klimaatneutraal. 

Warmtetransitie
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van het warmte- koude systeemStudio D / gemeente Nijmegen
4.6.4.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Gebouwde omgeving

Dit doen we op de eerste plaats door woningen te isoleren op basis van het programma Energie Besparen Woningen 2023-2030. Doel van dit programma is om in 2030 geen woningen meer te hebben met een energielabel E, F of G en het aantal woningen met label D met de helft te verlagen. In het programma is het einddoel dat in 2045 alle woningen in Nijmegen minimaal label B hebben. 

Daarnaast is onlangs een nieuwe Warmtevisie vastgesteld. In de Warmtevisie staat hoe we woningen en bedrijven aardgasvrij maken. We geven de voorkeur aan collectieve warmtenetten boven individuele warmtepompen in wijken waar warmtenetten de minste maatschappelijke kosten met zich mee brengen, zoals in Dukenburg. In de Warmtevisie zijn ook onderzoeksgebieden voor warmtenetten aangewezen. Voorlopig vormt warmte van de ARN de optimale bron voor de warmtenetten, op de langere termijn bieden aqua- en geothermie kansen als lokale warmtebron. Aan de inwoners van Nijmegen-Zuid en Midden, de meeste wijken in Nijmegen-Oost en een deel van Oud- en Nieuw-West adviseren we tot 2030 hybride in plaats van volledig elektrische (all-electric) warmtepompen om netcongestie tegen te gaan. Ook stimuleren we hier bewonersinitiatieven, bijv. coöperaties of energiegemeenschappen, die werken aan collectieve oplossingen.

Bedrijventerreinen

Bij bedrijven handhaven we de wettelijke energiebesparingsplicht en stimuleren we grootschalige opwek van zon op dak. We faciliteren smart energy hubs en voorzieningen voor waterstof, met name in het havengebied voor scheepvaart en mobiliteit. We benutten mogelijkheden voor groene waterstof als deze zich voordoen en ondersteunen waterstofinitiatieven (productie, tankstations) op of nabij bedrijventerreinen en Industriepark Waal Energie. Op Industriepark Waal Energie hebben we ruimte gereserveerd voor een hybride waterstofcentrale, waarmee we een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de verduurzaming van het landelijke energiesysteem.

Elektrificatie

Onze toekomstige energievoorziening zal voor ongeveer tweederde uit duurzame elektriciteit bestaan. Voor de elektrificeren is een enorme verbouwing van de energievoorziening nodig: meer hoogspanningsmasten, meer onderstations, meer trafohuisjes in de wijken en meer en dikkere kabels in de grond. Dat kost tijd, waardoor we voorlopig nog te maken zullen hebben met netcongestie. In het Masterplan Netcongestie 1.0 staat hoe we samen met netbeheerders netcongestie beperken. Zo faciliteren we de verzwaring van het stroomnet optimaal en zetten in op smart energy hubs op bedrijventerreinen. Voor in het omgevingsplan studeren we op regels voor grootschalige batterijen (energieopslagsystemen).

Elektriciteitsnet
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van het elektriciteitsnet Studio D / gemeente Nijmegen
4.6.5 We zijn klimaatbestendig in 2050
4.6.5.1 Wat is de opgave?

In 2050 is Nijmegen een klimaatbestendige stad die goed is voorbereid op de gevolgen van hitte, wateroverlast en droogte. Nieuwbouw en herinrichting van de openbare ruimte worden klimaatadaptief uitgevoerd. We hebben de ambitie om in 2035 de prioritaire gebieden vergevorderd te hebben aangepakt. Met name voor de wateropgave moeten ingrijpende systeemaanpassingen worden doorgevoerd om voorbereid te zijn op klimaatverandering. Is een structurele oplossing niet haalbaar, dan nemen we een tijdelijke beschermende maatregelen.

4.6.5.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Hitte

Om hitteoverlast tegen te gaan streven we naar:

  • Minimaal 40% groen in de wijken en 35% in het centrum, dat evenwichtig is verspreid;

  • 40% schaduw op hoofdloop- en fietsroutes en verblijfplaatsen en 30% schaduw op buurtniveau, bij voorkeur door bomen;

  • Een (groene) koelteplek van minimaal 1.000 m2, op maximaal 300 meter loopafstand van elke woning. 

 

Naast maatregelen in de openbare ruimte, zijn ook maatregelen aan woningen en in tuinen noodzakelijk voor voldoende koelte op hete dagen. Onze voorkeur gaat uit naar (groene) warmtewering en passieve koeling (ventilatie) boven actieve verkoeling door airco's. Bij nieuwbouw streven we naar 40 tot 50% warmtewerende oppervlakten.

We zorgen voor minder verharding, volgens het ‘groen tenzij’-principe. Dit betekent dat we alleen daar verharden, waar dat strikt noodzakelijk is. Overbodige verharding halen we zoveel mogelijk weg. We zien kansen op trottoirs, pleinen, (te) brede wegen en bij het vrijkomen van parkeerplaatsen. Bestaande parkeerplaatsen kunnen we vergroenen. Bij renovaties in de openbare ruimte streven we ernaar dat er minimaal 10% verharding wordt verwijderd. Groenperken leggen we waar mogelijk verdiept aan voor extra waterberging. We kiezen bij voorkeur voor bomen en planten, die veel schaduw geven en die bestand zijn tegen lange periode van droogte. We zorgen waar mogelijk voor een gezonde, watervasthoudende bodem. 

Hittestress
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van maatregelen om hittestress te verminderenStudio D / gemeente Nijmegen

Wateroverlast

Om wateroverlast te beperken is ons streefdoel, dat bij een hevige bui van 70 mm in een uur: 

  • hoofdwegen beschikbaar blijven, tenzij er een goede alternatieve route is.

  • hulpdiensten hun bestemming binnen de gewenste tijd kunnen bereiken.

  • waterschade niet leidt tot stroomuitval.

  • regenwater in de openbare ruimte niet leidt tot structurele schade aan panden.

 

Nieuwbouw dient zodanig te worden aangelegd, dat er geen schade optreedt bij een bui van 70 mm in een uur. Het regenwater houden we zoveel mogelijk vast op de plek waar het valt. We zetten in op water besparen en benutten, infiltreren in de bodem en verwerken in het oppervlaktewater. We geven daarbij de voorkeur aan natuurlijke oplossingen boven technische. Voor nieuwbouw en reconstructies studeren we op regels in het omgevingsplan.

Bij hevige buien zien we dat het regenwater van de hoger gelegen delen van de stuwwal via de uitgesleten droogdalen afstroomt en tot wateroverlast en schade leidt in de lagergelegen delen van de stad. Overtollig hemelwater, dat we niet kunnen vasthouden en infiltreren, voeren we af via (groen/blauwe) afvoerstructuren. Ook zijn beschermende maatregelen op gebouwniveau denkbaar als adaptieve maatregel. 

Daarnaast zorgen we voor gevolgbeperking van overstromingen bij de overstroombare gebieden langs de Waal en buitendijkse gebieden. Dit doen we in samenwerking met waterschap Rivierenland en Rijkswaterstaat. We werken aan meerlaagse veiligheid; preventie, ruimtelijke ordening en crisisbeheersing.

Watersysteem
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van het klimaat adaptieve watersysteemStudio D / gemeente Nijmegen

Gezamenlijke opgave

Het realiseren van een klimaatbestendige stad is een grote opgave, niet alleen voor de gemeente, maar ook voor onze inwoners en bedrijven. We stimuleren inwoners met communicatie, campagnes en subsidies. Als dit niet tot het gewenste effect leidt, overwegen we om op termijn verplichtende regels voor privaat terrein op te stellen. Ook intensiveren we de samenwerking met bedrijventerreinen en woningcorporaties. Met deze laatste werken we toe naar meerjarige prestatieafspraken. 

Maatregelen aan de openbare ruimte zijn nodig voor het creëren van ruimte voor extra groen en koelteplekken, evenals voor het mogelijk maken van groen/blauwe afvoerstructuren om wateroverlast te beperken bij hevige neerslag. Dit doen we door mee te liften met opgaven in de openbare ruimte, en in de prioritaire gebieden nemen we het initiatief vanuit klimaatadaptatie. Dit werken we verder uit in twee omgevingsprogramma's: een water- en rioleringsprogramma en een programma klimaatadaptatie en groen. Hierin formuleren we concrete en haalbare doelstellingen voor een termijn van ongeveer 4 jaar. 

De streefdoelen van klimaatadaptatie gelden als uitgangspunt bij ruimtelijke planvorming en inrichting van de openbare ruimte. Van deze streefdoelen kan enkel gemotiveerd worden afgeweken (‘pas toe of leg uit’). 

4.6.6 We behouden, versterken en vergroten de biodiversiteit
4.6.6.1 Wat is de opgave?

We willen een groene en gezonde stad voor menselijke en niet-menselijke natuur. We streven naar behoud, versterking en uitbreiding van zowel het areaal als de kwaliteit van het groen. Dit zorgt niet alleen voor versterking van de biodiversiteit, het beschermt ons tegelijkertijd tegen de gevolgen van klimaatverandering via water­berging en verkoeling. Ook zorgt het voor betere luchtkwaliteit en groen dempt geluid en nodigt uit tot bewegen en ontspanning. Verder zijn groenstructuren (o.a. parkjes, plantsoenen en buurt- en volkstuinen) goed voor de sociale cohesie.

4.6.6.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Groenblauw weefsel

We integreren de natuur in en rondom de gebouwde omgeving, het zogenoemde groenblauw weefsel. We geven ruimte aan natuur in delen van de stad waar natuurbehoud niet de boventoon voert. We streven naar een basiskwaliteit voor natuur in de stad en focussen op beschermde én algemene soorten. We gaan verspreiding van invasieve exoten tegen. Gezonde bodems zijn hiervoor een voorwaarde. We passen onder andere de toolbox natuurinclusief bouwen toe. Zo versterken we het groenblauwe weefsel in de hele stad met natuurlijke daken en balkons, groene tuinen, volkstuinen, voedselbossen, groene bedrijventerreinen en natuurlijker beheer in de openbare ruimte. Daarnaast besteden we extra aandacht aan vergroening van stenige wijken en zorgen we voor meer bomen en groen op de plekken waar dat het hardste nodig is. We vergroten het aantal bomen dat we beschermen omdat ze monumentaal of waardevol voor de omgeving zijn. We voorkomen bomenkap en passen bestaande bomen zoveel mogelijk duurzaam in. We maken voldoende ruimte voor nieuwe bomen, zowel boven-als ondergronds. Nijmegen verwacht ook van de rest van de stad (d.w.z. inwoners, bedrijven, woningcorporaties, etc.) een actieve houding om de biodiversiteit op hun perceel te versterken. We blijven inzetten op een sluitend netwerk van groengebieden van 5000 m2 op 300 meter loopafstand.

Groene dooradering
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van de groene dooraderingStudio D / gemeente Nijmegen

Versterking van de groenstructuur 

We versterken, verbinden en vergroten de hoofdboom­structuur en ecologische groenstructuur. We streven naar een fijnmazig netwerk van bomen op wijkniveau. We zorgen voor een bestendig, gezond en divers bomen- en groenareaal. Bij ruimtelijke ontwikkelingen, zowel binnen als buiten de ecologische groenstructuur, wordt behoud en uitbreiding van de boven- en ondergrondse biodiversiteit vanaf de fase van de visieontwikkeling meegenomen. In de ecologische groenstructuur (kerngebieden en ecologische verbindingen) worden in principe alleen ontwikkelingen toegestaan met een positief netto-effect op de biodiversiteit.

Dierenwelzijn

Dierenwelzijn staat in Nijmegen hoog in het vaandel. Veel van ons handelen en beleid heeft raakvlakken met het welzijn van dieren. We blijven daarom, binnen de kaders van de Omgevingswet, een bijdrage leveren aan het dierenwelzijn binnen onze gemeente.

4.6.7 We hanteren water en bodem als richtinggevend kader
4.6.7.1 Wat is de opgave?

Nijmegen heeft een unieke ligging op de helling van de stuwwal en aan de Waal en Maas-Waalkanaal. Deze stuwwal wordt gekenmerkt door hoge zandgronden met op sommige plaatsen zeer lage grondwaterstanden. De stuwwal herbergt een grondwaterreservoir, dat de bron vormt voor onze drinkwatervoorziening. Aan de voet van de stuwwal liggen de grondwaterstanden relatief hoger.

We beschermen het natuurlijk systeem - bodem, (grond)water, groen - en verbeteren de kwaliteit en werking van dit systeem. In de omgevingsvisie gaan we uit van het voorzorgsbeginsel dat preventie vooropstelt: we geven voorrang aan bestrijding van negatieve milieueffecten aan de bron met als uitgangspunt dat de vervuiler betaalt.

De bodem is de basis waarop we leven. Elk stukje bodem is in gebruik. We bouwen erop, onze flora en fauna leeft erop en erin, het levert voedsel, grondstoffen, drinkwater, bergt regenwater en het bevat archeologische schatten. We zetten in op vitale gezonde veerkrachtige bodems met een gezond bodemecosysteem. Daarbij realiseren we een optimum tussen benutten en beschermen van dat systeem.

We zien dat met het veranderende klimaat en stijgende inwonersaantallen de druk op het watersysteem toeneemt. We streven daarom naar een robuust watersysteem:

  • we dragen bij aan voldoende en schoon grondwater, mede als bron voor onze drinkwatervoorziening.

  • we dragen bij aan voldoende, schoon en ecologisch waardevol oppervlaktewater, waarbij de invloed vanuit het stedelijk afvalwater en de gezondheidsrisico's geminimaliseerd zijn. 

4.6.7.2 Hoe gaan we dit doel bereiken?

Een aantal uitgangspunten die bij klimaatadaptatie zijn benoemd, vallen ook onder water- en bodemprincipes. 

Water en bodem richtinggevend bouwen

Het natuurlijk water- en bodemsysteem vormt het richtinggevend kader bij stedelijke uitbreidingen. Een aantal principes die bij klimaatadaptatie zijn benoemd, vallen ook onder ‘water en bodem sturend’. In principe bouwen we niet, of zonder nadelig effect, op de natuurlijke waterhuishouding en op locaties waar dit vanuit waterhuishoudkundig oogpunt niet gewenst is, zoals in de droogdalen. Ruimtelijke ontwikkelingen mogen niet leiden tot een toename van grondwateroverlast en kwel ten opzichte van de bestaande situatie. In gebieden met een hoge grondwaterstand of kwel wordt bij voorkeur ingezet op bouwkundige maatregelen om overlast te voorkomen. Het uitgangspunt hiervoor is niet graven, maar ophogen of bouwen zonder kruipruimte. 

Bodem

We voeren regie op de inrichting en ordening van de bodem en brengen hiertoe de bodem, en alles wat zich daarin bevindt, in beeld. We beschermen de kwaliteit en biodiversiteit van de bodem (grond en grondwater) zo goed mogelijk en waar mogelijk en nodig verbeteren we die. We hergebruiken zoveel mogelijk grond en vergraven zo min mogelijk. We zorgen voor een minimale afdekking van de bodem en herstellen de sponswerking. We reguleren de aanleg van bodemenergiesystemen (WKO) om efficiënter gebruik te kunnen maken van de ruimte, maar ook om de grondwaterkwaliteit te beschermen. 

Afval- en hemelwater

De voorzieningen voor inzameling, transport en zuivering van stedelijk afvalwater verkeren in een zodanige technische staat dat deze kunnen functioneren waarvoor ze zijn aangelegd. Op het afvalwatersysteem zitten nagenoeg geen aansluitingen die de doelmatigheid van inzameling, transport en zuivering belemmeren. 

Het hemelwater verwerken we zoveel mogelijk in de bodem of het oppervlaktewater. Zo streven we naar een robuust watersysteem en met (ook in perioden van langdurige droogte) voldoende grond- en oppervlaktewater. 

Zeker in gebieden waar het hemelwater in de bodem of het oppervlaktewater verwerkt wordt, streven we ernaar, dat dit water zo schoon mogelijk is en dat dit niet tot uitloging van bodemverontreiniging leidt. Waar mogelijk zorgen we voor een goede bodempassage en beperken het gebruik van verontreinigende materialen of activiteiten, zoals het autowassen op straat en het gebruik van uitlogende materialen in de bouw. 

Het volledig proces van inzamelen, transporteren en zuiveren van afvalwater en hemelwater is in 2050 CO2-neutraal en levert minimale vervuiling op in de leefomgeving. 

Oppervlaktewater

We zetten ons in voor een zo natuurlijk mogelijke inrichting van ons oppervlaktewater, en vergroten de belevings- en gebruikswaarde van het water. Waar we kunnen dragen we mede bij aan een zo goed mogelijke waterkwaliteit.

Grondwater

Ten aanzien van het grondwater hebben we een heldere regiefunctie. Voor vragen over grondwater en grondwaterproblematiek zijn wij aanspreekpunt voor inwoners en bedrijven. We monitoren, waar doelmatig, de grondwaterstanden en informeren bij navraag hierover. De gemeentelijke grondwatertaak betekent dat wij in het openbaar gebied doelmatige waterhuishoudkundige maatregelen moeten treffen om structurele nadelige van de grondwaterstand in de openbare ruimte - voor de aan de grond gegeven bestemming - zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Wij hebben die taak alleen als het waterschap, provincie of Rijk niet verantwoordelijk zijn. Daarnaast hebben we met andere overheden een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het grondwater. Met deze overheden bepalen we hoe we de kwaliteit van het grondwater (onze potentiële drinkwatervoorraad) kunnen beschermen.

Beleid, vervangingen en aanpassingen van het stelsel worden verder uitgewerkt in het eerdergenoemde Water- en rioleringsprogramma en de onderliggende Meerjarenplanning.

4.6.8 We sturen op (de opgaven in) de ondergrond

We zijn er ons niet altijd van bewust omdat we het niet kunnen zien, maar ook onder de grond is het een drukte van jewelste met kabels en leidingen, boomwortels, kelders, containers etc. Met alle opgaven, die we hebben, lopen we tegen de grenzen van het natuurlijk systeem aan. We moeten dus zuinig zijn op de bodem en ook in de ondergrond keuzes maken. Een goede afweging en keuzes in de ondergrond zijn belangrijk omdat ze ook samenhangen met de grondgebonden doelen die eerder in het stuk genoemd worden. 

Met het oog daarop is een opgave “Keuzes in de openbare ruimte” boven- én ondergronds gestart, waarbinnen wordt overwogen een omgevingsprogramma voor de ondergrond op te stellen en als pilot een gebiedsuitwerking voor de ondergrond in Oud-West te maken, omdat daar de krapte in én beroep op de ondergrond relatief groot is.

4.6.9 We benutten koppelkansen

Vanwege de krapte is het wenselijk en noodzakelijke om onze ambities ten aanzien van klimaatadaptatie, biodiversiteit, mobiliteit, energietransitie, vernieuwing van de openbare ruimte en gezondheid (m.n. Bewegen, Ontmoeten, Spelen en Sporten - BOSS) zoveel mogelijk te combineren. Zo vormen het bomenplan en de agenda voor biodiversiteit een belangrijke basis voor de groen-blauwe hoofdstructuur die het risico op hittestress, droogte en wateroverlast kan verminderen. En liggen de groene sociale knooppunten en het bovenwijks beweegnetwerk vaak in de hoofdgroenstructuur, denk aan parken bijvoorbeeld.

5 STRATEGISCHE RUIMTELIJKE KEUZES

5.1 INLEIDING

In dit hoofdstuk beschrijft Nijmegen de ruimtelijke ontwikkeling van de stad. We beschrijven de strategisch ruimtelijke keuzes. Nijmegen kiest ervoor om te groeien binnen de grenzen van de stad, te werken aan hoogstedelijke milieus, sterke campussen, te werken aan een groter centrumgebied en om het Maas-Waalkanaal te omarmen. Naast de strategisch ruimtelijke keuzes beschrijven we onze visie op hoogbouw.

5.2 WE GROEIEN BINNEN DE GRENZEN VAN DE STAD

Nijmegen kiest ervoor om te ontwikkelen binnen de huidige stadsgrenzen. Dat betekent dat we nieuwe woningen, bedrijven en voorzieningen binnen de stad creëren. We bouwen hiermee voort op de in 2020 gemaakte keuze om te groeien binnen de grenzen van een compacte stad. Toekomstige ontwikkelingen moeten hierbinnen passen. 

Een compacte stad betekent ook dat reisafstanden kort zijn. In een compacte stad kiezen inwoners vaker om te lopen, te fietsen, of met het openbaar vervoer te reizen. We zetten daarom de mobiliteitstransitie in om slim om te gaan met onze infrastructuur en voorzieningen. Groei binnen de grenzen van de stad betekent ook dat we dichter op elkaar wonen. Dit vraagt verdraagzaamheid en tolerantie. 

Een belangrijke andere reden om te ontwikkelen binnen de grenzen van de stad, is om zo het groene landschap om Nijmegen heen groen te houden. Nijmegen heeft hierbij de ambitie om dit groene landschap als het ware steeds meer in de stad te 'trekken'.

We groeien binnen de grenzen van de stad
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van een buurt waar woningen verduurzaamd worden, openbare ruimte klimaatbestendig wordt ingericht en kleinschalige intensivering plaats vindt.Studio D / gemeente Nijmegen

1. Ruimte voor ontmoeten en buiten activiteiten

2. Kleinschalige intensifering tbv doorstromen in eigen wijk.

3. Vernieuwing openbare ruimte en ondergrond

4. Klimaatadaptieve woonstraat

5. Verduurzaamde bestaande woningen

6. Openbaar vervoer

5.3 WE CREËREN HOOGSTEDELIJKE MILIEUS RONDOM OV-KNOOPPUNTEN EN STERKE CAMPUSSEN

In het centrumgebied (binnenstad, Stationsdistrict, Waalfront en Hof van Holland), Campus Heijendaal, Station Dukenburg en Winkelsteeg kiest Nijmegen voor een hoogstedelijk karakter met functiemenging en hoge dichtheden. Dat kan omdat deze gebieden in de buurt van een ov-knoop liggen en ontsloten worden met snelfietsroutes. 

We creëren hoogstedelijke milieus rondom ov-knooppunten en sterke campussen
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van de nieuwe west-entree van het centraal station, omringd door wonen, werken, klimaatmitigerende en adaptieve maatregelen.Studio D / gemeente Nijmegen

1. Wonen aan een groene-klimaat adaptieve buitenruimte

2. Lokale energie voorzieningen

3. Hoogbouw rondom Centraal Station

4. Oude stationselementen

5. Levendige West-Entree met ruimte om te ontmoeten

5.4 WE WERKEN AAN EEN GROTER CENTRUMGEBIED

Nijmegen werkt aan een groter gebied met centrumfuncties. Deels ontstaat dit grotere centrumgebied doordat verschillende grote projecten aan de oevers van de Waal gerealiseerd worden, of zijn gerealiseerd. Voorbeelden hiervan zijn het Waalfront en Hof van Holland. Hierdoor ontstaan diverse nieuwe gemengde gebieden in de buurt van en in verbinding met het centrum. Ook wil Nijmegen het Stationsdistrict meer verbinden met en onderdeel laten zijn van het centrum. Binnen ‘Nijmegen omarmt de Waal’ krijgen de rivieroevers een belangrijke functie als openbare ruimte. Zo wordt de Waal meer zichtbaar en beleefbaar. 

We werken aan een groter centrumgebied
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van het zicht op het historisch centrum en het stadspark op het eilandje vanaf de Lentse Warande.Studio D / gemeente Nijmegen

1. Levendige Lentse Warande

2. Sport, recreatie en natuur op het, Eilandje

3. Historische binnenstad

4. Een nieuw stadssilhouette met diverse woon-werk gebouwen

5. Terras aan de Spiegelwaal met voorzieningen

5.5 WE OMARMEN HET KANAAL

Hierbij zetten we in op intensivering en transformatie van de huidige woongebieden in Dukenburg, Lindenholt, Neerbosch-Oost, Hatert en Winkelsteeg als woon-werkgebied. 

Door de Kanaalzone tot ontwikkeling te brengen, werken we aan een betere verbinding van Dukenburg en Lindenholt met de rest van de stad en geven we de bestaande wijken rondom het kanaal een impuls. Door de leefomgeving aantrekkelijker te maken met gevarieerdere wijken die rijker aan voorzieningen worden, dragen we bij aan het verbeteren van de brede welvaart en gezondheid van de inwoners. De bestaande kwaliteiten en identiteiten van de gebieden benutten we voor de transformatieopgave. 

TPN-West blijft een bedrijventerrein. Door de milieuruimte en de haven heeft TPN-West potentie om een grotere bijdrage te leveren aan de circulaire economie en energietransitie. We willen de economische kracht van TPN-West benutten maar streven tegelijkertijd naar een vermindering van de milieudruk op de leefomgeving. Daarom gaan we onderzoek doen naar een logische opbouw en toedeling van functies in het gebied, om te zorgen voor het juiste bedrijf op de juiste plek. 

We omarmen het kanaal
afbeelding binnen de regeling
Illustratieve weergave van een levendige 5 Kanaalzone in 2050 met ruimte voor werken, wonen en ontmoeten aan beide zijden van het kanaal.Studio D / gemeente Nijmegen

1. Woningdifferentiatie Dukenburg

2. Kanaalzone: een nieuw hart in de stad

3. Klimaat-adaptieve ontmoetings- en verblijfsplekken aan het Kanaal

4. Intensivering aan het kanaal

5. Evenementen, sport, spel en plezier in Park Winkelsteeg aan het Kanaal

5.6 HOOGBOUW EN RUIMTELIJKE KWALITEIT

5.6.1 Algemeen

Bouwen in een beperkte ruimte vraagt ook om uitgangspunten voor hoogbouw. Hoe we de stad dichter bebouwen (intensiveren), is belangrijk voor een goed leef- en werkklimaat. Hoogbouw kan daarbij een rol spelen. Maar het is niet de enige manier om de stad compacter te maken. Dat kan ook door extra verdiepingen toe te voegen aan bestaande gebouwen, het beter benutten van bestaande gebieden, of door lagere gebouwen te vervangen door hogere, zorgt dat er ruimte op maaiveld overblijft voor bijvoorbeeld voldoende groen.

Er zijn specifieke redenen om voor hoogbouw te kiezen:

1. Hogere Dichtheid: Hoogbouw maakt het mogelijk om meer mensen te huisvesten op een beperkte ruimte en het maaiveld zo min mogelijk te belasten. Dit kan bijdragen aan een levendige stedelijke omgeving.

2. Diversiteit in Woon- en Werkmilieus: Hoogbouw zorgt voor nieuwe leef- en werkplekken die aantrekkelijk zijn voor verschillende doelgroepen. Bijvoorbeeld: jonge professionals en studenten. Hierdoor wordt de stad aantrekkelijker voor een breder publiek.

3. Oriëntatie in de Stad: Hoogbouw kan de stad overzichtelijker maken door belangrijke plekken, zoals nieuwe centra of stations, te markeren.

5.6.2 Hoogbouw en de Menselijke Maat

Hoogbouw roept soms zorgen op over het verlies van de menselijke maat in een compacte stad. Maar goed ingepaste hoogbouw kan juist zorgen voor levendige buurten met veel mogelijkheden voor ontmoeting. Belangrijk is dat het ontwerp van gebouwen en de omgeving gericht is op de gebruikers. Dit betekent aandacht voor veilige en toegankelijke openbare ruimtes, praktische voorzieningen zoals fietsenstallingen, en een architectuur die bijdraagt aan een overzichtelijke stad.

Hoewel hoogbouw uitdagingen met zich meebrengt, zoals windhinder en verminderde sociale controle, kunnen deze worden aangepakt door hoge gebouwen goed te integreren met de omgeving. Als torens onderdeel zijn van een groter bouwblok en zijn voorzien van winkels en een overzichtelijke entree aan de straat, dragen ze bij aan een prettige, mensgerichte buurt. Ook dragen compacte, hoge, gebouwen bij aan efficiënter energie gebruik en blijft er meer openbare ruimte over voor bijvoorbeeld klimaatadaptatie.

5.6.3 Waar kan hoogbouw in Nijmegen?

1. Hoogbouw bij ov-knooppunten: 

De hoogste gebouwen willen we concentreren rond belangrijke openbaar vervoer-knooppunten. Hier kunnen we stedelijke wijken maken met bouwblokken van bijvoorbeeld zes verdiepingen, waarin torens subtiel geïntegreerd worden in een clustervorm en bouwblokkenstructuur. Dit zorgt voor levendige straten zonder dat hoogbouw te dominant wordt. Deze aanpak helpt ook om de stad overzichtelijk te houden. In gebieden zoals het Waalfront, Stationsdistrict, Winkelsteeg-Kanaalzone en rond station Lent kunnen torens van 70 meter en hoger worden gebouwd. Rond station Heijendaal is een maximale hoogte van 55 meter toegestaan.

2. Langs de kanaaloevers 

Aan de oevers van het Maas-Waalkanaal willen we losstaande elementen of hoogbouw als onderdeel van bouwblokken. Hier draait het niet om maximale dichtheid en hoogte, maar om het creëren van unieke woonomgevingen die bijdragen aan de zichtbaarheid van de wijken langs het kanaal. In Winkelsteeg zijn al hoogtes tussen de 55 en 110 meter toegestaan. Voor andere gebieden geldt dat er onderzoek gedaan moet worden naar de relatie tussen zichtbaarheid, ruimtelijke kwaliteit een aansluiting op bestaande wijken en structuren.

3. Hoger bouwen in andere delen van de stad, <45m:

In beschermde stadsgezichten is hoogbouw in principe niet gewenst, waarbij we ruimte bieden voor maatwerk. In de rest van de stad kan in uitzonderlijke gevallen met behoud van cultuurhistorische waarden hoger gebouwd worden, afhankelijk van de gemiddelde bouwhoogte in de wijk en wat de wijk nodig heeft. Belangrijk is dat hoogbouw hier altijd onderdeel is van een bouwblokkenstructuur. De maximale hoogte verschilt per wijk; in een wijk met voornamelijk lage huizen kan een gebouw van 15 meter al hoog zijn, terwijl in een andere wijk 30 meter goed denkbaar is.

Hoogstedelijke ontwikkelingen
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen
5.6.4 Inpassen van hoogbouw
  • Cluster: Een cluster is een groep gebouwen die dicht bij elkaar staan. De gebouwen zijn hoog, maar verschillen in hoogte. Ze zijn onderdeel van een bouwblok waarvan een enkele vrijstaand kan zijn.

Schematische weergave van een cluster
afbeelding binnen de regeling
  • Blokkenstructuur: Als onderdeel van een bouwblokkenstructuur is hoogbouw een hoogteaccent passend bij het totale bouwvolume. Het geeft hiermee identiteit en herkenbaarheid aan de omgeving. Het kan gaan om een enkel bouwblok. Bij meer bouwblokken moet een combinatie gemaakt worden met blokken met een lager hoogteaccent.

Schematische weergave van een blokkenstructuur
afbeelding binnen de regeling
  • Losstaand element: Een losstaand element is een landmark die in relatie tot andere gebouwen staat en samen een prettige openbare ruimte vormt. De plinten zijn transparant en vormen een leefklimaat. Hierdoor is geen ruimte voor autoparkeren.

Schematische weergave van een losstaand element
afbeelding binnen de regeling
5.6.5 Voorwaarden voor hoogbouw
  • Uitmuntend ontwerp: Hoogbouw moet goed ontworpen zijn en iets toevoegen aan de stad. De gebouwen moeten duurzaam en mooi zijn.

  • Levendige begane grond: De onderste verdieping moet levendig zijn, met winkels of andere functies die de interactie met de straat bevorderen.

  • Leefbaarheid en menselijke maat: Hoogbouw moet prettig zijn om in te wonen en werken, met een menselijke schaal ondanks de hoogte. Gemeenschappelijke ruimtes zoals dakterrassen en ontmoetingsplekken zijn essentieel om anonimiteit en eenzaamheid te voorkomen.

  • Geen Windhinder en rekening houden met zonlicht: Bij het ontwerp moet rekening worden gehouden met wind en zonlicht om problemen later te voorkomen. Setbacks (terug liggende verdieping) kunnen helpen om de menselijke maat te behouden en windhinder te verminderen.

5.6.6 Optoppen

Het optoppen van woningen is ook een vorm van inbreiding. Voor deze vorm van inbreiding geldt dat de optopping moet passen bij de uitstraling van het bouwwerk. De bouwhoogte moet passen bij de omgeving. Bij optoppen mag het bestaand aantal bouwlagen niet worden verdubbeld. Er mag geen schaduwhinder voor de buren ontstaan. De entrees op de begane grond moeten passend en duidelijk zijn. In alle gevallen moet er een aangename openbare ruimte ontstaan. De parkeerdruk mag niet toenemen en er moet voldoende ruimte zijn voor berging en het stallen van fietsen.

Voor het Wederopbouwcentrum in de beneden- en binnenstad willen we de mogelijkheden voor optoppen nader onderzoeken, waarbij behoud van de stedenbouwkundige en architectonische waarden van het gebied uitgangspunt is.

6 STADSKARAKTERS EN STADSDEELUITWERKING

6.1 INLEIDING

In dit hoofdstuk beschrijft Nijmegen het beleid per stadsdeel. Nijmegen heeft negen stadsdelen: Stadsdeel Nijmegen-CentrumStadsdeel Nijmegen-NoordStadsdeel Nijmegen-Oud-WestStadsdeel Nijmegen-Nieuw-WestStadsdeel Nijmegen-LindenholtStadsdeel Nijmegen-DukenburgStadsdeel Nijmegen-ZuidStadsdeel Nijmegen-Midden en Stadsdeel Oost. Dit zijn grote gebieden die bestaan uit verschillende wijken. 

6.2 STADSKARAKTERS: EEN NIEUWE STEDELIJKE STRUCTUUR

6.2.1 Algemeen

We hebben de stad opgedeeld in verschillende gebieden, waaronder: historisch centrum, hoogstedelijk, gemengde wijken, woongebieden, campussen, werklocaties, industrie en buitengebied. Onderdeel van deze karakters zijn ook verschillende groengebieden.

We laten zien hoe deze gebieden zich kunnen ontwikkelen richting 2050. Kortom: 

  • Per stadskarakter laten we zien wat wij een goede ontwikkeling vinden. Bijvoorbeeld hoe stedelijk een gebied kan zijn en wat slimme oplossingen om te vergroenen kunnen zijn. 

  • Voor elk stadsdeel hebben we opgeschreven wat we willen doen en welke keuzes er zijn. Deze laten we ook op kaart zien. Wat we doen in de stadsdelen baseren we op de brede welvaartsgedachte. Dit wordt duidelijk in de aandacht voor het welzijn van inwoners, gezondheid, wonen, werken, vrije tijd en het milieu.

 

We leggen uit waarom we de stadskarakters gemaakt hebben en wat we hopen te bereiken. Vervolgens geven we van elk type een uitleg. Op de onderstaande kaart laten we de gebieden zien. 

6.2.2 Waarom hebben we stadskarakters gemaakt?

Nijmegen wil groeien, maar wel binnen de stadsgrenzen. Dit betekent dat we in een beperkte ruimte groene gebieden, nieuwe woningen, werkplekken en andere functies moeten maken. We moeten dit dus op een slimme manier doen. In elk deel van de stad doen we dit op een andere manier. Elk deel heeft namelijk een andere identiteit.

De gebieden zijn een eenvoudige weergave van de verschillende soorten wijken en bedrijventerreinen in Nijmegen. Ze zijn verschillend in de hoeveelheid bebouwing en in hoeverre wonen, werken en andere functies zijn gemengd. Daarom hebben we tekeningen gemaakt om te laten zien hoe we dit doen. Het liefst laten we dit per stadsdeel als geheel zien, maar ook elk stadsdeel bestaat bijvoorbeeld uit verschillende type karakters. 

Stadskarakters
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen
6.2.3 Wat willen we bereiken met de stadskarakters?

We streven per gebied een andere stedelijke ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit na. Met de tekeningen willen we voornamelijk laten zien wat mogelijk is. Ze geven een beeld van de identiteit en van de ruimtelijke kwaliteit die we nastreven. Ze geven een beeld van hoe ze bijdragen aan het bouwen van gemeenschappen, met voldoende plek voor ontmoeting en recreatie. Ze geven niet letterlijk weer hoe een gebied moet ontwikkelen. De tekeningen zijn in de eerste plaats bedoeld om te inspireren. Daarnaast kunnen ze gebruikt worden als gespreksstof aan de omgevingstafel. Door bijvoorbeeld samen met een initiatiefnemer te kijken naar (on)mogelijkheden van een initiatief. 

Bij het gebruik van stadskarakters zijn ook kanttekeningen te maken. Hele specifieke nuances per gebied zijn niet te maken. Als voorbeeld: voor een plek als Winkelsteeg streven we een gemengd woon-werkgebied na. Met de stadskarakters kan het zijn dat dat minder goed ervaren wordt. Meer nuancering brengen we dan ook aan via het omgevingsplan. 

6.2.4 Historisch centrum

Het historisch centrum is een belangrijk deel van Nijmegen, omdat er veel dingen samenkomen en gebeuren in een dynamisch vestigingsklimaat. Het karakter moet herkenbaar en behouden blijven door de historische gebouwen en plekken te versterken. Nergens anders is de lange geschiedenis van Nijmegen zo goed zichtbaar en voelbaar als in het historisch centrum. Hoogbouw mag maar in zeer beperkte mate, waarbij ruimte is voor maatwerk en rekening gehouden moet worden met de impact hiervan op straatniveau. Het historisch centrum wordt ingericht op voetgangers en het moet een fijne plek zijn om te ontspannen en te verblijven. In het historisch centrum is met verschillende parken, pleinen en voorzieningen ruimte voor ontmoeting en recreatie. Omdat het in de zomer warm wordt, is het belangrijk om meer schaduw en groen te maken. Een manier om meer te vergroenen is met kleine parkjes. 

Illustratie stadskarakter: Historisch centrum
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen
6.2.5 Hoogstedelijk gebied

Hoogstedelijke gebieden liggen meestal rondom ov-knooppunten. De voetganger en de fietser staan in deze gebieden op de eerste plaats. In deze gebieden zijn wonen, werken en voorzieningen gemengd. In hoogstedelijke gebieden is ruimte voor ontmoeting. De bebouwingsdichtheid is hoog. Er is ruimte voor inbreiding, hoogbouw en optoppen van gebouwen. Door menging van functies ontstaat kruisbestuiving met een goed vestigingsklimaat voor kantoren en andere kleinere economische functies. De dynamische omgeving kan ook bij bewoners zorgen voor nieuwe contacten en meer onderling begrip. Dit draagt bij aan de sociale cohesie en leefbaarheid in hoogstedelijke gebieden. De gebouwen verschillen van elkaar en de openbare ruimte is hoogwaardig. Om deze openbare ruimte te versterken is vergroening belangrijk. Om het leefklimaat goed te houden zijn koelteplekken wenselijk. 

Illustratie stadskarakter: Hoogstedelijk gebied
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen
6.2.6 Gemengd gebied

In gemengde wijken streven we meer functiemenging en verschillende voorzieningen na. Het zijn wijken waar wonen, werken en voorzieningen gemengd zijn. Dit zijn dynamische wijken met meer reuring, waar ook ruimte is voor meer woningbouw. We vinden het belangrijk dat actieve mobiliteit (meer beweging en minder uitstoot) gestimuleerd wordt, doordat voorzieningen op loop- of fietsafstand in de wijk aanwezig zijn. Zo ontstaan ook inclusieve wijken, waar bewoners elkaar ontmoeten en ruimte is voor recreatie. Deze ontmoetingsmogelijkheden kunnen zorgen voor meer sociale cohesie. Bij ingrepen in de wijk proberen we zoveel mogelijk opgaven te combineren, zoals klimaatadaptatie, vergroening en gezondheid. Cultuurhistorische waarden en identiteiten behouden we. 

Illustratie stadskarakter: Gemengd gebied
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen
6.2.7 Woongebied

In de woongebieden streven we naar rustigere wijken waar voornamelijk, maar niet uitsluitend, gewoond wordt. Woongebieden bestaan voor het grootste deel uit laagbouwwoningen. Economische functies aan huis, of in woonstraten zijn mogelijk. Andere functies zien we liever bij centrale ontmoetingsplekken en voorzieningen op wijkniveau, waar ruimte is om elkaar te ontmoeten. Dit zijn ook de plekken waar mensen samen kunnen komen en zijn goed voor onderlinge verbindingen en sociale cohesie. In woongebieden is het onder voorwaarden mogelijk om woningen toe te voegen. Het streven is dat in woonbuurten maximaal 30km/u wordt gereden. We vinden het belangrijk de kwaliteit van de routes voor fietsers en wandelaars te verbeteren. Schaduwrijke fiets- en wandelpaden kunnen hierbij helpen. Woongebieden bevatten vaker verschillende groene gebieden. We behouden cultuurhistorische waarden en identiteiten en stemmen ontwikkelingen hierop af.

Illustratie stadskarakter: Woongebied
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen
6.2.8 Campus

Op de campussen staat kennisontwikkeling en werken centraal. Hier is ruimte voor innovatieve bedrijvigheid. Hier vinden we het belangrijk dat de levendigheid en het verblijfsklimaat verbetert. Zodat mensen elkaar op de verschillende campussen kunnen ontmoeten. Dit is goed voor het uitwisselen van kennis wat bijdraagt aan het bouwen van een kennisgemeenschap. Aantrekkelijke loop en fietsroutes vinden we belangrijk. We willen dat de samenhang en de verbinding met de rest van de stad sterker wordt. Bij voorkeur wordt ingezet op duurzame mobiliteit. 

Illustratie stadskarakter: Campus
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen
6.2.9 Bedrijventerrein of overige werklocatie

Nijmegen heeft verschillende werklocaties met een eigen economisch profiel. Zo verschillen ze in de ruimte voor kantoren, of andere werkfuncties. Deze diversiteit is een belangrijke kracht van Nijmegen. De werklocaties zijn in eerste instantie bedoeld voor economische functies. Het zijn plekken waar gewerkt wordt. Omdat de vraag naar werklocaties groter is dan het aanbod, zet Nijmegen in op slim ruimtegebruik waarbij we de ruimte die er is optimaal willen benutten. Ook willen we strategische ruimte benutten voor de circulaire economie en energietransitie. We streven ook naar het toevoegen van meer groen. Nijmegen zet ook in op het versterken van de kwaliteit (boven)regionale logistieke knooppuntfunctie. 

Illustratie stadskarakter: Bedrijventerrein of overige werklocaties
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen
6.2.10 Industrieterrein

Nijmegen heeft een industriegebied. Dit is TPN-West. De bedrijven op dit terrein hebben een grotere milieuruimte, omdat er bijvoorbeeld grondstoffen worden verwerkt. We werken we aan een zo slim mogelijke inrichting om zuinig om te gaan met de schaarse fysieke en milieuruimte. Daarbij streven we naar vermindering van de milieudruk op de leefomgeving en gaat TPN-West voor duurzaam transport en mobiliteit over weg en water. Vermindering van milieudruk betreft zowel het terugdringen van de uitstoot van schadelijke stoffen (zoals NOx en Zeer Zorgwekkende Stoffen) naar lucht, water en bodem als hinder van geur, geluid en trillingen. We vinden een prettig werk- en verblijfsklimaat belangrijk. Daarom zetten we in op groen om hittestress te verminderen. Ook vinden we het belangrijk dat de ruimte benut wordt voor de energietransitie. Bijvoorbeeld met smart energy hubs en zonnepanelen op de daken. 

Illustratie stadskarakter: Industrieterrein
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen
6.2.11 Buitengebied

Nijmegen is vrijwel tot aan de stadsgrenzen bebouwd. Toch heeft Nijmegen gebieden die we zien als buitengebied. Deze gebieden zijn belangrijk voor de (nieuwe) natuur, klimaatadaptatie en worden gebruikt om te recreëren en voor evenementen. Deze gebieden bieden ook kansen voor lokale voedselproductie. 

Illustratie stadskarakter: Buitengebied
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen

6.3 UITWERKING OP STADSDEELNIVEAU

6.3.1 Beleidstoepassing op stadsdeelniveau

Bewust is gekozen om de beschrijvingen op stadsdeelniveau zo concreet mogelijk te maken. Het gevolg is wel dat ze meer over de nabije toekomst gaan, dan over de verre toekomst in 2050. Dat is geen probleem, want we blijven de omgevingsvisie actualiseren. De beschrijvingen worden met elke actualisatie concreter gemaakt, aangevuld, of aangepast. Ook kan het beleid veranderen. Dat kan doordat we bijvoorbeeld ervaringen opdoen aan de omgevingstafel, waar de beschrijvingen gebruikt worden. Ook wordt het beleid vertaald naar het omgevingsplan. Ervaringen die we daar opdoen gebruiken we ook om de beschrijvingen aan te passen. 

Op de onderstaande kaart zijn de negen stadsdelen ingetekend. De verschillende kleuren komen overeen met de verschillende stadskarakters. Zo is duidelijk te zien dat elk stadsdeel uit verschillende stadskarakters bestaat. De legenda beschrijft verder wat op de kaart is te zien. 

De beschrijvingen per stadsdeel hebben ongeveer dezelfde opbouw. Eerst wordt het stadsdeel in algemene zin beschreven, daarna volgt een beschrijving van het beleid, de prioriteiten komen daarna en we sluiten af met een kaart waarop concrete acties staan. 

Overzichtskaart uitwerking op stadsdeelniveau
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen
Legenda uitgewerkt op stadsdeelniveau
afbeelding binnen de regeling
6.3.2 Nabije stad

Op stadsdeelniveau hebben we ervoor gekozen om meer ruimte te maken waar wonen, werken en ontspannen bij elkaar komen. Hiermee zorgen we ervoor dat inwoners dichtbij waar ze wonen, gebruik kunnen maken van voorzieningen. Een voorbeeld hiervan is het idee voor een ‘hart voor Lindenholt’ waar verschillende functies samenkomen. In Nijmegen-Noord onderzoeken we bijvoorbeeld of meer voorzieningen nodig zijn. 

In alle stadsdelen vinden we het belangrijk dat er plekken zijn waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. We willen dat deze plekken groen en koel zijn. Zo wordt het prettiger voor mensen om samen te komen.

6.3.3 Rechtvaardige stad

In alle stadsdelen hebben we aandacht voor rechtvaardigheid. Voor de stadsdelen Lindenholt, Dukenburg, Nijmegen-Zuid en Nijmegen-Oud-West hebben we extra maatregelen opgenomen. Zo zetten we in op verbindingen met de rest van de stad en op plekken waar inwoners elkaar kunnen ontmoeten. Ook zijn dit de stadsdelen waar we de komende jaren plannen maken voor nieuwe woningen.

6.3.4 Brede welvaart

Nijmegen heeft nagedacht hoe we het idee van de brede welvaart goed kunnen toepassen. Dit wordt duidelijk in de aandacht voor een goede balans tussen hier en nu en elders en later en: 

  • Welzijn: plekken om te ontmoeten te ontspannen en te bewegen, toevoegen van woningen en inzetten op werkgelegenheid.

  • Gezondheid: groene gebieden, plekken om te bewegen en maken van groene buffers. 

  • Ruimtelijke samenhang en kwaliteit: veel aandacht voor cultuurhistorie, een toekomstbestendige en goede ruimtelijke kwaliteit met voldoende woningen. 

  • Economisch kapitaal: behouden van bedrijventerreinen en inzetten op een duurzame economische toekomst. 

  • Natuurlijk kapitaal: veel inzet op een duurzame toekomst, groen en klimaatadaptatie. 

  • Sociaal kapitaal: helderheid geven aan inwoners door in te zetten op een leesbare ‘navigeerbare’ toekomst door concreet te beschrijven welke visie Nijmegen heeft. 

6.3.5 Sociale en gezonde stad

We willen overal gezond gedrag makkelijk maken en aan het leefmilieu werken. In de stadsdelen hebben we enkele locatie specifieke gezondheidsthema’s opgenomen. Het gaat hierbij om de maatregelen voor een klimaatadaptieve stad en een groene buffer tussen TPN-West en de omliggende wijken. 

Omdat we een beweegvriendelijke stad belangrijk vinden, heeft de uitvoering van het kader Bewegen, Ontmoeten, Spelen en Sporten (BOSS) een belangrijke plek gekregen. In de gebiedsuitwerkingen zijn specifieke locaties genoemd voor bovenwijkse beweegnetwerken en groene sociale knooppunten.

6.3.6 Aantrekkelijke stad

In de stadsdelen is gekeken op welke plekken woningbouw mogelijk is en hoe we omgaan met de mobiliteitstransitie. Ook hebben we veel aandacht voor de cultuurhistorische waarde van de verschillende stadsdelen. Voor het toevoegen van woningen vormt de bestaande kwaliteit van de omgeving het vertrekpunt en wordt deze waar mogelijk versterkt. 

6.3.7 Economisch veerkrachtige stad

We hebben extra aandacht besteed aan de verschillende werklocaties van Nijmegen: Campus Heijendaal en Noviotech Campus en de bedrijventerreinen: TPN-West, De Winkelsteeg, Bijsterhuizen, De Grift/Rietgraaf en Brabantse Poort. Omdat deze belangrijk zijn voor de werkgelegenheid in onze stad, zetten we in op het behouden en versterken van onze werklocaties. Winkelsteeg transformeren we naar een gemengd woon en werkgebied. TPN-West heeft de potentie om een nog grotere bijdrage te leveren aan de circulaire economie en de energietransitie. Daarom kiezen we voor het behoud van TPN-West als locatie voor een circulair industrieterrein.

6.3.8 Duurzame stad

Per stadsdeel is het toekomstige energiesysteem beschreven. Daarnaast is veel aandacht besteed aan het klimaatadaptief maken van de verschillende stadsdelen. Tegelijkertijd zien we het klimaatadaptief maken van de stad, nog onzeker is en veel vraagt van de stadsdelen en invloed heeft op andere ambities. In de omgevingsvisie is het water- en bodemsysteem richtinggevend voor de ontwikkeling van de stad.

In het kaartmateriaal zijn op hoofdlijnen de kerngebieden en de ecologische verbindingen uit de biodiversiteitsagenda opgenomen. Kerngebieden zijn de belangrijkste groengebieden in de stad en fungeren als (primaire of secondair) leefgebied voor flora en fauna en daarmee populatiegroei stimuleren en bijdragen aan voldoende groene dooradering door het bebouwde landschap. Hier ligt de focus op het herstellen en versterken van de biodiversiteit binnen het desbetreffende kerngebied. Ecologische verbindingen zijn belangrijke onderdelen van de ecologische groenstructuur die de kerngebieden en/of omliggende natuurgebieden met elkaar verbinden. Hier ligt de focus op het versterken van de ecologische verbinding door het verhelpen van knelpunten en het stimuleren van diverse laagstructuren.

6.4 NIJMEGEN-CENTRUM

6.4.1 Centrum - Vergezicht 2050

Voor het vergezicht van het Stadsdeel Nijmegen-Centrum is gebruik gemaakt van de gebiedsvisies Koers voor de Binnenstad en het Stationsdistrict. Deze gebiedsvisies hebben beide een ander eindjaar. Voor het stadscentrum is dat 2035 en voor het Stationsdistrict is dat 2050. 

In 2035 is het stadscentrum als wijk van het centrum een plek waar iedereen zich thuis voelt. Waar ruimte nog meer dan elders samen gedeeld wordt; voor ontmoeten, werken, wonen, winkelen, ontspannen en cultuur. De auto maakt ruimte voor een groene, bruisende binnenstad waar je nú en in de toekomst prettig kunt verblijven.

In 2050 is het Stationsdistrict zowel volwaardig onderdeel van het centrum als een bestemming op zich. Het is dé toegangspoort tot de stad waarin de kwaliteiten en de identiteit van de stad zichtbaar zijn. Een veelzijdig programma van wonen, werken, horeca en cultuur, levendigheid op de begane grond, aantrekkelijke verblijfsplekken in de openbare ruimte en ruimte voor evenementen. 

6.4.2 Centrum - Kwaliteiten en kenmerken 

Nijmegen-Centrum bestaat officieel uit de wijken stadscentrum en benedenstad. Beleidsmatig spreken we ook vaak van de binnenstad en het Stationsdistrict. De binnenstad valt in het geheel en het Stationsdistrict valt voor een groot deel in de wijk stadscentrum.

Typering stadscentrum en benedenstad

In het stadscentrum en de benedenstad wonen in 2024 12.732 inwoners. Het stadscentrum heeft een uniek karakter waar gewinkeld, gewerkt en gewoond wordt. We beschouwen de benedenstad als een gebied met een woonfunctie.

Leefbaarheid binnenstad en benedenstad

De waardering voor het woon- en leefklimaat (gemiddeld rapportcijfer voor de buurt als plek om te wonen en te leven) is hier ruim voldoende tot goed. Eventuele negatieve impact van de uitgaans- en centrumfuncties van het stadscentrum blijkt voor veel studenten en jongvolwassenen acceptabel.

Leefbaarometer.nl toont geen risicogebieden en beoordeelt de leefbaarheid als ruim voldoende. Aandachtspunt is wel het sociaal klimaat in de wijk stadscentrum, waar inwoners de saamhorigheid naar verhouding laag waarderen.

Erfgoed

In Nijmegen-Centrum zijn twee Rijksbeschermde stadsgezichten: de benedenstad en een deel van de negentiende-eeuwse stadsuitleg. Het Wederopbouwcentrum is door de Rijksoverheid benoemd tot Nationaal Wederopbouwgebied. Verder heeft het stadscentrum veel monumenten, waaronder archeologische rijksmonumenten en Unesco werelderfgoed, zoals Oppidum Batavorum. De historische binnenstad en voorzieningen als Stevenskerk, Valkhofmuseum en de Bastei zijn belangrijke publiekstrekkers. Het Kronenburgerpark is een geliefde ontmoetings- en verblijfsplek voor inwoners.

Water en bodem

Het Centrum is gelegen op een spoelzandwaaier. De bodem bestaat uit een samenstelling van zand, grind, löss en leem en is goed doorlaatbaar. Kenmerkend zijn de zeer diepe grondwaterstanden, met uitzondering van de gebieden dicht bij de Waal waar het grondwater meer fluctueert. De Waalkade en omgeving ligt deels buitendijks.

Het centrum is grotendeels voorzien van een gemengd rioolstelsel met overstorten op de Waal en op enkele plaatsen zijn infiltratieriolen aangelegd. Er liggen ook transportriolen die het afvalwater van een groot deel van de stad en buurgemeente naar de zuivering transporteert. Het gemiddelde aanlegjaar voor het riool in de binnenstad is 1972. Het oudste riool stamt uit 1879

Kwaliteiten die we willen behouden

  • Ons waardevollle erfgoed

  • Cultuur

  • De waardevolle elementen van het wederopbouwcentrum

  • Het bruisende karakter van het stadscentrum

  • Het Stationsdistrict als belangrijk ov-knooppunt

6.4.3 Centrum - Versterken en toevoegen
6.4.3.1 Centrum - Opgaven tot 2035

De opgaven voor het stadscentrum zijn overgenomen uit de Koers voor de Binnenstad. Dit document geeft de koers tot en met 2035 weer. In dit document wordt de term binnenstad gebruikt. Met de binnenstad bedoelen we het gebied binnen de singels. 

Groene binnenstad 

We kiezen voor een toekomstbestendige binnenstad met een krachtige groenstructuur. Dat doen we op verschillende manieren. We planten extra bomen, bloemen en struiken voor het verhogen van de verblijfsvriendelijkheid. De beleving van groen wordt als zeer prettig ervaren en het brengt ons verkoeling in een stenige binnenstad. Vergroenen maakt ons beter bestand tegen klimaatverandering en het brengt ons noodzakelijke biodiversiteit.

Bruisende binnenstad

De binnenstad is een van de hoogstedelijke gebieden in Nijmegen. In 2035 is dit de plek waar hét gebeurt en waar het verleden van Nijmegen zichtbaar is. Zo onderscheidt onze binnenstad zich van andere binnensteden. Het is een plek voor evenementen en andere vormen van recreatie, maar we beschermen het Hunnerpark en het Valkhofpark beter. In de binnenstad is ruimte voor sport en bewegen. De Waalkade en de parken zijn populaire plekken om te sporten in de openbare ruimte.

Ondernemende binnenstad

Beleven en ontmoeten worden steeds belangrijker in de binnenstad; winkelmeters nemen af. In 2035 is de binnenstad daarom nog meer een place to meet. Het is een van de belangrijkste economische motoren van Nijmegen. Er is een gevarieerd aanbod, daar investeren we in. Het aantal mogelijkheden voor horeca is in verhouding met de leefbaarheid (onder meer overlast en veiligheid), dit is zowel voor bewoners als bezoekers prettig. Door extra kantoormeters is de werkfunctie van het stadscentrum versterkt. De warenmarkt heeft het stadscentrum als locatie.

Inclusieve binnenstad

In 2035 is de binnenstad een inclusieve, schone en veilige plek waar iedereen zich thuis voelt. We tolereren in Nijmegen geen enkele vorm van discriminatie en uitsluiting, dus ook niet in de binnenstad. Er wonen en bezoeken meer mensen het stadscentrum, daarom investeren we in de leefbaarheid en maken we ruimte voor groene ontmoetingsplekken zodat de bewoners van het stadscentrum zich thuis voelen en bezoekers prettig kunnen verblijven.

Verbonden binnenstad 

We leggen nieuwe en verbeterde verbindingen met de directe omgeving van het centrum, zoals Veur-Lent en het Stationsdistrict, waardoor het centrumgebied groter wordt. De looproutes vanuit het station naar het stadscentrum zijn duidelijk en prettig. In het Stationsdistrict zijn functies toegevoegd: wonen, werken, horeca, cultuur, levendige plinten en aantrekkelijke openbare ruimte, ook voor evenementen. In plaats van een doorgangsgebied is het Stationsdistrict een volwaardig onderdeel van het centrum. De verkeersstromen zijn goed ingericht zodat het verblijf aangenaam is. De voetganger en de fietser hebben prioriteit in een autoluwe binnenstad. Bij een autoluwe binnenstad horen maatregelen zoals parkeren aan de randen van de stad, OV-verbindingen naar het centrum, uitbreidingen van fietsparkeren en minder parkeren op straat.

6.4.3.2 Centrum - Speerpunten voor het Stationsdistrict

Voor het Stationsdistrict werken we aan verschillende speerpunten. Hiermee geven we richting aan de verdere ontwikkeling van het district. Dit geeft duidelijkheid aan bewoners, gebruikers, investeerders en ontwikkelaars. 

Het Stationsdistrict als onderdeel van het verbrede centrum

Na de realisatie van het Waalfront wordt, met de ontwikkeling van het Stationsdistrict, het stadscentrum van Nijmegen verder verbreed. We voegen 2000 nieuwe woningen toe en zorgen dat de werkplekken en voorzieningen meegroeien. Binnen deze functies is zoveel mogelijk variatie. Dit betekent variatie in woningplattegronden en doelgroepen, in soorten bedrijven, in oude en nieuwe gebouwen, in hoge en lage huren, in kleine en grote gebouwen: alles zo veel mogelijk door en naast elkaar.

We willen tussen 6.000m2 tot 10.000m2 aan nieuwe kantoorruimte realiseren in het Stationsdistrict om te voldoen aan de vraag en om te zorgen voor een goede mix van functies. Het Stationsdistrict krijgt een hoogbouwcluster met uitstekende kwaliteit. 

Hoogwaardige ov-knoop ‘reizen en verblijven’

Het station en omgeving blijven op de eerste plaats een belangrijk ov-knooppunt van regionale betekenis. Het verbeteren van de kwaliteit van het Stationsdistrict als ov-hub voor zowel de centrumzijde als voor het Westerkwartier is al in gang gezet. De meest ingrijpende ontwikkeling is de nieuwe entree met een grote gebouwde fietsenstalling en voorzieningen aan de Westzijde. Deze Westentree zal het Stationsdistrict ingrijpend veranderen. Een achterkant wordt een voorkant met nieuwe routes van en naar het station voor voetgangers, fietsers en ov. Dit zorgt voor nieuwe dynamiek en nieuwe kansen voor een groot gebied. De barrière van het spoor wordt gevoelsmatig kleiner.

Door in te zetten op logische, veilige en aangename loop- en fietsroutes ontstaat meer balans tussen de verschillende soorten reizigers in het gebied.

Openbare ruimte als basis voor verbinding en verblijven

Het Stationsdistrict vormt straks een aangename verbindende schakel tussen binnenstad, woonbuurten, parken en de Waal. De inrichting is klimaatadaptief, natuurinclusief en circulair.

Een groene leefomgeving draagt bij aan de gezondheid van bewoners en gebruikers. In het Stationsdistrict is dit punt van aandacht, net als het creëren van condities voor een gezonde en actieve levensstijl. Naast ‘levendigheid’ is ‘rust’ een belangrijke randvoorwaarde.

Erfgoed en landschap als identiteitsdragers

We bouwen voort op de unieke bestaande kwaliteiten in het gebied. Aan de centrumzijde vormt het beschermd stadsgezicht van de 19e-eeuwse stadsuitleg een belangrijke inspiratie voor de ruimtelijke visie. De monumentale singels en het Keizer Karelplein bieden een unieke krachtige stadsstructuur die als basis dient voor de doorontwikkeling van het Stationsdistrict. We zetten in op het herwaarderen en herstellen van de 19e-eeuwse structuur. 

Toekomstbestendig gebied

We vergroenen het Stationsdistrict rigoureus. Dat draagt bij aan biodiversiteit en zorgt voor een aangename plek om aan te komen, te passeren en te verblijven.

6.4.3.3 Centrum - Duurzame stad

Energie

In het stadscentrum is een publiek warmtenet kansrijk. We onderzoeken nog of dit echt zo is. We geven binnen vijf jaar meer duidelijkheid over de kansrijkheid van een warmtenet in het stadscentrum.

Klimaatadaptatie

Door de dichte bebouwing en het intensieve ruimtegebruik is de ruimte behoorlijk verhard. Dit zorgt ervoor dat de hitte blijft hangen en het water moeilijk kan infiltreren in de ondergrond. Het Centrum is daarom prioritair gebied voor wateroverlast en hitte. De streefdoelstellingen van 35% groen wordt niet gehaald. De focus ligt op hitte beperkende maatregelen zoals verminderen van verharding door te vergroenen, aanplanten van bomen voor schaduw en hittebeperkende maatregelen aan panden.

Door het hoogteverschil ontstaat er bij hevige regenbuien via de ‘droge dalen’ een stroom water richting het centrum. De hoge mate van verstening zorgt ervoor, dat het water moeilijk in de bodem kan infiltreren. De binnenstad is daarmee kwetsbaar voor wateroverlast. Voor een groot deel zal de oplossing van de wateroverlast liggen in het infiltreren van het regenwater in de hoger gelegen gebieden in Nijmegen-Oost. In het Centrum zelf is meer (verdiept) groen nodig om het hemelwater te kunnen verwerken. Daarnaast zijn (ondergrondse) voorzieningen nodig om hemelwater vast te houden of te infiltreren. Het is van belang dat ook het privaat terrein deelneemt aan deze opgave. 

De ruimte op het particulier terrein is beperkt. De maatregelen zullen dan ook voor een groot deel in de openbare ruimte moeten worden gerealiseerd. Voor de binnenstad lopen diverse trajecten om (winkel)straten te vergroenen en zal de komende jaren verder vervolg moeten krijgen.

6.4.4 Centrum - Prioriteiten
  • Creëren van een groter centrumgebied

  • Vergroenen binnenstad en Stationsdistrict

  • Transformatie Stationsdistrict

  • Toevoegen woningen in het kader van de Novex-locatie

  • Ruimte voor voetgangers

6.4.5 Centrum - Belangrijkste kenmerken op kaart

 

Deelgebiedskaart: Nijmegen-Centrum
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen

1 - Ontwikkeling Molenpoortpassage.

2 - We vergroenen het stadscentrum, om te zorgen voor een prettig verblijfsgebied.

3 - Entree binnenstad gericht op fietsenstallingen verblijfsklimaat (Bischop Hamerstraat, Smetiusstraat, Van Schevichavenstraat, Lange Hezelstraat en Kelfkensbos).

4 - Westentree Stationsdistrict. Aan de westzijde van het spoor wordt al een groot aantal jaren gewerkt aan de Westentree. Hiermee krijgt de westzijde van de stad een eigen entree van het station, met een aantrekkelijk groen voorplein, met een gebouwde fietsenstalling van ongeveer 3000 plekken, en met spoorse voorzieningen zoals een Kiss&Ride en taxi’s. Naast de Westentree komt een nieuw gebouw met op de begane grond diverse functies, waaronder horeca. De nieuwe entree zal een boost geven aan de westkant van de stad en zal de centrumkant en de westkant van de stad beter met elkaar verbinden.

5 - Het Stationsplein aan de centrumzijde wordt -in samenwerking met ProRail, NS, Ministerie IenW, en Provincie Gelderland- vanaf 2027/2028 ingrijpend aangepakt: Er komt een ruime entreehal die het station op fraaie wijze markeert en die, anders dan nu, aansluit bij het cultuurhistorisch waardevolle stationsgebouw. De entreehal zal royaal ruimte bieden aan de reizigers.

6 - Het bestaande busstation naast Doorroosje zal geheel worden vernieuwd. En aan de andere kant van het Stationsplein komen twee volwaardige nieuwe bushaltes en een keerlus voor onder andere de belangrijke lijn 10 naar de campus. Hierdoor hoeven, in de toekomst, niet meer alle bussen vóór het station langs te rijden.

7 - Vóór het station komt een gebruiksvriendelijke, grote ondergrondse fietsenstalling van ongeveer 7.000 plekken. Voldoende plekken om het gehele Stationsplein fietsvrij te maken. Hiermee ontstaat ruimte om het plein aantrekkelijker en veel groener in te richten.

8 - De Tunnelweg wordt op termijn omgevormd naar een normale stadsstraat met waar mogelijk aangrenzende bebouwing en ogen op straat.

9 - Als het belastingkantoor wordt gesloopt kan er bij nieuwbouw een betere verbinding komen tussen de Nieuwe Marktstraat, Stieltjesstraat en Vredestraat. Dit kan bijvoorbeeld een buurtplantsoen en koelteplek zijn, als onderdeel van de route tussen station en binnenstad. Daarmee ontstaat een extra looproute naar het stadscentrum. De Snelbinder, die nu nog samenvalt met de Nieuwe Marktstraat, kan een nieuw beginpunt krijgen tussen Doornroosje en het te transformeren politiebureau.

10 - Het zou een verbetering zijn als we aan de kant van de Stadsschouwburg een rijbaan voor autoverkeer schrappen. Dat biedt ruimte om - met behoud van een eigen baan voor busverkeer langs deze zijde een voetpad aan te leggen waardoor de Stadsschouwburg beter bereikbaar is.

11 - We willen de inrichting van het plein aanpassen om de stad verder te vergroenen en voor wandelaars comfortabelere looproutes te bieden. Tegelijkertijd blijft het Keizer Karelplein een belangrijk knooppunt in het verkeersnetwerk van de stad. Aan de buitenkant van het Keizer Karelplein wordt de oorspronkelijke wandelroute teruggebracht, geflankeerd door een dubbele bomenrij.

12 - We realiseren groene sociale knooppunten voor Bewegen Ontmoeten Spelen en Sporten (BOSS).

13 - Ontwikkeling hoogbouw nabij Hezelpoort.

6.5 NIJMEGEN-NOORD

6.5.1 Noord - Vergezicht 2050

Stadsdeel Nijmegen-Noord is in 2050 een aantrekkelijk woongebied met een levendig winkelhart en goede voorzieningen in de wijken (winkels en werken, ontmoetingsplekken, functiemenging) met aan de noordrand een duurzame toekomstbestendige werklocatie. Het groene karakter van Nijmegen-Noord is versterkt en er is volop ruimte voor recreatie en ontmoeten. Nijmegen-Noord is een klimaatadaptieve wijk, met voldoende schaduw en weinig hittestress. 

6.5.2 Noord - Kwaliteiten en kenmerken 

Nijmegen-Noord is een VINEX-locatie ten noorden van de rivier de Waal. In Nijmegen-Noord kom je vanuit het noorden Nijmegen binnen. De dorpen Lent, Ressen en Oosterhout horen bij Nijmegen-Noord. Het bestaat overwegend uit grondgebonden woningen. Nijmegen-Noord is relatief groen, maar er zijn grote verschillen tussen de wijken.

Geschiedenis en ruimtelijke opbouw

Nijmegen-Noord kent al een lange bewoningsgeschiedenis. In de prehistorie woonden hier al mensen en ook in de Romeinse tijd waren hier belangrijke nederzettingen. Een aantal van deze prehistorische nederzettingslocaties zijn beschermd als archeologisch rijksmonument. Rond 1610 werd de Grift, de trekvaart tussen Nijmegen en Arnhem, aangelegd, wat een impuls gaf aan de verdere ontwikkeling van Lent. Nadat de Grift niet meer in gebruik was, ontwikkelde de weg langs de vaart, de Griftdijk, zich als belangrijke route.

Vanwege de rijke kleigrond was Nijmegen-Noord een belangrijk agrarisch gebied. De vruchtbare grond zorgde ook voor de ontwikkeling van rijke boerenbedrijven en grote landgoederen. Ook strategisch gezien was het een belangrijke plek. Langs de noordkant van de Waal bevinden zich meerdere verdedigingswerken. Vanaf het begin van de 20e eeuw kwam Lent in de greep van de verbouw van groente, fruit, bloemen en potplanten en nam de kassenbouw een enorme vlucht, met als gevolg dat het beeld van Lent werd gedomineerd door ontelbare, veelal tegen elkaar gebouwde, tuinbouwkassen.

In de jaren negentig vond een oriëntatie plaats waar men de gewenste uitbreiding van Nijmegen kon realiseren. De grenzen van de stad waren immers bereikt met de stadsdelen Dukenburg en Lindenholt. De uitbreiding van Nijmegen moest plaatsvinden ten noorden van de Waal. Voor een programmatische invulling en vertaling van de behoeften op het punt van wonen: werken, mobiliteit, natuur, recreatie en voorzieningen ging er specifieke aandacht uit naar de bestaande situatie en de veranderingen in c.q. nabij de kernen Lent, Oosterhout en Ressen, inclusief de relatie met de bestaande stad. Voor de hele Waalsprong is een ruimtelijk raamwerk bepaald op basis van groen, grijs en blauwe structuren. Eind jaren negentig is gestart met de woonwijken Oosterhout en Visveld.

Het planconcept van de Waalsprong is op verschillende punten aangepast door belangrijke momenten in de nog maar recente geschiedenis van deze gebiedsontwikkeling. In 2000 is bepaald dat er ter voorkomen van hoogwaterproblemen een nevengeul moest komen aan de zuidkant van het dorp Lent. Enkele jaren later is er in 2003 besloten het centrumgebied van de Waalsprong te verplaatsen naar de locatie die nu Hof van Holland heet. De afgelopen periode is gebouwd aan de Waalsprong. Tot ongeveer 2030 staat in het teken van de afronding van de woningbouwontwikkeling en ontwikkeling van de andere voorzieningen.

Bevolking, wonen en leefbaarheid

Nijmegen-Noord kent een gunstig woon- en leefklimaat. Er zijn veel eengezinswoningen. Er wonen veel gezinnen met jonge en inmiddels oudere kinderen. Met de komst van Hof van Holland in Waalsprong in 2021 heeft Nijmegen-Noord een levendig woon- en winkelhart. Door de nieuwbouwprojecten blijft de bevolking van Nijmegen-Noord aankomende jaren groeien. 

Water en bodem

Nijmegen-Noord ligt in het rivierenlandschap van de Betuwe en is aan de zuidzijde langs de Waal geheel bedijkt. Een opvallend kenmerk voor Nijmegen-Noord is dat het hemelwater voornamelijk binnen het gebied blijft. Het gebied is onder te verdelen in twee watersystemen. Het centrale watersysteem met plassen en singels en in het noorden het in ontwikkeling zijnde droogvallende watersysteem de Grift. Het hemelwater wordt lokaal verwerkt voor opvang, zuivering en infiltratie en watert af naar de singels en de plassen. Bij hevige neerslag wordt het overtollige water afgevoerd naar de Linge. Het gebied kent relatief hoge grondwaterstanden die, net als het peil van het oppervlaktewater sterk door het waterpeil van de Waal worden beïnvloed. Het gemiddelde aanlegjaar van de riolering is 1990.

Werken

Aan de noordelijke rand van het gebied, dat tegen de A15 aan ligt, zijn bedrijven gevestigd. De werklocatie de Grift is samen met het naastgelegen Park15 aantrekkelijk vanwege de gunstige ligging op de goederencorridor en de nabijheid van de Nijmeegse binnenhaven. Er worden verkeersmaatregelen uitgevoerd via het project Afslag 38 om de doorstroom van het verkeer via het viaduct A15 beter te laten verlopen met aandacht voor een comfortabele route voor fietsers.

Kwaliteiten die we willen behouden

  • Uniek met zijn recreatieplassen, watersingels en het rivierenpark met ruime mogelijkheden voor watersport. 

  • Plek voor in hoofdzaak gezinnen vanwege relatief veel grondgebonden woningen en voorzieningen (school en sport). 

  • Logistiek aantrekkelijk gezien de goede autobereikbaarheid via A15 en N325.

  • Behoud van de groenstructuur ten bate van biodiversiteit, recreatie en klimaatadaptatie en gezonde leefomgeving. 

  • Historische tuin Warmoes als aantrekkingskracht en rustgebied.

  • Landgoed Oosterhout ten behoeve van cultuurhistorisch erfgoed, biodiversiteit en recreatie.

  • Karakteristieke historische boomgaarden. 

  • Beschermde monumenten en waardevolle cultuurhistorische structuren. 

  • Goede verbindingen met het aangrenzend Park Lingezegen. 

  • Warmtenet in nieuwbouwwijken.

  • Voldoende en goede voorzieningen en ruimte voor het mengen van wonen en werken.

6.5.3 Noord - Versterken en toevoegen
6.5.3.1 Noord - Belangrijkste opgaven

Nijmegen-Noord ontwikkelt zich tot een levendig en gemengd woongebied met een stedelijk hart Hof van Holland, waar wonen, werken en winkels zijn. Met daar omheen rustige woonwijken en op korte afstand diverse vormen van recreatie in natuur en groen.

  • Zorgdragen voor goed beheer en behoud van de kwaliteiten die al aanwezig zijn. 

  • Aansluiten bij de voorzieningenbehoefte voor het groeiende stadsdeel Nijmegen-Noord en ruimte voor het mengen van wonen en werken. 

  • In- en doorzetten van de mobiliteitstransitie om bij te dragen aan het rustige karakter van de woonwijken en tegenhouden van te grote parkeerdruk. 

  • Behoud maar ook versterking van het groen, dat in sommige wijken nog te marginaal is. 

  • Flexibiliteit en multifunctionaliteit in bouw om blijvende druk op openbare ruimte en verandering in vraag te kunnen opvangen. 

6.5.3.2 Noord - Sociale en gezonde stad

Ontmoeten en voorzieningen

We verkennen de structuur en behoefte aan (maatschappelijk) voorzieningenniveau in het groeiende stadsdeel, zodat er een goede mix ontstaan van wonen en diverse functies. Laatste jaren zijn al diverse voorzieningen gerealiseerd of worden op korte termijn gerealiseerd. Maar op een aantal onderdelen missen we voorzieningen. Een aandachtspunt is het faciliteren van ontmoetingsplekken voor (oudere) jongeren en senioren. We breiden het aantal jongerenontmoetingsplekken (JOP’s) uit en gaan op zoek naar mogelijkheden voor het realiseren van meer formele ontmoetplekken voor jongeren. We realiseren en optimaliseren groene sociale knooppunten met aanbod voor bewoners voor 0 tot 99 jaar. In Zuiderveld en in Hof van Holland komen basisscholen. Bij de basisschool in Zuiderveld-Oost realiseren we een park met een groen sociaal knooppunt. Op cultureel gebied is Nijmegen-Noord een zoeklocatie voor ateliers, creatieve makers en broedplaatsen. 

Voor toerisme en vrijetijd liggen kansen om de rijke geschiedenis van het gebied beter te verbeelden en benutten. Denk hierbij aan het landgoed Oosterhout en het fort Beneden-Lent en de archeologische locaties zoals opgenomen in het Handboek Erfgoedbeleving Waalsprong en de Waalsprong als icoongebied vanuit Masterplan Romeins Verleden. 

Beweegvriendelijke omgeving

We hebben de ambitie dat Nijmegen-Noord een beweegvriendelijke omgeving is, met een gevarieerd sportaanbod. We dragen zorg voor het behouden van o.a. Veur Lent als bovenwijkse beweegnetwerk. We onderzoeken mogelijkheden voor buitensportaccommodaties voor het groeiend aantal inwoners. We gaan daarnaast op zoek naar mogelijkheden voor het realiseren van meer plekken om te sporten voor bijvoorbeeld jongeren.

We realiseren een multifunctioneel sportveld in Koudenhoek en een Urban Fit Track in Hof van Holland, Woenderskamp en Koudenhoek, waar zowel jong als oud kan bewegen, spelen en ontmoeten. Voor de Vossenpels onderzoeken we de mogelijkheden voor het realiseren van een groen sociaal knooppunt. Een deel van Ressen wordt parkachtig ingericht, aansluitend op Park Lingezegen. We kijken hoe ontmoeten en bewegen hierin een plek kan krijgen. We behouden het recreatieve karakter van het rivierenpark met aandacht voor groen en biodiversiteit. 

6.5.3.3 Noord - Aantrekkelijke stad

Ontwikkelprincipes

Hof van Holland is een hoogstedelijk milieu naast Station Nijmegen Lent met verschillende (dagelijkse) functies: een centrumgebied met onder andere supermarkt, verswinkels en horeca, een bibliotheek, een sporthal, een gezondheidscentrum en werkfuncties zoals kantoren. Naast Hof van Holland maakt een deel van Hoge Bongerd en een zone langs het spoor onderdeel uit van het hoogstedelijk gebied. De wijken om Hof van Holland zijn woongebieden met beperkte functiemenging. Om te voorkomen dat relatief grootschalige, eenvormige gebieden ontstaan, wordt gestreefd naar een kleinschalig en verspreid voorzieningenniveau en het mengen van functies. Een mix van wonen, werken en recreëren (horeca en evenementen) vergroot de leefbaarheid van de wijken. Hiermee wordt ingespeeld op behoefte van ZZP’ers en kleinschalige dienstverlening (kapper etc.). 

Nieuwe woningbouwontwikkelingen dragen bij aan de leefbaarheid en het voorzieningenniveau. Blijvende aansluiting van het woningaanbod op de behoefte vraagt dit om een nadere visie voor 2050. Met de demografische ontwikkeling bestaat mogelijkheid dat meer oudere Nijmegenaren willen verhuizen binnen Nijmegen-Noord.

Aandacht voor fietsen, wandelen, openbaar vervoer en deelmobiliteit

Nijmegen-Noord wordt gekarakteriseerd door goede wandelroutes en een uitstekend fietsnetwerk. Hierdoor is voor de meeste ritten wandelen of fietsen de snelste en handigste keuze. Onze wandelroutes zijn toegankelijk en veilig. Het fietsnetwerk wordt verder uitgebreid en verbeterd. Voor langere afstanden is het openbaar vervoer een goed alternatief. Vrij liggende busbanen zorgen op meerdere plaatsen ervoor dat de bus stilstaand autoverkeer voorbij kan rijden. 

Voor die ritten waarvoor geen alternatief bestaat, blijft het mogelijk om met de auto de bestemming te bereiken. Dit zal niet altijd de snelste route zijn. Het autoverkeer wordt zoveel mogelijk via de hoofdwegenstructuur geleid. In Nijmegen-Noord zijn dit de Prins Mauritssingel, de Keizer Hendrik VI-Singel, de Graaf Allardsingel en de Margareta van Mechelenweg. Deze wegen houden een maximumsnelheid van 50 km/u. Op de meeste andere wegen gaat de maximumsnelheid terug naar 30 km/u, zodat het veiliger wordt voor iedereen. De afgelopen jaren hebben we onderzocht hoe we de Griftdijk beter en veiliger kunnen inrichten. Hiervoor is een voorstel uitgewerkt en we gaan hier verder mee aan de slag tot een ontwerp op detailniveau. 

Ook in Nijmegen-Noord zorgt inbreiding voor schaarse ruimte in de stad. Dit betekent dat in verschillende wijken minder ruimte is voor het parkeren van auto’s, zoals in het centrumgebied van de Waalsprong. Bewoners zullen eraan moeten wennen dat ze in een centrumgebied wonen. Op plaatsen waar de hoeveelheid ruimte en parkeergelegenheid beperkt is, wordt het steeds gebruikelijker dat voor het parkeren in de openbare ruimte betaald moet worden. Ook kan het soms zijn dat er geen ruimte beschikbaar is voor een (tweede) auto. Op veel locaties worden deelauto’s aangeboden als alternatief voor het eigen autobezit. 

6.5.3.4 Noord - Economisch veerkrachtige stad

Ontwikkelen bedrijventerrein de Grift

De komende jaren zetten we in op de uitbreiding van het bedrijventerrein de Grift tot groene en goed bereikbare locatie voor bedrijven en werknemers. Dit zal banen opleveren voor de bewoners uit Nijmegen-Noord en omgeving. De energievoorziening van de nieuwe Grift gaan we zo netneutraal mogelijk aanleggen. We verkennen of we vraag en aanbod lokaal bij elkaar kunnen brengen door gebruik te maken van de wind en zon van de nabijgelegen wind- en zonparken en door het warmtenet uit te breiden. In aansluiting hierop faciliteren we duurzaam vervoer met behulp van zogenaamde clean energy hubs. We werken een energievisie uit voor de Grift. Het bestaande bedrijventerrein (Stationsstraat en de Rietgraaf) ondergaat een kwaliteitsimpuls, zodat dit goed aansluit bij het nieuwe bedrijventerrein de Grift en wordt meegenomen in de energievisie. 

6.5.3.5 Noord - Duurzame stad

Meer groen in de wijk Lent

Uit de klimaatadaptatiestrategie blijkt dat in de wijk Lent onvoldoende groen is. Hier wordt het streefpercentage van 40% groen in de wijk niet gehaald. We zetten daarom in op meer groen met koelteplekken door bomen en realiseren van voldoende schaduw op de loop- en fietspaden en bij recreatieplas Lent. Het deelgebied Veur-Lent ontwikkelen we door tot een levendiger en groener gebied. 

Aandacht voor natuur

Bij de vele ontwikkelingen In Nijmegen-Noord zijn soortenmanagementplannen gemaakt om te zorgen dat beschermde diersoorten niet in het gedrang komen bij realisatie van woningen in infrastructuur in dit nieuwe stadsdeel van Nijmegen. Met deze plannen willen we ervoor zorgen dat de soorten die door de ontwikkelingen geen plek meer hebben, elders een plek moeten krijgen. Door uitvoering van de soortmanagementplannen en de toolbox natuurinclusief bouwen blijven we nadrukkelijk aandacht vragen voor de biodiversiteit in Nijmegen-Noord. Zo wordt ook de natuurbeleving van mensen in hun woonomgeving versterkt. 

Fort beneden Lent is een groene plek tussen de Waal en de nieuwe woonwijk Hof van Holland. Deze groene verblijfsplek krijgt een nieuwe functie die bijdraagt aan de omgeving. 

Duurzaam energiesysteem

Het grootste deel van Noord is aardgasvrij: de meeste nieuwbouwwoningen zijn aangesloten op een warmtenet met de ARN als bron. Nieuwe woningen worden hierop aangesloten. De bestaande bouw in oud-Lent en op bedrijventerrein de Grift is nu niet aan dit warmtenet gekoppeld. We gaan onderzoeken of we – samen met inwoners en stakeholders – het warmtenet kunnen uitbreiden naar deze delen van Noord.

6.5.4 Noord - Prioriteiten
  • Ontmoeten en voorzieningen in Noord

  • Beweegvriendelijke omgeving

  • Aandacht voor fietsen, wandelen, openbaar vervoer en deelmobiliteit

  • Meer groen in de wijk Lent

  • Ontwijkkelen bedrijventerrein de Grift

6.5.5 Noord - Belangrijkste elementen op kaart
Deelgebiedskaart Nijmegen-Noord
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen

1 - Uitbreiding bedrijventerrein De Grift: Dit bedrijventerrein gaat uitbreiden richting de A15 en de Griftdijk. De ambitie is om een duurzame, goed bereikbare locatie te bieden voor logistieke bedrijven en klassiek gemengd en kleinschalige bedrijven.

2 - Zon- en windpark WPN bij A15.

3 - Nieuw fietspad vanaf A15 in twee richtingen aan de oostkant van de Griftdijk, tot aan de Keizer Hendrik VI-Singel. Vanaf hier een ‘stemvork’ met twee routes als verlengstuk van het Veluwewaalpad, één door Grote Boel, langs de Plas en door Koudenhoek Noord naar rotonde Margaretha van mechelenweg en verder richting Groentje, en één langs Oude Groenestraat, Bellefleurstraat en langs de Klif richting fietspad door Waaijenstein, langs Woenderskamp en door onderdoorgang onder Oversteek.

4 - Het deel van de Griftdijk tussen de Margaretha van Mechelenweg en de rotonde Italiëstraat wordt een fietsstraat. Auto’s zijn er te gast en mogen maximaal 30 km/u rijden. De huidige fietspaden worden voetpaden, waardoor er meer ruimte komt voor bomen.

5 - Op het stuk tussen de rotonde Italiëstraat en de Keizer Hendrik VI-singel wordt de weginrichting aangepast met smallere rijstroken en een overrijdbare middengeleider. De fietspaden worden aangepakt en er worden voetpaden aan één zijde van de weg aangelegd. Daarnaast wordt de oversteekbaarheid over het gehele traject de verbeterd en aansluitingen van zijwegen op de Griftdijk heringericht.

6 - Afslag 38: Het aantal rijstroken over het viaduct A15 wordt geoptimaliseerd en fietsers kruisen de Rietgraaf straks met een veilige oversteek. Hiermee wordt het viaduct klaar voor de toekomstige verkeersgroei, kunnen fietsers snel en veilig doorfietsen en wordt er ruimte gemaakt voor openbaar vervoer.

7 - P+R Nijmegen-Noord krijgt een upgrade. En er als de parkeertransitie in het stadscentrum verder gestalte krijgt, zijn er zelfs mogelijkheden dat de P+R Noord moet worden vergroot.

8 - Realiseren van een Groene Route, een ‘Urban Fit Track’ van bijna drie kilometer met mogelijkheden om te bewegen, spelen, sporten en ontmoeten voor jong en oud.

9 - Realiseren van woningen tussen de Lenste- en Zandseplas.

10 - Het deelgebied Veur-Lent doorontwikkelen tot een levendiger en groener gebied (bovenwijks beweegnetwerk).

11 - Kerngebied Landschapszone en van Boetzelaerbosje.

12 - We realiseren groene sociale knooppunten voor BOSS.

6.6 NIJMEGEN-NIEUW-WEST

6.6.1 Nieuw-West - Vergezicht 2050

In 2050 is het in Stadsdeel Nijmegen-Nieuw-West prettig wonen met veel groen en een goede balans tussen rust en reuring. TPN-West heeft zich ontwikkeld tot een circulair en energiepositief bedrijventerrein met behoud van de leefbaarheid in de aangrenzende wijken. Park West is een volwaardige groene zone geworden als buffer tussen TPN-West en de woonwijken.

6.6.2 Nieuw-West - Kwaliteiten en kenmerken 

In Nieuw West liggen de woonwijken Neerbosch Oost, Heseveld en Hees en een groot deel van het bedrijventerrein TPN West aan de haven en de Waal. Neerbosch Oost en Hees zijn ruim opgezet. In Heseveld staan de woningen dichter op elkaar.

Geschiedenis

Vanouds was Nieuw-West een agrarisch gebied met twee dorpen. Het dorp Hees is vanaf de 12de eeuw gevormd. Kenmerkend voor Hees zijn de historische villa’s, voormalige agrarische bebouwing en kloosters. Neerbosch is een jonger dorp, dat in de 14de werd gesticht na de ontginning van de lagere westelijke broekgronden. De wederopbouwwijk Neerbosch-Oost werd na de Tweede Wereldoorlog ten zuiden van het oude dorpslint gebouwd. Na het graven van het Maas-Waalkanaal in 1927 ontstond de haven met bedrijvigheid. De woningen in Heseveld zijn in de jaren 50 en 60 gebouwd. 

Water en bodem

Nieuw-West is voornamelijk gelegen op een vlakte van sneeuwsmeltwaterafzettingen. De bodem bestaat veelal uit dekzand. Het terrein langs de Waal is opgehoogd. De grondwaterstanden zijn matig diep en worden beïnvloed door de waterstanden in de Waal en het Maas-Waalkanaal. Recent is gebleken dat bij zeer langdurige regenval de grondwaterstanden kunnen stijgen tot op kelderniveau. In Neerbosch-Oost en langs de Energieweg en het Maas-Waalkanaal is oppervlaktewater aanwezig. Deze groenblauwe structuur willen we in de toekomst verder uitbreiden. 

Grote delen van Nijmegen en omgeving voeren af naar rioolgemaal De Biezen in het Westerpark, vandaaruit gaat het water naar de rioolwaterzuivering. Het woongebied is grotendeels voorzien van een gemengd rioolstelsel. De bedrijventerreinen zijn voor 90% voorzien van een verbeterd gescheiden rioolstelsel, dat in de jaren 80 is aangelegd. Het afvalwaterstelsel heeft vanwege het intensieve, industriële gebruik een kortere levensduur dan normaal. Het hemelwaterstelsel water af op het oppervlaktewater. 

Bevolking, wonen en leefbaarheid

De bevolkingsopbouw van Nieuw West wijkt niet veel af van het gemiddelde in Nijmegen. Er wonen alleen iets meer alleenstaanden en ouderen (75+) en iets minder jongvolwassenen en 60+’ers. Binnen Nieuw West is sprake van verschillen op sociaal vlak. In Neerbosch-Oost en Heseveld wonen meer mensen met sociaaleconomische en gezondheidsproblemen dan in Hees. De bewoners van Neerbosch-Oost en Heseveld geven de leefomgeving een lagere waardering dan in de rest van de stad. In Hees is de waardering hoger.

Kwaliteiten die we willen behouden

De groenstructuur langs het kanaal en in de parken is een kwaliteit van Nieuw West die we willen behouden. Dit geldt ook voor dorpse karakter van Hees en ons waardevolle erfgoed, beschermde monumenten, beschermde gebieden en overige cultuurhistorisch waardevolle gebouwen en objecten. De kansen die de unieke ligging aan het water en het type bedrijvigheid bieden voor de circulaire economie, energietransitie en werkgelegenheid, maken dat we TPN-West willen behouden als werklocatie. 

6.6.3 Nieuw-West - Versterken en toevoegen
6.6.3.1 Nieuw-West - Belangrijkste opgaven

In Nieuw West is de belangrijkste opgave om een goede balans te vinden tussen de economische ontwikkeling op TPN-West en gezond wonen in de aangrenzende woonwijken. Op de tweede plaats staat de versterking van de groenstructuur door groene parels onderling met elkaar te verbinden. 

6.6.3.2 Nieuw-West - Sociale en gezonde stad

Beweegvriendelijke omgeving

In Nieuw West willen we meer ruimte om te wandelen en te fietsen. Vooral in Heseveld zijn weinig groene beweegroutes voor voetgangers en fietsers in de nabijheid met voldoende schaduw voor verkoeling op hete dagen. We realiseren groene sociale knooppunten, centraal in de wijk, voor jong en oud in het kader van Bewegen Ontmoeten Sporten en Spelen (BOSS). Dit zijn grotere plekken met een aanbod voor bewoners uit de wijk van 0 tot 99 jaar. Groene, toegankelijke, prettige plekken met inrichting voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten. De kansrijke locaties voor de groene sociale knooppunten staan vermeld op de kaart. 

Gezond milieu

Randvoorwaarde voor het behoud van industrieterrein TPN-West is dat we de luchtkwaliteit verbeteren en de geurhinder beperken, waarbij woonwijken op grotere afstand van zwaardere milieucategorieën blijven en komen. Circulaire bedrijven die onder een lagere milieucategorie vallen, kunnen zich in de zones dichter bij de woonwijken vestigen. Tot slot is het streven om de buffer tussen bedrijven en woningen te behouden zodat de leefbaarheid in Nieuw West op peil blijft. Reden om de status en begrenzing van Park West expliciet te benoemen in de omgevingsvisie. 

Kinderdorp Neerbosch is belangrijke cultuurhistorische plek. Dat willen we versterken en behouden. Dat doen we in lijn met het recent opgestelde ambitiedocument voor Kinderdorp Neerbosch. Hierin is opgenomen dat we nieuwe woningbouw in dit gebied mogelijk willen maken. Omdat Kinderdorp Neerbosch dichtbij TPN-West ligt, zullen we goed onderzoek doen naar de mogelijkheden en milieucontouren. Hierbij hanteren we het voorzorgprincipe en de leidende principes van deze omgevingsvisie.

Ruimte voor ontmoetingen en voorzieningen

Er is op de korte termijn geen uitbreiding van voorzieningen nodig in Nieuw West. Uit een geplande verkenning naar gewenste functies en voorzieningen per stadsdeel kan blijken dat dit op langere termijn wel het geval is. Om in te kunnen spelen op nieuwe behoeften is het van belang dat buurtinitiatieven mogelijk worden gemaakt door een ‘ja, mits’-beleid te hanteren. 

6.6.3.3 Nieuw-West - Aantrekkelijke stad

Inbreiding onder voorwaarden

Met het oog op de ruime opzet van vooral Hees en Neerbosch-Oost is er in Nieuw West ruimte voor inbreiding, die nodig is om binnen de stad in de woningbehoefte te kunnen blijven voorzien. In Hees zien we mogelijkheden voor extra woningen met behoud van de cultuurhistorische waarden en het dorpse karakter volgens het principe “ja, mits”. Op vrijkomende plekken voegen we woningen in het groen toe voor starters en ouderen die binnen de wijk kleiner willen gaan wonen en doorstromen. Zo vergroten we de variatie in het type woningen in Hees. In Neerbosch-Oost bezien we met het oog op het leefklimaat of sturing op de intensivering van de bewoning wenselijk is. Daarnaast verkennen we samen met woningcorporaties of en waar (extra) herstructurering nodig en mogelijk is in Neerbosch Oost om van deze wijk een gemengdere en groenere wijk te maken gecombineerd met de energie- en mobiliteitstransitie.

Mobiliteitstransitie

In Heseveld en Neerbosch Oost zal de mobiliteitstransitie eerder nodig zijn dan in Hees, omdat in deze wijken minder groen is. Hier komt bij dat Neerbosch Oost in de buurt van Winkelsteeg ligt, waar veel woningen bij komen. Daarbij hebben we in Neerbosch-Oost extra aandacht voor het tegengaan van mobiliteitsongelijkheid.

Het plan is om bij Industriepark Waal Energie/ Nyma een parkeergarage te realiseren voor bewoners en bezoekers van deze omgeving, maar ook voor een P+R voor het centrum met natransport per fiets.

6.6.3.4 Nieuw-West - Economisch veerkrachtige stad

Ontwikkeling TPN-West

TPN-West heeft de potentie om een grote bijdrage te leveren aan de circulaire economie en de energietransitie. Op steeds meer plekken in Nederland staat dit type locaties onder druk, terwijl watergebonden locaties met ruimte voor zwaardere bedrijven nodig zijn voor de transitie naar een circulaire economie en verduurzaming van het goederenvervoer. Daarom willen we TPN West behouden als industrieterrein. Alleen met dit lange termijnperspectief kunnen we de kwaliteiten van TPN West voor onze duurzame opgaven optimaal benutten. Zo kan TPN West zich ontwikkelen tot een centrale locatie voor grondstoffenhubs waar bedrijven in een keten grondstoffen, materialen en afvalstromen delen, hergebruiken en recyclen. Dit betekent dat circulaire en watergebonden bedrijven bij vestiging voorrang krijgen. 

Om de beperkte ruimte goed te benutten, zowel economisch als ruimtelijk, doen we onderzoek naar hoe we het industrieterrein zo goed mogelijk kunnen gebruiken. We stellen een “ruimtelijk economisch raamwerk” op voor TPN-West waarin we onderzoeken hoe we de economische kracht en kansen van het terrein zo goed mogelijk kunnen benutten. Met een “vlekkenplan” doen we onderzoek naar een logische opbouw en toedeling van functies in het gebied. Het plan kan als afwegingskader worden gebruikt voor de inrichting in de toekomst. 

We maken een gebiedsvisie voor de gebieden rondom de Energieweg waarin we beschrijven hoe we deze zo goed mogelijk kunnen inrichten, gelet op een gezonde fysieke leefomgeving.

TPN West biedt met Industriepark Waal Energie, de nabijheid van de ARN en de ontwikkeling van een Smart Energy Hub (SEH) ook veel kansen voor de energietransitie en schoon vrachtvervoer over weg en water. Bedrijven kunnen aansluiten op een warmtenet met restwarmte van de ARN. Op Industriepark Waal Energie staat al een wind- en zonnepark en er zijn plannen voor grootschalige batterijen, waterstoftanks en een waterstofcentrale. Aanvullend benutten we de wettelijke mogelijkheden om zonnepanelen op bedrijfsdaken te verplichten als de wetgeving hiervoor is vastgesteld. Op lange termijn wordt de uitstoot van verkeer van de Energieweg steeds minder dankzij het elektrificeren van auto’s en vrachtwagens.

6.6.3.5 Nieuw-West - Duurzame stad

Energietransitie en circulariteit

In Nieuw West ligt de grootste opgave voor de energietransitie en circulaire economie op TPN West, zoals hiervoor beschreven. In de nieuwe Warmtevisie is Neerbosch Oost benoemd als onderzoeksgebied voor aansluiting op een publieke warmtenet met in eerste instantie de ARN als bron. Op de langere termijn – als de circulaire doelen zijn behaald - is hiervoor een alternatieve warmtebron nodig. Opties hiervoor zijn geo- of aquathermie uit de Waal. 

De landelijke waterstofbackbone die aan de westzijde langs Nijmegen gepland is, biedt kansen voor de verduurzaming van mobiliteit (water en weg) en industrie.

Versterken van de biodiversiteit

Voor meer biodiversiteit is het nodig om de groene kerngebieden - Park West, het Planetenpark, Dorpspark Hees, het Distelpark, het Augstijnenbos (bij de Boskapel), de tuin bij het Sint Jozefklooster en het bosje van de Baron (Neerbosch Oost) - via groene zones aan elkaar te knopen. Hoe meer lagen, hoe meer soorten: de zones bestaan uit kruiden, struiken en bomen en minimaal 5 meter breed aaneengesloten groen. De ecologische verbindingen langs het Maas-Waalkanaal en de Energieweg (vanwege de bomen en brede bermen) versterken we zoveel mogelijk. Verspreid over Nieuw West verdienen monumentale bomen bijzondere aandacht. Dit geldt bijvoorbeeld voor de hoofdboomstructuur langs de Kerkstraat en bij Rosa Lima.

Klimaatadaptatiestrategie

Neerbosch-Oost is een prioritair gebied voor hittestress, waarbij we de ambitie hebben dit in 2035 vergevorderd te hebben aangepakt. Er zijn met name onvoldoende (groene) koelteplekken en de wijk voldoet niet aan het streefdoel van 40% schaduw op hoofdloop- en fietsroutes de buurt. Ook is er nog extra groen nodig om aan het streefdoel van 40% groen in de wijk te voldoen. We zetten daarom in op het verwijderen van overbodige verharding en het planten van (biodivers) groen en bomen. Met name langs de hoofdloop- en fietsroutes zijn extra bomen nodig. We zoeken naar geschikte locaties voor een (groene) koelteplek in de wijk. In een omgevingsprogramma werken we uit, hoe we dit willen realiseren. 

Nieuw-West is gevoelig voor wateroverlast bij hevige neerslag. Vanuit de hoger gelegen delen van de stad stroomt het hemelwater naar Nijmegen-West. De bereikbaarheid via de hoofdwegen Industrieweg, de Energieweg en de Neerbosscheweg kan hierdoor lastiger worden. Een deel van de oplossing ligt daarom bij het vasthouden en infiltreren van regenwater in de hoger gelegen delen van de stad. Door de bestaande groenblauwe structuur uit te breiden, zoals het benutten van parken (Distelpark) en het creëren van extra waterberging en door het creëren van afvoer richting het kanaal willen we de wateroverlast beperken.

Op bedrijventerreinen als TPN West kan het heet worden in de zomer bij gebrek aan schaduw. In de klimaatadaptatiestrategie is daarom het streven opgenomen om aan bedrijventerreinen 10% groenoppervlak extra (in absolute zin) toe te voegen.

6.6.4 Nieuw-West - Prioriteiten
  • Park West behouden en versterken als buffer tussen woonwijken en TPN-West - groene verbindingszones tussen parken, bosjes en kloostertuin.

  • Ruimte geven aan buurtinitiatieven: ontregelen, hanteren ja mits-principe.

  • Inbreiding en intensivering door middel van ‘accupunctuur’ met behoud van het leefklimaat en het cultuurhistorisch waardevolle dorpse karakter van Hees.

  • TPN West: behoud industrieterrein ontwikkeling tot circulair bedrijventerrein en ‘hotspot’ voor de energietransitie en schone mobiliteit.

  • Neerbosch Oost prioritair hittegebied.

  • Waterbergingslocaties langs Neerbosscheweg, Industrieweg, Energieweg en in Park West.

6.6.5 Nieuw-West - Belangrijkste elementen op kaart
Deelgebiedskaart: Nijmegen-Nieuw-West
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen

1 - Herstructurering oostzijde Neerbosch-Oost.

2 - Verdichting onder voorwaarden in Hees en Neerbosch Oost.

3 - Verdichting rondom station Goffert, onderdeel van Winkelsteeg.

4 - Ontwikkeling TPN West – circulaire economie, energietransitie (SEH, Engieterrein), schone mobiliteit/clean energy hubs (CEH) en logistieke hubs.

5 - Wind- en zonnepark op Engieterrein.

6 - Park West als buffer tussen wonen en werken.

7 - Parken met groene verbindingen binnen en buiten Nijmegen-Nieuw-West.

8 - Prioritaire gebieden klimaatadaptatie: Neerbosch Oost (hitte); Neerboscheweg, Industrieweg, Energieweg en in Park West (waterberging).

9 - Doorlopende fiets- en voetgangersverbindingen langs Maas-Waalkanaal van Neerbosch-Oost tot Hatert en tussen Nieuw-West/ Neerbosch-Oost en de Goffert.

10 - We realiseren groene sociale knooppunten voor BOSS.

6.7 NIJMEGEN-OUD-WEST

6.7.1 Oud-West - Vergezicht 2050

In 2050 is Stadsdeel Nijmegen-Oud-West nog steeds een gemixt stadsdeel met een grote diversiteit aan bewoners. Sinds de afronding van het Waalfront is de activiteit in Nijmegen-Oud-West gegroeid. Tegelijkertijd is het er groener en gezonder geworden. Dit is mede te danken aan de mobiliteitstransitie die heeft geleid tot minder autoverkeer en meer fietsers en lopers.

6.7.2 Oud-West - Kwaliteiten en kenmerken 

Nijmegen-Oud-West bestaat uit twee woonwijken, Wolfskuil en Waterkwartier, ook wel De Biezen genoemd. Afgelopen jaren zijn in het Waalfront bedrijven vervangen door woningbouw met hoog- en laagbouw in retro- en moderne stijl. In de oude haven liggen woonschepen.

Geschiedenis en ruimtelijke opbouw

Waar nu het Waterkwartier en Waalfront is, lag in de Romeinse tijd de oudste stad van Nederland met onder andere een tempel en badhuis. De eerste industrie verrees hier na de aanleg van de Waalhaven in 1851. Na de sloop van de vestingwerken breidde Nijmegen eerst aan de zuidkant van de oude stad uit en na 1900 aan de westzijde. Langs oude uitvalswegen, zoals de Voorstadslaan en Kraijenhofflaan ontstond toen bebouwing. Afwisselend villa’s en rijen herenhuizen. Vanaf 1910 is het huidige Waterkwartier ontstaan met vooral arbeiderswoningen voor werknemers van de bedrijven aan de Waal. Ook de Wolfskuil is een volkswijk die in dezelfde periode – tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog - is ontstaan. Beide wijken zijn afgelopen jaren grotendeels geherstructureerd met sloop en nieuwbouw. De bewaard gebleven delen zijn beschermd als gemeentelijk stadsbeeld. Na de Tweede Wereldoorlog breidde het stadsdeel zich verder richting het westen uit, met voornamelijk buurten bestaande uit rijen eengezinswoningen.

Begin 20e eeuw was in dit stadsdeel veel industrie. Niet alleen langs de Waal, maar ook op terreinen achter bebouwing langs de straatzijde. Vanaf de jaren ’90 zijn veel van deze fabrieksterreinen herontwikkeld tot woongebieden. De ontwikkeling van het industriegebied het Waalfront heeft vanaf de 21e eeuw plaats gevonden. Waardevol militair en industrieel erfgoed is hierbij bewaard gebleven en ingepast in de nieuwe woonwijk. Ook worden het vesting- en het Romeinse verleden zichtbaar gemaakt.

Water en bodem

Oud West is voornamelijk gelegen op een vlakte van sneeuwsmeltwaterafzettingen. De bodem bestaat veelal uit dekzand. In het gebied is sprake van hoge achtergrondwaarden van lood in de bodem. Het terrein langs de Waal is kunstmatig opgehoogd. De grondwaterstanden zijn matig diep en worden beïnvloed door de waterstanden in de Waal en het Maas-Waalkanaal. Recent is gebleken dat bij zeer langdurige regenval de grondwaterstanden kunnen stijgen tot op kelderniveau. Het gebied is voor circa 90% voorzien van een gemengd rioolstelsel en op verschillende plaatsen wordt het hemelwater in de bodem geïnfiltreerd. Het rioolstelsel heeft een gemiddeld aanlegjaar van 1982.

Bevolking, wonen en leefbaarheid

In Nijmegen-Oud-West wonen meer mensen tussen 40 en 60 jaar, alleenstaanden en eenoudergezinnen in vergelijking met het gemiddelde in Nijmegen. Er wonen minder kinderen, jongeren, tweeoudergezinnen en ouderen. Het percentage sociale huurwoningen ligt 8% hoger dan gemiddeld. Sinds de herstructurering van de Wolfskuil en het Waterkwartier is de bevolking gemengder, ook al wonen in Oud-West nog steeds relatief veel kwetsbare inwoners. Dit uit zich in een hoger percentage mensen met een uitkering en naar verhouding meer mensen die gebruik maken van een gemeentelijke regeling. Het Waterkwartier ervaren bewoners die er al lang wonen als een dorp. De bewoners waarderen de leefbaarheid in hun buurt niet hoger maar ook niet lager dan in de rest van de stad. Vooral het Waterkwartier krijgt vanwege de ontwikkeling van het Waalfront steeds meer een hoogstedelijk karakter. 

Kwaliteiten die we willen behouden

  • Ons waardevolle erfgoed.

  • De diversiteit aan voorzieningen die afgelopen jaren is ontstaan.

  • Beschermde gebieden en monumenten en overige cultuurhistorisch waardevolle gebouwen en objecten.

  • Archeologische restanten Ulpia Noviomagus.

6.7.3 Oud-West - Versterken en toevoegen
6.7.3.1 Oud-West - Belangrijkste opgaven
  • Balans tussen rustig wonen enerzijds en activiteiten en voorzieningen anderzijds.

  • Beter zichtbaar maken verleden op basis van het Masterplan Romeins Verleden en de Cultuurhistorische visie Waalfront en Waterkwartier.

6.7.3.2 Oud-West - Sociale en gezonde stad

Beweegvriendelijke omgeving

We willen in Oud-West meer ruimte creëren voor ontmoeting, voetgangers, fietsers, sport en groen. Specifiek denken we aan beweegroutes langs de Waal en door de Groene Corridor in verbinding met de diverse kleine parkjes én de nabije omgeving, richting Weurt en Veur Lent aan de overkant van de Waal. We realiseren groene sociale knooppunten, centraal in de wijk, voor jong en oud en geven uitvoering aan het BOSS-kader. Iedere wijk krijgt één of meer groene sociale knooppunten. Dit zijn grotere plekken met een aanbod voor bewoners uit de wijk van 0 tot 99 jaar. Groene, toegankelijke, prettige plekken met inrichting voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten. Deze kansrijke locaties voor de groene sociale knooppunten staan vermeld op de kaart. 

Voorzieningen op peil

Er is de laatste jaren steeds meer functiemenging verspreid over Oud-West: wijkvoorzieningen (diverse wijkcentra, Wijkfabriek, hobbycentrum, grote speeltuinen, kinderboerderij), winkels en horecagelegenheden. De ontwikkeling van het Waalfront heeft de levendigheid versterkt. Dat is een sterk punt van Oud-West dat behouden moet blijven door steeds aan te blijven sluiten bij veranderende behoeften. 

6.7.3.3 Oud-West - Aantrekkelijke stad

Wonen en inbreiding

De komende jaren wordt de westzijde van het station ontwikkeld. Er komt hoogbouw in combinatie met een aantrekkelijke en open entree van het station. Dankzij de nieuwe Westentree wordt het centrum toegankelijker voor de bewoners van Oud-West. Aan het Waalfront worden de laatst nieuwe woningen toegevoegd. De bestaande wijken zijn behoorlijk dicht bebouwd, waardoor er weinig ruimte is voor groen. Daarom zien we in Oud-West minder mogelijkheden voor het toevoegen van nieuwe woningen door inbreiding dan in andere stadsdelen. Daarnaast bezien we of sturing op de ‘intensivering’ van de bewoning in dit stadsdeel wenselijk is.

Mobiliteitstransitie

Gezien de nabijheid van het centrum en openbaar vervoer biedt Oud-West optimale kansen voor de mobiliteitstransitie. De nieuwe entree aan de westkant van het station vergroot de bereikbaarheid van bus en trein. Dankzij vermindering van het aantal parkeerplaatsen en, waar mogelijk, versmalling van 50 naar 30km/u-wegen wordt ruimte gecreëerd voor groen. De wandelroute langs de Waal van de Ooijpolder via de Handelskade en de aan te leggen brug naar Industriepark Waal Energie maakt het extra aantrekkelijk om een wandeling te maken. 

6.7.3.4 Oud-West - Economisch en veerkrachtige stad

Ontwikkeling

In het Stationsdistrict en Havenkwartier ontstaan dynamische horecagebieden die ook een stedelijke functie hebben. Ze zorgen voor meer verbinding tussen Oud-West en het centrum van Nijmegen. In de nabijheid ligt het Nyma- en Vasimterrein als broedplaats voor creativiteit, urban cultuur, evenementen en economische innovaties.

6.7.3.5 Oud-West - Duurzame stad

Energietransitie

De nieuwe buurten in het Waalfront zijn aangesloten op het warmtenet dat nu draait op restwarmte van de ARN. In de nieuwe Warmtevisie is de rest van Oud-West benoemd als onderzoeksgebied voor aansluiting op dit warmtenet. Op de langere termijn – als de circulaire doelen zijn behaald - is hiervoor een alternatieve warmtebron nodig. Opties hiervoor zijn geothermie of aquathermie uit de Waal of de rioolwaterzuivering. 

Versterken van de biodiversiteit

De Groene corridor langs het spoor en de Waal vormen de belangrijkste ecologische verbindingen in Oud West. Die willen we versterken. Het gedeelte van de Groene corridor in Oud West, van de Waal tot de Graafsebrug, maakt deel uit van het Stationsdistrict. Daarnaast beschermen we de hoofdbomenstructuur en monumentale bomen langs bijvoorbeeld de Koninginnelaan, Weurtseweg en in de Niersstraat. In Oud-West liggen veel kleine parkjes die soms wat verstopt liggen, zoals het Vogelpark bij de Spechtstraat en het Graspieperhof. Deze willen vanwege het spaarzame groen in Oud-West behouden. Ruimte die vrijkomt, onder meer dankzij de mobiliteitstransitie, wordt zoveel mogelijk omgezet in groen.

Klimaatadaptatiestrategie

De Biezen en de Wolfskuil zijn relatief versteende wijken, die niet aan het streefdoel van 40% groen voldoen. De wijken zijn relatief dicht bebouwd, met kleine (verharde) tuinen. Om deze wijken ook bij hoge temperaturen leefbaar te houden, is veel extra groen nodig. De wijken voldoen ook niet aan het streefdoel van 40% schaduw langs hoofdloop- en fietsroutes. Daarom streven we hier naar meer schaduwrijke bomen. Ook is voor veel woningen is de afstand tot een koelteplek groter dan 300 meter. We zoeken daarom naar een geschikte locatie voor een (groene) koelteplek. Ook voor de andere gebieden in Oud-West is verwijdering van overbodige verharding en het planten van extra bomen, langs loop- en fietsroutes en in parken nodig. 

Bij hevige regenbuien is Oud-West gevoelig voor wateroverlast. Vanuit de hoger gelegen delen van de stuwwal stroomt het hemelwater via de riolering of over de straten naar Oud-West, waar het tot wateroverlast kan leiden. Een deel van de oplossing ligt dan ook in het vasthouden en infiltreren van regenwater in de hoger gelegen delen van de stad, zodat de afstroming vermindert. Door de bestaande groenblauwe structuur uit te breiden, zoals het benutten van parken en het creëren van extra waterberging en door het creëren van afvoer richting het kanaal willen we de wateroverlast beperken.

Pilot omgevingsvisie ondergrond

Er zijn diverse redenen om voor Oud-West als eerste wijk een omgevingsvisie of programma voor de ondergrond te maken. Het betreft een overzichtelijk gebied met twee wijken. Er is sprake van een hoge dichtheid boven en onder de grond. In de bodem liggen kabels en leidingen, archeologische vondsten van de Romeinse stad, er ligt een warmtenet in het Waalfront, er is sprake van nieuwbouw en we willen een (duurzaam) gescheiden rioolstelsel en meer bomen en struiken. Door een omgevingsvisie of programma voor de ondergrond te maken, kunnen keuzes tussen conflicterende ambities binnen de beperkte ruimte worden gemaakt. Een pilot in Oud-West past binnen de nieuwe opgave Ondergrond. Uiteindelijk zal voor de hele stad een omgevingsvisie ondergrond moeten worden opgesteld.

6.7.4 Oud-West - Prioriteiten
  • Meer groene beweegroutes en sociale knooppunten (BOSS)

  • Behoud diversiteit voorzieningen

  • Meer groen en leefbaarheid krijgen in dit stadsdeel prioriteit boven inbreiding en intensivering van bewoning

  • Prioritaire wijk voor de mobiliteitstransitie om ruimte te maken voor groen

  • Historie: behoud en versterken erfgoed en beleefbaar maken Romeinse geschiedenis

  • Tegengaan hittestress – prioritaire hittewijken Waterkwartier en Wolfskuil klimaatadaptatie)

  • Pilot omgevingsvisie ondergrond

6.7.5 Oud-West - Belangrijkste elementen op kaart
Deelgebiedskaart: Nijmegen-Nieuw-West
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen

1 - Romeinse stad aan de Waal (ondergronds).

2 - Verdichting onder voorwaarden in Hees en Neerbosch Oost.

3 - Groene corridor langs het spoor en Florapark.

4 - Prioritaire hittestresswijken Waterkwartier en Wolfskuil.

5 - Recreatieve route langs de waal (met brug over de haven).

6 - We realiseren groene sociale knooppunten voor BOSS.

6.8 NIJMEGEN-MIDDEN

6.8.1 Midden - Vergezicht 2050

In 2050 is het goed wonen in verschillende soorten gebieden in Stadsdeel Nijmegen-Midden. Mensen wonen in een hoogstedelijk, of gemengd en groen gebied in Winkelsteeg, of in een rustigere buurt in andere wijken. Nijmegen-Midden is in 2050 een belangrijke plek voor de economische ontwikkeling in Nijmegen. De economische functie van Winkelsteeg is versterkt en op Campus Heijendaal en de Novio Tech Campus wordt gewerkt aan nieuwe technieken met een directe link aan de kennisinstellingen of de sectoren Health en High Tech. 

6.8.2 Midden - Kwaliteiten en kenmerken 

Nijmegen-Midden bestaat uit de wijken: Nije Veld, Heijendaal, Hazenkamp, Goffert en St. Anna. In het stadsdeel zijn het Goffertpark met het NEC-stadion de Goffert, grote werkgevers (NXP, Nexperia), kennisinstellingen (Radboudumc, Radboud Universiteit, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) en werklocaties (Winkelsteeg, Noviotech Campus, Campus Heijendaal) aanwezig. In Nijmegen-Midden vinden veel evenementen plaats, zoals in het Goffertpark en Park Brakkenstein.

Geschiedenis en ruimtelijke opbouw

Nijmegen-Midden bestaat uit een aantal deelgebieden die duidelijk verschillend van karakter en ontstaansgeschiedenis zijn. Archeologisch onderzoek langs de Nieuwe Dukenburgseweg laat zien dat dit gebied bewoond was in de prehistorie, Romeinse tijd en (vroege) middeleeuwen. Het stadsdeel is vanaf begin twintigste eeuw onderdeel van de stad geworden. Voor die tijd was dit agrarisch gebied en bevonden zich hier diverse landgoederen, waaronder landgoed Heijendaal. 

De St. Annastraat was een belangrijke uitvalsweg richting het zuiden. Bij het gehucht St. Anna kwamen een aantal veldwegen, zoals de Hatertseweg, Vossenlaan en Hazenkampseweg samen. Langs deze uitvalswegen en veldwegen ontstond al vroeg lintbebouwing. Ook de Groenestraat is een belangrijke historische verbindingsweg. Vooruitlopend op en tegelijkertijd met de stadsuitbreiding verrees er een aantal parochiecomplexen met een kerk, pastorie, scholen, klooster, patronaatsgebouw en begraafplaats. Het complex aan de Groenestraat/ Dobbelmanweg is het gaafst bewaard gebleven. 

De eerste planmatige stadsuitleg in Nijmegen-Midden was het Willemskwartier, een complexmatige tuinwijk met hoofdzakelijk woningen voor arbeidskrachten, gebouwd tussen 1917 en 1925. Een deel van het gebied is beschermd als gemeentelijk stadsbeeld. In de jaren ’30 volgde de ontwikkeling van een aantal kleinere buurten. 

Het Goffertpark is in de jaren ’30 als werkverschaffingsproject aangelegd als volkspark, voor sport en recreatie. 

De naoorlogse woningnood maakte verdere uitbreiding van Nijmegen noodzakelijk. Ten grondslag aan de uitbreidingen lag het Structuurplan uit 1951. Het voorzieningengebied rondom de Steenbokstraat en IJsbeerstraat maken deel uit van deze naoorlogse ontwikkeling.

Belangrijk voor de geschiedenis van Nijmegen-Midden is het ontstaan van Campus Heijendaal. Vanaf 1949 heeft de universiteit zich in verschillende fasen gevestigd op landgoed Heijendaal. De bebouwing is ingepast in de landgoedstructuur. 

Winkelsteeg is hoofdzakelijk na de Tweede Wereldoorlog ontstaan en wordt momenteel getransformeerd naar een woon-werkgebied. Een aantal historische landgoedstructuren, behorend bij de voormalige landgoederen Winkelsteeg en De Hulsen, zijn behouden gebleven.

Water en bodem

Midden is voornamelijk gelegen op een spoelzandwaaier en daluitspoelingswaaier. De bodem bestaat uit een samenstelling van zand, grind, löss en leem en is goed doorlaatbaar. Kenmerkend zijn de diepe tot zeer diepe grondwaterstanden. Het gebied is grotendeels voorzien van een gemengd rioolstelsel, dat rond de jaren ’70 is aangelegd. In bepaalde delen wordt het hemelwater in de bodem geïnfiltreerd of afgevoerd naar het oppervlaktewater langs het Maas-Waalkanaal. Hier ligt een groenblauwe structuur, die in de Winkelsteeg wordt uitgebreid.

Bevolking, wonen en leefbaarheid

Nijmegen-Midden heeft een bevolkingsopbouw vergelijkbaar met het Nijmeegse gemiddelde. Dat betekent dat er relatief veel jongvolwassen wonen (18 – 30 jaar). De komende jaren gaat de samenstelling van Midden veranderen. Dat komt door de bouw van nieuwe woningen in Winkelsteeg en door het toevoegen van studentenwoningen op Campus Heijendaal. 

In Midden is nu relatief veel laagbouw met een gemiddeld aantal sociale huurwoningen. Als gevolg van de ontwikkeling op Winkelsteeg zal dit ook veranderen. 

Volgens de Leefbaarometer scoort Midden goed. De voorzieningen dragen positief bij aan deze score. Binnen Midden zijn er ook verschillen. De wijk Hazenkamp scoort bijvoorbeeld beter dan het gemiddelde met ‘zeer goed’. 

Kwaliteiten die we willen behouden

  • Beschermde monumenten en gebieden en overige cultuurhistorisch waardevolle gebouwen en objecten

  • Campus Heijendaal en Noviotech Campus als economische motor van stad en regio en aanjagers van innovatie, nieuw talent en ondernemerschap. 

  • Goffertpark en Park Brakkenstein

  • Campus Heijendaal als campus op een voormalig landgoed

6.8.3 Midden - Versterken en toevoegen
6.8.3.1 Midden - Belangrijkste opgaven

De belangrijkste opgave in Nijmegen-Midden de komende jaren is economische ontwikkeling en een aantrekkelijk woonmilieu hand in hand te laten gaan. 

6.8.3.2 Midden - Sociale en gezonde stad

Beweegvriendelijke omgeving

We willen dat mensen in Midden voldoende ruimte hebben om te wandelen en te fietsen. We zorgen ervoor dat die routes beschikken over voldoende schaduw en bijdragen aan de biodiversiteit. We realiseren groene sociale knooppunten, centraal in de wijk, voor jong en oud in het kader van BOSS. Iedere wijk krijgt één of meer groene sociale knooppunten. Dit zijn grotere plekken met een aanbod voor bewoners uit de wijk van 0 tot 99 jaar. Groene, toegankelijke, prettige plekken met inrichting voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten. Deze kansrijke locaties voor de groene sociale knooppunten staan vermeld op de kaart. 

Binnen de financiële mogelijkheden van de gemeente willen we zoveel mogelijk aantrekkelijke loop- en fietsroutes met voldoende schaduw en groen maken. Groene routes zijn goed voor de biodiversiteit en klimaatadaptatie in Midden. 

Ruimte voor ontmoeten en voorzieningen

In Nijmegen-Midden is het vanuit veel woningen niet mogelijk om binnen 300 meter een koelteplek te vinden. Daarom vinden we het vergroten van koelteplekken en groengebieden wenselijk. Dit zijn ook plekken waar inwoners elkaar kunnen ontmoeten. 

6.8.3.3 Midden - Aantrekkelijke stad

Ontwikkelprincipes

Nijmegen werkt aan de transformatie van Winkelsteeg naar een hoogstedelijk gemengd gebied. Hier is ruimte voor hoogbouw in combinatie met hogere dichtheden. 

Voor Heijendaal bouwen we voort op de groene, cultuurhistorische identiteiten van het gebied door het landgoedcasco als uitgangspunt nemen voor verdere ontwikkeling. Tegelijk bieden we binnen dit casco ruimte voor ontwikkeling voor de belangrijke functies van de kennisinstellingen (zorg, onderwijs, onderzoek en omzetten hiervan in producten of diensten), levendigheid (wonen, kleinschalige voorzieningen en aantrekkelijke buitenruimte en nieuwe sportaccommodaties. 

In de andere wijken is ruimte voor zorgvuldig ingepaste bouwplannen op pand- en op straatniveau met aandacht voor cultuurhistorie en als versterking van de leefbaarheid. 

Ontwikkeling van Kanaalzone/Winkelsteeg

We werken aan de ontwikkeling van Kanaalzone/ Winkelsteeg. Dit is een focusgebied voor extra te creëren woningen en banen in Nijmegen. Winkelsteeg verandert naar een gezonde, levendige plek om te wonen en werken, klaar voor de toekomst. Hiervoor is een ontwikkelvisie gemaakt. 

Project Winkelsteeg draagt bij aan duurzame, economische groei en aan de groei van het aantal banen in Nijmegen. De nieuwbouw wordt niet alleen aardgasvrij (wettelijk verplicht), maar ook zo netneutraal mogelijk (lage belasting elektriciteitsnet), om netcongestie te vermijden en onnodige verzwaring van de infrastructuur voor stroom tegen te gaan. Waar mogelijk behouden we de bestaande bedrijvigheid. Daarbij zetten we in op de ontwikkeling van verschillende woon-werkmilieus en zorgen we voor 3.000 extra banen.

Werk en wonen komen samen in één gebied. Daarbij draagt het project bij aan een divers(er) woonmilieu in de Kanaalzone-Zuid. Op Winkelsteeg wordt gebouwd volgens de afspraken in de Woondeal 2.0. Tot en met 2030 worden er in het gebied Kanaalzone-Winkelsteeg ongeveer 4.050 woningen gerealiseerd en 400 woningen na 2030, waarvan gemiddeld 65% betaalbaar.

De ontwikkeling van Winkelsteeg moet ook zorgen voor een betere verbinding van de stadswijken Dukenburg en Lindenholt met de rest van Nijmegen.

We zetten in op een wijk, met voorzieningen op loopafstand, zonder auto’s op straat, met laag autobezit en alternatieven voor vervoer, waaronder een fietsnetwerk, routes voor voetgangers en het verbeteren van het ov.

Prettige woonstraten

Nijmegen heeft de ambitie dat mensen zich kunnen verplaatsen via aantrekkelijke woonstraten. De snelheid op de Groenestraat, Muntweg en Heyendaalseweg wordt verlaagd naar 30km/u. We zijn hier realistisch in. Deze verandering neemt namelijk verschillende coalitieperiodes in beslag. Met deze maatregel zorgen we niet alleen voor ruimte voor actieve mobiliteit en andere opgaven. Zo maken we ook meer ruimte om te werken aan klimaatadaptatie. We zorgen bovendien dat wegen binnen tien jaar veiliger zijn ingericht. 

6.8.3.4 Midden - Economisch veerkrachtige stad

Ontwikkeling campus Heijendaal

Campus Heijendaal is een belangrijk onderdeel van de identiteit en kracht van Nijmegen. Het is een plek van nieuwe ideeën. De ontwikkeling van de campus op een voormalig landgoed geeft het gebied zijn eigen kenmerken en kwaliteiten. De campus blijft een belangrijke rol vervullen als kerngebied voor Nijmegen én de regio met functies die direct gerelateerd zijn aan onderwijs, onderzoek, zorg, waaronder wonen en bedrijvigheid.

De komende jaren werken de campuspartners (Radboud Universiteit, Radboudumc, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de gemeente Nijmegen) aan de doelen uit de gebiedsvisie voor Campus Heijendaal. 

De gezamenlijke doelstellingen richting 2040 zijn:

  • Levendigheid en verblijfsklimaat van het gebied vergroten zodat Campus Heijendaal naast een plek om te studeren, onderzoeken en zorg te ontvangen ook steeds meer een plek wordt om te werken, verblijven.

  • Versterken van de fysieke en ecologische verbindingen tussen Campus Heijendaal, de naastgelegen buurten en de rest van de stad zodat Campus Heijendaal nog meer een levendig onderdeel wordt van de stad en de stedelijke natuur, wonen en ontmoeten.

  • Versterken van de onderlinge samenhang en gezamenlijke (groene) identiteit van het gebied zodat het gebied als één campus aanvoelt en functioneert.

  • Duurzaam verbeteren van de bereikbaarheid van, naar en op de Campus met de focus op duurzame mobiliteit en versterken van de mobiliteitstransitie.

  • Versterken van de bedrijvigheid, innovatie en onderlinge samenwerking op de campus zodat de toegevoegde waarde van bedrijven voor onderzoek, onderwijs en zorg kan worden versterkt. 

  • Vergroten van de toekomstbestendigheid van de campus op het gebied van energie, klimaatadaptatie en circulariteit van gebouwen en openbare ruimtes.

 

Ontwikkeling Novio Tech Campus

Nijmegen werkt aan een ontwikkelstrategie voor de Novio Tech Campus. Daarbij kijken we waar de komende jaren de accenten op komen te leggen. Om de gewenste groei door te kunnen maken zal het ecosysteem versterkt moeten worden. Alleen dan kunnen bestaande bedrijven doorgroeien en nieuwe bedrijven zich vestigen. De Novio Tech Campus heeft een ander profiel dan Campus Heijendaal, waar bedrijven sterk verbonden zijn aan onderzoek en onderwijs. De ruimtelijke doorontwikkeling van de campus maakt onderdeel uit van de ontwikkeling van het naastgelegen Winkelsteeg.

6.8.3.5 Midden - Duurzame stad

Energie

Op Campus Heijendaal functioneert een lokaal bodemwarmtesysteem waarbij lage temperatuur warmte en koude (WKO) wordt uitgewisseld. Het Radboudumc en de Radboud Universiteit werken samen om de WKO's aan elkaar te koppelen en zo de hele campus aardgasvrij te verwarmen. Uitbreiding van dit warmtesysteem naar bijvoorbeeld omliggende woningen, lijkt op dit moment (nog) niet kansrijk. Over een aantal jaren kan dit weer opnieuw bekeken worden. 

In de rest van Nijmegen-Midden is geen warmtenet voorzien tot 2035. Om nu alvast veel aardgas te besparen moedigen we bewoners van de woonwijken in Nijmegen-Midden aan om over te stappen op een hybride warmtepomp. Hiermee wordt direct veel aardgas bespaart zonder dat dit een grote piekvraag aan elektriciteit oplevert. Ook worden lokale aardgasvrije initiatieven zoveel mogelijk ondersteund, waarbij huizen, straten of een buurt gezamenlijk aan de slag willen.

Versterken van de biodiversiteit

Het Goffertpark is een monumentaal park en een van de belangrijkste groene kerngebieden van Nijmegen. Dat wil Nijmegen zo houden. Tegelijkertijd is het een park waar grote evenementen en concerten plaatsvinden. We blijven monitoren wat hierin de beste balans is. 

Daarnaast zijn ook Park Brakkenstein en de groene corridor langs het spoor, kerngebieden en ecologische verbindingen in dit stadsdeel. In de stedelijke hoofdgroenstructuur (kerngebieden en ecologische verbindingen) worden in principe alleen nieuwe ontwikkelingen toegestaan met een positief netto-effect op de biodiversiteit. Daarbij betrekken we ook de biodiversiteit van de bodem. We zetten in op groenblauwe verbindingszones. Dit combineren we met het creëren van meer schaduw op loop- en fietsroutes.

Klimaatadaptatiestrategie

In Nijmegen-Midden liggen verschillende prioritaire klimaatadaptatiegebieden. Met name het Willemskwartier en Landbouwbuurt (Nije Veld) zijn kwetsbaar voor hittestress. De wijken zijn relatief dicht bebouwd, met kleine (verharde) tuinen. Ze voldoen daardoor niet aan de streefdoelstellingen van 40% groen in de wijk. 

Om deze wijken ook bij hoge temperaturen leefbaar te houden, is veel extra groen nodig. We zetten in op het vergroten van het boomkroonvolume voor meer schaduw in de straten en het ontstenen van de openbare- en private ruimte. 

Voor veel woningen is de afstand tot een koelteplek te groot. We zoeken daarom naar extra locaties voor schaduwrijk groen. Ook de bedrijventerreinen zijn aandachtspunten voor hittestress. Hier streven we naar 10% meer vergroening.

Met name de droogdalen van de Groenestraat en Weg door Jonkerbos zijn risicogebieden voor wateroverlast. Om de overlast te beperken, willen we het regenwater zoveel mogelijk in de hoger gelegen delen vasthouden en infiltreren. Hiervoor leggen we wadi's, (verdiept) groen en infiltratievoorzieningen aan. Het overtollige water willen we via de droogdalen afvoeren. We hebben daarom zowel de kwetsbare droogdalen als de zoekgebieden voor het vasthouden van hemelwater als prioritair gebied benoemd.

Vergroenen van Nije Veld

Nije Veld kan een stuk groener. Dan blijft de wijk koeler in de zomer en is het er fijner wonen. Deze wijk voldoet niet aan ons streven van 40% groen en bewoners kunnen niet binnen 300 meter een groot groengebied bereiken. Bij transformatie en nieuwbouw moet meer ruimte voor groen terugkomen. Dat is niet makkelijk, maar kan door compacter te bouwen en ruimte vrij te maken voor groen met respect voor het beschermd stadsbeeld. We stimuleren particulieren hun tuinen te vergroenen. We gaan met de woningcorporaties in overleg over het vergroenen van hun bezit. 

6.8.4 Midden - Prioriteiten
  • Ontwikkeling Winkelsteeg

  • Ontwikkeling Campus Heijendaal

  • Ruimte voor ontmoeten en voorzieningen 

  • Aanpak van hitte in het Willemskwartier en Landbouwbuurt (Vergroenen van Nije Veld)

  • Aanpakken van wateroverlast bij de Groenestraat en Weg door Jonkerbos 

6.8.5 Midden - Belangrijkste elementen op kaart

 

Deelgebiedskaart: Nijmegen-Midden
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen

1 - Winkelsteeg wordt een gebied dat steeds in beweging is. In Winkelsteeg werken we tot en met 2035 aan drie opgaven: werken, wonen en verbinden.

2 - Sportpark Winkelsteeg wordt een stadspark met ruimte voor recreatie.

3 - Oostkanaaldijk wordt onderdeel van het Kanaalpark en een belangrijke noord-zuid doorfietsroute.

4 - De Novio Tech Campus groeit door als aantrekkelijke campusomgeving voor innovatieve bedrijven in de sectoren health en high Tech. Het blijft een belangrijke economische motor voor de economie van Nijmegen en regio.

5 - Inbreiding rondom station Goffert, onderdeel van Winkelsteeg.

6 - Inbreiding langs het Maas Waalkanaal, onderdeel van Winkelsteeg.

7 - Samen met de campuspartners willen we de verbondenheid van Campus Heijendaal met de omgeving verbeteren, willen de aantrekkelijkheid verbeteren en willen dat de campus een betekenisvolle plek is. Onderdeel hiervan is de verblijfskwaliteit; de onderlinge ruimtelijke samenhang en (groene) identiteit en de verbindingen naar de stad.

8 - Versterken van de bedrijvigheid, innovatie en onderlinge samenwerking.

9 - Meer ruimte voor voetgangers, fietsers en het OV om de mobiliteitstransitie mogelijk te maken.

10 - We verlagen de snelheid op de Groenestraat, Muntweg en Heijendaalseweg

11 - Het Willemskwartier en de Landbouwbuurt zijn prioritaire gebieden voor het aanpakken van hittestress.

12 - De Groenestraat en Weg door Jonkerbos zijn prioritaire gebieden voor het aanpakken van wateroverlast.

13 - We realiseren groene sociale knooppunten voor BOSS.

6.9 DUKENBURG

6.9.1 Dukenburg - Vergezicht 2050

In 2050 zijn er in Stadsdeel Nijmegen-Dukenburg goede fysieke en sociale knooppunten en verbindingen met de rest van de stad beter en zijn er volop kansen voor inwoners om zich te ontwikkelen. Er is voldoende ruimte voor sterke gemeenschappen. In 2050 is het groene karakter met de vele watergangen van Dukenburg behouden, kunnen inwoners gebruikmaken van beweegroutes met voldoende groen en schaduw. 

6.9.2 Dukenburg - Kwaliteiten en kenmerken 

Veel mensen wonen met veel plezier in het intussen 50 jaar oude stadsdeel. Toch zijn er zorgen over de leefbaarheid, armoede, gezondheid, voorzieningenniveau en de toekomstbestendigheid van de fysieke inrichting. Dit zijn geen nieuwe zorgpunten. Nijmegen heeft al vaker strategieën ontwikkeld voor Dukenburg. De laatste was de Ontwikkelagenda Dukenburg. Veel van dit document is overgenomen in deze omgevingsvisie, omdat Nijmegen het nog goed kan toepassen. 

Geschiedenis en ruimtelijke opbouw

Dukenburg is vernoemd naar het 14e -eeuwse kasteel en landgoed Dukenburg. Het landgoed was gesitueerd op de overgang van de drogere zandgronden naar het lagergelegen rivierterras. In 1959 gaf de gemeente opdracht om de mogelijkheid van een nieuw stadsdeel bij landgoed Duckenburg te onderzoeken. Vanaf 1966 is hier Dukenburg ontstaan, een heel nieuw stadsdeel voor zo’n 30.000 inwoners. 

Dukenburg is opgezet met een scheiding tussen functies zoals wonen, werken en voorzieningen. Dit is kenmerkend voor de tijd waarin Dukenburg is gebouwd. De oudste wijken hebben een stempelverkaveling, volgens de CIAM-principes, waarbij blokken woningen en flatgebouwen in een repeterend patroon gesitueerd zijn, met daar tussen grote groenstroken.

De latere wijken zijn gebouwd volgens de principes van het structuralisme, waarbij sprake is van woonerven, met binnen de wijken focus op langzaam verkeer, kleinschaligheid, intimiteit en menselijke maat. Tussen de wijken lopen grote verkeersstructuren voor het doorgaande verkeer. 

Historische (groen)structuren zijn ingepast in de wijk en hebben veelal een recreatieve functie. Deze historische structuren en de restanten van het voormalige landgoed maken deel uit van de identiteit van Dukenburg. Een deel is beschermd als monument, het overige erfgoed staat op de cultuurhistorische waardenkaart. 

Water en bodem

Het gebied is van oudsher nat en drassig. Het is gelegen op de oude stroomdalvlakte van de Maas. De ondergrond kent een rijke verzameling van oude riviergeulen. Bij de aanleg van de wijk is een gescheiden rioolstelsel aangelegd. Het gemiddeld aanlegjaar van de riolering is 1972 en de kwaliteit van het stelsel is goed. Het hemelwater wordt afgevoerd naar het uitgebreide stelsel van oppervlaktewater. De waterpeilen van het oppervlaktewater worden beheerd door het waterschap. Vanwege de relatief hoge grondwaterstanden en de bodemsamenstelling is het gebied minder geschikt voor infiltratie.

Groen stadsdeel

Dukenburg is een groen stadsdeel. Het bestaat voor bijna de helft uit openbaar groen. Rondom de woonwijken ligt een ring van groengebieden zoals Vogelzang, Staddijk en het kanaal. Vogelzang en Staddijk maken deel uit van de stedelijke groenstructuur van Nijmegen en vormen een overgangsgebied tussen stad en land. Deze gebieden zijn goed voor de biodiversiteit en klimaatadaptatie en bieden ruimte voor ontspanning en sport.

Bevolking, wonen en leefbaarheid

Dukenburg vergrijst. Vergeleken met de rest van Nijmegen wonen er in verhouding weinig jongeren en meer ouderen. In 2030 zal het aandeel 50jarigen iets zijn afgenomen en de groep 80jarigen toegenomen. Ondanks dat het stadsdeel is gebouwd voor 30.000 inwoners, wonen er nu net iets meer dan 22.300 inwoners. 

In Dukenburg zijn veel betaalbare woningen. Ongeveer de helft van de woningen is een sociale huurwoning. 

Dukenburg scoort ‘zwak’ in de Leefbaarometer. Dit komt volgens deze baarometer door overlast, onveiligheid en het gebrek aan voorzieningen. Afwijking in negatieve zin is de wijk Meijhorst. Deze wijk scoort onvoldoende. De wijk Weezenhof scoort juist goed. Dat laat zien dat binnen Dukenburg grote verschillen zijn. 

Kwaliteiten die we willen behouden

  • Beschermde monumenten en gebieden en overige cultuurhistorisch waardevolle gebouwen en objecten 

  • Groenblauwe opzet met bijzondere parken als Staddijk, Geologenstrook, en het Douglas- en Uilenbosje.

  • Beschikbaarheid van betaalbare woningen. 

  • Positieve kwaliteiten van de Post65-structuren.

6.9.3 Dukenburg - Versterken en toevoegen
6.9.3.1 Dukenburg - Belangrijkste opgaven

Nijmegen wil het verschil tussen stadsdelen verminderen. Op basis van ons idee van een rechtvaardige stad zijn we van plan extra energie in Dukenburg te stoppen. Nijmegen heeft hiermee de ambitie om Dukenburg aantrekkelijk te maken met sterke wijken en passende, bereikbare, en toegankelijke voorzieningen. Om hiervoor te zorgen, gaan we in gesprek met inwoners over hun behoefte en hanteren we het principe van een groene, gezonde en toegankelijke leefomgeving met een openbare ruimte die uitnodigt tot sporten, bewegen en ontmoeten. De aanwezige groenstructuren bieden hier kansen voor en zetten we ook hiervoor in. Om dit uit te voeren maken we een gebiedsgericht omgevingsprogramma in het verlengde van de Ontwikkelagenda Dukenburg. We gaan hierbij in overleg met inwoners en partijen die in Dukenburg actief zijn. De gemeente kan en wil dit niet alleen doen. 

6.9.3.2 Dukenburg - Sociale en gezonde stad

Ruimte voor ontmoeten en voorzieningen

Onderdeel van een gezond en sociaal Dukenburg is voldoende plekken om elkaar te ontmoeten. Nijmegen heeft dan ook de ambitie dat centraal in de Dukenburgse wijken wijkontmoetingsgebieden ontstaan. Dit zijn gebieden die, door de aanwezigheid van een wijkpark en clustering van (maatschappelijke) functies en voorzieningen, vaak nu al plekken zijn waar ontmoeting plaatsvindt zoals bijvoorbeeld scholen en winkelcentra. Daarnaast zijn dit zoeklocaties voor ateliers, creatieve makers en broedplaatsen.

Wanneer zich een kans voortdoet voor wijkontmoetingsgebieden, is het leidend principe dat verschillende functies in één gebouw of een samengesteld gebouw worden gecombineerd. Gedacht kan worden aan een gebouw waar jong en oud samenkomen en waar plek is voor wijkinitiatieven. Bijvoorbeeld, (kleinschalige) functies als scholen, horeca, dienstverlening, culturele instellingen, religieuze instelling, kleinschalige bedrijvigheid. Mogelijk in combinatie met bij het stadsdeel passend wonen op bovengelegen verdiepingen.

Beweegvriendelijke omgeving

We hebben de ambitie dat Dukenburg een beweegvriendelijke omgeving is. Ons doel is dat mensen in Dukenburg voldoende ruimte hebben om te wandelen en te fietsen en dat voorzieningen goed bereikbaar zijn. Leidend principe om dit doel waar te maken, is het combineren van verschillende grote opgaven op het gebied van gezondheid, klimaatadaptatie en groen. 

Binnen de financiële mogelijkheden van de gemeente willen we zoveel mogelijk aantrekkelijke loop- en fietsroutes met voldoende schaduw en groen maken. Groene routes zijn goed voor de biodiversiteit en klimaatadaptatie in Dukenburg. Een groot deel van de routes is namelijk ook onderdeel van de hoofdgroenstructuur. 

We onderzoeken of we met deze routes de verbinding tussen voorzieningen kunnen verbeteren. Zo kunnen we ervoor zorgen dat het aantrekkelijk is de auto te laten staan. Het tegengaan van mobiliteitsongelijkheid is daarbij in Dukenburg een belangrijk aandachtspunt. We realiseren groene sociale knooppunten, centraal in de wijk, voor jong en oud en geven uitvoering aan het BOSS-kader. Iedere wijk krijgt één of meer groene sociale knooppunten. Dit zijn grotere plekken met een aanbod voor bewoners uit de wijk van 0 tot 99 jaar. Groene, toegankelijke, prettige plekken met inrichting voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten. Deze kansrijke locaties voor de groene sociale knooppunten staan vermeld op de kaart. 

6.9.3.3 Dukenburg - Aantrekkelijke stad

Ontwikkelprincipes Dukenburg

Nieuwe ontwikkelingen in Dukenburg moeten een positief effect hebben op de leefbaarheid van het stadsdeel. 

Station Dukenburg en omgeving en de Meijhorst 60e straat geven ruimte om te verdichten en te transformeren naar een hoogstedelijk milieu. De komende jaren onderzoeken we of de wijken langs het Maas-Waalkanaal ruimte bieden voor meer woningen door middel van transformatie met respect voor de huidige kwaliteiten. In de rest van Dukenburg kan ruimte zijn om door middel van (kleine) ontwikkelingen in te zetten op transformatie en herstructurering. Uitgangspunt hierbij is dat de bebouwing wordt aangepast van ‘naar binnen gekeerd’ naar ‘open’. We gaan hierbij uit van de ruimtelijke identiteit van de buurt. Daarom vragen we bij ontwikkelingen hoe de verandering met aandacht voor de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten kan.

Nijmegen heeft als doel wijken met een meer gevarieerd woningaanbod. Hier werken we samen met woningcorporaties en marktpartijen aan. We zien op sommige plekken een opeenstapeling van sociale problemen. Daarom willen we in Dukenburg inzetten op ontwikkelingen die sociale problemen kunnen verminderen. Een manier om dit te verminderen is de bouw van verschillende type woningen. Om goed te bepalen wat nodig is, maken we bij uitwerkingen een gebiedsvisie. Hierbij betrekken we ook een onderzoeksvraag naar het naoorlogs erfgoed. 

Versterken van Winkelcentrum Dukenburg

Het gebied bij Winkelcentrum Dukenburg is een van de stedelijke (ov) knooppunten in Nijmegen. Nijmegen ziet het gebied ook zo, als het gaat om verkeer en vervoer. Omdat mensen er op verschillende manieren kunnen komen en het stedelijke karakter heeft, wilt Nijmegen dat er genoeg ruimte is voor duurzame mobiliteit. Naast langzaam verkeer stimuleren we ook andere vormen van duurzame mobiliteit. Zo vergroot de gebiedstransformatie bij het stadsdeelwinkelcentrum de bereikbaarheid en het gebruiksgemak van het openbaar vervoer voor Dukenburgers, worden fietsverbindingen verbeterd en is het plan de entrees van het winkelcentrum voor auto’s terug te brengen naar één entree waardoor minder autobewegingen door de wijk zullen plaatsvinden. 

In het verleden had Winkelcentrum Dukenburg een functie voor de verdere omgeving van Dukenburg. Doordat er steeds minder mensen in Dukenburg wonen en mensen anders winkelen, is leegstand ontstaan. Door de transformatie die nu in gang is gezet, ontstaat een voor de toekomst voorbereid centrum voor Dukenburg, Lindenholt, en andere ontwikkelingen in de Kanaalzone Zuid.

Versterken van de verbindingen met het kanaal en de rest van de stad

We hebben de ambitie dat Dukenburg meer verbonden is met de rest van de stad. Dat past binnen het belangrijke ruimtelijk principe van het omarmen van het Maas-Waalkanaal. 

Een groot deel van Dukenburg valt binnen de ontwikkeling: Kanaalzone-Zuid. In de Kanaalzone-Zuid zet Nijmegen in op een kanaal dat verbindt en iets is waar bewoners trots op kunnen zijn. De Kanaalzone is ook een inclusieve plek waar iedereen zich thuis voelt. Dynamisch: een gebied met meer, levendigheid, functiemenging en economische dynamiek. Gezond: een gebied dat uitnodigt tot spelen en bewegen en zo een impuls is voor een meer gezonde levensstijl. 

De komende jaren onderzoekt Nijmegen of extra verbindingen over het Maas-Waalkanaal helpen om Dukenburg meer met de rest van de stad te verbinden. We onderzoeken hierbij de praktische en financiële uitvoerbaarheid. 

Prettige woonstraten

Nijmegen heeft de ambitie om de ruimte in Dukenburg beter te benutten. Dukenburg is ruim opgezet. Dat betekent dat ook langs de hoofdwegen veel ruimte is. Nijmegen zal de komende jaren onderzoeken of we meer kwalitatief groen en ruimte om te bewegen kunnen maken. Ons leidend principe is dat we de menselijk maat hierbij terugbrengen. 

We verkennen de mogelijkheden om de snelheid en betrouwbaarheid van het openbaar vervoer te verbeteren, bijvoorbeeld door het inpassen van vrijliggende businfrastructuur. In de wijken maken we de wegen aantrekkelijker en veiliger door de maximumsnelheid te verlagen van 50km/u naar 30km/u. We stimuleren elektrisch rijden en deelvervoer. 

6.9.3.4 Dukenburg - Economisch veerkrachtige stad

Toekomstbestendige winkelstructuur

We gaan voor toekomstbestendige wijkwinkelcentra in Dukenburg. De winkelcentra in Meijhorst en de Weezenhof hebben daarom ruimte gekregen voor vernieuwing en uitbreiding (maximaal 2 supermarkten in Meijhorst en 1 in Weezenhof). 

De huidige supermarkt in Malvert blijft gehandhaafd maar er is voor gekozen niet mee te werken aan uitbreiding dan wel vernieuwing. Een gevolg van die keuze is dat er geen ruimte is voor uitbreiding van Winkelcentrum Malvert. Nijmegen staat open voor eventuele transformatie-initiatieven voor Winkelcentrum Malvert die zijn gericht op een goed functionerend en leefbaar gebied. De centrale locatie in Malvert en de ligging bij Staddijk en kanaal bieden aanknopingspunten voor een nieuwe invulling.

6.9.3.5 Dukenburg - Duurzame stad

Warmtenet

In Dukenburg gaan we aan de slag met plannen voor de gefaseerde uitrol van een collectief warmtenet tot 2035, in eerste instantie draaiend op restwarmte van de ARN. Het warmtenet komt in handen van een publiek warmtebedrijf dat het warmtenet aanlegt in samenwerking met inwoners en partners. Dat betekent dat de komende jaren gewerkt wordt in de openbare ruimte. 

Aanpakken Tekenhofplein

Het viaduct bij het Takenhofplein en de Wijchenseweg is een van de prioritaire hoofdwegen met wateroverlast. Voor Dukenburg zetten we in op het ontstenen en vergroenen, de aanleg van wadi's voor zuivering en vertraagd afvoeren. Langdurige hitte en/of droogte kan de waterkwaliteit negatief beïnvloeden. We zetten ons in om de waterkwaliteit in stand te houden en waar mogelijk te verbeteren

We behouden en versterken de hoofdgroenstructuur

Dukenburg voldoet aan de groenambitie uit de Klimaatadaptatiestrategie. Dat is een belangrijke kwaliteit die we graag behouden. Met bewoners gaan we in gesprek hoe we het groen nog beter kunnen benutten en definiëren. Ook hebben we de ambitie om schaduw toe te voegen aan wegen waar dat nu beperkt is. 

In de stedelijke Hoofdgroenstructuur (kerngebieden en ecologische verbindingen) worden in principe alleen ontwikkelingen toegestaan met een positief netto-effect op de biodiversiteit, ook van de bodem.

6.9.4 Dukenburg - Prioriteiten
  • Versterken Winkelcentrum Dukenburg

  • Versterken van de verbinding met het kanaal en de rest van de stad

  • Ruimte voor ontmoeten

  • Aanleggen Warmtenet

  • Aanpakken Takenhofplein

6.9.5 Dukenburg - Belangrijkste elementen op kaart
Deelgebiedskaart: Dukenburg
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen

1 -Nijmegen heeft de ambitie om de leefbaarheid voor bewoners toe te laten nemen. Een manier om dat te doen is om de wijken Zwanenveld, Lankforst en Malvert beter te verbinden met de rest van de stad en andersom. Leidende principes hierbij zijn: openen naar het kanaal om de kwaliteit van het kanaal beter te benutten, aanpassingen van de openbare ruimte en toevoeging van nieuwe woningen.

2 - Nijmegen zal de komende jaren onderzoeken of we meer kwalitatief groen en ruimte om te bewegen kunnen maken langs de hoofdwegen. Ons leidend principe is dat we de menselijk maat hierbij terugbrengen.Langs het Maas-Waalkanaal ontstaan mogelijkheden voor transformatie en het toevoegen van extra woningen met respect voor de huidige ruimtelijke kwaliteiten.

3 - Ontwikkeling van winkelcentrum Dukenburg. Samen met marktpartijen maken we het winkelcentrum weer een visitekaartje van Dukenburg. Met een gebiedstransformatie wordt de bebouwing sterk gemoderniseerd en beter ingebed in de omgeving, o.a. met het bus- en treinstation. De transformatie moet zorgen voor een goed functionerend (winkel)centrum met verblijfsgebied. Waar mensen wonen, met plezier naartoe komen, willen verblijven en elkaar ontmoeten.

4 - Het viaduct Takenhofplein is een prioritair gebied voor de aanpak van wateroverlast. 

5 - Bij de A73 is een zoekgebied voor een transferium waar bezoekers aan de binnenstad hun reis met het ov kunnen vervolgen, waardoor er minder autoverkeer door de stad hoeft te gaan.

6 - In het algemeen is er een transitie gaande naar meer elektrisch rijden en deelvervoer. In Dukenburg is dit o.a. zichtbaar door de realisatie van een e-hub bij de Prins Mauritsschool die duurzame mobiliteit toegankelijker maakt voor bewoners van o.a. Zwanenveld.

7 - Rondom de ontwikkeling van het Zwanenpark wordt betaald parkeren ingevoerd. Nieuwe bewoners krijgen geen parkeervergunning op straat en niet iedereen kan dan ook een auto meenemen naar de nieuwe ontwikkeling. Hiermee wordt voorkomen dan de huidige bewoners van Zwanenveld parkeeroverlast gaan ondervinden. Maar op deze manier kan ook de mobiliteitstransitie meer vorm krijgen, die met name in de buurt van het OV-knooppunt bij winkelcentrum Dukenburg kansrijk is. Niet iedereen kan meer beschikken over een auto. Daarom is het van belang dat er voldoende aanbod komt van deelmobiliteit.

8 - Met regiogemeenten willen we onderzoeken of we de recreatieve verbindingen met Berendonk en Hatertse Vennen kunnen versterken.

9 - Warmtenet Dukenburg (zie kaart nieuwe Warmtevisie).

10 - We realiseren groene sociale knooppunten voor BOSS.

6.10 LINDENHOLT

6.10.1 Lindenholt - Vergezicht 2050

In 2050 is het groene karakter van Stadsdeel Nijmegen-Lindenholt behouden waar ruimte is voor bewegen en ontmoeten. Lindenholt blijft een stadsdeel waar in verhouding veel betaalbare grondgebonden woningen zijn. In Lindenholt is plek voor woningbouw in combinatie met een stadsdeelhart. Hier kunnen woningen voor ouderen en starters worden toegevoegd. 

6.10.2 Lindenholt - Kwaliteiten en kenmerken 

Lindenholt is een ruim opgezet naoorlogs stadsdeel met veel groen en water. Het stadsdeel ligt ten westen van het Maas-Waalkanaal en bestaat uit de wijken 't Acker, ’t Broek en De Kamp. 

Geschiedenis en ruimtelijke opbouw

Gebouwd tussen 1977 en 1990 heeft Lindenholt een woonerfstructuur (bloemkoolwijk). Woonerven kenmerken zich, als reactie op de oliecrisis in de jaren 70, door meer focus op langzaam verkeer en op de kleinschaligheid, intimiteit van de buurt. De menselijke maat stond voorop.

Met de bouw van de woonwijk zijn diverse oorspronkelijke landschapselementen van het oude broekgebied ingepast, zoals het rabattenbosje en andere delen van de groenstructuur. Ook zijn de straten van het voormalige dorp Neerbosch behouden gebleven, zoals de St. Agnetenweg, Zwanenstraat en Broekstraat. Deze straten worden voornamelijk gekenmerkt door lintbebouwing. Ook bevindt zich hier nog voormalige agrarische bebouwing, die herinnert aan het agrarische verleden van het gebied. 

Ten noorden van de woonwijk Lindenholt bevindt zich het in 1867 opgerichte Kinderdorp Neerbosch, een voormalige wezeninstelling, gebouwd op het terrein van boerderij Spijkerhof aan de Nederheidseweg. Deze boerderij dateert al uit de 16e eeuw en is een gemeentelijk monument. De bijbehorende zogenoemde ‘spijker’ (opslagplaats voor graan) is een rijksmonument. Vanuit Kinderdorp Neerbosch liep een laan naar de Dorpsstraat in Hees. Kinderdorp is ingepast binnen de historische verkavelingstructuur, ontstaan in de 14e eeuw. Er zijn nog steeds zorginstellingen in het gebied.

Bevolking, wonen en leefbaarheid

Lindenholt bestaat voor het grootste deel uit betaalbare laagbouwwoningen. In de Leefbaarometer krijgt Lindenholt de klasse voldoende. Voornamelijk overlast en onveiligheid hebben een negatief effect op Lindenholt. In Lindenholt wonen in verhouding veel ouderen.

Water en bodem

Lindenholt is gebouwd op de oude stroomdalvlakte van de Maas. De ondergrond bestaat uit een rijke verzameling van oude riviergeulen. Het gebied is van oudsher nat en drassig. Vanwege de relatief hoge grondwaterstanden en de bodemsamenstelling is het gebied minder geschikt voor infiltratie. Bij de aanleg van de wijk Lindenholt is een gescheiden rioolstelsel aangelegd. Het gemiddeld aanlegjaar van dit stelsel is 1981 en met enkele uitzonderingen is het van goede kwaliteit. Het hemelwater wordt afgevoerd naar het uitgebreide stelsel van oppervlaktewater. Bij de bedrijventerreinen Bijsterhuizen en Westkanaaldijk is een verbeterd gescheiden stelsel aangelegd. Het oppervlaktewater dat bij de bouw van de wijken is aangelegd, is over het algemeen van goede kwaliteit. Het waterpeil wordt beheerd door het waterschap. 

Werken

In Lindenholt zijn een aantal grote werklocaties: Trade Port Nijmegen West, Bijsterhuizen, Brabantse Poort.

Kinderdorp Neerbosch

Kinderdorp Neerbosch, gelegen in het noordelijk deel van Lindenholt, is een cultuurhistorische waardevolle plek met veel groene kwaliteiten. De voormalige weesinrichting Kinderdorp is een bijzondere plek. We gaan dit erfgoed beter beschermen. 

Kwaliteiten die we willen behouden

  • Ons waardevolle erfgoed en Kinderdorp Neerbosch als cultuurhistorisch waardevolle plek. 

  • Relatief groen en ruim opgezet stadsdeel. 

  • Relatief veel grondgebonden betaalbare woningen.

6.10.3 Lindenholt - Versterken en toevoegen
6.10.3.1 Lindenholt - Belangrijkste opgaven

In Lindenholt is de belangrijkste opgave om te werken aan een stadsdeel waar genoeg ruimte is om elkaar te ontmoeten in een beweegvriendelijke omgeving. Daarnaast is het belangrijk om te werken aan voldoende starters- en seniorenwoningen. 

6.10.3.2 Lindenholt - Sociale en gezonde stad

Beweegvriendelijke omgeving 

We hebben de ambitie dat Lindenholt een beweegvriendelijke omgeving is. Ons doel is dat mensen in Lindenholt voldoende ruimte hebben om te wandelen en te fietsen en dat voorzieningen goed bereikbaar zijn. Leidend principe om dit doel waar te maken, is het combineren van verschillende grote opgaven op het gebied van gezondheid, klimaatadaptatie en groen. 

We onderzoeken of we met deze routes de verbinding tussen voorzieningen kunnen verbeteren. Zo kunnen we ervoor zorgen dat het aantrekkelijk is de auto te laten staan. We realiseren groene sociale knooppunten, centraal in de wijk, voor jong en oud en geven uitvoering aan het BOSS-kader. Iedere wijk krijgt één of meer groene sociale knooppunten. Dit zijn grotere plekken met een aanbod voor bewoners uit de wijk van 0 tot 99 jaar. Groene, toegankelijke, prettige plekken met inrichting voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten. Deze kansrijke locaties voor de groene sociale knooppunten staan vermeld op de kaart. 

Hart voor Lindenholt

Nijmegen werkt aan plekken waar inwoners elkaar kunnen ontmoeten. In Lindenholt willen we gaan zoeken naar een centraal punt waar dit kan. Hier kunnen inwoners meedoen in de wijk en in contact komen met andere inwoners. Hiermee spelen we in op een aandachtspunt in Lindenholt. Aandachtspunt is de sociale samenhang in de wijk ‘t Acker, waar bewoners het elkaar kennen, met elkaar omgaan, de saamhorigheid en de mate waarin mensen zich thuis voelen bij anderen in de buurt naar verhouding laag waarderen.

Wanneer zich een kans voortdoet voor een ‘hart voor Lindenholt’, is het leidend principe dat verschillende functies in één gebouw of een samengesteld gebouw worden gecombineerd. We gaan hiervoor in gesprek met de inwoners van Lindenholt. Gedacht kan worden aan een gebouw waar jong en oud samenkomen en waar plek is voor wijkinitiatieven. Mogelijk in combinatie met bij het stadsdeel passend wonen op bovengelegen verdiepingen. Dit wordt nog verder uitgewerkt, eventueel in een gebiedsvisie. 

6.10.3.3 Lindenholt - Aantrekkelijke stad

Toevoegen van extra woningen

Nijmegen heeft het doel om voldoende woningen te bouwen. Een deel hiervan vindt plaats door het splitsen van woningen. Tegelijkertijd willen we de extra druk op de wijk die hierdoor mogelijk ontstaat, beperken. Daarom is splitsing alleen mogelijk als de effecten beperkt blijven. 

Bij nieuwbouw en transformatie hanteert Nijmegen het leidende principe dat het woningbouwprogramma een aanvulling is op de huidige woningbouw in Lindenholt. Nieuwe ontwikkelingen bestaan bij voorkeur uit senioren- en starterswoningen. 

Transformatie en kleine ingrepen zijn uitgangspunten. We hanteren het leidende principe dat nieuwbouw van woningen alleen kan als het bestaande groen wordt versterkt. Bij alle ruimtelijke ontwikkelingen, zowel binnen als buiten de hoofdgroenstructuur, wordt het behouden van en uitbreiding van de biodiversiteit vanaf de fase van de visieontwikkeling meegenomen.

Kinderdorp Neerbosch

Kinderdorp Neerbosch is belangrijke cultuurhistorische plek. Dat willen we versterken en behouden. Dat doen we in lijn met het recent opgestelde ambitiedocument voor Kinderdorp Neerbosch. Hierin is ook opgenomen dat we nieuwe woningbouw in dit gebied mogelijk willen maken. Omdat Kinderdorp Neerbosch dicht tegen TPN-West ligt, zullen we goed onderzoek doen naar de mogelijkheden en milieucontouren. Hierbij hanteren we het voorzorgsprincipe en de leidende principes van deze omgevingsvisie. 

Mobiliteit

We onderzoeken of de IJpenbroekweg versmald kan worden. Alle andere wegen binnen Lindenholt worden de komende jaren 30km/u-wegen. Ze worden dan ook zo ingericht. 

We blijven inzetten op de P+R aan de westzijde van de stad. Deze willen we zelfs opwaarderen, maar ook vergroenen om een hitte-eiland te voorkomen. Door deze op te waarderen en een gelijkwaardige uitstraling te geven als P+R-Noord kunnen we het gebruik vergroten. Vanwege de afstand tot het centrum en de bevolkingssamenstelling van Lindenholt hebben we hier extra aandacht voor het tegengaan van mobiliteitsongelijkheid.

We blijven in gesprek met de provincie om de buslijnen P+R-West beter te ontsluiten. 

6.10.3.4 Lindenholt - Economisch veerkrachtige stad

Toekomstbestendige werklocaties

We werken aan toekomstbestendige werklocaties. TPN-West gaat voor Nijmegen én voor de regio een cruciale rol spelen in het ruimtelijk faciliteren van de circulaire en energietransitie en economische opgaven. Het gebied krijgt een sterkere focus op een duurzame economische ontwikkeling en zet stappen als het gaat om leefbaarheid, zowel binnen het gebied als in de directe omgeving. 

De ontwikkeling van regionaal bedrijventerrein Bijsterhuizen is nu van de ontwikkelfase aangekomen in de beheerfase, waarin de nadruk sterker komt te liggen op het optimaliseren en het kwalitatief op peil houden van het onderscheidende vestigingsklimaat. Op Bijsterhuizen zien we mogelijkheden voor duurzaam laden op een clean energy hub.

Kerkenbos is een werklocatie met een divers profiel voor, met name, kantoor- en bedrijfsfuncties. Brabantse Poort is een gemengder gebied met vooral kantoorfuncties en retail, maar ook woningen, sport en horeca. De economische functie staat centraal in deze gebieden. Het kantorenbeleid wijst Brabantse Poort/Kerkenbos aan als een van de toekomstbestendige kantoorlocaties. Brabantse Poort kan nabij station Dukenburg en langs het spoor een meer gemengd en hoogstedelijk karakter krijgen, in lijn met de ontwikkeling rond station- en winkelcentrum Dukenburg. Voor de toekomst is het ook belangrijk dat er in het gebied investeringen door grond- en vastgoedeigenaren blijven plaatsvinden om de aantrekkingskracht te behouden. 

6.10.3.5 Lindenholt - Duurzame stad

Energie

Op TPN-West en Bijsterhuizen werken we toe naar een zoveel mogelijk lokaal energiesysteem in de vorm van een Smart Energy Hub. Qua warmtevoorziening onderzoeken we voor Kerkenbos en de oostelijke wijken langs het Maas-Waalkanaal of een warmtenet haalbaar en betaalbaar is. In de rest van Lindenholt adviseren we ter overbrugging hybride warmtepompen. Dit heeft de voorkeur boven volledig elektrische warmtepompen om netcongestie tegen te gaan.

Lindenholt klimaatbestendig

Lindenholt kent een relatief dichte groenblauwe structuur. Dat willen we behouden. Voor sommige buurten is geen (groene) koelteplek aanwezig binnen 300 meter loopafstand van elke woning. We zoeken daarom naar locaties voor schaduwrijk groen. Delen van de Weijbroekweg, Acker­broekweg, Broekstraat, IJpenbroekweg, St. Agnetenweg en Wijchenseweg voldoen niet aan de ambitie van meer dan 40% schaduw op de loop- of fietsroute. Hier willen we schaduw toevoegen op de loop- en fietsroutes. Langdurige hitte en/of droogte kan de waterkwaliteit negatief beïnvloeden. We zetten ons in om de waterkwaliteit op peil te houden.

We versterken en behouden groengebieden

In de stedelijke Hoofdgroenstructuur (kerngebieden en ecologische verbindingen) worden in principe alleen ontwikkelingen toegestaan met een positief netto-effect op de biodiversiteit. We zetten in op groenblauwe verbindingszones. Dit combineren we met het creëren van meer schaduw op loop- en fietsroutes. Ook bedrijven vinden vergroening belangrijk. In samenwerking met bedrijfsverenigingen en de bedrijven op TPN West, vergroenen we waar mogelijk. We hebben de ambitie hier tot en met 2050 10% groen toevoegen. 

6.10.4 Lindenholt - Prioriteiten
  • Hart voor Lindeholt

  • Ruimte voor ontmoeten

  • Versmallen IJpenbroekweg

6.10.5 Lindenholt - Belangrijkste elementen op kaart

 

Deelgebiedskaart: Lindenholt
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen

1 -Het Takenhofplein is een prioritair gebied voor de aanpak van wateroverlast.

2 - We blijven inzetten op de P+R aan de westzijde van de stad. Deze willen we zelfs opwaarderen maar ook vergroenen om een hitte-eiland te voorkomen.

3 - We onderzoeken of we de IJpenbroekweg kunnen versmallen.

4 - Wanneer zich een kans voortdoet voor een ‘hart voor Lindenholt’, is het leidend principe dat verschillende functies in één gebouw of een samengesteld gebouw worden gecombineerd. Gedacht kan worden aan een gebouw waar jong en oud samenkomen en waar plek is voor wijkinitiatieven. Mogelijk in combinatie met bij het stadsdeel passend wonen op bovengelegen verdiepingen.

5 - We realiseren groene sociale knooppunten voor BOSS.

6.11 NIJMEGEN-ZUID

6.11.1 Zuid - Vergezicht 2050

In 2050 is de leefbaarheid in Stadsdeel Nijmegen-Zuid verbeterd, op een manier die recht doet aan de verscheidenheid aan wijken binnen het stadsdeel. De kansen voor stedelijke ontwikkeling in delen van Hatert zijn benut: er wonen meer mensen en er is geïnvesteerd in de uitstraling en kwaliteit van de openbare ruimte en woningvoorraad. De openbare ruimte in Zuid is opgeknapt en vergroend. Waarbij de wateroverlast en hittestress in de prioritaire gebieden is opgelost en er meer mogelijkheden zijn voor bewegen en ontmoeting. Langs het kanaal is een doorlopende route voor voetgangers en fietsers. De woningvoorraad is verder verduurzaamd en meer divers, waaronder meer geschikte woningen voor ouderen. De kwaliteit van de groene kerngebieden in het stadsdeel is versterkt.

6.11.2 Zuid - Kwaliteiten en kenmerken 

Nijmegen-Zuid bestaat uit de wijken: Hatert, Grootstal, Hatertse Hei en Brakkenstein. Het stadsdeel kenmerkt zich door rustige woonbuurten uit, vooral, de naoorlogse periode. Er is beperkt bedrijvigheid in het gebied zelf. In de directe omgeving is veel werkgelegenheid op campus Heijendaal en in Winkelsteeg. Het stadsdeel grenst aan het groene buitengebied tussen Nijmegen en Malden.

Geschiedenis en ruimtelijke opbouw

Nijmegen-Zuid heeft lange tijd uit heidelandschap en landgoederen, zoals Heijendaal en Brakkenstein, bestaan. In de Romeinse tijd liep hier al een weg tussen Nijmegen en de zuidelijker gelegen Romeinse steden. 

Na de Tweede Wereldoorlog heeft Nijmegen zich naar het zuiden uitgebreid. In de jaren ’50 en ’60 zijn de wijken in Nijmegen-Zuid ontwikkeld. Dit is in Hatert en delen van andere wijken terug te zien in de strakke stedenbouwkundige opzet, op basis van de parochiegedachte. De buurten uit de jaren ’50, zoals Hatertse Hei, Kanunnikenbuurt en Grootstal zijn complexmatige opgezette wijken, met een variatie aan woningtypen. Er is zowel sprake van gebouwen in traditionalistische stijl (Hatertse Hei en Kanunnikenbuurt) en modernistische stijl (Grootstal). De wijken zijn ruim opgezet met veel groen.

Hatert is ontwikkeld in de jaren ’60. Ook deze wijk is opgezet volgens de parochiegedachte, met woningtypen voor alle levensfasen. De wijk betreft een omvangrijk complex sociale woningbouw in modernistische bouwtrant met een groene dooradering en scheiding van functies. Een deel van de wijk is geherstructureerd, waardoor hier de heldere stedenbouwkundige opzet niet meer herkenbaar is. 

Brakkenstein was vroeger een agrarisch buurtschap en ook langs de grotere uitvalswegen in het stadsdeel is oudere bebouwing aanwezig. In Hatert zijn recenter delen van de wijk vernieuwd en nieuwe woningen toegevoegd. Campus Heijendaal is ontstaan op landgoed Heijendaal. De historische landgoedstructuur met lanen en bossen is nog aanwezig. Hierbinnen is vanaf de jaren ’50 de campus ontstaan. In alle wijken zijn karakteristieke stedenbouwkundige ensembles aanwezig.

Water en bodem

Nijmegen-Zuid is voornamelijk gelegen op een spoelzandwaaier en daluitspoelingswaaier. De bodem bestaat uit een samenstelling van zand, grind, löss en leem en is goed doorlaatbaar. Kenmerkend zijn de diepe tot zeer diepe grondwaterstanden. De woonwijken zijn rond 1973 voorzien van een gemengd rioolstelsel (90%). Op meerdere plaatsen wordt hemelwater inmiddels in de bodem geïnfiltreerd of afgevoerd naar de groenblauwe structuur nabij het Maas-Waalkanaal.

Een groot deel van Zuid ligt binnen het grondwaterbeschermingsgebied van het waterwingebied Heumensoord. De provincie Gelderland stelt in haar omgevingsverordening richtlijnen op ter bescherming van de grondwaterkwaliteit. Hemelwater mag hier alleen volgens de regels uit de provinciale verordening worden geïnfiltreerd.

Bevolking, wonen en leefbaarheid

Nijmegen-Zuid heeft een bevolkingsopbouw die lijkt op het Nijmeegse gemiddelde. De grootste groep inwoners (35%) is tussen de 30 en 59 jaar. Daarnaast zijn jongvolwassenen (22%) en ouderen sterk vertegenwoordigd. Na Dukenburg is Nijmegen-Zuid het stadsdeel met grootste aandeel 75-plussers (10%).

De bevolkingsprognose voor 2030 laat geen grote verschillen zien in de bevolkingsopbouw van Nijmegen-Zuid. De grootste verandering is een toename van de groep 50- en 60-jarigen.

Volgens de Leefbaarometer scoort Nijmegen-Zuid ruim voldoende op de leefbaarheid. De voorzieningen en fysieke leefomgeving dragen positief bij aan de score. Negatieve kenmerken zijn de sociale samenhang en overlast en onveiligheid. Binnen het stadsdeel zijn er duidelijk verschillen tussen wijken te zien, waarbij Brakkenstein zeer goed scoort en Hatert zwak. De zwakke score van Hatert komt door lage scores op overlast & onveiligheid, sociale samenhang en de woningvoorraad.

Kwaliteiten die we willen behouden

  • Groene kerngebieden en aangrenzend kwalitatief landschap.

  • Basis voorzieningenniveau in Hatert en aan de Sint Jacobslaan.

  • Stedenbouwkundige structuur van wijken uit de jaren '50 en '60 zit in de basis goed in elkaar.

  • Ons waardevolle erfgoed en onze cultuurhistorische waarden en ruimtelijke kwaliteiten van een aantal buurten en structuren zoals de Sint Jacobslaan.

6.11.3 Zuid - Versterken en toevoegen
6.11.3.1 Zuid - Belangrijkste opgaven

In Nijmegen-Zuid is het toekomstbestendig maken van de wijken de belangrijkste opgave. Hierbij gaat het vooral om verbetering van de openbare ruimte (klimaatadaptatie en groen) en de woningvoorraad (kwaliteit en diversiteit). We gaan in de naoorlogse wijken door met de vernieuwingsopgave voor de openbare ruimte. Vernieuwing van de openbare ruimte en van gebouwen wordt zoveel als mogelijk gecombineerd met de opgaven voor klimaatadaptatie, energietransitie en sociale opgaven.

6.11.3.2 Zuid - Sociale en gezonde stad

Beweegvriendelijke omgeving

We willen dat mensen in Nijmegen-Zuid voldoende mogelijkheden hebben om te wandelen en te fietsen in een beweegvriendelijke omgeving. Dat is goed voor de fysieke en mentale gezondheid van inwoners. Deze routes combineren we zoveel mogelijk met de bestaande loop- en fietsroutes. We zorgen ervoor dat die routes beschikken over genoeg schaduw, hier ligt er o.a. een opgave voor de route aan de Hatertseweg. De route langs het kanaal bij Hatert heeft veel potentie als een aantrekkelijke doorgaande loop- en fietsroute. In Zuid geldt ook dat groen uitloopgebied net buiten het stadsdeel (en gemeente) bijdraagt aan een aantrekkelijk leefklimaat. De kwaliteit en toegankelijkheid van deze gebieden is dan ook van belang.

Groene ontmoetingsplekken

In Hatert, Grootstal en Haterse Hei is het vanuit veel woningen niet mogelijk om binnen 300 meter een koelteplek te vinden. Daarom zetten we in op het toevoegen van koelteplekken door groengebieden te vergroten. Kansen hiervoor liggen bij de Gouden Torrenstraat - Krekelstraat -Heidebloemstraat. Dit zijn ook plekken waar inwoners elkaar kunnen ontmoeten. We realiseren groene sociale knooppunten, centraal in de wijk, voor jong en oud en geven uitvoering aan het BOSS-kader. Iedere wijk krijgt één of meer groene sociale knooppunten. Dit zijn grotere plekken met een aanbod voor bewoners uit de wijk van 0 tot 99 jaar. Groene, toegankelijke, prettige plekken met inrichting voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten. Deze kansrijke locaties voor de groene sociale knooppunten staan vermeld op de kaart. 

6.11.3.3 Zuid - Aantrekkelijke stad

Gecombineerde aanpak openbare ruimte

De openbare ruimte in grote delen van Zuid is sleets en moet de komende jaren vervangen worden. Die opgave willen we combineren met vergroening/klimaatadaptatie en de energietransitie. De Rechters- en Kannunikenbuurt in Brakkenstein is de eerste plek in Zuid waar de openbare ruimte wordt vernieuwd. De opzet van de bestaande groenstructuur is goed maar kan beter worden ingevuld. Hier liggen ook koppelkansen met sociale opgaven zoals ontmoeting. De wijken in Zuid beschikken over het algemeen over voldoende openbare ruimte om meer groen en inbreiding goed in te passen. 

Diversiteit woningvooraad

De diversiteit van de woningvoorraad in Nijmegen-Zuid mag worden vergroot. In het stadsdeel is behoefte aan meer levensloopgeschikte woningen en meer woningen in het hogere segment (koop of huur). 

Met name in Hatert is er aandacht nodig voor de mogelijk negatieve ruimtelijke gevolgen van het beter benutten van de bestaande woningvoorraad (verkamering, splitsing, optopping) op de kwaliteit van de leefomgeving en of hiervoor aanvullende voorwaarden nodig zijn.

Kansen voor vernieuwing

In de Kanaalzone bij Hatert liggen er kansen voor vernieuwing, de woningvoorraad te verduurzamen, een diverser woningaanbod te realiseren en de bestaande ruimte beter te benutten (met behoud van het aantal sociale huurwoningen). Dit kan op een goede manier plaatsvinden mits het wordt gecombineerd met een kwalitatieve groenere inrichting en met aandacht voor de kenmerkende stedenbouwkundige kwaliteiten van de wijk.

In de andere wijken, Grootstal, Hatertse Hei en Brakkenstein, zijn er mogelijkheden voor kleinschaligere ingrepen op buurtniveau om de woningdifferentiatie te verbeteren.

6.11.3.4 Zuid - Economisch veerkrachtige stad

Behoud voorzieningen

Behoud van de structuur van basisvoorzieningen in de wijken is belangrijk voor de leefbaarheid in Nijmegen-Zuid. Het gaat hierbij vooral om de voorzieningen, bedrijvigheid en winkels langs de Sint Jacobslaan in Grootstal en winkelcentrum Hatert.

6.11.3.5 Zuid - Duurzame stad

Klimaatadaptatiestrategie

De Hatertse Hei is een prioritair gebied voor hitte en voldoet niet aan het streefdoel van 40% groen en 40% schaduw op hoofdloop- en fietsroutes. We zetten in op het verwijderen van overbodige verharding en het aanleggen van klimaatbestendig groen en bomen. Ook zijn er maatregelen op perceelsniveau (aan woningen en tuinen) nodig om tijden van hitte prettig en gezond te kunnen leven. De straten zijn ruim opgezet en hebben de potentie om meer groen en bomen toe te voegen. In de wijk is met name een gebrek aan (groene) koelteplekken, maar er zijn mogelijkheden om deze te realiseren. We stellen een omgevingsprogramma op om dit verder vorm te geven.

Door de ligging op de zandgronden met relatief lage grondwaterstanden is Nijmegen zuid gevoelig voor droogte. We zetten hier in op droogtebestendig groen en waar nodig, een goede bodemverbetering.

Vanaf de hoger gelegen stuwwal lopen uitgesleten droogdalen door het gebied, waar bij heftige regenbuien wateroverlast kan optreden. Dit is onder andere het geval bij de Weg door Jonkerbos en de Edelstenenbuurt richting het Maas-Waalkanaal, maar ook op delen van de Sint Annastraat en de Scheidingsweg. Om de wateroverlast in deze droogdalen te beperken, willen we het regenwater zoveel mogelijk bovenstrooms vasthouden en infiltreren waar het valt. We doen dit door overbodige verharding te verwijderen en extra bovengrondse en ondergrondse waterberging te creëren. Het overtollige water willen we zoveel mogelijk via een (groenblauwe) structuur afvoeren. 

6.11.4 Zuid - Prioriteiten
  • Aanpak van prioritaire gebieden klimaatadaptatie: Weg door Jonkerbos-Hatertseweg-Edelstenbuurt (wateroverlast) en Hatertse Hei (hittestress) 

  • Verbeteren woon- en leefklimaat in delen van Hatert

  • Behoud voorzieningen Winkelcentrum Hatert en aan de Sint Jacobslaan in Grootstal

  • Maken van groene beweegroutes en ontmoetingsplekken, o.a. langs het kanaal

  • Bij ingrepen in de wijk de combinatie zoeken met klimaatadaptatie en energietransitie

6.11.5 Zuid - Belangrijkste elementen op kaart
Deelgebiedskaart: Nijmegen-Zuid
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen

1 -Kanaalzone.

2 - Verbeteren woonklimaat in delen Hatert.

3 - Groene kerngebieden en regionale groenblauwe verbindingszones (Bos bij Berchmanianum, bosje van Vroom, Driehuizerbos en aangrenzend groengebied, Vitensbos, schaapskooibosje, parkzoom langs het Maas-Waalkanaal, groenblauw weefsel door Grootstal en Hatertse hei, groen langs het spoor (groene corridor).

4 - Behoud voorzieningen Winkelcentrum Hatert en aan de Sint Jacobslaan in Grootstal.

5 - Cultuurhistorisch waardevolle wederopbouwbuurten.

6 - We realiseren groene sociale knooppunten voor BOSS.

6.12 NIJMEGEN-OOST

6.12.1 Oost - Vergezicht 2050

In 2050 is Stadsdeel Nijmegen-Oost nog steeds een karakteristiek stadsdeel met een gevarieerd aanbod van voorzieningen. De cultuurhistorische en landschappelijke waarde van het stadsdeel is behouden en verder versterkt. De woningvoorraad in Nijmegen-Oost verduurzaamd en de openbare ruimte is klimaatbestendig geworden door vergroening, in belangrijke mate mogelijk gemaakt door een mobiliteitstransitie. De diversiteit in type woningen en betaalbaarheid is behouden maar gelijkmatiger verdeeld over de wijken, waarbij oudere inwoners in hun omgeving mogelijkheden hebben om door te stromen naar een geschikte woning. De groene kerngebieden in Nijmegen-Oost zijn behouden en versterkt en de groene corridor is ook aan deze kant van het spoor ontwikkeld. 

6.12.2 Oost - Kwaliteiten en kenmerken 

Nijmegen-Oost is eind 19e eeuw, begin 20e eeuw ontstaan. Het stadsdeel bestaat uit de wijken Bottendaal, Galgenveld, Altrade, Hunnerberg, Hengstdal, Kwakkenberg en Groenewoud. Het is een populair stadsdeel om te wonen. Tegelijkertijd spelen er vraagstukken over leefbaarheid, klimaatadaptatie en vergroening en de energietransitie.

Geschiedenis en ruimtelijke opbouw

De geschiedenis van Nijmegen-Oost gaat terug tot de Romeinen, die zich vestigden op de Hunnerberg en het Kops Plateau. Deze locaties en het bijbehorende aquaduct zijn beschermd als Unesco-werelderfgoed. Na de vestingwet van 1874 kon Nijmegen buiten haar stadsmuren uitbreiden. Rondom de oude stad verrees een nieuwe woonwijk met grote parken en statige lanen. Nijmegen wilde zich in deze tijd profileren als aantrekkelijke woonstad voor welgestelden en oud-Indiëgangers. De nieuwe woonwijk had een hiërarchische opbouw. Langs de belangrijkste wegen verrezen grote villa’s en herenhuizen. Langs de iets smallere secundaire straten werden rijen huizen voor welgestelden gebouwd en de tertiaire straten waren weer iets smaller, met huizen voor de middenklasse, soms boven- en benedenwoningen. Ook is hier de eerste sociale woningbouw van Nijmegen, door Stichting Volksbelang, gerealiseerd. Een groot deel van het gebied is zowel rijks- als gemeentelijk beschermd stadsgezicht. In het begin van de 20ste eeuw werden drie kazernes gebouwd op het voormalige Molenveld. Inmiddels zijn de kazernes herbestemd en is het terrein openbaar toegankelijk. In de bosrijke omgeving vestigden zich na de stichting van de universiteit een aantal kloosters. 

Ook kent Oost vier monumentale begraafplaatsen. In de eerste helft van de 20e-eeuw breidde Nijmegen verder uit. De Indische Buurt, een gemeentelijk beschermd stadsbeeld, maakte deel uit van deze ontwikkeling. De delen uit de jaren ’20 zijn opgezet als een tuinwijk. In Hengstdal verrezen de tuinwijken Spoorbuurt (voor het personeel van de spoorwegen) en de Bomenbuurt. Vanaf de jaren ’50 breidde het stadsdeel zich geleidelijk richting het (zuid)oosten uit. Dit deel van Hengstal heeft een voor deze tijd kenmerkende stedenbouwkundige opzet en bebouwingstype, gebaseerd op de parochiegedachte. Er is hier sprake van een afwisseling tussen portieketageflats en rijen woningen in een traditionele bouwstijl. 

Water en bodem

Nijmegen-Oost is voornamelijk gelegen op een stuwwal en spoelzandwaaier. Het Ooyse Schependom is hierop de uitzondering met de gedeeltelijke buitendijkse ligging in het rivierengebied. De bodem van Oost bestaat overwegend uit een samenstelling van zand, grind, löss en leem en is goed doorlaatbaar. Kenmerkend zijn de zeer diepe grondwaterstanden en het hoogteverschil. Op een aantal plaatsen wordt het hemelwater in de bodem geïnfiltreerd. Afgezien van enkele (overstort)vijvers is er in Oost geen oppervlaktewater aanwezig.

Voorzieningen

Het gevarieerde aanbod van voorzieningen is een kwaliteit van het stadsdeel. Winkels, horeca, maatschappelijke voorzieningen en werken zijn allemaal aanwezig in de wijken. Dit aanbod willen we behouden voor het stadsdeel. Het stadsdeel heeft vooral voorzieningen op wijk- en buurtniveau (behalve Groenewoud) en ligt op korte afstand van stadsbrede voorzieningen in het centrum, Stationsdistrict en bij campus Heijendaal. Wel is de druk op de sportaccommodaties hoog. 

Bevolking, wonen en leefbaarheid

Nijmegen-Oost is met ruim 34.000 inwoners het grootste stadsdeel van Nijmegen. Nijmegen-Oost heeft dan ook een hoge bebouwingsdichtheid. De leeftijdsopbouw van Nijmegen-Oost is geconcentreerd in de leeftijd van 18 tot 59 jaar, met jongvolwassenen van 18 tot 29 jaar (37%) als grootste groep. In het stadsdeel wonen veel studenten. Na het stadsdeel Centrum wonen er in Nijmegen-Oost het minste aantal jongeren (10%). De prognose voor 2030 is dat het aantal twintigers iets daalt en het aantal 75-plussers toeneemt.

Als stadsdeel scoort Nijmegen-Oost zeer goed in de leefbaarometer. Vooral het aanbod van voorzieningen draagt hier in belangrijke mate aan bij, daarnaast zijn er geen negatieve uitschieters. Wel scoort Bottendaal met ‘voldoende’ duidelijk lager dan de andere wijken. Overlast en onveiligheid en gebrek aan sociale samenhang zorgen voor die lagere score.

Het overgrote deel van de woningen is gebouwd voor 2000 en 60% van de woningen is een meergezinswoning (gestapelde bouw). In dit stadsdeel zijn veel studentenwoningen zowel particuliere verhuur als van de SSH&.

Kwaliteiten die we willen behouden

  • Gevarieerd aanbod van voorzieningen

  • Ons waardevolle erfgoed

  • Leefbaarheid

  • Parken en de groengebieden aan de randen van stadsdeel

6.12.3 Oost - Versterken en toevoegen
6.12.3.1 Oost - Belangrijkste opgaven

In Nijmegen-Oost is de belangrijkste opgave om de balans te houden tussen groei van het aantal inwoners en leefbaarheid, met name in de wijken rondom het centrum. Daarnaast is het belangrijk om te werken aan de energietransitie, klimaatadaptatie en de mobiliteitstransitie. 

6.12.3.2 Oost - Sociale en gezonde stad

Initiatief

In grote delen is er veel creativiteit en zelfredzaamheid. Ook geven inwoners aan behoefte te hebben aan richting en kaders vanuit de gemeente. Eigen initiatief van bewoners kan in dit stadsdeel de mobiliteitstransitie en klimaatadaptatie vooruithelpen. Hier willen we ruimte aan bieden. Met de toenemende vergrijzing zijn eenzaamheid en hittestress aandachtspunten voor de gezondheid van inwoners. 

Sociale cohesie

In delen van Nijmegen-Oost, met name de gebieden in de buurt van het centrum, is de sociale cohesie minder sterk. Onder andere door het verschil in levensstijl tussen studenten en andere bewoners.

We realiseren groene sociale knooppunten, centraal in de wijk, voor jong en oud en geven uitvoering aan het BOSS-kader. Iedere wijk krijgt één of meer groene sociale knooppunten. Dit zijn grotere plekken met een aanbod voor bewoners uit de wijk van 0 tot 99 jaar. Groene, toegankelijke, prettige plekken met inrichting voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten. Deze kansrijke locaties voor de groene sociale knooppunten staan vermeld op de kaart. 

6.12.3.3 Oost - Aantrekkelijke stad

Leefbaarheid, cultuurhistorie en inbreiding

Over het algemeen is de leefbaarheid in Nijmegen-Oost goed en dat willen we zo houden. In sommige gebieden van Bottendaal, Galgenveld en Altrade is de leefbaarheid een aandachtspunt. In deze gebieden is al sprake van een hoge bevolkingsdichtheid en negatieve invloeden vanuit het centrum, dat gepaard gaat met overlast vanwege afval, (fiets)parkeren, geluidsoverlast en problematiek van dak- en thuislozen. 

Het woningtekort in Nijmegen is hoog, daarom hebben we de ambitie om veel woningen toe te voegen. Een deel hiervan willen we toevoegen via het beter benutten van de bestaande woningvoorraad. Dat kan door meer mensen in een woning te laten wonen (intensiveren), of door de beschikbare ruimte in een straat te gebruiken (inbreiding).

Tegelijkertijd zien we dat het beter benutten van de bestaande voorraad kan botsen met het beschermen van onze cultuurhistorische waarden. Zo is de 19e-eeuwse schil een Rijks en gemeentelijk beschermd stadsgezicht. Gebouwen worden echter aangepast en veranderen van uitstraling. Ook horen we van bewoners dat de leefbaarheid onder druk staat.

We willen kijken naar manieren om cultuurhistorische waarden en leefbaarheid nadrukkelijker mee te wegen bij intensivering en inbreiding in de 19e-eeuwse schil. We zetten daarbij inbreiding en intensivering niet op slot.

Versnellen van de mobiliteitstransitie

We gaan in dit stadsdeel voor een versnelling van de mobiliteitstransitie. Het is de manier om in de oudere wijken van Nijmegen-Oost de ruimte te scheppen die nodig is voor vergroening, klimaatadaptatie en de energietransitie. Dat is nodig omdat in de oudere wijken van Nijmegen-Oost in verhouding weinig openbare ruimte is. De ruimte die er is wordt al intensief benut. In Nijmegen-Oost lijkt ook draagvlak te zijn voor een transitie naar duurzame mobiliteit. Op een aantal grotere wegen gaat de maximale snelheid omlaag van 50 naar 30 km/u (Heyendaalseweg, Coehoornstraat – Prins Bernhardstraat, Berg en Dalseweg, Van ’t Santstraat, Hengstdalseweg, Groenewoudseweg, Postweg). De urgentie om de mobiliteitstransitie te versnellen geldt met name in de oudere wijken van Oost en is minder sterk in Groenewoud.

Verschillende type woningen en woonvormen

Omdat er steeds meer oudere inwoners zijn willen we ervoor zorgen dat er in Oost voldoende geschikte woningen zijn voor ouderen. Op die manier kunnen ouderen in hun eigen buurt verhuizen naar een passende woning. In Nijmegen-Oost zijn er verder kansen voor andere woonvormen zoals woongroepen.

Cultuurhistorie

Nijmegen-Oost heeft veel cultuurhistorisch waardevolle gebieden en gebouwen, waaronder Rijksbeschermd stadsgezicht 19e-eeuwse stadsuitleg, de Romeinse legerkampen op de Hunnerberg, Spoorbuurt, Bomenbuurt en Kops Plateau en het bijbehorende aquaduct (onderdeel van Unesco gebied). De aanwezige cultuurhistorische waarden en stedenbouwkundige diversiteit zijn bepalend voor de kwaliteit van het stadsdeel.

Het Kops Plateau is Unesco Werelderfgoed, maar daar is op de locatie zelf te weinig van te zien. We willen de waarde van dit gebied met bijzondere romeinse sporen beter beleefbaar maken voor inwoners en bezoekers. We onderzoeken de mogelijkheden dit op een moderne, natuurinclusieve manier te realiseren zonder de functie als stadspark en ecologische waarden te verliezen.

6.12.3.4 Oost - Economisch veerkrachtige stad

Het voorzieningenaanbod is een kwaliteiten van het stadsdeel. Winkels, horeca, maatschappelijke voorzieningen en werken zijn in de meeste wijken aanwezig. Dit aanbod willen we behouden voor het stadsdeel. De druk op de sportaccommodaties is hoog. 

6.12.3.5 Oost - Duurzame stad

Vergroening voor een klimaatadaptief stadsdeel

Door de ligging op de helling van de stuwwal en de relatief grote afstroming vanuit de bossen en de hoger gelegen buurten, is Nijmegen-Oost gevoelig voor wateroverlast. Bij hevige regenbuien stroomt het regenwater via de riolering en de wegen af naar de uitgesleten droogdalen van de van 't Santstraat richting de Archipelstraat. Om de wateroverlast te beperken streven we ernaar om het hemelwater zoveel mogelijk in de hoger gelegen gebieden vast te houden en in de bodem te infiltreren. We doen dit door overbodige verharding zoveel mogelijk te verwijderen en door (verdiept) groen en wadi's aan te leggen. Ook grootschalige infiltratievoorzieningen zijn nodig. De droogdalen willen we benutten als afvoerstructuur. Aangezien Nijmegen Oost uit relatief weinig openbare ruimte en veel particulier terrein bestaat, stimuleren we inwoners om het regenwater van hun daken in de tuin te infiltreren. Als dit niet tot het gewenste resultaat leidt, overwegen we om dit op termijn te verplichten. Om ook de instroom vanuit Berg en Dal te beperken, werken we met deze gemeente samen. 

Bottendaal is een prioritair gebied voor hitte. Door de hoge mate van verstening ligt in Bottendaal het groenpercentage ver onder het streefdoel van 40%. Ook is voor veel woningen de loopafstand tot een (groene) koelteplek groter dan 300 meter. De vergroeningsmogelijkheden in de openbare ruimte zijn beperkt. Het is van belang dat het groen op particulier terrein en de openbare ruimte niet verder niet afneemt. 

Een versnelde mobiliteitstransitie in Oost kan de benodigde ruimte vrijmaken voor het realiseren van groen-blauwe structuren. Daarbij zijn er koppelkansen om de beleving van het landschap en de cultuurhistorie te versterken.

De bestaande groenstructuur willen we behouden en versteken, o.a. door betere verbinding met buitengebieden, betere verbindingen tussen kerngebieden en de ontwikkeling van een groene corridor langs het spoor. Het Paterbosje is een belangrijke groene parel die bijdraagt biodiversiteit, recreatie, bewegen, ontmoeten en spelen. 

Door de ligging op de hoge zandgronden met lage grondwaterstanden is Nijmegen Oost in de zomer kwetsbaar voor verdroging. We kiezen daarom voor klimaatbestendig groen en waar nodig een goede bodemverbetering.

Energietransitie

We willen als stad energieneutraal zijn, daarvoor ligt een grote opgave in de bebouwde omgeving. In Nijmegen-Oost bestaat een groot deel van de woningvoorraad uit oude woningen, waardoor er een grote opgave ligt om de bestaande woningvoorraad te verduurzamen. In het stadsdeel zijn ook veel monumentale of waardevolle panden en gebieden waar rekening mee moet worden gehouden bij verduurzaming, daarnaast is er niet veel ruimte. Door de afstand tot een warmtebron leent het stadsdeel zich minder goed voor een warmtenet. Volgens de nieuwe warmtevisie is in het grootste deel van Oost geen collectief warmtenet gepland. Bottendaal en een strook langs het spoor vormen hierop de uitzondering door de ligging bij of in het verlengde van het beoogde warmtenet van het Stationsdistrict. Om van het gas af te gaan is voor de meeste woningen een (collectieve) warmtepomp de beste oplossing. Bij een deel van de inwoners bestaat draagvlak voor de energietransitie en er zijn buurtinitiatieven op dat vlak. 

6.12.4 Oost - Prioriteiten
  • Balans houden tussen groei van het aantal inwoners en leefbaarheid, met name in de wijken rondom het centrum

  • Aanpak prioritaire gebied klimaatadaptatie

  • Behoud van de cultuurhistorische waarden en karakteristieke wijken 

  • Versnellen van de mobiliteitstransitie 

  • Verduurzamen van de woningvoorraad

6.12.5 Oost - Belangrijkste elementen op kaart
Deelgebiedskaart: Nijmegen-Oost
afbeelding binnen de regelingStudio D / gemeente Nijmegen

1 -Terugbrengen maximale snelheid: Heyendaalseweg, Coehoornstraat – Prins Bernhardstraat, Berg en Dalseweg, Van ’t Santstraat, Hengstdalseweg, Groenewoudseweg, Postweg.

2 - Verbeteren van de beleefbaarheid van het Kops Plateau (UNESCO werelderfgoed).

3 - Aanpak van de prioritaire gebieden klimaatadaptatie. O.a. Berg en Dalseweg en Groesbeekseweg. Hittestress in Bottendaal en deel Galgenveld en wateroverlast (blauwe gebieden klimaatapadatatiestrategie).

4 - Herinrichting openbare ruimte Spoorbuurt. 

5 - Werken aan een groene corridor langs het spoor.

6 - We realiseren groene sociale knooppunten voor BOSS.

7 STURINGSFILOSOFIE

7.1 INLEIDING

Dit hoofdstuk beschrijft op welke manier we richting geven aan de doorwerking van de omgevingsvisie door het gebruik van instrumenten uit de Omgevingswet. Op het hoogste abstractieniveau bepalen we met de omgevingsvisie de algemene koers van Nijmegen. Met gebiedsvisies en thematische visies werken we de omgevingsvisie verder uit. Met omgevingsprogramma’s maakt het college van b&w op basis van de omgevingsvisie keuzes over maatregelen om doelen te halen. Wanneer het, voor het behalen van de doelen en ambities, nodig is om onderdelen juridisch te borgen, nemen we regels op in het omgevingsplan.

Nijmegen heeft de ambitie om te werken volgens de systematiek van de Omgevingswet en hierbinnen beleid voor de fysieke leefomgeving integraal tot stand te laten komen. We werken aan deze ambitie door verschillende doelen na te streven, namelijk:

  • We hanteren een heldere sturingsfilosofie voor de opgaven in de fysieke leefomgeving. 

  • We gaan nadrukkelijker werken volgens de beleidscyclus. 

  • In 2030 hebben we een overzichtelijk en eenduidig beleidshuis. Omdat het gaat om allerlei nieuwe instrumenten, nemen we de tijd om het beleidshuis goed in te richten. 

7.2 STUREN OP DOELEN

7.2.1 Inleiding

Hoe we sturen op het behalen van onze doelen hangt af van de aard van de opgave. De uitdagingen voor de fysieke leefomgeving zijn groot en moeilijk. Dat vraagt een actieve rol van de gemeente. Die rol pakken we in ieder geval binnen de ontwikkelgebieden (zoals het Stationsdistrict en Winkelsteeg) en de grote opgaven. Ook ons eigenaarschap van de openbare ruimte vraagt om regie en een actieve rol. 

7.2.2 Verantwoordelijkheden daar waar ze thuishoren

In deze omgevingsvisie zijn verschillende doelen en ambities opgenomen. Maar de gemeente kan deze niet alleen waarmaken en is ook niet voor alles verantwoordelijk. Verantwoordelijkheden leggen we daar waar ze (wettelijk) thuishoren.

7.2.3 Kader voor initiatieven en de uitwerking in beleid en projecten

De inhoud van deze omgevingsvisie vormt het kader bij het gesprek over initiatieven die effect hebben op de fysieke leefomgeving. De leidende principes geven aan waar de gemeente naar kijkt. 

Bij het maken van thematisch beleid voor de fysieke leefomgeving, gebiedsvisies, ruimtelijke projecten en bij ruimtelijke initiatieven uit de stad, neemt Nijmegen de leidende principes mee in haar afwegingen. Hiermee geven we richting aan de toekomst en dagen we uit om te komen tot innovatieve ideeën en oplossing. 

Met een integrale blik wordt deze omgevingsvisie ook in ruimtelijke projecten en ontwikkelingen tot uitvoer gebracht. In ruimtelijke projecten en ontwikkelingen wordt een verdere ruimtelijke puzzel gelegd. Ruimtelijke projecten en ontwikkelingen dragen bij aan de nabije en rechtvaardige stad en de verschillende beleidslijnen uit de omgevingsvisie. Op basis van bijvoorbeeld specifieke locatiekenmerken, haalbaarheid en betaalbaarheid, kunnen beargumenteerd nadere keuzes worden gemaakt. 

7.2.4 We hebben bij voorkeur een 'ja-mits'-houding

We hanteren bij voorkeur een ‘ja-mits’-houding ten opzichte van initiatieven. De uitdagingen vragen om heldere communicatie, participatie en goede afstemming. 

7.2.5 We vinden samenwerking essentieel

Samenwerking met andere partijen is essentieel om onze ambities waar te maken. We werken bijvoorbeeld samen met onze inwoners, de regio in de Groene Metropoolregio, met woningcorporaties, ontwikkelaars, grondeigenaren. 

7.2.6 Participatievisie gemeente Nijmegen

In de participatievisie van Nijmegen ‘Ons samenwerken met de stad; Visie en koers voor participatie en democratische vernieuwing’ staat de volgende opdracht ten aanzien van participatie door en in de gemeente Nijmegen: “Onze visie voor het onderwerp van participatie en democratische vernieuwing gaat over een sterke gemeenschap van stad en gemeente... In een sterke gemeenschap is gemeenschapszin en verbinding voelbaar, vinden waardevolle initiatieven vanuit de stad hun kracht en weg in de samenleving en staan we als gemeente naast de stad, zonder in te leveren op onze rol en verantwoordelijkheid als beheerder en beslisser… Als gemeente hebben we bovendien een belangrijke verbindende rol: we luisteren goed naar wat er speelt en nemen de onderliggende waarden en behoeften, van betrokken inwoners en partijen, mee in onze keuzes voor de stad. We kunnen deze keuzes ook begrijpelijk uitleggen, zodat inwoners zich gehoord, betrokken en deel van het geheel voelen.” 

We werken mét de stad aan de opgaven in de fysieke leefomgeving. Dat passen we ook toe bij de actualisatie van de omgevingsvisie. We werken samen met inwoners, bedrijven, instellingen en medeoverheden.

7.2.7 Participatie in de Omgevingswet 

De Omgevingswet brengt veranderingen met zich mee in de wijze waarop besluiten tot stand komen die betrekking hebben op veranderingen in het ruimtelijk domein. Zo vervangt één omgevingsplan een groot aantal bestemmingsplannen en gaan we werken met één omgevingsvisie. Het ruimtelijke instrumentarium wordt aangepast en de wet verwacht meer van betrokkenen, waaronder gemeenten, op het gebied van participatie. Met participatie bedoelt de Omgevingswet het volgende “het in vroegtijdig stadium betrekken van belanghebbende burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden bij het proces van besluitvorming over een project of activiteit om tijdig belangen, meningen en creativiteit op tafel te krijgen.” En dat vóórdat formele besluitvorming van start gaat. Zodat inwoners in staat worden gesteld mee te denken aan nog te maken keuzes voor de toekomst van de stad.

De Omgevingswet vraagt een manier van werken in lijn met de kernprincipes van vroegtijdige participatie, transparantie en integraliteit. Een werkwijze waarmee belanghebbenden vroegtijdig en proactief betrokken worden. De werkwijze vraagt om een gemeente die bij het maken van noodzakelijke keuzes diverse belangen zorgvuldig afweegt, transparant is over zwaarwegende belangen en daarmee de legitimiteit van de besluitvorming versterkt. 

7.2.8 Participatiebeleid voor het ruimtelijk domein

In oktober 2022 is het participatiebeleid voor het ruimtelijk domein vastgesteld met drie doelstellingen die relevant zijn voor de omgevingsvisie:

  • De betrokkenheid van inwoners bij de besluitvorming verbeteren.

    Daarnaast groeit de betrokkenheid van inwoners en organisaties in de stad als we meer contact met hen hebben over initiatieven en besluitvorming. Om signalen op te halen, plannen te verrijken, belangen bespreekbaar te maken en een plek te geven, alternatieven op te halen en/of mee te bewegen bij een particulier initiatief.

  • De manier waarop participatie verloopt transparant te laten zijn voor iedereen.

    Proces en inhoud van initiatieven zijn helder, begrijpelijk en zichtbaar. We zijn niet alleen duidelijk over wanneer een participatietraject start, maar ook transparant over wat er gebeurt met de inbreng van betrokkenen.

  • De inhoudelijke kwaliteit van de besluiten verbeteren.

    Als belangen vroegtijdig en breed worden meegewogen, meer perspectieven worden ingebracht en meer gebruik wordt gemaakt van de kennis en de creativiteit van de stad, dan wordt de inhoudelijke kwaliteit van besluiten hoger. Dat vraagt om beleid waarin inwoners de gelegenheid krijgen om actief te participeren.

    Goed participatiebeleid kan een positief effect hebben op de versnelling van de woningbouwopgave. Als mensen in vroeg stadium mogen meedenken, praten en/of beslissen, zal de kwaliteit van het besluit beter zijn. Ook zullen belanghebbenden beter kunnen begrijpen waarom een bepaald besluit genomen wordt. Daarmee wordt de kans kleiner dat er juridische procedures ontstaan. Omdat de Omgevingswet in de toekomst meer ruimte gaat geven aan initiatiefnemers, willen we dat initiatiefnemers zich conformeren aan het participatiebeleid van de gemeente.

7.2.9 We hebben de ambitie van een continue dialoog

We zijn met onze inwoners in gesprek over verbeteringen in hun directe omgeving. Van onze inwoners verwachten we dat ze, voor zover mogelijk, actief betrokken zijn bij hun omgeving. Met het inrichten van een continue dialoog met belanghebbenden wordt participatie stevig verankerend in het cyclische proces van de omgevingsvisie. Het middel wat hiervoor ingezet kan worden is de wijktafel, waaraan zowel bewoners als de gemeente en professionele partijen gesprekspartner zijn. 

Terugkerende onderwerpen op de agenda van dit overleg zouden monitoring en evaluatie van de omgevingsvisie, de uitwerking van de omgevingsvisie in omgevingsprogramma’s en ruimtelijke opgaven, nieuwe ontwikkelingen, resultaten van verkenningen en opkomende onderwerpen kunnen zijn.

In het kader van de opgave samenwerken met de stad zal gewerkt worden aan een gemeente breed participatiebeleid en een participatieverordening. De continue dialoog met de stad over de omgevingsvisie zal daarin worden vormgegeven.

7.3 NIEUW BELEIDSHUIS

7.3.1 Inleiding

Nijmegen werkt aan een beleidshuis waarin helder staat beschreven welke beleidsdocumenten gemaakt worden en hoe deze zich tot elkaar verhouden. Een en ander is schematisch weergegeven in onderstaand schema. 

Schematische weergave van het beleidshuis
afbeelding binnen de regelingGemeente Nijmegen
7.3.2 Uitgangspunten beleidshuis

De inhoud als vertrekpunt

We zien dat Nijmegen geconfronteerd wordt met een veelheid aan transities en opgaven. Het zijn meestal uitdagende thema’s waarvan het niet altijd duidelijk is wat de toekomst brengt. Enige flexibiliteit, maar ook inhoudelijke verdieping, is dus gewenst. De Omgevingswet is gericht op het behalen van doelen. Dit vraagt enerzijds om koers houden. Maar anderzijds om het bijstellen van doelen bij veranderende omstandigheden. Om de beleidsdoelen uit de omgevingsvisie te bereiken, kan de gemeente verschillende beleidsinstrumenten inzetten. Welke instrumentenmix we kiezen en de sturingsfilosofie is afhankelijk van onze maatschappelijke opgaven.

Het beleidshuis is overzichtelijk en eenduidig

Het beleidshuis is overzichtelijk in de opzet en eenduidig in de te hanteren begrippen en te doorlopen procedures. Hiermee zorgen we ervoor dat beleid voor initiatiefnemers en bewoners vindbaar en duidelijk is. Het moet duidelijk maken op welke manier het beleid uit de omgevingsvisie doorwerkt in omgevingsprogramma’s en het omgevingsplan. De drie typen omgevingsdocumenten (visie, programma, plan) zijn digitaal terug te vinden op één centrale plek: het landelijk Omgevingsloket (DSO).

7.4 BELEIDSCYCLUS

De omgevingsvisie is nooit af. De Omgevingswet gaat uit van een continu proces van beleidsontwikkeling (visie), beleidsdoorwerking (programma), beleidsuitwerking in juridische regels (omgevingsplan) en vergunningverlening. Daarbij worden beleidskeuzes via monitoring en evaluatie voortdurend gemonitord en waar nodig aangepast of bijgesteld. Dit maakt dat de kerninstrumenten onder de Omgevingswet een dynamisch karakter hebben. Het is een belangrijke basis voor een snellere en betere besluitvorming. We houden de omgevingsvisie ‘up to date’. 

Onderstaande afbeelding laat zien hoe de beleidscyclus werkt. 

Schematische weergave van de beleidscyclus
afbeelding binnen de regelingGemeente Nijmegen

7.5 (KERN)INSTRUMENTEN

7.5.1 De omgevingsvisie

De omgevingsvisie is een kaderstellend document en wordt vastgesteld door de gemeenteraad. De definitie van de omgevingsvisie staat in de Omgevingswet. 

7.5.2 Thematisch beleid en gebiedsvisies

Thematisch beleid en gebiedsvisies blijven als afzonderlijke documenten bestaan. Deze documenten moeten altijd in samenhang met de inhoud van de omgevingsvisie worden opgesteld. 

Thematisch beleid en gebiedsvisies worden - net als de omgevingsvisie - door de gemeenteraad vastgesteld. Thematisch beleid en gebiedsvisies worden niet automatisch onderdeel van de omgevingsvisie, maar kunnen er wel toe leiden dat de omgevingsvisie op onderdelen aangepast moet worden. Zo blijven de afzonderlijke beleidsdocumenten en omgevingsvisie in lijn met elkaar en vindt er altijd een integrale afweging plaats. 

De inhoud van thematisch beleid en gebiedsvisies zal scherper worden afgebakend. Bij het opstellen van nieuw thematisch beleid en gebiedsvisies moeten de doelen in beginsel in lijn zijn met de doelen van de omgevingsvisie. De uitvoering werken we uit in een thematisch omgevingsprogramma. 

Net als het omgevingsplan zijn wijzigingen in de omgevingsvisie in was-wordt zichtbaar in het Omgevingsloket. Dit maakt het eenvoudiger om de omgevingsvisie op onderdelen te wijzigen. 

7.5.3 Omgevingsprogramma's

Met een omgevingsprogramma geeft het college invulling aan het bereiken van de doelen die in de omgevingsvisie zijn omschreven. Dit maakt de soms abstracte doelen op het gebied van de uitvoering concreet.

Volgens de Omgevingswet hebben omgevingsprogramma’s niet altijd een directe koppeling nodig met de omgevingsvisie. Een omgevingsprogramma kán wel het gevolg zijn van de omgevingsvisie. Ondanks dat een koppeling wettelijk niet altijd nodig is, mag een omgevingsprogramma in Nijmegen in principe niet strijdig zijn met het integrale beleid in de omgevingsvisie.

Gebiedsgerichte en thematische omgevingsprogramma's 

Nijmegen wil duidelijk maken hoe we in gebieden de doelen van de omgevingsvisie uitvoeren. Daarvoor willen we gebiedsgerichte omgevingsprogramma’s maken. Dit is een volledig nieuw instrument en is anders dan gebiedsvisies. Gebiedsvisies zijn kaderstellend en gebiedsgerichte omgevingsprogramma’s gaan over de uitvoering. De exacte invulling hiervan vraagt nog nadere studie. 

Naast gebiedsgerichte omgevingsprogramma’s maakt Nijmegen ook thematische omgevingsprogramma’s. Voorbeelden van omgevingsprogramma’s zijn: Volkshuisvestingsprogramma, Warmteprogramma, Water en rioolprogramma, Programma klimaatadaptatie, Luchtkwaliteitsprogramma en Programma voor Dukenburg.

7.5.4 Beleidsdoorwerking en uitvoering - relatie met het omgevingsplan

Sinds 1 januari 2024 heeft Nijmegen één omgevingsplan, waar alle gemeentelijke regels voor de fysieke leefomgeving in staan. De fysieke leefomgeving bestaat uit de omgeving waarin wij leven, wonen en werken. In het omgevingsplan staat wat er op een bepaalde locatie gebouwd of verbouwd mag worden. En hoe de grond en de gebouwen gebruikt mogen worden.

In het omgevingsplan kunnen omgevingswaarden opgenomen worden. Met een omgevingswaarde kan Nijmegen de kwaliteit vastleggen die ze voor de fysieke leefomgeving wil bereiken. Deze kwaliteit moet objectief vast te stellen en meetbaar zijn. Als er in het omgevingsplan omgevingswaarden worden opgenomen om het beleid uit de omgevingsvisie uit te voeren en deze worden (naar verwachting) niet gehaald, zijn we verplicht een omgevingsprogramma op te stellen.

De omgevingsvisie bevat de doelen voor de fysieke leefomgeving en is een strategisch document dat alleen de gemeente zelf bindt. Wanneer uit de omgevingsvisie (of daaruit volgende omgevingsprogramma’s) blijkt dat er regels of normen nodig zijn om de doelen uit de visie te bereiken, dan kunnen hiervoor regels worden opgenomen in het omgevingsplan. Het omgevingsplan is bindend voor burgers, bedrijven en organisaties. Dit betekent dat het omgevingsplan voor burgers, bedrijven en organisaties bepaalt welke activiteiten op welke locatie, en onder welke voorwaarden kunnen plaatsvinden.

De regels in het omgevingsplan moeten leiden tot een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Een evenwichtige toedeling van functies aan locaties betekent dat er een balans bestaat tussen verschillende functies die locaties binnen een gebied kunnen vervullen. Hierbij wordt de schaarse ruimte op een zo goed mogelijke wijze verdeeld, ingericht en benut. Dit betekent bijvoorbeeld dat er een balans moet bestaan tussen de mogelijkheid om een gebied te gebruiken (benutten) en tegelijkertijd kwetsbare onderdelen te beschermen. Deze balans tussen beschermen en benutten vindt zijn grondslag in de omgevingsvisie. Daarin zijn de belangrijkste kwaliteiten en waarden van Nijmegen beschreven (beschermen) en wordt een ontwikkelingsperspectief geschetst (benutten). 

7.5.5 Relatie met het omgevingsloket en omgevingstafel

Voor (bouw)initiatieven heeft Nijmegen een omgevingsloket en een omgevingstafel ingericht. Een initiatief vanuit de samenleving kan worden ingediend bij het omgevingsloket. Hier wordt getoetst of het initiatief past binnen de regels van het omgevingsplan. Past het initiatief niet? Dan kan de aanvrager ervoor kiezen het initiatief verder te verkennen aan de omgevingstafel. Aan de omgevingstafel wordt gekeken of aan het initiatief medewerking kan worden verleend. De leidende principes en de ambities binnen de omgevingsvisie vormen het kader voor deze afweging.

7.6 MONITORING EN EVALUATIE

Nijmegen is voortdurend in ontwikkeling. Om de doelen uit de omgevingsvisie te halen, is monitoring en evaluatie belangrijk. Veranderende omstandigheden kunnen leiden tot het bijstellen van beleidsdoelen. Tegelijkertijd is het ook zaak om koers te houden. 

Het werken met (en aan) een omgevingsvisie is een doorlopend en cyclisch proces. Met monitoring en een periodiek evaluatiemoment, is het actueel houden van de omgevingsvisie behapbaar. Op deze manier kunnen we bovendien op tijd bijsturen en houden we zicht op het behalen van onze beleidsdoelen. 

We gaan de omgevingsvisie elke vier jaar minimaal op de hoofdlijnen van het beleid evalueren en als nodig actualiseren. Bij gewijzigd beleid passen we de omgevingsvisie eerder aan. Dit kan betekenen dat kort na vaststelling van de omgevingsvisie door de gemeenteraad, de volgende actualisatie, of aanpassing al wordt opgestart. Omdat de omgevingsvisie in het DSO is gepubliceerd, kunnen we deze gemakkelijk op onderdelen wijzigen. De aangebrachte wijzigingen worden - net als in het omgevingsplan - zichtbaar gemaakt met de 'was-wordt' functie. Bij vaststelling van omgevingsprogramma’s beschrijft het college hoe deze worden geëvalueerd. 

7.7 NIET DIRECT KLAAR

We gaan direct na vaststelling van de omgevingsvisie aan de slag met de nieuwe manier van werken. Maar het nadrukkelijker werken volgens de beleidscyclus en de hiervoor genoemde instrumenten, is een nieuwe manier van werken en vraagt een flinke aanpassing. Het is niet uitgesloten dat we het niet meteen goed doen. Daarom hebben we tijd nodig dit goed te laten werken en vorm te geven. Deze manier van werken vraagt namelijk veel coördinatie en een goede planning. De implementatie en het volledig vullen van het beleidshuis is daarom niet van vandaag op morgen klaar. Dit betekent dat we een aantal jaar nodig hebben om dit goed in te richten en (bestaand) beleid een goede plek te geven. We streven ernaar om voor 2030 klaar te zijn.

7.8 INZET VAN ANDERE INSTRUMENTEN

Voor het realiseren van de ambities en doelen in deze omgevingsvisie kan de gemeente verschillende instrumenten inzetten. Voorbeeld hiervan is het voorkeursrecht uit de Omgevingswet. Via de nota grondbeleid geeft de gemeente aan welke vorm van grondbeleid de gemeente inzet, en welke instrumenten het zal inzetten om het ruimtelijk beleid tot uitvoering te brengen. Een ander voorbeeld is het gemeentelijke VTH-beleid. 

7.9 OMGEVINGSEFFECTRAPPORTAGE (OER)

Bij het opstellen van de omgevingsvisie 2020 is een omgevingseffectrapportage (OER) gemaakt. In het onafhankelijk opgestelde OER zijn alle ambities apart beoordeeld op hun effecten op het milieu en de omgeving. Hieruit kwamen kansen en risico’s naar voren. Vervolgens zijn elementen uit de ambities samengevoegd tot de toentertijd acht integrale focuspunten. Met deze geactualiseerde omgevingsvisie is gebruik gemaakt van de OER. Extra aandacht is gegeven aan het verder combineren van ambities, klimaatadaptatie, gezondheid en de energietransitie. 

Bijlage I Overzicht Informatieobjecten

Stadsdeel Centrum

/join/id/regdata/gm0268/2025/5271efd7842747878ca1f80c444a5304/nld@2025‑03‑27;09140401

Stadsdeel Dukenburg

/join/id/regdata/gm0268/2025/87a17259bb9a4f2ba8a93659ec5e8690/nld@2025‑03‑27;09140401

Stadsdeel Lindenholt

/join/id/regdata/gm0268/2025/71b6b5c1139e4194991dc389d0546d08/nld@2025‑03‑27;09140401

Stadsdeel Midden

/join/id/regdata/gm0268/2025/b2e91c9e2dc7499baf741a7eca6a6eb9/nld@2025‑03‑27;09140401

Stadsdeel Nieuw-West

/join/id/regdata/gm0268/2025/9f85ad22ff364860825dd1d2d81fe10c/nld@2025‑03‑27;09140401

Stadsdeel Noord

/join/id/regdata/gm0268/2025/90ec42ae923347aea71cdef23ba6aeb9/nld@2025‑03‑27;09140401

Stadsdeel Oost

/join/id/regdata/gm0268/2025/72801f4a98b74d529eadf3ab8d4a0aa2/nld@2025‑03‑27;09140401

Stadsdeel Oud-West

/join/id/regdata/gm0268/2025/8b4d7c7e97d94ccb8727e3c80a996161/nld@2025‑03‑27;09140401

Stadsdeel Zuid

/join/id/regdata/gm0268/2025/0cf1c8cfb085457297f6063d62092e9f/nld@2025‑03‑27;09140401

Bijlage II Voorwoord en samenvatting

1 Voorwoord

Nijmegen is aantrekkelijk. Steeds meer mensen willen in onze mooie stad wonen, werken en verblijven. Groei is voor Nijmegen nooit een doel op zich. Het is een middel om een betere toekomst te bouwen. Groei komt ook met uitdagingen. Als we samen slimme keuzes maken met respect voor de natuur, later en elders, werken we aan een eerlijke toekomst. 

Trots 

De laatste jaren hebben we hard gewerkt aan een aantrekkelijk en duurzaam Nijmegen en dat is te zien! Met de opening van het Hart van de Waalsprong, kreeg dit stadsdeel een nieuw centrum. De hoogbouw in het Waalfront en de Waalsprong is steeds meer onderdeel van de Nijmeegse skyline. We zijn gestart met het transformeren van Winkelsteeg en het Stationsdistrict. Onze manier van werken levert concrete resultaten op. We zijn dan ook trots op wat we sinds de vaststelling van de omgevingsvisie ‘Stad in Beweging’ hebben bereikt.  

Veerkracht 

Onze stad is veerkrachtig en reageert op uitdagingen door zichzelf opnieuw uit te vinden. Of het nu gaat om de slechting van de stadsmuren, waarna de 19e-eeuwseschil werd gecreëerd, de wederopbouw of de aanpassing aan het klimaat met de Spiegelwaal. Het zijn allemaal voorbeelden waarin Nijmegenaren van een bedreiging een kans hebben gemaakt. 

Verbinding 

Met een rijke historie hebben we geleerd hoe belangrijk verbinding is. Verbinding tussen mensen, tussen bedrijven en tussen generaties. Die verbondenheid vormt het fundament van onze veerkracht. Samen maken we van Nijmegen een geliefde stad waar je welkom bent, om te groeien, mensen te ontmoeten en bij te dragen aan iets groters. 

Nabije stad 

Nabijheid is ons fundament. Zo kan iedereen zich thuis voelen in Nijmegen, waar voor iedereen kans is op huisvesting, werk en/of opleiding en waar nieuwe inwoners en ondernemers welkom zijn. We willen kansen bieden voor ontmoeting en het ontplooien van initiatieven. Goede voorzieningen voor fiets en openbaar vervoer in de stad helpen mensen gezonder op hun werk te komen en om werk, opleiding, zorgtaken en vrijwilligerswerk beter te kunnen combineren.  

Brede blik 

We hebben een brede blik op onze welvaart en geluk. Daarom heeft onze stad een levendige culturele sector, evenementen en nieuwe broedplaatsen. Economisch profileert Nijmegen zich met een sterk vestigingsklimaat en een herkenbare identiteit als studentenstad. De activiteiten op het gebied van Health & High Tech zijn al van wereldniveau en hebben groeipotentie.  

Samen aan de slag 

We durven met lef vooruit te kijken tot 2050. We gaan er als inwoners samen mee aan de slag. Wij staan daarin niet alleen, maar werken samen met onze buurgemeenten, provincie en Rijk aan grote vraagstukken, zoals woningbouw, bereikbaarheid en de energietransitie. 

Visie van de stad 

We kijken met veel plezier terug op de vele inspirerende stads- en stadsdeelgesprekken die we hadden met tal van Nijmegenaren. De omgevingsvisie is dan ook niet alleen een visie op de stad, maar ook van de stad. En dat is de beste basis voor een goede toekomst voor Nijmegen. 

Noël Vergunst 

Wethouder stedelijke ontwikkeling, ruimtelijke ordening, grondbeleid en cultuur 

2 Samenvatting

Groeiende stad

Nijmegen groeit in aantal inwoners, banen en bezoekers. Steeds meer mensen willen namelijk wonen, werken en verblijven in Nijmegen. Nijmegen gebruikt deze groei om een mooie toekomst te bouwen. Nijmegen werkt hierbij aan een nabije en rechtvaardige stad. Een stad die sociaal en gezond is, aantrekkelijk is, economisch veerkrachtig en duurzaam is.  

Omgevingsvisie Nijmegen

Deze omgevingsvisie is een strategische integrale langetermijnvisie over de noodzakelijke en de gewenste ontwikkelingen van de fysieke leefomgeving in de gemeente Nijmegen.

Toekomstbeeld: nabije en rechtvaardige stad

Nijmegen heeft de ambitie om een nabije en rechtvaardige stad te zijn. Een gezonde leefomgeving en de brede welvaart zijn hierin belangrijk. Nijmegen wil dat nieuwe woonruimten, banen en andere functies hierbinnen passen. Nijmegen wil namelijk dat huidige en toekomstige generaties goed en gezond kunnen wonen, werken en verblijven in Nijmegen.  

Richting geven aan het toekomstbeeld via leidende principes

Nijmegen werkt aan de toekomst van de stad via verschillende leidende principes. De leidende principes zijn toegepast bij het maken van deze omgevingsvisie. Bij het maken van thematisch beleid voor de fysieke leefomgeving, gebiedsvisies, ruimtelijke projecten en bij ruimtelijke initiatieven uit de stad, neemt Nijmegen de leidende principes mee in haar afwegingen. Hiermee geven we richting aan de toekomst en dagen we uit om te komen tot innovatieve ideeën en oplossing.  

De leidende principes zijn:

  • Samen met de stad en de regio: Nijmegen is in gesprek met de stad. We vragen binnen hun mogelijkheden een actieve houding van onze inwoners. We hebben oog voor de regionale effecten, samenhang en kansen voor regionale samenwerking bij het maken van keuzes.

  • Slim ruimtegebruik: Nijmegen probeert zoveel mogelijk functies slim te combineren, passend binnen ons idee van een nabije en rechtvaardige stad. Vertrekpunt bij nieuwe ontwikkelingen is de ruimtelijke eigenheid van een gebied. De mobiliteitstransitie is belangrijk om te kunnen werken aan een goed gebruik van de schaarse ruimte.  

  • Werken aan de brede welvaart: Wanneer we werken aan de uitvoering van de omgevingsvisie in beleid, of projecten, betrekken we verschillende perspectieven: de mens, de planeet en de economie. Nijmegen streeft hierbij naar een eerlijke verdeling van lusten en lasten. Water en bodem zijn richtinggevend in wat qua ruimtelijke ontwikkeling en ruimtegebruik mogelijk is.

  • De rechtvaardige stad: In Nijmegen vinden we ruimtelijke rechtvaardigheid cruciaal voor een inclusieve en eerlijke stad. We willen dat ruimtelijke ontwikkelingen bijdragen aan kansengelijkheid en sociale verbinding en dat iedereen zich thuis voelt in de stad. Hierbij hebben we aandacht voor verschillen tussen stadsdelen en investeren we waar nodig ongelijk voor gelijke leefkwaliteit. Zo bouwen we samen aan een stad waarin iedereen, ongeacht achtergrond of woonplek, eerlijke kansen krijgt om zich te ontwikkelen en volwaardig mee te doen.

  • Bijdragen aan de gezonde leefomgeving: Bij de groei en ontwikkeling van de stad beschermen, bevorderen en faciliteren we actief een gezonde leefomgeving. Door een schoon milieu te waarborgen en negatieve omgevingsfactoren zoals luchtvervuiling en hittestress te verminderen, beschermen we de gezondheid van inwoners. We faciliteren gezondheid door een beweegvriendelijke, groene en veilige omgeving in te richten, met voldoende aantrekkelijke voorzieningen en ruimte voor ontmoeten. Een prettige en veilige leefomgeving draagt bij aan welzijn en gelijke kansen voor iedereen.

  • Ontwikkelingen dragen bij aan de hoofdlijnen van het beleid: Nijmegen werkt aan de nabije en rechtvaardige stad via 4 beleidshoofdlijnen. Deze zijn: de sociale en gezonde stad, de aantrekkelijke stad, de economisch veerkrachtige stad en de duurzame stad. Ontwikkelingen dragen bij aan de hoofdlijnen van het beleid. Nijmegen vindt het belangrijk om zo veel mogelijk beleidsdoelen te combineren. Als het nodig is geven we onze hoofddoelen prioriteit. Dat betekent dat gezondheid, woningbouw, klimaatadaptatie, energietransitie en circulariteit prioriteit krijgen.

 

Wat gaat Nijmegen doen: de hoofdlijnen van het beleid

Om te komen tot een nabije en rechtvaardige stad werkt Nijmegen langs vier beleidshoofdlijnen. Deze hoofdlijnen geven de beleidsmatige beweging aan die Nijmegen maakt richting 2050. 

  • Sociale en gezonde stad: Nijmegen heeft de ambitie om een sociale en gezonde stad te zijn. Het beschermen en bevorderen van gezondheid door het creëren en behouden van een gezonde leefomgeving is onze hoofddoelstelling. Daarnaast bevorderen we een inclusieve en veerkrachtige stad met een sterke sociale basis. 

  • Economisch veerkrachtige stad: Nijmegen heeft de ambitie om een economisch veerkrachtige stad te zijn. Een economisch veerkrachtige stad is een stad met een toekomstbestendige economie die duurzaam is en brede welvaart van onze inwoners bevordert. Dat betekent dat we een aantrekkelijk stad zijn voor werknemers en werkgevers, ons (inter-)nationaal profiel ‘Old City Young Vibe’ met ‘Health & High tech’ en ‘Oudste en bruisende stad’ als speerpunten versterken en uitdragen, en zorgen voor een leefbare stad met goede voorzieningen. 

  • Aantrekkelijke stad: Nijmegen is ervan overtuigd dat een toekomstbestendige stad een aantrekkelijke stad is. Voldoende passende huisvesting hoort hierbij. Daarom hebben we het hoofddoel om van 2024 tot 2040 17.000 tot 22.000 woonruimtes toe te voegen. Dat doen we met grote woningbouwlocaties, met kleinere projecten en door de bestaande woningvoorraad beter te benutten met respect voor onze stadsdelen. Dat betekent dat we per stadsdeel een andere afweging maken. We nemen de identiteit, zoals erfgoed en (gewenste) ruimtelijke kwaliteiten van gebieden en locaties als uitgangspunt voor de ontwikkeling van Nijmegen. 

  • Duurzame stad: Nijmegen heeft de ambitie om een duurzame stad te zijn. Om die ambitie waar te maken heeft Nijmegen verschillende hoofddoelen. In 2050 zijn we klimaatneutraal en klimaatadaptief en dragen we bij aan een circulaire economie. Dat doen we in tussenstappen. In 2030 hebben we 55% van de CO2-uitstoot teruggedrongen. Richting 2035 heeft Nijmegen de ambitie om stappen te zetten om de prioritaire gebieden voor klimaatadaptatie aan te pakken.  

 

Waar vinden veranderingen plaats: stedelijke Structuur in 2050  

Om een aantrekkelijke stad te blijven, kiest Nijmegen ervoor om te ontwikkelen binnen de huidige stadsgrenzen. Dat betekent dat nieuwe woonruimten, ruimte voor bedrijven en andere functies binnen de bestaande stad worden aangelegd. We kiezen ervoor om zulke functies ook fysiek nabij te laten zijn in verschillende hoogstedelijke gebieden rondom ov-knooppunten. Naast het stationsgebied zijn dit: Hof van Holland, Winkelcentrum Dukenburg, Winkelsteeg en campus Heijendaal.  

Een belangrijke andere reden om te ontwikkelen binnen de grenzen van de stad, is om zo het landschap om Nijmegen heen groen te houden. Passend bij de regionale strategie van ‘Meer landschap, meer stad’. Nijmegen heeft hierbij de ambitie om dit groene landschap als het ware steeds meer in de stad te 'trekken'.  

Hoe werkt Nijmegen aan de omgevingsvisie 

Nijmegen vindt samenwerking essentieel en hanteert een sturingsfilosofie die uitgaat van het beleggen van verantwoordelijkheden daar waar ze thuishoren. Nijmegen heeft bij voorkeur een ‘ja-mits’-houding ten opzichte van ruimtelijke initiatieven. 

De omgevingsvisie is nooit af, omdat de omstandigheden waarbinnen de stad zich ontwikkelt steeds veranderen. Daarom werkt Nijmegen volgens de beleidscyclus. Hierdoor zorgen we ervoor dat de omgevingsvisie actueel blijft.  

Motivering

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Nijmegen groeit en is in ontwikkeling. We werken onder andere aan voldoende huisvesting, een gezonde en sociale stad, de energietransitie, klimaatadaptatie, mobiliteitstransitie, economische ontwikkeling, een circulaire economie en het beschermen en zichtbaar maken van ons verleden. Omdat de ruimte in Nijmegen beperkt is, maakt dit dat dilemma’s ontstaan en keuzes gemaakt moeten worden.  

Hoe we omgaan met verschillende ontwikkelingen voor de fysieke leefomgeving, staat in de omgevingsvisie. De omgevingsvisie is een strategische integrale langetermijnvisie over de noodzakelijke en de gewenste ontwikkelingen van de fysieke leefomgeving.  

Een omgevingsvisie is bindend voor de overheid die de visie vaststelt, gaat over het grondgebied van die overheid, is vormvrij en moet integraal zijn. Dat betekent dat alle onderdelen van de fysieke leefomgeving in samenhang worden bekeken. Zo moet een omgevingsvisie gaan over een beschrijving van de hoofdlijnen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied en de hoofdzaken van het voor de fysieke leefomgeving te voeren integrale beleid. 

De gemeenteraad heeft in 2020 al een omgevingsvisie vastgesteld. Die omgevingsvisie actualiseren we.  

2 Participatie

2.1 In gesprek met de stad

Op basis van de Omgevingswet en het Omgevingsbesluit is de gemeente bij het vaststellen van een omgevingsvisie verplicht aan te geven hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn. Daarbij wordt aangegeven op welke manier invulling is gegeven aan het gemeentelijke participatiebeleid. 

In de omgevingsvisie is bovenstaande verder toegelicht. Daarnaast is een participatieverslag opgenomen bij deze motivering. In het participatieverslag is opgenomen wat de gemeente heeft gedaan aan participatie en hoe is voldaan aan het gemeentelijke participatiebeleid.  

Bij de start van het actualiseren van de omgevingsvisie heeft het college van b&w een participatieplan vastgesteld. Hierin is een verbinding gelegd met het gemeentelijke participatiebeleid voor het ruimtelijk domein. We hebben met stadsgesprekken, stadsdeelgesprekken en stadspeilingen opgehaald wat speelt bij inwoners, bedrijven en andere gebruikers van de stad. Daarnaast hebben we regelmatig met medeoverheden gesproken over de omgevingsvisie.  

2.2 Zienswijzen

[gereserveerd]

3 Argumenten

3.1 Nijmegen werkt aan een nabije en rechtvaardige stad

In de omgevingsvisie hebben we opgenomen dat Nijmegen werkt aan een nabije en rechtvaardige stad. Deze elementen vormen het toekomstbeeld voor de fysieke leefomgeving van Nijmegen richting 2050. Het is een concretisering van de huidige omgevingsvisie.

3.2 De omgevingsvisie bevat hoofdlijnen van beleid

We willen het toekomstbeeld van een nabije en rechtvaardige stad bereiken door te werken aan een: sociale en gezonde stad, economisch veerkrachtige stad, aantrekkelijke stad en duurzame stad.  

3.3 De omgevingsvisie bevat ruimtelijke keuzes

De omgevingsvisie bevat verschillende ruimtelijke keuzes, waaronder ‘groeien binnen de grenzen van de stad’. Ook bevat de omgevingsvisie een uitwerking op stadsdeelniveau.  

3.4 Bestaande keuzes worden doorgezet

Bij de omgevingsvisie uit 2020 zijn al verschillende keuzes gemaakt. Die keuzes zetten we door in de geactualiseerde omgevingsvisie. Hiervan is de belangrijkste keuze om te blijven groeien binnen de grenzen van de stad.  

3.5 Moties en toezeggingen zijn verwerkt

Gedurende het actualisatieproces zijn verschillende toezeggingen gedaan en heeft de raad verschillende moties aangenomen. Deze gingen onder andere over: 

  • in het actualisatieproces te werken met dilemma’s; 

  • de stad versneld klimaatadaptief te maken en aandacht te hebben voor waterkwaliteit; 

  • aandacht te hebben voor dieren en groen; 

  • het thema rechtvaardigheid verder uit te werken; en

  • aandacht te hebben voor het bouwen van gemeenschappen, sociale cohesie en ruimte voor voorzieningen. 

3.6 De omgevingsvisie is concreter gemaakt en er zijn meer verbindingen met het omgevingsplan gemaakt

Bij de start van het actualisatieproces heeft het college een startnotitie vastgesteld. Hierin zijn onder andere de volgende doelen opgenomen, namelijk:  

  • de visie concreter maken, dilemma’s bespreken en scherper kiezen; en

  • aansluiten op het omgevingsplan.

 

De omgevingsvisie is concreter gemaakt, door deze uit te werken op stadsdeelniveau en heldere doelen te formuleren. De aansluiting op het omgevingsplan is gemaakt, door in de omgevingsvisie aanknopingspunten voor het omgevingsplan op te nemen.  

3.7 Een omgevingsvisie is verplicht

Deze verplichting volgt uit artikel 3.1 van de Omgevingswet. Het is aan de gemeenteraad om de omgevingsvisie vast te stellen. Het college legt de ontwerpvisie ter inzage. Gemeenten hebben tot 1 januari 2027 om wat betreft de omgevingsvisie aan de wet te voldoen.  

3.8 De omgevingsvisie vormt de basis voor verdere uitwerking van omgevingsprogramma’s en het omgevingsplan

We werken volgens de beleidscyclus. Dat is een gesloten systeem waarin beleid steeds opgesteld, uitgevoerd, geëvalueerd en aangepast wordt. De omgevingsvisie vormt binnen de beleidscyclus de basis voor het creëren van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. De omgevingsvisie vormt de basis voor verdere uitwerking van omgevingsprogramma’s en het omgevingsplan. 

3.9 Een omgevingseffectrapportage is niet nodig

De gemeente heeft al een Omgevingseffectrapportage (m.e.r.) uitgevoerd bij het opstellen van de omgevingsvisie 2020, zie bijlage IIe. Met de actualisatie wordt de omgevingsvisie concreter gemaakt, maar worden geen nieuwe grootstedelijke ontwikkelingen beschreven, waardoor aanzienlijke nieuwe milieueffecten ten opzichte van 2020 niet waarschijnlijk zijn. Het is daarom nu niet nodig een nieuwe m.e.r.-procedure te doorlopen. We houden namelijk vast aan woningbouwgebieden uit de vorige omgevingsvisie en de aantallen woningen zoals opgenomen in de woonagenda. We ontwikkelen in lijn met de omgevingsvisie uit 2020 vooral op een aantal grote woningbouwlocaties. Hoeveel woningen na 2040 nodig zijn, is nog onzeker, maar we blijven vasthouden aan het ‘groeien binnen de grenzen van de stad’. Daarom benoemen we geen nieuwe locaties. Bij de uitwerking van deelplannen, zoals voor het Engie-terrein, de ontwikkeling van Winkelsteeg en de Regionale Energiestrategie, zijn bovendien eigenstandige m.e.r.-procedures doorlopen. Daarnaast is gebruik gemaakt van de inzichten uit de Omgevingseffectrapportage uit 2020. 

4 Kanttekeningen

4.1 Nijmegen blijft in ontwikkeling

Met de geactualiseerde omgevingsvisie zetten we een stap in het concreter maken van het strategisch ruimtelijk beleid. Deze versie van de omgevingsvisie is echter niet het ‘eindstation’. We blijven werken aan ons ruimtelijk beleid. Binnen de beleidscyclus blijven we de omgevingsvisie actualiseren.  

5 Haalbaarheid

5.1 Wijze van bekostiging

De actualisatie van de omgevingsvisie heeft geen financiële gevolgen. Het actualiseren van de omgevingsvisie is opgenomen als activiteit in de Stadsbegroting 2025 onder het programma Wonen en Stedelijke Ontwikkeling.  

I Participatieverslag: samen in gesprek over onze stad 

1 Inleiding

1.1 Algemeen

De omgevingsvisie bevat een strategische integrale langetermijnvisie over de noodzakelijke en de gewenste ontwikkelingen van de fysieke leefomgeving in de gemeente Nijmegen richting 2050. We streven naar een visie waarin de belangen van Nijmegenaren terug te zien zijn in de keuzes die gemaakt zijn. Om de vele stemmen van de stad in de visie een plek te geven, zijn we met de stad in gesprek gegaan. Dat hebben we op verschillende manieren aangepakt in de periode van oktober 2023 tot december 2024. In dit participatieverslag beschrijven we de aanpak, participatievormen en uitkomsten van de gesprekken. 

Het participatieverslag is nu een bijlage bij de motivering van de omgevingsvisie. Hiermee voldoet de gemeente aan de vereiste uit de Omgevingswet.

De inhoudelijke uitkomsten van het gesprek met de stad zijn, waar mogelijk, verwerkt in de ontwerp-omgevingsvisie in de uitwerking van de thematische ambities of de gebiedsuitwerkingen per stadsdeel.

1.2 Beleidskaders

De ruimte in Nijmegen is beperkt: niet alles kan en niet alles past. Dit leidt tot dilemma’s die vragen om heldere belangenafwegingen, scherpere keuzes en prioriteiten. Bij het ontwikkelen van de visie hebben we ons op twee hoofddoelen gefocust: 

  • Een goed functionerende omgevingsvisie voor Nijmegen, die handvatten biedt om samenhangende keuzes te maken in de fysieke leefomgeving. 

  • Een duurzame manier van samenwerken en in dialoog gaan over de toekomst van Nijmegen. 

 

Om deze doelen te bereiken, werken we volgens twee kernprincipes: integraal en open. Hiermee handelen we in de geest van de Omgevingswet. Daarnaast past dit bij de Nijmeegse kijk op participatie en democratische vernieuwing. ‘Integraal’ betekent dat deelnemers met diverse belangen (professionele partijen, bewoners, gemeente) met elkaar in gesprek gaan en dat we aandacht hebben voor tegengeluiden en voor belangen van partijen die niet fysiek aan tafel zitten. ‘Open’ betekent dat we transparant zijn over resultaten van bijeenkomsten/gesprekken, dat we aansluiten bij lopende initiatieven en netwerken in de stad en de Groene Metropoolregio en dat uitleg gegeven wordt over de belangenafwegingen en de keuzes die gemaakt en de prioritering die bepaald worden in de visie.

Participatievisie gemeente Nijmegen 

In de participatievisie van Nijmegen ‘Ons samenwerken met de stad; Visie en koers voor participatie en democratische vernieuwing’ staat de volgende opdracht ten aanzien van participatie door en in de gemeente Nijmegen: 

“Onze visie voor het onderwerp van participatie en democratische vernieuwing gaat over een sterke gemeenschap van stad en gemeente... In een sterke gemeenschap is gemeenschapszin en verbinding voelbaar, vinden waardevolle initiatieven vanuit de stad hun kracht en weg in de samenleving en staan we als gemeente naast de stad, zonder in te leveren op onze rol en verantwoordelijkheid als beheerder en beslisser… Als gemeente hebben we bovendien een belangrijke verbindende rol: we luisteren goed naar wat er speelt en nemen de onderliggende waarden en behoeften, van betrokken inwoners en partijen, mee in onze keuzes voor de stad. We kunnen deze keuzes ook begrijpelijk uitleggen, zodat inwoners zich gehoord, betrokken en deel van het geheel voelen.”

We werken mét de stad aan de opgaven in de fysieke leefomgeving. Dat passen we ook toe bij de actualisatie van de omgevingsvisie. We werken samen met inwoners, bedrijven, instellingen en medeoverheden. 

Participatie in de Omgevingswet 

De Omgevingswet brengt veranderingen met zich mee in de manier waarop besluiten tot stand komen die betrekking hebben op veranderingen in het ruimtelijk domein. Zo gaan we werken met één omgevingsvisie. Het ruimtelijke instrumentarium wordt aangepast en de wet verwacht meer van betrokkenen, waaronder gemeenten, op het gebied van participatie. Met participatie bedoelt de Omgevingswet het volgende:

“Het in vroegtijdig stadium betrekken van belanghebbende burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden bij het proces van besluitvorming over een project of activiteit om tijdig belangen, meningen en creativiteit op tafel te krijgen.” 

Belanghebbenden moet de kans geboden worden te participeren voordat formele besluitvorming van start gaat. Zodat inwoners in staat worden gesteld mee te denken aan nog te maken keuzes voor de toekomst van de stad. 

De Omgevingswet vraagt een manier van werken in lijn met de kernprincipes van vroegtijdige participatie, transparantie en integraliteit. Een werkwijze waarmee belanghebbenden vroegtijdig en proactief betrokken worden. De werkwijze vraagt om een gemeente die bij het maken van noodzakelijke keuzes diverse belangen zorgvuldig afweegt, transparant is over zwaarwegende belangen en daarmee de legitimiteit van de besluitvorming versterkt.

Participatiebeleid voor het ruimtelijk domein 

In oktober 2022 is het participatiebeleid voor het ruimtelijk domein vastgesteld met drie doelstellingen die relevant zijn voor het participatieproces voor de actualisatie van de omgevingsvisie: 

  • De betrokkenheid van inwoners bij de besluitvorming verbeteren: Daarnaast groeit de betrokkenheid van inwoners en organisaties in de stad als we meer contact met hen hebben over initiatieven en besluitvorming. Om signalen op te halen, plannen te verrijken, belangen bespreekbaar te maken en een plek te geven, alternatieven op te halen en/of mee te bewegen bij een particulier initiatief. 

  • De manier waarop participatie verloopt transparant te laten zijn voor iedereen: Proces en inhoud van initiatieven zijn helder, begrijpelijk en zichtbaar. We zijn niet alleen duidelijk over wanneer een participatietraject start, maar ook transparant over wat er gebeurt met de inbreng van betrokkenen. 

  • De inhoudelijke kwaliteit van de besluiten verbeteren: Als belangen vroegtijdig en breed worden meegewogen, meer perspectieven worden ingebracht en meer gebruik wordt gemaakt van de kennis en de creativiteit van de stad, dan wordt de inhoudelijke kwaliteit van besluiten hoger. Dat vraagt om beleid waarin inwoners de gelegenheid krijgen om actief te participeren. 

 

Goed participatiebeleid kan een positief effect hebben op de versnelling van de woningbouwopgave. Als mensen in vroeg stadium mogen meedenken, -praten en/of -beslissen, zal de kwaliteit van het besluit beter zijn. Ook zullen belanghebbenden beter kunnen begrijpen waarom een bepaald besluit genomen wordt. Daarmee wordt de kans kleiner dat er juridische procedures ontstaan. Omdat de Omgevingswet in de toekomst meer ruimte gaat geven aan initiatiefnemers, willen we dat initiatiefnemers zich conformeren aan het participatiebeleid van de gemeente.

2 Participatieproces

2.1 Inleiding

Voor de actualisatie van de omgevingsvisie is het participatieplan ‘Samen in gesprek over onze stad’ op 19 september 2023 door het College vastgesteld en op 1 november 2023 ter informatie aangeboden aan de raad. Voor de stadsdeelgesprekken (uitwerking van het participatieplan) is een aanvulling gedaan op het oorspronkelijke plan. De raad is met een raadsbrief op 29 oktober 2024 over de uitkomsten van de stadsdeelgesprekken geïnformeerd.

2.2 Doelen participatie
  • Belanghebbenden een stem geven: we geven belanghebbenden de kans om aan te geven wat vanuit hun perspectief belangrijk is voor de stad en hoe zijn kijken naar de dilemma’s waar we voor staan. 

  • Plannen beter maken: veel kennis over de stad zit bij inwoners, bedrijven en organisaties. Door goed te luisteren naar de belangen, wensen, ideeën en zorgen van belanghebbenden, kunnen we betere plannen en visies maken. 

  • Creativiteit en uitvoeringskracht aanboren: vele stakeholders onderschrijven de uitgangspunten uit de omgevingsvisie en willen bijdragen aan de uitvoering ervan. 

  • Inhoudelijke kwaliteit van besluitvorming verbeteren: Samen maken we de stad. Als belangen vroegtijdig en breed worden meegewogen, meer perspectieven worden ingebracht en meer gebruik wordt gemaakt van de kennis en de creativiteit van de stad, dan wordt de inhoudelijke kwaliteit van besluiten hoger. Als we belanghebbenden vanaf het begin meenemen in de actualisatie, groeit het inzicht en begrip voor belangen van anderen en ook voor de dilemma’s waar we als stad voor staan. Een grotere gedragenheid helpt bij het vervolgproces en de besluitvorming die plaats gaat vinden aan het eind van dit proces.

3 Participatieonderdelen

3.1 Inleiding

Er wonen ongeveer 189.000 mensen in Nijmegen. Met iedereen in gesprek gaan is niet mogelijk. Wel vindt de gemeente Nijmegen het wenselijk dat de omgevingsvisie zo veel mogelijk aansluit bij de taal en het perspectief van bewoners uit de stadsdelen. Uit ervaring weten we dat maar een beperkt deel van de inwoners participeren in beleidsprocessen. Dat is niet alleen in Nijmegen zo, maar ook landelijk. We hebben er rekening mee gehouden dat we niet alle belanghebbenden zullen horen. We zien dat niet als een gegeven en zetten daarom extra in om verschillende groepen te bereiken. Bovendien wil niet iedere stakeholder op dezelfde wijze betrokken worden. Vandaar dat we op verschillende manieren contact gelegd hebben.

3.2 Stadspanel

Voor de actualisatie van de omgevingsvisie hebben we meermaals het Nijmeegse stadspanel ingezet in de verkenningsfase. 

Groeien binnen de bestaande stad

In oktober 2023 is de peiling ‘Groeien binnen de bestaande stad?’ uitgezet onder de panelleden van het stadspanel om antwoord te krijgen op de onderzoeksvragen: 

  • Als het gaat om groeien (en bouwen) binnen de grenzen van de stad denkt het stadsbestuur aan een eigen aanpak in verschillende gebieden. Welke prioriteiten geven inwoners in welke specifieke gebieden?

  • Welke inhoudelijke keuzes qua ruimtelijke ontwikkeling zijn passend en belangrijk voor welk gebied?

 

Met een respons van 32% leverde het onderzoek geen volledig representatief beeld op voor de Nijmeegse bevolking, maar wel inhoudelijk waardevolle resultaten en een goede spreiding over de stad. 

Het algemene beeld is dat inwoners een veelheid aan keuzes in ruimtelijke ontwikkeling passend en belangrijk vinden voor de diverse gebieden, zowel over openbare ruimte-thema’s (groen, hitte, water), levendigheid versus rust, cultuur en ontmoeting als beweegmogelijkheden en het verminderen van de impact van auto’s. Uitzondering op deze regel is het minder grote draagvlak voor het bouwen van extra woningen binnen de bestaande stad, voor het bieden van ruimte aan bedrijvigheid en voor het geven van meer aandacht bereikbaarheid per auto. Voor specifieke gebieden is er wat meer steun voor deze perspectieven. Het panel ziet de woningbouwopgave vooral graag in Nijmegen-Noord gerealiseerd, en veel minder in het Nijmegen ten zuiden van de Waal. Ambities voor de werkgebieden spitsen zich vooral toe op het bieden van ruimte voor bedrijvigheid, op autobereikbaarheid en op het verblijfsklimaat voor werkenden. Op het oog tegenstrijdige belangen worden in de breedte gesteund. De keuze bijvoorbeeld voor een gemengde invulling en een levendig gebied wordt door veel panelleden aantrekkelijk gevonden. Tegelijkertijd wordt extra aandacht gevraagd voor geluidsoverlast en luchtkwaliteit. En pleit een aanzienlijk deel van het panel ervoor rustige plekken in de wijk te behouden.

De overige conclusies staan opgenomen in het document “Groeien binnen de bestaande stad? Actualisering omgevingsvisie, peiling Nijmeegs stadspanel” , zie bijlage IIa. 

Gezonde leefomgeving

In oktober 2023 is ook de stadpeiling ‘Gezonde leefomgeving’ in het kader van de actualisatie van de omgevingsvisie uitgezet om antwoord te krijgen op de onderzoeksvragen:

  • Wat verstaan Nijmegenaren onder een gezonde leefomgeving: wat is het burgerperspectief en de bijbehorende scope?

  • Wat zijn in de ogen van burgers belangrijke onderdelen van een gezonde stad en buurt, die de komende jaren meer aandacht moeten krijgen?

  • Welke aspecten die te maken hebben met de inrichting van Nijmegen helpen om gezonder te kunnen leven?

 

De bijdragen van ruim 1.200 panelleden, goed gespreid over de stad, leveren inhoudelijk waardevolle resultaten op. Uitgangspunten voor een gezonde leefomgeving die door een zeer groot deel van het panel (70-90%) zijn benoemd: ruimte voor parken, bomen, planten en dieren; schone lucht; ruimte voor bewegen en spelen; ruimte voor voetgangers en fietsers; schone straten en pleinen; een gevoel van veiligheid in buurt en stad; een rustige, geluidsarme omgeving. 

De aspecten waarvoor meer op stedelijke schaal extra aandacht voor gevraagd is, zijn: schone lucht; het voorbereiden op extremer weer; ruimte voor parken, bomen, planten en dieren; het niet tekort doen van de toekomst van mens en dier; ruimte voor voetgangers en fietsers. De belangrijke inrichtingselementen ‘meer plekken met groen (71%)’ en ‘een gevoel van veiligheid in buurt en stad (61%)’ helpen volgens het panel om gezonder te leven.

Voor interventies rond gezond eten in de nabijheid van scholen, de verkeersinrichting, extra groenvoorzieningen en rookvrije openbare ruimtes lijkt veel draagvlak te zijn. Ook de keuze om wijken met de grootste gezondheidsproblemen prioriteit te geven qua leefomgeving krijgt van een groot deel van het panel steun (67%). Naar verhouding  is weinig steun voor het gebruiken van de beschikbare ruimte in de stad voor woningen (24% eens, 38% oneens).

De overige conclusies staan opgenomen in het document“Gezonde leefomgeving. Actualisering omgevingsvisie, peiling Nijmeegs stadspanel”, zie bijlage IIb.

Energietransitie: wonen zonder aardgas

De peiling ‘Energietransitie: wonen zonder aardgas’ is in februari 2024 uitgezet onder 4.888 panelleden en de respons van 51,9% ingevulde vragenlijsten is voldoende om bruikbare uitspraken voor de stad en deelgroepen te doen en om deelgebieden (stadsdelen) te onderscheiden. 

Met de peiling zijn inzichten verzameld op de vragen:

  • Welk belang hechten Nijmegenaren aan de energietransitie?

  • Welke houding tonen (verschillende groepen) inwoners ten aanzien van (na)isolatie, aardgasvrij wonen, energie opwekken, opslag van energie en kostenonzekerheid/betaalbaarheid?

  • Wat hebben eigenaar-bewoners en huurders nodig, wat is helpend, hoe kan de gemeente ontzorgen?

  • Welk draagvlak tonen inwoners voor gemeentelijke maatregelen, ook in relatie tot eventuele drang en dwang?

 

Voor de energietransitie en aardgasvrij wonen is er bij grote groepen algemeen draagvlak zichtbaar. Dissatifiers zijn vooral burgerbetrokkenheid/participatie en kosten en betaalbaarheid van de benodigde investeringen. Er komen op dit vlak diverse verschillen naar deelgebieden en woonsituatie naar voren. Zo zien we in Dukenburg en Lindenholt dat een meerderheid steun geeft, maar ook dat bovengemiddeld grote groepen het er niet mee eens is. In Nijmegen-Noord en bij particuliere huurders is de algehele steun juist bovenmatig sterk. De genoemde stadsdelen Dukenburg en Lindenholt en als tegenpool Nijmegen-Noord zijn ook opvallend als het gaat om kostenonzekerheid en zorgen over de betaalbaarheid. In het grotendeels aardgasvrije Nijmegen-Noord geeft bijna 80% aan dat het stoppen met aardgas voor verwarmen en koken niet zorgt voor minder wooncomfort.

Desgevraagd toont ruim de helft van de panelleden intrinsieke motivatie om met een verwarming zonder gasverbruik klimaatveranderingen tegen te gaan. Momenteel heeft echter een minderheid van de groep die nu verwarmt op aardgas of hout heeft belangstelling voor gasloze verwarmingssystemen. Dat geldt voor zowel een hybride systeem in de woning, een eigen verwarmingssysteem op elektriciteit als aansluiting op een warmtenet samen met de buurt. Een deel van de ondervraagden is bang dat een gasloze verwarming de woning niet warm krijgt en/of dat een gasloze verwarming duurder uitpakt.

De opmars van het elektrisch koken is ook in Nijmegen zichtbaar, bijna de helft van het stadspanel heeft al een inductiekookplaat in gebruik. Van de groep die momenteel op gas kookt toont 74% belangstelling voor een overstap naar een inductiekookplaat. Huurders van corporatiewoningen zijn bovenmatig geïnteresseerd in inductie-koken. Uit toelichtingen van panelleden komt onder andere naar voren dat er zorgen zijn over de aanleg en financiering van de techniek. En dat veel mensen de overstap timen en bijvoorbeeld laten samenvallen met een keukenrenovatie.

Naast een opmars van elektrisch koken is ook de toename van zonnepanelen in Nijmegen zichtbaar: meer dan de helft van het stadspanel heeft zonnepanelen in gebruik. Van de groep die momenteel geen zonnepanelen in gebruik heeft zou een deel de woning graag uitrusten met zonnepanelen. Er zijn ook beperkingen naar voren gekomen: ongeveer de helft van de groep zonder panelen en zonneboiler heeft naar eigen zeggen niet de mogelijkheid deze voorzieningen aan te (laten) leggen.  Een kleiner deel heeft niet de mogelijkheid om een accu om opgewekte stroom op te slaan in de woning te plaatsen.

De overige conclusies staan opgenomen in het document “Energietransitie: wonen zonder aardgas?, peiling Nijmeegs stadspanel”, zie bijlage IIc.

3.3 Stadsgesprekken

In de maanden juni 2023 tot en met maart 2024 zijn verspreid over de stad stadsgesprekken gevoerd over zeven inhoudelijke thema’s. Bij deze gesprekken zijn stedelijke partijen (woningcorporaties, bouwers, architecten, wijkraden, zorgpartners, kennisinstellingen etc.) uitgenodigd. 

  • Op 22 juni 2023 is de gemeente in gesprek gegaan over wonen in de stad. In deze bijeenkomst is het woonbehoeftenonderzoek besproken. 

  • Op 2 november 2023 hebben we gesproken over de plek van mobiliteit in onze prettige leefomgeving. 

  • Op 13 november is het thema bouwen binnen de grenzen van de stad besproken. 

  • Op 28 november zijn we in gesprek gegaan over ons naoorlogse erfgoed. 

  • Op 11 januari 2024 hebben we gesproken over de impact van de circulaire economie. 

  • Op 12 maart 2024 zijn we in gesprek gegaan over wonen in Zorg. 

  • Op 25 maart 2024 zijn we met elkaar in gesprek gegaan over de impact van de energietransitie op Nijmegen.

 

Van ieder gesprek is een verslag en een infographic (behalve van het stadsgesprek over zorg) met de belangrijkste onderwerpen gemaakt. De verslagen zijn raadpleegbaar via de gemeentelijke website. De gesprekken en de uitkomsten hebben niet alleen waardevolle informatie opgeleverd voor de omgevingsvisie, maar ook voor de afzonderlijke beleidstrajecten.

Stadsgesprek wonen
afbeelding binnen de regeling
Stadsgesprek mobiliteit
afbeelding binnen de regeling
Stadsgesprek binnenstedelijk bouwen
afbeelding binnen de regeling
Stadsgesprek naoorlogs erfgoed
afbeelding binnen de regeling
Stadsgesprek circulaire economie
afbeelding binnen de regeling
Stadsgesprek energietransitie
afbeelding binnen de regeling
3.4 Gespreken met enkele specifieke stakeholders

We zijn in gesprek gegaan met een aantal specifieke stakeholders/stakeholdergroepen. De actualisatie van de omgevingsvisie van Nijmegen heeft op de agenda gestaan bij de cliënten- en adviesraden, de regiogemeenten en de woningbouwcorporaties. Met hen is besproken hoe zij kijken naar de stad en de thema’s die hier in de komende jaren aan de orde zijn. Tijdens de formele participatie (inspraak) worden voor deze specifieke stakeholders/stakeholdergroepen presentaties verzorgd zodat ze zich goed kunnen voorbereiden op eventuele inspraakreacties.

3.5 Stadsdeelgesprekken

Onze gekozen aanpak heeft zich in de fase van het maken van de gebiedsuitwerkingen gericht op het scherp(er) krijgen van het bewonersperspectief. Hiertoe zijn stadsdeelgesprekken georganiseerd om zoveel mogelijk van de onderliggende belangen die bewoners hebben met betrekking tot de ruimtelijke opgaven in de stad in kaart te brengen. 

Aanpak

Ruim 40 bewoners zijn uitgenodigd voor een belangengesprek. Dit type gesprek is bedoeld om duidelijkheid te verschaffen over de belangen die spelen en gemeentelijke aannames te toetsen. De focus lag niet op standpunten en mogelijke oplossingen, maar op de bewonersbelangen en de dieperliggende motivaties en redenen achter deze belangen. De onafhankelijk gespreksleider heeft met een open houding vooral actief geluisterd en doorgevraagd om de belangen zo grondig mogelijk te begrijpen en in kaart te brengen.

Bij (bijna alle) belangengesprekken was er naast de gespreksleider een wijkregisseur van de gemeente Nijmegen aanwezig, evenals een lid van het kernteam dat verantwoordelijk is voor het schrijven van de gebiedsuitwerkingen. Dit had twee doelen: ten eerste konden de ambtenaren uit eerste hand waardevolle kennis en informatie verzamelen voor de gebiedsuitwerkingen, en ten tweede kon de relatie worden versterkt tussen de gemeente en bewoners. Iets wat de gemeente ook op langere termijn ambieert.

De gesprekken zijn gevoerd als informatief gesprek en niet in de vorm van een dialoog of discussie. De gemeente heeft deelgenomen aan de gesprekken om te luisteren en niet om beleidskeuzes toe te lichten of te vertegenwoordigen. Er zijn in de gesprekken geen keuzes of afspraken gemaakt.

Representativiteit

In ieder stadsdeel, behalve in stadsdeel Centrum, is met bewoners gesproken die zijn aangedragen door de wijkregisseurs op basis van de contacten die zij in de stadsdelen hebben met de wijkraden. De bewoners met betrokkenheid bij de wijkraad kennen de wijken en de omstandigheden in de stadsdelen en hebben een goed beeld wat er leeft in de wijk. De gesprekspartners verschillen in leeftijd, afkomst, opleidingsniveau en beroep, maar delen allemaal een diepgaande betrokkenheid bij de stad Nijmegen. De gesprekken hebben plaatsgevonden op persoonlijke titel zonder dat de gesprekspartners alle bewoners hoefden te vertegenwoordigen.

Onderwerpen

In de meeste stadsdeelgesprekken zijn niet alleen de consequenties van het ruimtelijk beleid van de gemeente ten aanzien van woningbouw, milieu/duurzaamheid en transities ten aanzien van warmte, energie en mobiliteit onderwerpen van gesprek geweest. Ook de wijze waarop de gemeente Nijmegen de bewoners betrekt bij het maken van beleid, het uitvoeren van projecten en het oplossen van problemen in de leefomgeving is aan bod gekomen.

Belangenverslagen

Van ieder gesprek en per stadsdeel is een belangenverslag gemaakt, een verslag van het gesprek waarmee we toetsen of de bewonersbelangen goed geformuleerd zijn. In onderstaande opsomming van de belangen is per stadsdeel een onderscheid gemaakt tussen belangen die bewoners hebben ten aanzien van participatie en belangen bij de ruimtelijke onderwerpen van de omgevingsvisie. Het rapport “Bewonersbelangen stadsgesprekken omgevingsvisie Nijmegen” is te vinden in bijlage IId.

Lindenholt

Stadsdeel Lindenholt

Belangen

Participatie

Een wijkregisseur met mandaat die zorgt voor een integrale aanpak van initiatieven en problemen in de wijk

Ruimtelijk beleid

Een voorzieningenhart+ met ruimte voor bewoners waarmee ontmoeting wordt gefaciliteerd

 

Aanbod ouderhuisvesting past bij de toenemende vraag

 

Gemengd woningaanbod (ouderen en jongeren) voor levendigheid en gemeenschapszin

 

Verbetering van de waterkwaliteit

 

Een gezonde leefomgeving met gemeenschappelijk groen in de hofjes

 

Auto parkeren vindt plaats op het eigen terrein

 

De IJpenbroekweg wordt afgewaardeerd voor een betere verbinding tussen westelijk en oostelijk deel Lindenholt

 

Openbaar vervoer sluit aan op de vervoersbehoefte

 

Consistent beleid ten aanzien van de energietransitie

 
Dukenburg

Stadsdeel Dukenburg

Belangen

Participatie

Belang van bewoners prevaleert in het beleid

 

Wijkmanager met mandaat en netwerk die tijdig, respectvol en transparant met bewoners praat

 

Door gemeente gemaakte keuzes worden goed uitgelegd

Ruimtelijk beleid

Dukenburgers willen weer trots kunnen zijn op hun stadsdeel

 

Groen in Dukenburg heeft verschillende functies

 

Bewoners worden ontzorgd

 

Verloedering van openbare ruimte tegengaan met afvalbeleid wat past bij bewonersgroep

 

Sociale problematiek aanpakken door de concentratie sociale huurwoningen te verminderen

 

Betaalbare geschikte woningen toevoegen

 

Kleinschalige voorzieningen in wijken

 

Openbare ruimte die uitnodigt om auto te laten staan

 

Dukenburg verbinden aan de rest van Nijmegen met voetgangs-/fiets- én OV-verbindingen

 
Nieuw-West

Stadsdeel Nieuw-West

Belangen

Participatie

Verrijk gemeentelijke plannen samen met bewoners

 

Aansluiten bij de leefwereld van de bewoners

Ruimtelijk beleid

Open karakter van Hees behouden

 

Groen als bufferzone 

 

Ecologische waarde van groen versterken

 

Blijven wonen in Hees

 

Voorzieningen passen bij schaal van wijken

 

Voorzieningen toevoegen voor vergrijzende bewonersgroep Neerbosch-Oost

 

Leefbaarheid verbeteren door woningmix

 

Woningvoorraad sluit aan bij de woonvraag

 

Openbare ruimte daagt uit tot bewegen

 

Geïsoleerde ligging van stadsdeel Nieuw West verminderen

 

Beter benutten bestaande voorraad

 

Doorstroming stimuleren

 
Oud-West

Stadsdeel Oud-West

Belangen

Participatie

Bewonersbelangen wegen zwaar in belangenafweging

 

Leefwereld van bewoners eerder betrekken

 

Wijkraden hebben langdurig een vast aanspreekpunt

 

Bewonersinitiatieven komen makkelijk van de grond

 

Praktische en realistische plannen voor de wijk

Ruimtelijk beleid

Leefbare wijken met plekken die gemeenschapszin/-gevoel bevorderen

 

In de wijken blijft plek voor de oorspronkelijke bewoners (arbeiders)

 

In de wijk zijn voldoende faciliteiten voor oudere bewoners

 

Doorstromingsmogelijkheden voor ouderen in de wijk

 
Midden

Stadsdeel Midden

Belangen

Participatie

Participatie die aansluit bij de belevingswereld van bewoners

 

Representatieve participatie

Ruimtelijk beleid

Keuzes van de gemeente worden goed uitgelegd in de omgevingsvisie

 

De groene longen in de wijk blijven bewaard

 

Beperkte ruimte in de wijk wordt beter benutten door functiemening en meervoudig ruimtegebruik

 

De juiste functies op de juiste plek

 

Bewonersinitiatieven worden gefaciliteerd met ruimte en ondersteuning

 

Maatregelen voor een betere leefomgeving prioriteit geven in de omgevingsvisie

 

Maatregelen moeten aansluiten bij de belevingswereld van de wijkbewoners

 

Winkelsteeg wordt een verbindende plek in stadsdeel Midden

 

Aandacht voor levendigheid van stadsdeel Midden

 
Zuid

Stadsdeel Zuid

Belangen

Participatie

Gemeente maakt keuzes en pakt daarop door

 

Gemeente moet bewoners ontzorgen

 

Bewoners denken op tijd mee over initiatieven in de wijk

Ruimtelijk beleid

Bestaande faciliteiten worden beter benut

 

Nieuwe ontmoetingsplekken worden gecreëerd in de wijk

 

Zorgvuldige mix van doelgroepen in woonwijken

 

Verkeeraders worden ingericht ten gunste van fietsers en voetgangers

 

In het plan van de universiteit wordt rekening gehouden met de (negatieve) effecten op de omliggende woonwijken

 
Noord

Stadsdeel Noord

Belangen

Participatie

-

Ruimtelijk beleid

Behoud Oosterhout als een buitenwijk van Nijmegen

 

Proactieve visie op mobiliteitsontwikkeling in de wijk

 

Mobiliteitsconcepten passen bij inwoners

 

Gedifferentieerd woningaanbod realiseren

 

Flexibiliteit in plannen

 

Voorzieningen op orde voor jeugd/jong volwassenen

 

Ontmoetingsplekken mogelijk maken in het omgevingsplan

 
Oost

Stadsdeel Oost

Belangen

Participatie

Participatie bewoners wordt serieus genomen

Ruimtelijk beleid

Meer aandacht voor leefbaarheid in wijken dichtbij stadscentrum

 

Zeggenschap over groene ruimte

 

Beter benutten van bestaande voorraad onder kwalitatieve voorwaarden

 

Bewoners worden ontzorgd

 

Kleinschalige voorzieningen voor en door de wijk

 

Gebiedsuitwerkingen

Met de gesprekken heeft de gemeente een beter beeld gekregen van het perspectief van de bewoners uit de stadsdelen en de ruimtelijke, sociale en maatschappelijke verschillen tussen de stadsdelen. In de gebiedsuitwerkingen zijn inhoudelijke onderwerpen aangescherpt en witte vlekken ingevuld. De gesprekken hebben geholpen om de belangenafweging voor het stadsdeel zorgvuldig en integraal te kunnen maken.

4 Verplichte participatie

4.1 Algemeen

Het college zal de ontwerp-omgevingsvisie vrijgeven voor inzage. Gedurende 6 weken kan iedere belanghebbende een zienswijze indienen. Twee weken na de vrijgave van het college wordt de ontwerp-omgevingsvisie tijdens een inloopbijeenkomst toegelicht aan geïnteresseerden. Het doel van de bijeenkomst is om bewoners en andere geïnteresseerden is staat te stellen om alle informatie te verzamelen die ze nodig hebben om een eventuele zienswijze in te kunnen dienen. De zienswijzen en de beantwoording daarvan zullen onderdeel worden van dit participatieverslag.

II Overzicht Documentenbijlagen

a. Groeien binnen de bestaande stad? Actualisering omgevingsvisie, peiling Nijmeegs stadspanel

/join/id/pubdata/gm0268/2025/3e3bb93b38cb47bebec90878c7cd3bd4/nld@2025‑03‑27;09140401

b. Gezonde leefomgeving. Actualisering omgevingsvisie, peiling Nijmeegs stadspanel

/join/id/pubdata/gm0268/2025/5fb432ca7aae454e9fb49c03093aec59/nld@2025‑03‑27;09140401

c. Energietransitie: wonen zonder aardgas?, peiling Nijmeegs stadspanel

/join/id/pubdata/gm0268/2025/f5eeb0cf42f14f7891499d6d4bfdd7a3/nld@2025‑03‑27;09140401

d. Stadsdeelgesprekken omgevingsvisie Nijmegen - Bewonersbelangen

/join/id/pubdata/gm0268/2025/1dfd21196eae4a1a9ced6db22ac32579/nld@2025‑03‑27;09140401

e. Omgevingseffectrapport Omgevingsvisie Nijmegen

/join/id/pubdata/gm0268/2025/dfb70dd9d4714ac6bf082dfcc9368517/nld@2025‑03‑27;09140401

Naar boven