Artikel I
De Algemene subsidieregeling gemeente Breda 2025 wordt als volgt gewijzigd:
A
Paragraaf 8.2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
PARAGRAAF 8.2
Investeringsregeling ten behoeve van buitensportaccommodaties
Artikel 8:11
Doel subsidie
Deze subsidie heeft als doel het stimuleren en realiseren van voldoende, kwalitatief goede en toegankelijke buitensportaccommodaties in Breda. Het achterliggende maatschappelijke doel van deze subsidie is het verbeteren van de mogelijkheden voor sportbeoefening en de betaalbaarheid van sport voor de inwoner van Breda.
Artikel 8:12
Betekenissen
In deze paragraaf betekent:
- -
buitensportveld: een sportvoorziening in de buitenlucht met een aangepaste ondergrond die noodzakelijk is om te kunnen trainen of om wedstrijden op te spelen met daarbij behorende vaste elementen (denk aan ondergrond, hekwerk, veld of baanverlichting, verharding rondom het veld, publieksstroken opsluiting veld, dug-outs en vaste doelen);
- -
buitensportvereniging: een binnen de gemeente Breda gevestigde buitensportvereniging, die haar activiteiten in hoofdzaak voor de inwoners van de gemeente Breda uitvoert op een gemeentelijk sportcomplex dan wel een sportcomplex in eigen beheer;
- -
exploitatiestichting: stichting die statutair gevestigd in Breda en die belast is met het beheer van een sportaccommodatie die bij één of meer sportverenigingen in gebruik is;
- -
herstructurering: een ontwikkeling waarbij de structuur van een gebied wordt omgevormd en de functie van de plek verandert. Dit betreft o.a. de eerste aanleg van een buitensportvoorziening of uitbreiding c.q. inbreiding dan wel herindeling van een sportcomplex.
Artikel 8:13
Voor wie is deze subsidie bedoeld?
- 1.
Subsidie op basis van deze paragraaf is bedoeld voor Bredase buitensportverenigingen die:
- a.
als kerntaak hebben activiteiten te organiseren voor inwoners van Breda die gericht zijn op de uitoefening van een sport die erkend is door NOC*NSF; en
- b.
die met de activiteiten een aantoonbare bijdrage leveren aan de vastgestelde gemeentelijke beleidsdoelen zoals opgenomen in het vigerend beleidskader.
- 2.
Het is toegestaan dat de sportvereniging bij het aanvragen van de investeringsregeling of garantstelling vertegenwoordigd wordt door een aan de vereniging gelieerde exploitatiestichting.
Artikel 8:14
Welke activiteiten passen binnen deze subsidieregeling?
Subsidie kan eenmalig worden verstrekt in de periode 2023-2026 voor uitsluitend de volgende activiteiten c.q. maatregelen:
- a.
Investeringen in buitensportvelden:
- i.
aanpassing van een bestaand buitensportveld;
- ii.
aanleg van een nieuw buitensportveld.
- b.
Investeringen in kleed- en wasaccommodaties:
- i.
aanpassing c.q. uitbreiding van een bestaande kleed- en wasaccommodatie;
- ii.
bouw van een nieuwe kleed- en wasaccommodatie.
- c.
Investeringen of aanpassingen die bijdragen aan de toegankelijkheid van het buitensportcomplex voor mindervaliden, inclusief de sportkantine.
- d.
investeringen gericht op energiebesparing of het opwekken van duurzame energie voor een (sport)accommodatie die eigendom is van een sportvereniging, waarbij sprake is van aantoonbare positieve effecten op energieverbruik en exploitatie van de desbetreffende accommodatie.
Artikel 8:15
Wat zijn de voorwaarden bij deze subsidie?
Om subsidie te kunnen ontvangen, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
- 1.
Sportverenigingen kunnen slechts eenmalig per vier jaar (dagtekening datum beschikking toekenning subsidie) een beroep doen op de subsidie op grond van artikel 8:14.
- 2.
Uit de aanvraag voor de subsidie blijkt (indien van toepassing) dat:
- a.
de subsidie ten goede komt aan het faciliteren van activiteiten gelieerd aan het doel en strekking van de vereniging;
- b.
er adequaat wordt ingespeeld op maatschappelijke of demografische ontwikkelingen of ondercapaciteit die uitwijzen dat er op termijn noodzaak is voor extra capaciteit voor de desbetreffende sport zoals uitgewezen in het rapport Capaciteitsonderzoek gemeente Breda 2025;
- c.
met de subsidie wordt voldaan aan de inrichtingseisen vermeld in de landelijke richtlijnen van het NOC*NSF en de sportbonden;
- d.
de investering ten goede komt aan de samenwerking of fusie met een andere vereniging (dan wel of niet zelfde sportsoort);
- e.
er extra aandacht is voor verduurzaming van betreffende sportaccommodatie;
- f.
er extra aandacht is voor toegankelijkheid voor mindervaliden;
- g.
er extra aandacht is voor samenwerking met andere (maatschappelijke) partijen; en
- h.
er extra aandacht is voor de ontplooiing van activiteiten voor kwetsbare groepen in de samenleving.
- 3.
De totale investering bedraagt minimaal € 10.000,-, de subsidie bedraagt dus minimaal € 3.333,33.
Artikel 8:16
Hoeveel subsidie is er?
- 1.
Het maximale subsidiebedrag (subsidieplafond) voor de periode 2025-2026 is € 1.078.937.
- 2.
Iedere subsidieaanvrager kan maximaal € 250.000 subsidie aanvragen.
- 3.
De subsidie bedraagt maximaal één derde van de subsidiabele kosten.
- 4.
Subsidie wordt berekend op basis van de begroting inclusief btw.
Artikel 8:17
Wat is er nodig bij de aanvraag?
- 1.
Bij de subsidieaanvraag moeten de volgende documenten worden meegestuurd:
- a.
een ingevuld aanvraagformulier via de website van de gemeente Breda;
- b.
een projectplan, met daarin tenminste:
- i.
een investeringsbegroting waarin de inkomsten en uitgaven gelijk zijn aan elkaar en waarin duidelijk wordt op welke manier de investering financieel gedekt wordt, hiervoor dient gebruik te worden gemaakt van het verplichte format activiteitenbegroting van de gemeente Breda;
- ii.
een (beoogde) tijdsplanning die is afgestemd met de afdeling Vastgoedbeheer van de Gemeente Breda; en
- iii.
als dit van toepassing is, een risicoanalyse over de veiligheid en omgevingsoverlast.
- c.
offertes en plattegronden van de planvorming, aansluitend op de kwaliteitseisen/ normering die gesteld worden door de desbetreffende sportbond en gemeentelijke kaders en richtlijnen;
- d.
de balans en jaarrekening van de laatste twee boekjaren;
- e.
een duiding van de aanwezige financiële reserve;
- f.
een meerjarenbegrotingsoverzicht met minimaal een begroting voor de eerstkomende twee jaar;
- g.
een ontwikkelingsoverzicht van het ledenbestand (spelende leden), respectievelijk aantal verenigingsteams;
- h.
een verslag van de Algemene Ledenvergadering waaruit blijkt dat de meerderheid instemt met de plannen en investering.
- 2.
Naast de documenten in het vorige lid wordt bij aanvragen voor subsidie voor investeringen in duurzaamheid ook een objectieve rapportage of meting (bijvoorbeeld een energiescan) meegestuurd waaruit de positieve effecten blijken. Onder positieve effecten wordt verstaan: effecten die een bijdrage leveren aan de energietransitie, een CO2-neutraal Breda.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen in het kader van de naleving van de staatssteunregels aanvrager vragen een de-minimisverklaring in te vullen. Deze de-minimisverklaring telt niet mee voor de volledigheid van de aanvraag in de zin van artikelen 8:19 en 8:20. Vult aanvrager de de-minimisverklaring niet in of blijkt uit de verklaring dat de subsidieverlening in strijd is met de staatssteunregels dan kunnen burgemeester en wethouders besluiten om de aanvraag te weigeren.
Artikel 8:18
Wanneer moet de aanvraag zijn ontvangen?
In de aanvraag dient de subsidieaanvrager aan te geven in welk jaar de activiteiten worden uitgevoerd.
- a.
Voor activiteiten die in 2025 worden uitgevoerd, wordt subsidie aangevraagd voor 1 oktober 2025;
- b.
voor activiteiten die in 2026 worden uitgevoerd, wordt subsidie aangevraagd voor 1 oktober 2026.
Artikel 8:19
Hoe wordt de subsidie verdeeld?
Als er meer subsidie wordt aangevraagd dan er beschikbaar is, verdelen burgemeester en wethouders het subsidieplafond op volgende manier:
- a.
honorering van aanvragen geschiedt in volgorde van volledige aanvragen, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt;
- b.
als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.
Artikel 8:20
Wanneer wordt besloten op de subsidieaanvraag?
- 1.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen dertien weken nadat zij de aanvraag als compleet hebben beoordeeld.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen de termijn van dertien weken nog eens met maximaal dertien weken verlengen.
Artikel 8:21. Wanneer wordt de subsidie geweigerd?
Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie weigeren als:
- a.
de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd al in uitvoering zijn genomen;
- b.
de aanvrager niet beschikt over een gezonde financiële positie;
- c.
de plannen niet aansluiten bij de toekomstige gebiedsontwikkeling; of
- d.
ingediende offertes niet overeenkomen met beeldvorming die burgemeester en wethouders hebben over de marktconforme prijshantering.
Artikel 8:22
Welke verplichtingen horen bij deze subsidie?
- 1.
In de ASV staan algemene verplichtingen die horen bij het ontvangen van subsidie.
- 2.
Naast de algemene verplichtingen geldt dat de start van de uitvoering van de activiteiten in het jaar van subsidieverstrekking plaatsvindt.
Artikel 8:23
Verantwoording
In aanvulling op de verantwoordingseisen uit de ASV wordt aangetoond dat de activiteiten zijn verricht en dat aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door het overleggen van:
- a.
een gedetailleerd overzicht van de gemaakte kosten voor de investering waar deze subsidie voor wordt uitgegeven;
- b.
de factuur of facturen van de subsidiabele kosten op naam van de subsidieontvanger; en
- c.
een betaalbewijs waaruit blijkt dat de factuur is betaald door de subsidieontvanger.
B
In artikel 10:1 komt de volgende tekst te vervallen:
Groenvisie bedrijventerrein
Een visie op het water- en groen van een (deel van een) bedrijventerrein met de doelstelling om richting te geven aan een universeel en herkenbaar toekomstbeeld van het (deel van een) bedrijventerrein. De groenvisie dient als richtsnoer voor losse projecten om met slim gekozen ontwerpprincipes, materialen en planten toe te werken naar (groene) uniformiteit.
Hierbij dient de groenvisie zich ook voor 90% te richten op de inrichting van het eigen terrein van de bedrijven.
C
Van artikel 10:2 vervalt het derde lid.
D
Artikel 10:3 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Artikel 10:3
Doelgroep
De subsidie staat open voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen, zoals bedrijven, stichtingen, VVE’s en scholen, die eigenaar of huurder zijn van een bestaande opstal binnen de gemeente Breda waarvoor de subsidieaanvraag wordt gedaan.
E
Van artikel 10:4 vervalt het derde lid, onder vernummering van het vierde lid tot het derde lid.
F
Artikel 10:6 wordt gewijzigd en komt te luiden:
Artikel 10:6 Verantwoording na verstrekken van de subsidie
- 1.
Om te kunnen controleren of de activiteit waarvoor de subsidie is verleend is uitgevoerd, verstrekt de aanvrager een getekende offerte (indien van toepassing) en fotomateriaal aan burgemeester en wethouders. De foto’s zijn vrij van rechten mogen door de gemeente gebruikt worden. Het fotomateriaal bestaat uit:
- a.
een foto van de situatie vóór aanpassing;
- b.
een foto van de situatie na aanpassing waarmee wordt aangetoond dat de maatregel is uitgevoerd en dat daarmee aan de subsidievoorwaarden is voldaan;
- c.
Enkel voor de doelgroep individuele bedrijven, stichtingen en verenigingen die een ontwerp-of inrichtingsschets maken, geldt nog de volgende aanvullende verplichting: de aanvrager stuurt de ontwerpschets binnen 16 weken na de vaststelling van de subsidie aan burgemeester en wethouders.
- d.
Enkel voor de doelgroep groene schoolpleinen, geldt nog de volgende aanvullende verantwoordingseis:
de aanvrager stuurt bij de verantwoording ter vaststelling van de subisdie foto’s van het schoolplein vóór aanpassing, tijdens de werkzaamheden en na aanpassing.
G
Van artikel 10:8 vervalt het derde lid, onder vernummering van het vierde tot en met het achtste lid naar het derde tot en met het zevende lid.
H
In artikel 13:5 wordt een tweede lid ingevoegd, onder vernummering van het tweede en derde lid tot respectievelijk het derde en vierde lid, luidende:
- 2.
Als het plafond wordt verhoogd, bedraagt de aanvraagtermijn twee weken en vangt deze aan op de dag na de bekendmaking in het Gemeenteblad van de plafondverhoging.
I
Artikel 13:6, eerste lid, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
- 1.
Het maximale subsidiebedrag (subsidieplafond) voor het jaar 2025 is € 505.487.
J
Hoofdstuk 19 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Hoofdstuk 19
Bredaas leefstijlakkoord kleine initiatieven 2025, voor initiatieven kleiner dan €5.000,-
Paragraaf 19.1
Algemeen
Artikel 19:1
Doel subsidie
- 1.
Deze subsidie is bedoeld om projecten te steunen die mensen helpen gezonder te leven in Breda.
- 2.
Om te zorgen dat preventieve activiteiten makkelijk toegankelijk zijn, worden projecten die op meerdere manieren tegelijk werken aan een gezonde leefstijl gestimuleerd. Het doel is dat door betere resultaten en meer bewustwording over gezond leven, iedereen in Breda meer gezonde jaren krijgt.
- 3.
Het is belangrijk dat organisaties in de stad beter samenwerken, dat initiatieven elkaar versterken en dat er zo efficiënter en effectiever wordt gewerkt.
- 4.
Deze subsidie is bedoeld voor kleine initiatieven die niet meer dan € 5.000,- subsidie aanvragen.
Artikel 19:2
Betekenissen
In dit hoofdstuk betekent:
- -
aandachtswijken: buurten die op verschillende punten slechter scoren dan gemiddeld in de stad. De buurten waarin bewoners vaker dan gemiddeld een laag inkomen hebben, een slechtere gezondheid ervaren, minder zelfredzaam zijn, waarin de kwaliteit van de leefomgeving lager is, er meer sprake is van overlast en onveiligheid etc. De aandachtbuurten zijn (de buurten die tevens vallen onder de gemeentelijke aanpak Aandachtswijken): Geeren Noord, Geeren Zuid, Biesdonk, Wisselaar, Doornbos, Linie, Tuinzigt, Schorsmolen / Fellenoord en de tussenliggende Haagdijken, Muizenberg, Kesteren, Brabantpark Oost (Epelenberg, Ringenbuurt/ Wilderen), Heuvel en Haagpoort);
- -
Bredaas Leefstijlakkoord: Bredaas leefstijlakkoord (2023-2026), vastgesteld door burgemeester en wethouders op 19 september 2023. Dit is een akkoord dat bedoeld is om de gezondheid van iedereen te bevorderen en te behouden door het leggen van een goede basis voor deelname aan de samenleving en het bevorderen van het maken van gezonde keuzes;
- -
doorontwikkeling: een bestaand project wordt geoptimaliseerd om de impact te verbeteren, waarbij geleerd wordt van eerdere projecten op basis van een evaluatie;
- -
kwetsbare doelgroepen: doelgroepen in de samenleving die extra aandacht nodig hebben in relatie tot een gezonde en actieve leefstijl.
Artikel 19:3
Voor wie is deze subsidie bedoeld?
- 1.
De subsidie is bedoeld voor partners in een samenwerkingsverband.
- 2.
Een samenwerkingsverband, bestaat uit een samenwerking tussen minstens twee partners die gevestigd zijn in Breda. Alle partners zijn ingeschreven in het KvK Handelsregister Nederland.
- 3.
De partners werken samen aan een project om de doelen van het Bredaas leefstijlakkoord te bereiken. Hierbij zijn de partners actief betrokken, helpen elkaar, verdelen de middelen, voelen zich verantwoordelijk en dragen inhoudelijk evenredig bij aan het project ieder met hun eigen verantwoordelijkheid en risico.
- 4.
De activiteiten dragen bij aan een thema, inclusief ambities, van het Bredaas Leefstijlakkoord zoals genoemd in artikel 19:4.
- 5.
De aanvraag voor subsidie wordt gedaan door de penvoerder van het samenwerkingsverband.
- 6.
Eén partner is penvoerder van het samenwerkingsverband. De penvoerder van het project is eindverantwoordelijke voor de te ontvangen subsidie. De penvoerder is samen met de andere partners in het samenwerkingsverband verantwoordelijk voor de uitvoering van het project inclusief de activiteiten van het samenwerkingsverband en de verantwoording van de subsidie.
- 7.
De penvoerder legt de verantwoording conform de subsidiebeschikking en deze regeling af bij burgemeester en wethouders van Breda.
Artikel 19:4
Welke activiteiten passen binnen deze subsidieregeling?
- 1.
Er is subsidie voor activiteiten in een project die bijdragen aan het halen van de ambities die opgenomen zijn in de zeven thema's uit het Bredaas Leefstijlakkoord. Hierdoor wordt gewerkt aan de ambities uit het beleidskader Bredaas Leefstijlakkoord 2023-2026.
- 2.
De activiteiten van het project moeten in het teken staan van minimaal één van onderstaande thema's:
- a.
gezonde keuzes makkelijker maken;
- b.
aandacht voor mentale gezondheid;
- c.
passende ondersteuning naar een gezonde leefstijl;
- d.
veilig en vitaal ouder worden;
- e.
- f.
- g.
Artikel 19:5
Wat zijn de voorwaarden bij deze subsidie?
Om subsidie te kunnen ontvangen, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
- a.
de aanvraag voldoet aan artikel 19:3;
- b.
de aanvrager maakt gebruik van het verplichte format voor het projectplan dat op de website van de gemeente staat en voegt een sluitende activiteitenbegroting in het verplichte format in Excel toe, die apart is geüpload op de website;
- c.
het project draagt bij aan één van de thema's genoemd in artikel 19:4, tweede lid, en draagt bij aan minimaal één ambitie zoals beschreven staat in het Bredaas Leefstijlakkoord;
- d.
de activiteiten van het project vinden plaats en zijn afgerond in 2025;
- e.
de ontvangen subsidie moet in 2025 besteed zijn;
- f.
een partner mag binnen deze subsidieregeling maximaal twee keer deelnemen als partner in een aanvraag;
- g.
alle partners dragen inhoudelijk evenredig bij aan het project;
- h.
het project vindt plaats op het grondgebied van de gemeente Breda;
- i.
het project mag geen winstoogmerk hebben;
- j.
voor de thema’s gezonde keuzes makkelijker maken, aandacht voor mentale gezondheid, passende ondersteuning naar een gezonde leefstijl, veilig en vitaal ouder worden, gezonde werkomgeving en gezonde kind omgeving moet het project gericht zijn op een aandachtswijk of kwetsbare doelgroep zoals beschreven in artikel 19:2;
- k.
het projectplan voldoet aan alle eisen in artikel 19:6;
- l.
het project is laagdrempelig;
- m.
loonkosten worden alleen vergoed als deze direct bij het project horen en extra zijn naast het gewone werk. Het maximale tarief is € 80,- per uur inclusief btw.
Artikel 19:6
Projectplan
Het verplichte projectplan is volledig ingevuld en bevat een duidelijke inhoudelijke beschrijving van:
- 1.
Introductie over de organisaties;
- 2.
Duidelijke omschrijving van het project:
- a.
wat wordt er precies georganiseerd;
- b.
waarom is het project nodig;
- c.
welke activiteiten worden concreet uitgevoerd;
- d.
Is het een nieuw project of een al bestaande activiteit die verder wordt doorontwikkeld? Beschrijf hierin duidelijk het proces van verdere verbetering, uitbreiding of verdieping van de bestaande activiteit waarbij nieuwe inzichten of technologieën worden toegepast om de impact, effectiviteit of efficiëntie te vergroten. Wat is er geleerd uit eerdere resultaten? Waarom zijn er middelen nodig voor deze doorontwikkeling?
- 3.
Doelgroepomschrijving :
- a.
wie is de doelgroep van het project;
- b.
waarom is het project voor deze doelgroep van belang;
- c.
omschrijving focus kwetsbare doelgroep of aandachtswijk (met uitzondering van thema ‘gezonde sportomgeving’).
- 4.
Uitleg samenwerkingspartners en stakeholders:
- a.
met welke organisatie / partner wordt het project georganiseerd;
- b.
- c.
maak duidelijk hoe de verdeling is van de inhoudelijke samenwerking.
- 5.
Locatie van het project, waar vindt het project plaats;
- 6.
Planning:
- a.
wanneer vindt het project plaats;
- b.
- 7.
Uitleg over het belang van dit project voor Breda in relatie tot het leefstijlakkoord:
- a.
leg uit waarom het project gerealiseerd moet worden;
- b.
maak duidelijk waarom dit project belangrijk is voor Breda;
- c.
beschrijf de relatie tot het bestaande aanbod binnen Breda;
- d.
maak duidelijk op welke manier dit project versterkend werkt;
- e.
maak duidelijk hoe dit project bijdraagt aan de ambities zoals beschreven in het Bredaas Leefstijlakkoord;
- 8.
Uitleg over hoe het project georganiseerd wordt:
- a.
wat is er nodig om het project te kunnen realiseren;
- b.
hoe wordt het project geborgd.
- 9.
Voorwaarden en risico's:
- a.
wat zijn de randvoorwaarden van het project;
- b.
welke risico’s zijn er voor het project.
Artikel 19:7
Hoeveel subsidie is er?
- 1.
Het maximale subsidiebedrag (subsidieplafond) voor het jaar 2025 is € 150.000,-.
- 2.
Ieder samenwerkingsverband kan maximaal € 5000,- subsidie aanvragen.
- 3.
Het subsidieplafond is verdeeld over de volgende deelplafonds:
- a.
€ 15.000,- voor de samenwerkingsafspraken voor het thema: gezonde keuzes makkelijker maken;
- b.
€ 15.000,- voor de samenwerkingsafspraken voor het thema: aandacht voor mentale gezondheid;
- c.
€ 15.000,- voor de samenwerkingsafspraken voor het thema: het bieden van passende ondersteuning naar een gezonde leefstijl;
- d.
€ 15.000,- voor de samenwerkingsafspraken voor het thema: het veilig en vitaal ouder worden;
- e.
€ 60.000,- voor de samenwerkingsafspraken voor het thema: het stimuleren van een gezonde sportomgeving;
- f.
€ 15.000,- voor de samenwerkingsafspraken voor het thema: het stimuleren van een gezonde werkomgeving;
- g.
€ 15.000,- voor de samenwerkingsafspraken voor het thema: het stimuleren van een gezonde kindomgeving;
- 4.
Als na toekenning van alle volledig en op tijd ingediende aanvragen die voldoen aan de gestelde criteria van deze regeling, binnen een deelplafond er subsidie overblijft, wordt het resterende bedrag van dat deelplafond ingezet voor het overschot van aanvragen van de andere deelplafonds. Hierbij geldt de verdeelmethode volgorde van binnenkomst van volledige aanvragen.
Artikel 19:8
Subsidiabele kosten
- 1.
Subsidie wordt alleen gegeven voor:
- a.
materiaalkosten: het maken van materialen die ondersteunend zijn aan de uitvoering van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd, deze bedragen minder dan 50% van het aangevraagde bedrag;
- b.
communicatiemiddelen voor PR/marketing;
- c.
het inhuren van een gastspreker of een expert;
- d.
het organiseren van een bijeenkomst, workshop of training;
- e.
loonkosten, als deze voldoen aan de voorwaarden uit artikel 19:5, onder m;
- f.
het ontwikkelen of uitvoeren van een activiteit die een bijdrage levert aan de ambities van het Bredaas Leefstijlakkoord.
- 2.
Er wordt geen subsidie gegeven voor:
- a.
vrijwilligersvergoedingen;
- b.
- c.
huisvestingskosten en organisatiekosten zoals gedefinieerd in de verplichte activiteitenbegroting;
- b.
kosten voor eten en drinken, tenzij aangetoond wordt dat deze een belangrijk onderdeel van het project vormen om de gezondheid van de deelnemers te verbeteren;
- c.
kosten voor representatie, reizen en verblijven inclusief entreekosten;
- d.
investeringskosten in materialen of diensten zoals een voertuig;
- e.
activiteiten waarvoor een van de partners in het samenwerkingsverband al subsidie heeft gekregen;
- f.
- g.
kosten die in de aanvraag zijn opgenomen voor ureninzet voor het realiseren van de subsidieaanvraag, evaluatie en/of verantwoording;
- h.
kosten communicatiemiddelen voor PR/marketing voor zover deze gezamenlijk méér bedragen dan 10% van het aangevraagde bedrag.
Paragraaf 19.2
Subsidieaanvraag
Artikel 19:9
Wat is er nodig bij de aanvraag?
De aanvraag wordt ingediend via de website van gemeente Breda. Bij de subsidieaanvraag moeten de volgende documenten worden meegestuurd:
- a.
een ingevuld webformulier op de website van de gemeente;
- b.
een volledig ingevuld projectplan in het verplichte format van maximaal vier pagina’s exclusief de planning; en
- c.
een activiteitenbegroting in het verplichte format in Excel, waarin de inkomsten en uitgaven gelijk zijn aan elkaar.
Artikel 19:10
Wanneer moet de aanvraag zijn ontvangen?
Een subsidieaanvraag kan worden ingediend bij burgemeester en wethouders vanaf 6 mei 2025 10:00 uur tot 1 september 2025.
Paragraaf 19.3
Subsidiebehandeling
Artikel 19:11
Hoe wordt de subsidie verdeeld?
- 1.
Als het totaal aan aangevraagde subsidies het beschikbare subsidieplafond overschrijdt, wordt de subsidie verdeeld op volgorde van volledige aanvragen.
- 2.
Als een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt als datum van binnenkomst de dag waarop de subsidieaanvraag aangevuld en compleet gemaakt is als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 19:12
Wanneer wordt besloten op de subsidieaanvraag?
- 1.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen dertien weken nadat zij de aanvraag hebben ontvangen.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen de termijn van dertien weken nog eens met maximaal dertien weken verlengen.
Artikel 19:13 Wanneer kan de subsidie geweigerd worden?
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie weigeren als een van de weigeringsgronden van de ASV of de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie ook (deels) weigeren als:
- a.
niet wordt voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 19:5;
- b.
niet wordt voldaan aan de voorschriften zoals genoemd in artikel 19:7;
- c.
er geen sprake is van subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 19:8; of
- d.
de aangevraagde middelen niet doelmatig worden ingezet binnen het project en niet in redelijke verhouding staan tot de beoogde doelen en ambities van het Leefstijlakkoord.
Paragraaf 19.4
Subsidieverstrekking
Artikel 19:14
Welke verplichtingen horen bij deze subsidie?
- 1.
In de ASV staan algemene verplichtingen die horen bij het ontvangen van subsidie.
- 2.
Naast de algemene verplichtingen gelden de volgende verplichtingen die horen bij het ontvangen van subsidie:
- a.
de subsidieontvanger zorgt voor beeldmateriaal van de uitgevoerde projecten en/of gepleegde acties. Dit beeldmateriaal wordt ter beschikking gesteld aan de Gemeente Breda;
- b.
de subsidieontvanger deelt de resultaten en opgedane ervaringen bij de uitvoering van het project binnen 13 weken nadat het evaluatieformulier door burgemeester en wethouders is toegestuurd. Dit evaluatieformulier wordt uiterlijk 1 februari 2026 vanuit burgermeesters en wethouders naar u toegestuurd. Deze informatie kan in de toekomst beschikbaar gesteld worden voor andere vervolginitiatieven die bijdragen aan het stimuleren van een gezonde leefstijl, sport en bewegen.
K.
Onder vernummering van het huidige hoofdstuk 20 naar hoofdstuk 24, worden na hoofdstuk 19 vier nieuwe hoofdstukken ingevoegd, luidende:
Hoofdstuk 20
Bredaas Leefstijlakkoord grote initiatieven 2025, voor initiatieven groter dan € 5.000,-
Paragraaf 20.1
Algemeen
Artikel 20:1
Doel subsidie
- 1.
Deze subsidie is bedoeld om projecten te steunen die mensen helpen gezonder te leven in Breda.
- 2.
Om te zorgen dat preventieve activiteiten makkelijk toegankelijk zijn, worden projecten die op meerdere manieren tegelijk werken aan een gezonde leefstijl gestimuleerd. Het doel is dat door betere resultaten en meer bewustwording over gezond leven, iedereen in Breda meer gezonde jaren krijgt.
- 3.
Het is belangrijk dat organisaties in de stad beter samenwerken, dat initiatieven elkaar versterken en dat er zo efficiënter en effectiever wordt gewerkt.
- 4.
Deze regeling is bedoeld voor grote initiatieven die meer dan € 5.000,- subsidie aanvragen.
Artikel 20:2
Betekenissen
In dit hoofdstuk betekent:
- -
aandachtswijken: buurten die op verschillende punten slechter scoren dan gemiddeld in de stad. De buurten waarin bewoners vaker dan gemiddeld een laag inkomen hebben, een slechtere gezondheid ervaren, minder zelfredzaam zijn, waarin de kwaliteit van de leefomgeving lager is, er meer sprake is van overlast en onveiligheid etc. De aandachtbuurten zijn (de buurten die tevens vallen onder de gemeentelijke aanpak Aandachtswijken): Geeren Noord, Geeren Zuid, Biesdonk, Wisselaar, Doornbos, Linie, Tuinzigt, Schorsmolen / Fellenoord en de tussenliggende Haagdijken, Muizenberg, Kesteren, Brabantpark Oost (Epelenberg, Ringenbuurt/ Wilderen), Heuvel en Haagpoort);
- -
Bredaas Leefstijlakkoord: Bredaas leefstijlakkoord (2023-2026), vastgesteld door het burgemeester en wethouders op 19 september 2023. Dit is een akkoord dat bedoeld is om de gezondheid van iedereen te verbeteren en te behouden. Het legt een goede basis voor deelname aan de samenleving en helpt mensen gezonde keuzes te maken;
- -
doorontwikkeling: een bestaand project wordt geoptimaliseerd om de impact te verbeteren, waarbij geleerd wordt van eerdere projecten op basis van een evaluatie;
- -
kwetsbare doelgroepen: doelgroepen in de samenleving die extra aandacht nodig hebben in relatie tot een gezonde en actieve leefstijl.
Artikel 20:3
Voor wie is deze subsidie bedoeld?
- 1.
De subsidie is bedoeld voor partners in een samenwerkingsverband.
- 2.
Een samenwerkingsverband, bestaat uit een samenwerking tussen minstens twee partners die gevestigd zijn in Breda. Alle partners zijn ingeschreven in het KvK Handelsregister Nederland.
- 3.
De partners werken samen aan een project om de doelen van het Bredaas leefstijlakkoord te bereiken. Hierbij zijn de partners actief betrokken, helpen elkaar, verdelen de middelen, voelen zich verantwoordelijk en dragen inhoudelijk evenredig bij aan het project ieder met hun eigen verantwoordelijkheid en risico.
- 4.
De activiteiten dragen bij aan een thema, inclusief ambities, van het Bredaas Leefstijlakkoord zoals genoemd in artikel 20:4.
- 5.
De aanvraag voor subsidie wordt gedaan door de penvoerder van het samenwerkingsverband.
- 6.
Eén partner is penvoerder van het samenwerkingsverband. De penvoerder van het project is eindverantwoordelijke voor de te ontvangen subsidie. De penvoerder is samen met de andere partners in het samenwerkingsverband verantwoordelijk voor de uitvoering van het project inclusief de activiteiten van het samenwerkingsverband en de verantwoording van de subsidie.
- 7.
De penvoerder legt de verantwoording conform de subsidiebeschikking en deze regeling af bij burgemeester en wethouders van Breda.
Artikel 20:4
Welke activiteiten passen binnen deze subsidieregeling?
- 1.
Er is subsidie voor activiteiten in een project die bijdragen aan het halen van de van ambities die opgenomen zijn onder de thema’s uit het Bredaas Leefstijlakkoord. Hierdoor wordt gewerkt aan de ambities van het Bredaas leefstijlakkoord .
- 2.
Subsidie op grond van dit hoofdstuk kan aangevraagd worden voor de thema’s ‘gezonde keuzes makkelijker maken’ of ‘passende ondersteuning naar een gezonde leefstijl’.
- 3.
Het project moet bijdragen aan één of meer van onderstaande ambities:
- A.
Ambities Thema 1 Gezonde keuzes makkelijker maken:
- I.
Bewoners weten van jongs af aan wat een gezonde leefstijl inhoudt. Balans is hierin het sleutelwoord.
- II.
Inwoners zijn voedselvaardig. Zij weten waar ons voedsel vandaan komt, waarom gezonde voeding belangrijk is en hierdoor is het makkelijker om gezonde keuzes te maken. Het zelf laten ervaren hoe eten groeit en hoe ons voedsel tot stand (koken/bereiden) komt, leidt vaker tot meer gezonde keuzes. Het voldoende drinken van water en het eten van gezonde voeding, specifiek voldoende eten van groene en fruit zijn belangrijke elementen hierin.
- III.
Slaap is een essentieel onderdeel van een gezonde leefstijl. Daarom wordt onderzocht wat mogelijke effectieve interventies zijn.
- IV.
Inwoners sporten en bewegen voldoende. Zij weten waarom sport en bewegen belangrijk is en hoe en waar zij dit kunnen doen.
- B.
Ambities Thema 2 Passende ondersteuning naar een gezonde leefstijl:
- I.
Alle inwoners kunnen actief aan de gang gaan met een gezonde leefstijl.
- II.
Voor kinderen en volwassenen met overgewicht of obesitas is passende ondersteuning, begeleiding of zorg toegankelijk.
- III.
De mogelijkheden en ambities om een leefstijlloket te ontwikkelen worden onderzocht.
- IV.
Door de bekendheid te vergroten en deelname te stimuleren, nemen meer Bredanaars met overgewicht deel aan Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI).
Artikel 20:5
Wat zijn de voorwaarden voor deze subsidie?
Om subsidie te kunnen ontvangen, moet aan alle van de volgende voorwaarden zijn voldaan:
- a.
de aanvraag voldoet aan artikel 20:3
- b.
het project draagt bij aan één of meer ambities van de thema's ‘Gezonde keuzes makkelijker maken’ en 'Passende ondersteuning naar een gezonde leefstijl’ in artikel 20:4.
- c.
de activiteiten van het project moeten in 2025 plaatvinden en afgerond zijn.
- d.
de subsidie moet in 2025 besteed zijn;
- e.
een partner mag binnen deze subsidieregeling maximaal twee keer deelnemen als partner in een aanvraag;
- f.
een aanvrager mag binnen deze subsidieregeling maximaal één keer als penvoerder optreden;
- g.
het project vindt plaats op het grondgebied van gemeente Breda;
- h.
het project mag geen winstoogmerk hebben;
- i.
het project moet gericht zijn op een aandachtswijk of kwetsbare doelgroep in Breda, zoals beschreven in artikel 20:2;
- j.
de aanvraag moet vergezeld zijn van een sluitende activiteitenbegroting in het verplichte format in Excel, die apart is geüpload op de website;
- k.
bij de aanvraag moet een projectplan zijn toegevoegd volgens het verplichte format dat niet meer dan 7 pagina’s bevat en alle vereiste onderdelen uit artikel 20:8, eerste lid, onder c, bevat.
Artikel 20:6
Hoeveel subsidie is er?
- 1.
Het maximale subsidiebedrag (subsidieplafond) voor het jaar 2025 is € 210.000,-. Dit bedrag is verdeeld over twee hoofdthema’s.
- 2.
Het subsidieplafond is verdeeld over de volgende twee deelplafonds:
- a.
€ 70.000, - voor projecten die bijdragen aan ‘Gezonde keuzes makkelijker maken’.
- b.
€ 140.000, - voor projecten die bijdragen aan ‘Passende ondersteuning naar een gezonde leefstijl’.
- 3.
Er kan subsidie aangevraagd worden voor één van de thema’s.
- 4.
Iedere subsidieaanvrager (samenwerkingsverband) kan minimaal € 5.000 en maximaal € 35.000 aanvragen.
Artikel 20:7
Subsidiabele kosten
- 1.
Subsidie wordt alleen gegeven voor:
- a.
materiaalkosten: het maken van materialen die ondersteunend zijn aan de uitvoering van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;
- b.
communicatiemiddelen voor PR/marketing;
- c.
het inhuren van een gastspreker of een expert;
- d.
het organiseren van een bijeenkomst, workshop of training;
- e.
loonkosten, als deze direct dienend zijn aan het project en extra zijn naast het gewone/dagelijkse werk. Het maximale tarief is € 80,00 per uur, inclusief btw. Dit moet duidelijk te zien zijn in de begroting;
- f.
het ontwikkelen of uitvoeren van een activiteit/programma dat een bijdrage levert aan de ambities van het Bredaas Leefstijlakkoord .
- 2.
Er wordt geen subsidie gegeven voor:
- a.
vrijwilligersvergoedingen;
- b.
- c.
huisvestingskosten en organisatiekosten zoals gedefinieerd in de verplichte activiteitenbegroting;
- d.
kosten voor eten en drinken, tenzij aangetoond wordt dat deze een belangrijk onderdeel van het project vormen om de gezondheid van de deelnemers te verbeteren;
- e.
activiteiten waarvoor een van de partners in het samenwerkingsverband al subsidies heeft gekregen;
- f.
kosten voor representatie, reizen en verblijf, inclusief entreekosten;
- g.
- h.
kosten die in de aanvraag zijn opgenomen voor ureninzet voor het realiseren van de subsidieaanvraag en/of de verantwoording;
- i.
kosten communicatiemiddelen voor PR/marketing voor zover deze gezamenlijk méér bedragen dan 10% van het aangevraagde bedrag.
Paragraaf 20.2
Subsidieaanvraag
Artikel 20:8
Wat is er nodig bij de aanvraag?
- 1.
De aanvraag wordt ingediend via de website van gemeente Breda. Bij de subsidieaanvraag moeten de volgende documenten worden meegestuurd:
- a.
een volledig ingevuld aanvraagformulier op de website van de gemeente;
- b.
een activiteitenbegroting in het verplichte format in Excel, waarin de inkomsten en uitgaven gelijk zijn aan elkaar;
- c.
een projectplan in het verplichte format van maximaal zeven pagina's in pdf of doc en waarin de volgende onderdelen duidelijk beschreven staan:
- i.
Introductie: geef een korte introductie van de organisaties;
- ii.
Toelichting op het project: Wat is het project? Waarom is dit nodig? Welke activiteiten worden concreet uitgevoerd? Wat is er nodig om het project te realiseren? Hoe passen de activiteiten bij de ambities die in het Bredaas leefstijlakkoord 2023-2026 staan?
- iii.
Ambitie: aan welke ambitie van welk thema draagt de activiteit bij? En hoe draagt het project bij aan deze ambitie?
- iv.
Doelgroep van het project: Beschrijf op welke kwetsbare doelgroep/en of aandachtswijk het project zich richt, hoe deze doelgroep wordt bereikt en wat het deze doelgroep gaat opleveren/wat de meerwaarde voor hen is/en wat mag de doelgroep verwachten van de activiteit.
- v.
Locatie van het project: Waar vindt het project plaats?
- vi.
Bij doorontwikkeling: Beschrijf hierin duidelijk het proces van verdere verbetering, uitbreiding of verdieping van de bestaande activiteit waarbij nieuwe inzichten of technologieën worden toegepast om de impact, effectiviteit of efficiëntie te vergroten. Wat is er geleerd uit eerdere resultaten? Waarom zijn er middelen nodig voor deze doorontwikkeling?
- vii.
Relatie tot bestaand aanbod: Hoe is het project vernieuwend? Hoe onderscheidt dit project zich van bestaand aanbod? Ook als dit in een andere wijk van Breda plaatsvindt.
- viii.
Samenwerking binnen het project: Welke partners nemen deel aan het samenwerkingsverband? Wat is hun vestigingsadres en KvK nummer? Wie is de penvoerder van het samenwerkingsverband. Wat is de rol van de verschillende partners in het project? Maak duidelijk hoe de verdeling is van de inhoudelijke samenwerking. Door welke partner(s) worden de activiteiten uitgevoerd? Wat is de toegevoegde waarde van elke partner in het project? Hoe wordt de subsidie verdeeld over de partners?
- ix.
Randvoorwaarden en risico’s: Wat zijn voorwaarden of eisen waaraan voldaan moet worden om het project succesvol uit te voeren? Hoe wordt het project geborgd? Wat kunnen problemen of hindernissen zijn die het project moeilijker maken om succesvol te zijn en hoe anticipeer je hier bij start op?
- x.
Planning: Welke stappen of taken moeten worden uitgevoerd om de doelen te bereiken? Wat zijn de start en einddata van de activiteiten? Welke partner uit het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor welke activiteit?
- xi.
Begroting: De kostprijs per deelnemer is duidelijk. Er is goed onderbouwd hoe men aan deze kostprijs komt. De kostprijs staat in verhouding met de beoogde resultaten.
- 2.
Een aanvraag moet compleet zijn op het moment dat de aanvraagtermijn sluit. Aanvullingen na de sluitingsdatum worden alleen geaccepteerd als ze gaan over duidelijke schrijffouten of administratieve gegevens die de inhoudelijke beoordeling niet beïnvloeden. Als een aanvraag niet compleet is bij sluiting van de aanvraagtermijn en de ontbrekende gegevens belangrijk zijn voor de beoordeling, kan de aanvraag door burgemeester en wethouders buiten behandeling worden gesteld.
- 3.
De aanvrager krijgt 14 dagen de tijd om duidelijke schrijffouten of administratieve fouten te corrigeren die de inhoudelijke beoordeling niet beïnvloeden. Als de aanvrager binnen deze hersteltermijn de gevraagde correctie aanlevert, geldt als ontvangstdatum van de aanvraag de datum waarop de initiële aanvraag is ingediend.
- 4.
Burgemeester en wethouders kunnen in het kader van de naleving van de staatssteunregels aanvrager vragen een de-minimisverklaring in te vullen. Deze de-minimisverklaring telt niet mee voor de volledigheid van de aanvraag in de zin van het tweede lid. Vult aanvrager de de-minimisverklaring niet in of blijkt uit de verklaring dat de subsidieverlening in strijd is met de staatssteunregels dan kunnen burgemeester en wethouders besluiten om de aanvraag te weigeren.
Artikel 20:9
Wanneer moet de aanvraag zijn ontvangen?
Een subsidieaanvraag kan worden ingediend bij burgemeester en wethouders vanaf 7 april 2025 tot en met 11 mei 2025.
Paragraaf 20.3
Subsidiebehandeling
Artikel 20:10
Hoe wordt de subsidie verdeeld?
- 1.
Als aan de voorwaarden van artikel 20:5 is voldaan, wordt de subsidieaanvraag beoordeeld op de aanvullende criteria uit bijlage 2E. Deze criteria laten zien hoe goed het project past bij het Bredaas leefstijlakkoord.
- 2.
De subsidie wordt beoordeeld op de volgende beoordelingscriteria (zie bijlage 2E voor het beoordelingskader):
- a.
maatschappelijk resultaat;
- b.
- c.
- 3.
Burgemeester en wethouders beoordelen de aanvragen op basis van de criteria zoals vermeld in de bijlage 2E, daar staat ook vermeld hoe de punten per criterium worden verdeeld.
- 4.
De aanvragen worden gerangschikt op de totalen van de toegekende punten.
- 5.
De aanvragers met de hoogste score krijgen subsidie tot het maximale bedrag (subsidieplafond) van het thema bereikt is.
- 6.
Als meerdere aanvragen dezelfde totaalscore behalen, verdelen burgemeester en wethouders het subsidieplafond als volgt: De aanvraag met de meeste punten voor de ‘maatschappelijk resultaat’ krijgt een hogere plaats op de ranglijst.
- 7.
Als er na de vergelijking nog steeds een gelijk aantal punten is, wordt er geloot om te bepalen wie subsidie krijgt.
- 8.
Als een deelplafond niet wordt bereikt na beoordeling van alle aanvragen, gebruiken burgemeester en wethouders het overschot om aanvragen te honoreren van het andere deelplafond die anders zouden worden afgewezen omdat het deelplafond wordt overschreden.
Artikel 20:11
Wanneer wordt besloten op de subsidieaanvraag?
- 1.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen dertien weken na de uiterlijke indiendatum in artikel 20:9.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen de termijn van dertien weken nog eens met maximaal dertien weken verlengen.
Artikel 20:12
Wanneer kan de subsidie geweigerd worden?
- 1.
Burgemeester en wethouders weigeren de subsidie als een van de weigeringsgronden van de ASV of de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie ook (deels) weigeren als:
- a.
niet wordt voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 20:5;
- b.
niet wordt voldaan aan de voorschriften uit artikel 20:6;
- c.
er geen sprake is van subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 20:7;
- d.
de aanvraag 0 scoort op één van de onderdelen van de beoordelingscriteria; of
- e.
de aanvraag niet minstens in totaal 65 punten heeft gehaald in de beoordeling.
Hoofdstuk 21
Impulsgelden bedrijventerreinen gemeente Breda 2025
Paragraaf 21.1
Algemeen
Artikel 21:1
Doel subsidie
Het doel van deze subsidie is het versnellen van het toekomstbestendig maken van de Bredase bedrijventerreinen door initiatieven vanuit het bedrijfsleven te ondersteunen die bijdragen aan:
- a.
het behouden, opzetten of verbeteren van samenwerking op bedrijventerreinen;
- b.
het verder verbeteren van de kwaliteit, veiligheid en duurzaamheid van bedrijventerreinen;
- c.
het versnellen en stimuleren van duurzame economische ontwikkeling en werkgelegenheid.
Artikel 21:2
Betekenissen
In dit hoofdstuk betekent:
- -
Bedrijventerrein: een werklocatie in Breda die is opgenomen in de landelijke IBIS-database (Integraal Bedrijventerreinen Informatie Systeem). In Breda kennen we 40 bedrijventerreinen volgens deze definitie: Aardenhoek, Achter Emer, Antiloopstraat, Baarschot, Bagvenpark, Belcrum, Breepark, Chaamsebaan, Charles Petitweg, De Bunder, De Lind/Logtenburg, De Posthoren, Druivenstraat, Emer Noord, Emer Zuid, Ettensebaan, Fatimastraat, Goeseelsstraat, Greenery, Haagweg, Hazeldonk, Heilaar Noord, Hero, Hintelaken, Hoogeind, IABC, Kievitsloop-Paardeweide, Koele Mei, Krogten Noord, Krogten Zuid, Mathenessestraat, Moleneind-Oost, Moleneind-West, Moskes, Oosterhoutseweg, Rithmeesterpark, Slingerweg/Tramsingel, Steenakker, Van der Reijtstraat, Werkdonken;
- -
Bedrijvenvereniging: een vereniging van ondernemers op een bedrijventerrein;
- -
BIZ: Bedrijveninvesteringszone (zoals bedoeld in de Wet op de bedrijveninvesteringszones);
- -
Collectief op bedrijventerrein: een collectief van minimaal vijf bedrijven op één bedrijventerrein;
- -
- -
Parkmanagement: de tactische en operationele uitvoering op een bedrijventerrein.
- -
VVE: vereniging van eigenaren.
Artikel 21:3
Voor wie is deze subsidie bedoeld?
Subsidie op basis van dit hoofdstuk is bedoeld voor:
- a.
Bedrijveninvesteringszones (BIZ) op bedrijventerreinen;
- b.
Bedrijvenverenigingen op bedrijventerreinen;
- c.
Collectieven (zoals VvE’s of clusters van minimaal 5 bedrijven) op een bedrijventerrein.
Artikel 21:4
Welke activiteiten passen binnen deze subsidieregeling?
- 1.
Subsidie kan worden verstrekt voor:
- a.
activiteiten die bijdragen aan het behouden, opzetten of het verbeteren van de samenwerking op het bedrijventerrein;
- b.
activiteiten die bijdragen aan het opzetten of professionaliseren van parkmanagement;
- c.
het uitvoeren van plannen die bijdragen aan:
- i.
het bevorderen van een schoon, heel en veilig bedrijventerrein;
- ii.
het verbeteren van de uitstraling en ruimtelijke kwaliteit van het bedrijventerrein;
- iii.
het bevorderen van efficiënter ruimtegebruik op het bedrijventerrein;
- iv.
(een van de) transitieopgaven (energie, circulariteit en klimaatadaptatie) op het bedrijventerreinen.
- 2.
Geen subsidie wordt verstrekt voor:
- a.
kosten voor eten en drinken;
- b.
het opzetten van personeelsfeesten en bedrijfsborrels en dergelijke;
- c.
inhuur van vrijwilligers en niet professionele partijen.
Artikel 21:5
Wat zijn de voorwaarden bij deze subsidie?
Om subsidie te kunnen ontvangen, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
- a.
Op basis van de activiteitenbegroting moet een realistische verhouding tussen het aangevraagde subsidiebedrag en de uit te voeren activiteit blijken;
- b.
Op basis van het plan van aanpak moet de haalbaarheid in planning en capaciteit blijken;
- c.
De aangevraagde activiteit draagt bij aan het behouden, opzetten of het verbeteren van de samenwerking op het bedrijventerrein;
- d.
Het moet gaan om activiteiten die bijdragen aan het opzetten of professionaliseren van parkmanagement;
- e.
Het moet gaan om het uitvoeren van plannen die bijdragen aan:
- i.
het bevorderen van een schoon, heel en veilig bedrijventerrein;
- ii.
het verbeteren van de uitstraling en ruimtelijke kwaliteit van het terrein;
- iii.
het bevorderen van efficiënter ruimtegebruik op het bedrijventerrein
- iv.
(een van) de transitieopgaven op het bedrijventerreinen.
Artikel 21:6
Hoeveel subsidie is er?
- 1.
Het maximale subsidiebedrag (subsidieplafond) voor het jaar 2025 is € 125.000,-.
- 2.
Het maximale subsidiebedrag dat kan worden aangevraagd wordt als volgt berekend:
|
Grote bedrijventerreinen > 50 Ha
|
Maximaal € 30.000,-
|
|
Middelgrote bedrijventerreinen 10 – 50 Ha
|
Maximaal € 20.000,-
|
|
Kleine bedrijventerreinen < 10 Ha
|
Maximaal € 15.000,-
|
- 3.
Subsidie wordt op de volgende manier berekend:
|
Impact op percentage van het bedrijventerrein
|
|
Activiteit geldt voor >50% van gehele bedrijventerrein
|
100% van maximale bedrag
|
|
Activiteit geldt voor <50% van gehele bedrijventerrein
|
50% van maximale bedrag
|
Paragraaf 21.2
Subsidieaanvraag
Artikel 21:7
Wat is er nodig bij de aanvraag?
- 1.
Bij de subsidieaanvraag moeten de volgende documenten worden meegestuurd:
- a.
een partnerverklaring van het samenwerkingsverband (BIZ, bedrijvenvereniging, VVE of collectief van bedrijven) waardoor deze subsidie wordt aangevraagd inclusief een machtiging waaruit blijkt dat de penvoerder mag aanvragen namens het samenwerkingsverband;
- b.
een plan van aanpak inclusief beschrijving van activiteiten, te behalen doelstellingen en betrokken partijen;
- c.
een (sluitende) activiteitenbegroting;
- d.
een toelichting op welk deel van het bedrijventerrein (gebied of bedrijven) de activiteit van toepassing is;
- e.
een eventuele offerte van een uitvoeringspartij.
- 2.
De aanvraag wordt ingediend door:
- a.
de penvoerder van de BIZ;
- b.
- c.
het collectief op het bedrijventerrein.
- d.
Burgemeester en wethouders kunnen in het kader van de naleving van de staatssteunregels aanvrager vragen een de-minimisverklaring in te vullen. Deze de-minimisverklaring telt niet mee voor de volledigheid van de aanvraag in de zin van artikel 21:9. Vult aanvrager de de-minimisverklaring niet in of blijkt uit de verklaring dat de subsidieverlening in strijd is met de staatssteunregels dan kunnen burgemeester en wethouders besluiten om de aanvraag te weigeren.
Artikel 21:8
Wanneer moet de aanvraag zijn ontvangen?
Een subsidieaanvraag kan worden ingediend tot 1 oktober 2025.
Paragraaf 21.3
Subsidiebehandeling
Artikel 21:9
Hoe wordt de subsidie verdeeld?
Het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van volledige aanvragen.
Artikel 21:10
Wanneer wordt besloten op de subsidieaanvraag?
- 1.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen dertien weken nadat zij de aanvraag hebben ontvangen.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen de termijn van dertien weken nog eens met maximaal dertien weken verlengen.
Artikel 21:11 Wanneer wordt de subsidie geweigerd?
- 1.
Burgemeester en wethouders weigeren de subsidie als een van de weigeringsgronden van de ASV van toepassing is.
- 2.
Burgemeester en wethouders weigeren de subsidie als:
- a.
een van de gevraagde documenten voor de subsidieaanvraag ontbreekt;
- b.
niet is voldaan aan een van de voorwaarden uit artikel 21:5;
- c.
de BIZ, vereniging of het collectief niet is gevestigd binnen de gemeente Breda;
- d.
het collectief op één bedrijventerrein, niet bestaande uit een VvE, minder dan 5 bedrijven bedraagt;
- e.
de uitvoering van de activiteiten niet haalbaar is;
- f.
gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de activiteiten niet, of in onvoldoende mate, uitgevoerd zullen worden.
Paragraaf 21.4
Subsidieverstrekking
Artikel 21:12
Welke verplichtingen horen bij deze subsidie?
- 1.
In de ASV staan algemene verplichtingen die horen bij het ontvangen van subsidie.
- 2.
Naast de verplichtingen genoemd in het vorige lid geldt dat bij de verantwoording over de subsidie foto’s meegestuurd moeten worden van de uitvoering in het geval dat de subsidie is aangevraagd voor het uitvoeren van fysieke maatregelen.
Hoofdstuk 22 Impulsgeld BIZ en Ondernemersfondsen Winkelgebieden Breda 2025
Paragraaf 22.1
Algemeen
Artikel 22:1 Doel subsidie
- 1.
Deze subsidie heeft als doel om initiatieven te stimuleren die bijdragen aan het toekomstbestendig maken van Bredase winkelgebieden.
- 2.
Initiatieven richten zich in ieder geval op één of meer van de volgende subdoelen:
- a.
kwalitatieve versterking van winkelaanbod;
- b.
nieuwe invulling van leegstaande winkels;
- c.
verbeteren van de fysieke uitstraling van panden en de directe omgeving;
- d.
versterken van (online) aantrekkingskracht van de winkelgebieden;
- e.
bijdragen aan de professionalisering van de organisatiestructuur van samenwerkingsverbanden winkelgebieden.
Artikel 22:2 Betekenissen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
- -
BIZ: Bedrijven Investeringszone (zoals bedoeld in de Wet op de bedrijveninvesteringszones);
- -
Eigenarencollectief: een samenwerkingsverband van vastgoedeigenaren in een winkelgebied of bedrijventerrein, dat zich gezamenlijk inzet voor de belangen van dat gebied;
- -
Ondernemerscollectief: een samenwerkingsverband bestaande uit ondernemers/winkeliers in een winkelgebied of bedrijventerrein, dat zich gezamenlijk inzet voor de belangen van dat gebied.
- -
Eigenarencollectief: Een samenwerkingsverband van vastgoedeigenaren in een winkelgebied of bedrijventerrein, die zich gezamenlijk inzet voor de belangen van dat gebied.
Artikel 22:3 Voor wie is deze subsidie bedoeld?
- 1.
Subsidie op basis van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan een ondernemerscollectief of een eigenarencollectief in de gemeente Breda.
- 2.
Een ondernemerscollectief of eigenarencollectief dient te beschikken over rechtspersoonlijkheid blijkend uit een inschrijving bij de Kamer van Koophandel.
Artikel 22:4 Welke activiteiten passen binnen deze subsidieregeling?
Subsidie kan worden verstrekt voor initiatieven die een aantoonbare bijdrage leveren aan het doel van deze subsidieregeling zoals opgenomen in artikel 22:1 en zich richten op één of meer subdoelen uit artikel 22:1, tweede lid.
Artikel 22:5 Wanneer kan de subsidie worden geweigerd?
- 1.
De weigeringsgronden uit artikel 6 van de ASV zijn onverminderd van toepassing.
- 2.
In aanvulling hierop weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval als:
- a.
de aanvrager geen ondernemerscollectief of eigenarencollectief is, zoals gedefinieerd in artikel 22:2 van deze subsidieregeling, of niet beschikt over rechtspersoonlijkheid blijkend uit een inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;
- b.
het initiatief niet resulteert in een tastbare en meetbare bijdrage aan de doelstelling of subdoelen uit artikel 22:1;
- c.
de activiteiten niet plaatsvinden in de gemeente Breda;
- d.
er minder dan 50% cofinanciering uit andere bronnen is aangetoond (naast de subsidie van de gemeente);
- e.
de kosten bestaan uit eten en drinken;
- f.
de aanvrager, indien vereist, niet over de benodigde vergunningen beschikt;
- g.
de aanvraag niet volledig of niet tijdig is ingediend volgens de procedure uit deze subsidieregeling.
Artikel 22:6 Hoeveel subsidie is er?
- 1.
Het maximale subsidiebedrag (subsidieplafond) voor de periode 2025-2026 is € 150.000,-.
- 2.
De exacte hoogte van de subsidie wordt bepaald aan de hand van de toegekende punten in de ranking, zoals beschreven in artikel 22:9. Elke subsidieaanvrager komt dus afhankelijk van puntentoekenning, in aanmerking voor maximaal € 10.000, 30.000 of 50.000 subsidie.
Paragraaf 22.2
Subsidieaanvraag
Artikel 22:7 Wat is er nodig bij de aanvraag?
- 1.
De subsidie wordt digitaal aangevraagd met een volledig ingevuld en digitaal ondertekend aanvraagformulier.
- 2.
Bij de subsidieaanvraag moeten in elk geval de volgende documenten worden meegestuurd:
- a.
een activiteitenplan met een beschrijving van het initiatief, een beschrijving hoe deze bijdraagt aan een subdoel uit artikel 22:1, tweede lid, inclusief een meetbaar resultaat;
- b.
een sluitende activiteitenbegroting (overzicht van alle inkomsten en uitgaven), waarbij ten minste 50% van de dekking van de begroting afkomstig is uit andere inkomstenbronnen;
- c.
een recent uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;
- d.
een recent bankafschrift van de aanvrager.
- e.
Burgemeester en wethouders kunnen in het kader van de naleving van de staatssteunregels aanvrager vragen een de-minimisverklaring in te vullen. Deze de-minimisverklaring telt niet mee voor de volledigheid van de aanvraag in de zin van artikel 22:5, 22:8 en 22:9. Vult aanvrager de de-minimisverklaring niet in of blijkt uit de verklaring dat de subsidieverlening in strijd is met de staatssteunregels dan kunnen burgemeester en wethouders besluiten om de aanvraag te weigeren.
Artikel 22:8 Wanneer moet de aanvraag zijn ontvangen?
Een subsidieaanvraag moet volledig zijn ingediend vóór 1 mei 2025.
Paragraaf 22.3
Subsidiebehandeling
Artikel 22:9 Hoe wordt de subsidie verdeeld?
- 1.
Als er meer subsidie wordt aangevraagd dan er beschikbaar is, verdelen burgemeester en wethouders het beschikbare subsidieplafond aan de hand van een tenderrangschikking (beoordelingscriteria).
- 2.
De aanvragen die tijdig en volledig zijn en voldoen aan de criteria van deze regeling, concurreren om het beschikbare budget.
- 3.
Bij de beoordeling van ingediende aanvragen laten burgemeester en wethouders zich adviseren door een ambtelijke adviescommissie bestaande uit drie ambtenaren met relevante kennis en ervaring.
- 4.
Ieder commissielid beoordeelt de aanvragen onafhankelijk op basis van de vastgestelde criteria en kent per criterium een score toe. De individuele scores worden geregistreerd in een overzicht.
- 5.
De commissie bespreekt de aanvragen en de toegekende scores. Tijdens dit overleg kunnen leden hun eigen scores heroverwegen en eventueel aanpassen, met motivatie.
- 6.
Na overleg geeft elk commissielid zijn of haar definitieve score per criterium. Het gemiddelde van de scores op elk criterium wordt berekend en afgerond op twee decimalen. De eindscore van de aanvraag wordt bepaald door het gemiddelde van de definitieve scores van de drie commissieleden en afgerond op twee decimalen.
- 7.
De aanvragen die niet worden geweigerd, worden beoordeeld, onderling vergeleken en gerangschikt aan de hand van de volgende selectiecriteria:
|
Selectiecriterium
|
|
Max. punten
|
Toelichting
|
|
1. Bijdrage aan de 5 doelstellingen uit artikel 22:1, tweede lid (versterking winkelaanbod, nieuwe invulling leegstaande winkels, etc.)
|
|
10 per onderdeel (50 in totaal)
|
Mate waarin het initiatief invulling geeft aan de doelstellingen van artikel 22:1.
|
|
2. Meet- en haalbaarheid
|
|
20
|
Mate waarin het initiatief meetbaar en SMART is geformuleerd.
|
|
3. Efficiëntie
|
|
20
|
Redelijkheid van de kosten in verhouding tot het te bereiken effect.
|
|
4. Impact
|
|
20
|
Mate waarin het initiatief een blijvend effect creëert.
|
|
5. Originaliteit
|
|
20
|
Mate van vernieuwing en creativiteit in het initiatief.
|
Totaal maximaal: 130 punten
De doelstellingen (a t/m e) kunnen elk max. 10 punten scoren, dus max. 50 punten in totaal.
- 8.
Voorstellen moeten ten minste 60 punten behalen om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen.
- 9.
Afhankelijk van de totaalscore is de maximale subsidie:
- a.
< 80 punten (maar minimaal 60): maximaal € 10.000;
- b.
80 t/m 100 punten: maximaal € 30.000;
- c.
100 punten: maximaal € 50.000.
- 10.
Dreigt het subsidieplafond te worden overschreden door meerdere aanvragen met een gelijk puntenaantal tot op twee decimalen achter de komma, dan vindt toewijzing plaats door middel van loting.
Artikel 22:10 Wanneer wordt besloten op de subsidieaanvraag?
- 1.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen dertien weken na ontvangst van de volledige aanvraag.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen deze termijn van dertien weken eenmaal met maximaal dertien weken verlengen.
Paragraaf 22.4 Subsidieverstrekking
Artikel 22:11 Welke verplichtingen horen bij deze subsidie?
- 1.
In de ASV staan algemene verplichtingen voor het ontvangen van subsidie.
- 2.
Naast de algemene verplichtingen geldt de verplichting om de activiteiten doelmatig en meetbaar (SMART) en conform aanvraag uit te voeren, zoals door aanvrager beschreven in het activiteitenplan.
Hoofdstuk 23 Samen werken aan de basis Breda schooljaar 2025-2026
Paragraaf 23.1 Algemeen
Artikel 23:1 Doel subsidie
- 1.
Deze subsidie heeft als doel om initiatieven gericht op het versterken van de pedagogische basis in het onderwijs een impuls te geven in Breda. Als onderdeel van het programma "Samen werken aan de basis" speelt de subsidieontvanger een essentiële rol bij het creëren van een stevige pedagogische basis in samenwerking met het onderwijsveld en zijn zorgpartners.
- 2.
Het primaire doel is ervoor te zorgen dat Bredase kinderen gezond en veilig kunnen opgroeien en ontwikkelen. Dit doel kan bereikt worden door:
- a.
de ontwikkelkansen van jeugdigen te vergroten door te richten op het collectief, namelijk de klas, nog voordat er een specifieke vraag om jeugdhulp ontstaat;
- b.
verbetering van de samenwerking tussen professionals;
- c.
ondersteuning van het onderwijsveld bij het identificeren van collectieve behoeften in de klas.
- 3.
Zo behalen burgemeester en wethouders hun beleidsdoelen beschreven in Pact 3 van Verbeter Breda, het Bestuursakkoord 2022-2026, en de ‘Onderwijsvisie Kansrijk ontwikkelen in Breda”.
Artikel 23:2 Betekenissen
In deze subsidieregeling betekent:
- -
- -
impuls: het stimuleren van een project dat passend is binnen de ambities in het Bredase programma Samen werken aan de basis;
- -
interventie: beschrijvingen van programma's voor steun en hulp bij opgroeien en opvoeden;
- -
pedagogische basis: de pedagogische basis bestaat uit alle contacten, sociale relaties en leefomgevingen die bijdragen aan het opgroeien van kinderen. Dat zijn bijvoorbeeld buren, vrienden, leerkrachten, medewerkers van de opvang en sporttrainers. Iedereen heeft een rol: als samenleving vormen we samen het fundament voor opgroeien. Niet alleen professionals, maar alle mensen om kinderen heen.
- -
project: de uitvoering van de activiteiten in de projectaanvraag in het kader van het Bredase programma Samen werken aan de basis, waar subsidie voor wordt aangevraagd en dat geen winstoogmerk mag hebben;
- -
programmateam SWAB: gemeentelijk team dat met de uitvoer van het programma SWAB belast is;
- -
school: een school voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder f, h, j, k, m of n, dan wel een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8, eerste lid, tweede of derde volzin, tenzij het tegendeel blijkt;
- -
- -
- -
SWAB: collegeprogramma Samen werken aan de (pedagogische) basis Gemeente Breda, zoals vastgesteld op 2 december 2024
Artikel 23:3 Voor wie is deze subsidie bedoeld?
Subsidie op grond van dit hoofdstuk kan worden aangevraagd door scholen gevestigd in Breda of scholen waarvan het merendeel van de leerlingen uit Breda komt.
Artikel 23:4 Welke activiteiten komen voor deze subsidie in aanmerking?
- 1.
De subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het halen van de ambities uit het Bredase programma Samen werken aan de (pedagogische) basis. De activiteiten dragen bij aan de twee beschreven bewegingen, te weten:
- a.
het versterken van het pedagogisch klimaat op school;
- b.
de aansluiting van het onderwijs aan de leefwerelden gezin, wijk en online.
- 2.
Het programma werkt aan de hand van drie bouwstenen: Doen & Bewegen, Leren & Reflecteren en Agenderen & Inspireren. De activiteiten moeten een bijdrage leveren aan een van de onderstaande thema’s uit de Bouwsteen Doen & Bewegen:
- a.
Tijd van ondertussen: specifieke projecten voor jeugdigen die nu niet meer school kunnen en aangewezen zijn op dagbesteding. Er wordt samengewerkt met zorg en onderwijs aan een doorlopende ontwikkellijn.
- b.
Specialistisch onderwijs: projecten die gericht zijn op het creëren van een omgeving waar kinderen vanuit de tijd van ondertussen instromen en voorkomen dat anderen daar terecht komen.
- c.
Regulier onderwijs: projecten zijn gericht op het behouden van kinderen die anders op het speciaal onderwijs aangewezen zijn.
Artikel 23:5 Wat zijn de voorwaarden bij deze subsidie?
- 1.
Om subsidie te kunnen ontvangen, moet aan alle van de volgende voorwaarden zijn voldaan:
- a.
de aanvrager valt binnen de doelgroep als bedoeld in artikel 23:3 (school in Breda);
- b.
de aanvraag voldoet aan de vereisten van artikel 23:7 (complete aanvraag);
- c.
het project past binnen één van de thema's genoemd in artikel 23:4, tweede lid (thema’s Bouwsteen 1);
- d.
de aanvrager is bezig met investeren of heeft bewezen geïnvesteerd in het pedagogisch handelen op school, door bijvoorbeeld de inzet van Positive behavior support (PBS), traumasensitief onderwijs (TSO), de Transformatieve school of een vergelijkbare bewezen interventie;
- e.
de aanvrager werkt mee aan de business case of de Maatschappelijke kosten-batenanalyse SWAB door het leveren van de noodzakelijke data;
- f.
de aanvraag maakt duidelijk hoe wordt bijgedragen aan kennisdeling ten behoeve van de twee beschreven bewegingen;
- g.
het Samenwerkingsverband Passend onderwijs is betrokken bij het project;
- h.
de activiteiten vinden plaats in schooljaar 2025/2026;
- i.
het aanvraagformulier is volledig ingevuld en het projectplan bevat de volgende onderwerpen:
- i.
introductie over de organisatie;
- ii.
omschrijving van het project inclusief toelichting nieuw project of doorontwikkeling project;
- iii.
- iv.
themaomschrijving zoals genoemd in artikel 23:4;
- v.
uitleg school en betrokkenen;
- vi.
- vii.
- viii.
uitleg over het belang van dit project voor Samen werken aan de Basis;
- ix.
beschrijving van de organisatie in taken, rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken professionals;
- x.
- j.
het project is nieuw en vindt voor het eerst plaats of het project is een door burgemeesters en wethouders positief geëvalueerde bestaande activiteit, maar wordt verder doorontwikkeld.
- 2.
Voor het deelplafond uit artikel 23:6, tweede lid, gelden naast de voorwaarden uit het eerste lid van dit artikel, de volgende aanvullende voorwaarden:
- a.
de activiteiten richten zich specifiek op preventie, bewustwording, vroegsignalering of ondersteuning bij mentale gezondheidsproblemen onder jongeren (14-20 jaar);
- b.
de subsidieaanvrager toont aan hoe de activiteiten bijdragen aan de mentale weerbaarheid en het welzijn van de doelgroep.
Artikel 23:6 Hoeveel subsidie is er?
- 1.
Het maximale subsidiebedrag (subsidieplafond) voor schooljaar 2025/2026 is € 635.000.
- 2.
Binnen dit subsidieplafond wordt een deelplafond van € 35.000 vastgesteld voor activiteiten die bijdragen aan de bevordering van de mentale gezondheid van jongeren in de leeftijd van 14 tot 20 jaar.
- 3.
Iedere school kan maximaal twee interventies voor in totaal maximaal €120.000,- subsidie aanvragen.
- 4.
Er wordt geen subsidie gegeven voor vergelijkbare activiteiten die eerder door burgemeester en wethouders zijn gesubsidieerd of zijn ingekocht. Tenzij de activiteiten naar het oordeel van burgemeester en wethouders een aantoonbare doorontwikkeling behoeven.
Paragraaf 23.2
Subsidieaanvraag
Artikel 23:7 Wat is er nodig bij de aanvraag?
Bij de subsidieaanvraag moeten de volgende documenten worden meegestuurd:
- a.
een volledig ingevuld door burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier op de website van de gemeente Breda;
- b.
een projectplan zoals beschreven in artikel 23:5, eerste lid, onder i;
- c.
een activiteitenbegroting in het verplichte format in Excel, waarin de inkomsten en uitgaven gelijk zijn aan elkaar.
Artikel 23:8 Wanneer moet de aanvraag zijn ontvangen?
Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend na datum van bekendmaking in het Gemeenteblad van dit artikel tot en met 15 mei 2025.
Paragraaf 23.3 Subsidiebehandeling
Artikel 23:9 Hoe wordt de subsidie beoordeeld en verdeeld?
- 1.
Op basis van het beoordelingsformat (zoals opgenomen in bijlage 2F wordt een aanvraag beoordeeld met behulp van een puntentoekenning.
- 2.
Aanvragen worden beoordeeld op basis van:
- a.
effectiviteit: kwaliteit van de bijdrage aan de in artikel 23:1 en 23:4 geformuleerde doelen en activiteiten;
- b.
haalbaarheid en kans op succes: vertrouwen dat de organisatie de activiteiten succesvol uitvoert;
- c.
resultaten: mate waarin inzicht wordt gegeven in de resultaten en effecten van de activiteiten.
- 3.
De gevraagde subsidie wordt geweigerd als minder dan 140 punten zijn behaald.
- 4.
Als er niet genoeg budget is om alle aanvragen met genoeg punten subsidie te geven, dan krijgen de aanvragen met de meeste punten het eerst subsidie; tot het subsidieplafond bereikt is. Als twee aanvragen evenveel punten hebben, wordt gekeken naar de datum waarop de aanvraag is ontvangen, zoals bedoeld in lid 6. De aanvraag die het eerst is ontvangen, krijgt dan voorrang.
- 5.
Voor aanvragen voor activiteiten die bijdragen aan de bevordering van de mentale gezondheid van jongeren in de leeftijd van 14 tot 20 jaar (deelplafond uit artikel 23:6, tweede lid) geldt dat de subsidie wordt verdeeld op basis van volgorde van binnenkomst van volledige aanvragen, totdat het deelplafond is bereikt.
- 6.
Als een aanvraag niet compleet is bij sluiting van de aanvraagtermijn en de ontbrekende gegevens van invloed zijn op de beoordeling, wordt de aanvraag afgewezen.
- 7.
Burgemeester en wethouders bieden de aanvrager een hersteltermijn van twee weken voor het corrigeren van kennelijke schrijffouten of administratieve omissies die niet van invloed zijn op de inhoudelijke beoordeling. Als de aanvrager binnen deze hersteltermijn de gevraagde correctie aanlevert, geldt als ontvangstdatum van de aanvraag de datum waarop de initiële aanvraag is ingediend.
Artikel 23:10 Wanneer wordt besloten op de subsidieaanvraag?
- 1.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen 13 weken na het sluiten van het aanvraagtijdvlak.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen de termijn van 13 weken nog eens met maximaal 13 weken verlengen.
Artikel 23:11 Wanneer kan de subsidie geweigerd worden?
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie weigeren als een van de weigeringsgronden van de ASV of de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie ook (deels) weigeren als niet wordt voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 23:5.
Paragraaf 23.4
Subsidieverstrekking
Artikel 23:12 Welke verplichtingen horen bij deze subsidie?
- 1.
In de ASV staan algemene verplichtingen die horen bij het ontvangen van subsidie.
- 2.
Naast de algemene verplichtingen gelden de volgende verplichtingen die horen bij het ontvangen van subsidie:
- a.
de subsidieontvanger monitort de effectiviteit van de activiteit door middel van 80% van de deelnemers (jeugdigen, ouders of opvoeders, docenten) een evaluatie in te laten vullen binnen twee weken na afloop. De resultaten worden uiterlijk vier weken na afronding van de activiteit met de gemeente gedeeld in een beknopt rapport met conclusies en aanbevelingen;
- b.
de subsidieontvanger analyseert gedurende de activiteit de werkzame elementen van de activiteiten die (mogelijk) toepasbaar zijn voor meer jeugdigen, ouders of opvoeders en deelt de resultaten hiervan met de gemeente;
- c.
de vrijwilligers, die jeugdigen of ouders in kwetsbare posities begeleiden, beschikken over een verklaring omtrent gedrag (VOG). De subsidieontvanger bewaakt en registreert dit, zodat op verzoek van burgemeester en wethouders bewijs kan worden geleverd;
- d.
de activiteit wordt uitgevoerd door medewerkers die aantoonbaar beschikken over kwalificaties om jeugdigen, ouders of opvoeders in kwetsbare posities te ondersteunen.
Artikel 23:13 Hoe moet de subsidie worden verantwoord?
- 1.
De aanvraag tot vaststelling moet uiterlijk binnen zestien weken nadat de activiteiten zijn verricht worden ingediend.
- 2.
De aanvraag tot vaststelling bevat gegevens zoals gevraagd in artikel 13 tot en met 15 van de ASV.
L
In bijlage 1 wordt het bedrag “2.397.703” vervangen door de tekst “zie bijlage 1c”, waarin de gewijzigde en nieuwe subsidieplafonds zijn opgenomen.
M
Na bijlage 1b worden bijlage 1c en 1d ingevoegd, luidende:
Bijlage 1c: In maart 2025 verhoogde en ingestelde subsidieplafonds behorende bij Hoofdstuk 2 Sociaal Domein
|
waardenetwerk
|
verhoging
|
Plafond 2025
|
|
Waardenetwerk “Zelf- en samenredzaamheid” onder subthema: Community building bij tijdelijke woningen
|
-
|
€ 292.000,-
|
|
Waardenetwerk “Zelf- en samenredzaamheid” onder subthema: Maatschappelijke ondersteuning Oekraïners
|
-
|
€ 219.600,-
|
|
Waardenetwerk “Gezond en Actief Leven” onder subthema: Gezond en actief leven
|
€ 35.646,60
|
€ 2.433.349,60
|
Voor de subsidieplafonds in deze bijlage geldt dat het aanvraagtijdvak aanvangt op de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad en twee weken duurt.
Bijlage 1d In maart 2025 vastgestelde subsidieplafondverhogingen behorende bij Hoofdstuk 18
|
Naam plafond
|
verhoging
|
Totaal plafond
|
|
inloopvoorziening dak- en thuislozen
|
€ 8.185,-
|
€ 255.596,-
|
|
Straatteam
|
€ 10.000,-
|
€ 316.377,-
|
Voor de plafondverhogingen in deze bijlage geldt dat het aanvraagtijdvak aanvangt op de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad en twee weken duurt conform artikel 18:6.
N
Na bijlage 2D worden bijlagen 2E en 2F ingevoegd. Deze komen als volgt te luiden:
BIJLAGE 2E BEOORDELINGSFORMAT GROTE INTIATIEVEN BREDAAS LEEFSTIJLAKKOORD
|
Maatschappelijk resultaat
Mate waarin wordt bijgedragen aan het halen van één of meer ambities uit het Bredaas Leefstijlakkoord
Maximaal 60 punten
|
|
1.Er is een duidelijke beschrijving van de concreet uit te voeren activiteiten. De activiteiten dragen bij aan één of meer ambities van het Bredaas Leefstijlakkoord.
|
0 punten: Het is niet duidelijk hoe de activiteiten bijdragen aan de ambities.
|
|
5 punten: Het lijkt desondanks aannemelijk dat de activiteiten bijdragen aan het realiseren van minimaal één ambitie van het Bredase leefstijlakkoord hoewel de opbrengsten van de activiteiten en het bereik binnen de doelgroep beperkt zijn.
|
|
10 punten: Het is aannemelijk dat de activiteiten bijdragen aan het realiseren van minimaal één ambitie van het Bredase leefstijlakkoord. De opbrengsten van de activiteiten en het bereik binnen de doelgroep is voldoende.
|
|
15 punten: Het is duidelijk dat de activiteiten bijdragen aan het realiseren van minimaal twee ambities van het Bredase leefstijlakkoord. De opbrengsten van de activiteiten en het bereik binnen de doelgroep is uitstekend.
|
|
2.Er is voldoende onderbouwd waarom voor een bepaalde doelgroep gekozen is en waarom dit relevant is.
|
0 punten: Doelgroep is niet relevant of onvoldoende onderbouwd.
|
|
5 punten: Doelgroep is benoemd en relevant maar beperkt onderbouwd.
|
|
10 punten: Doelgroep is benoemd, relevant en onderbouwd, maar concrete cijfers en analyse ter onderbouwing missen.
|
|
15 punten: Doelgroep is benoemend, relevant en onderbouwd met concrete cijfers en analyse.
|
|
3.In hoeverre sluiten de activiteiten van het project goed aan bij de doelgroep (kwetsbare inwoners of inwoners van aandachtswijken); hierbij is duidelijk wat de doelgroep van de activiteiten mag verwachten.
|
0 punten: De activiteiten van het project sluiten niet aan bij de doelgroep, hierbij is niet duidelijk wat de doelgroep van de activiteiten mag verwachten.
|
|
10: punten: De activiteiten van het project sluiten matig aan bij de doelgroep, hierbij is enigszins duidelijk wat de doelgroep van de activiteiten mag verwachten.
|
|
20 punten: De activiteiten van het project sluiten voldoende aan bij de doelgroep, hierbij is vrij duidelijk wat de doelgroep van de activiteiten mag verwachten.
|
|
30 punten: De activiteiten van het project sluiten uitstekend aan bij de doelgroep, hierbij is heel duidelijk wat de doelgroep van de activiteiten mag verwachten.
|
|
Effectiviteit
Hoe is de verhouding tussen de inzet van middelen en mankracht versus de behaalde resultaten?
Maximaal 30 punten
|
|
4. Uit de aanvraag blijkt een reëel subsidiebedrag per activiteit in relatie tot beoogde resultaten.
|
0 punten: De kostprijs staat niet in redelijke verhouding tot de beoogde resultaten.
|
|
5 punten: De kostprijs staat in matige verhouding tot de beoogde resultaten.
|
|
10 punten: De kostprijs staat in voldoende tot goede verhouding tot de beoogde resultaten.
|
|
15 punten: De kostprijs staat in uitstekende verhouding tot de beoogde resultaten.
|
|
5. Alle partners zijn actief betrokken bij het project, waarbij partners een evenredig inhoudelijk aandeel leveren. Hierdoor wordt het project versterkt en efficiënter gewerkt. Dit levert samenwerkingsvoordelen op.
|
0 punten: De samenwerkingsvoordelen zijn er niet.
|
|
5 punten: De samenwerkingsvoordelen zijn er beperkt.
|
|
10 punten: De samenwerkingsvoordelen zijn er voldoende.
|
|
15 punten: De samenwerkingsvoordelen worden volledig benut.
|
|
Uitvoering
Hoe is de uitvoering van het project geborgd?
Maximaal 45 punten
|
|
6. Het project is nieuw en/of een doorontwikkeling en onderscheidt zich van bestaand aanbod
|
0 punten: Het project is niet nieuw in Breda of het betreft geen doorontwikkeling van een project.
|
|
5 punten: Het project is nieuw in Breda of het betreft een doorontwikkeling van een project. Maar onderscheidt zich niet van het bestaande aanbod.
|
|
10 punten: Het project is nieuw in Breda of het betreft een doorontwikkeling van een project. Maar onderscheidt zich matig van het bestaande aanbod.
|
|
15 punten: Het project is nieuw in Breda of het betreft een doorontwikkeling van een project. Maar onderscheidt zich goed van het bestaande aanbod.
|
|
7.Risicobeheersing.
De risico’s zijn duidelijk in beeld en het is duidelijk hoe deze worden beheerst
|
0 punten: De risico’s worden summier beschreven. Het is niet duidelijk hoe deze worden beheerst.
|
|
5 punten: De risico’s geven geen realistisch/volledig beeld. Het is niet duidelijk hoe deze worden beheerst.
|
|
10 punten: De risico’s geven een realistisch/volledig beeld, maar het is niet duidelijk hoe deze worden opgelost en/of beheerst.
|
|
15 punten: De risico’s geven een realistisch/volledig beeld en er wordt duidelijk beschreven hoe de risico's en knelpunten kunnen worden opgelost en/of beheerst.
|
|
8. Planning Er is een duidelijke en realistische planning, waarbij helder is wie verantwoordelijk is voor welke activiteit(en).
|
0 punten: de planning is onvoldoende
|
|
5 punten: de planning is matig
|
|
10 punten: de planning is voldoende
|
|
15 punten: de planning is goed
|
Bijlage 2F Beoordelingsformat Samen werken aan de (pedagogische) basis Gemeente Breda
|
Effectiviteit:
Kwaliteit van de bijdrage aan de in artikel 23:1 en 23:3 geformuleerde doelen en activiteiten.
Mate waarin wordt bijgedragen aan de doelen van het programma Samen werken aan de basis (zoals omschreven in artikel 23:1 en 23:3 van deze regeling)
|
55
|
|
De aanvraag maakt duidelijk hoe de activiteiten bijdragen aan de doelen van het programma Samen werken aan de basis
|
Ja of nee: 15 of 0 punten
|
15
|
|
De doelgroep is duidelijk omschreven aan de hand van een doelgroep-analyse
|
Ja of nee: 15 of 0 punten
|
15
|
|
De aanvraag levert een bijdrage aan de in artikel 23:4 genoemde beweging, leefwerelden en thema’s
|
Ja of nee: 25 of 0 punten
|
25
|
|
Haalbaarheid:
Kans op succes en vertrouwen dat de organisatie de activiteiten succesvol uitvoert.
|
70
|
|
De aanvraag maakt duidelijk hoe welke professional verantwoordelijk is voor de uitvoering van de activiteiten
|
Ja of nee: 15 of 0 punten
|
15
|
|
De aanvraag geeft inzicht in een duurzaam vervolg, inbedding in reguliere werkzaamheden
|
Ja of nee: 15 of 0 punten
[Het cijfer 15 in de rij 'De aanvraag geeft inzicht in een duurzaam vervolg, inbedding in reguliere werkzaamheden' bevat een kennelijke verschrijving.
Hier wordt bedoeld: Ja of nee: 25 of 0 punten.]
|
25
|
|
De aanvraag geeft inzicht in de sturing richting jeugdhulp (verwijzing via Wijs!Breda i.p.v. de huisarts) en aanwezigheid in de klas (er is een ontwikkelingsperspectief (OPP) wanneer leerlingen tijdelijk niet volledig naar school kunnen)
|
Ja of nee: 15 of 0 punten
|
15
|
|
Het samenwerkingsverband Passend onderwijs is betrokken bij het project
|
Ja of nee: 15 of 0 punten
|
15
|
|
Resultaten:
Mate waarin inzicht wordt gegeven in de resultaten en effecten van de activiteiten.
|
45
|
|
Is de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag redelijk in relatie tot de te verrichten activiteiten en overige financieringsbronnen?
|
Ja of nee: 15 of 0 punten
|
15
|
|
Zijn de resultaten, effecten en meetindicatoren helder omschreven?
|
Ja of nee: 15 of 0 punten
|
15
|
|
De organisatie deelt data en werkt mee aan een business case en maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) SWAB
|
Ja of nee: 15 of 0 punten
|
15
|
|
Puntentotaal
|
|
170
|