Gelet op:
artikel 18, eerste lid onder d van de Wegenverkeerswet 1994 en het besluit van de raad van de gemeente Kerkrade d.d. 29 maart 1995, nr. 59 wij bevoegd zijn dit verkeersbesluit te nemen, dat de Mandaat- en volmacht regeling College Kerkrade 2024 van toepassing is;
artikel 15, lid 1, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;
artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het plaatsen en verwijderen van de in dit artikel genoemde verkeerstekens moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;
artikel 24 van het BABW ingevolge verkeerbesluiten worden genomen na overleg met de gemandateerde van de korpschef van het nationale politiekorps.
Overwegende:
dat door de geparkeerde auto’s, de ruimte voor doorstroming beperkt is;
dat door de school, gelegen in de O.L. Vrouwestraat, veel verkeer moet kunnen doorstromen;
dat gezien de intensiteit en het gebruik van deze weg het noodzakelijk is dat voertuigen manoeuvreerruimte hebben op de Dir. Jansenstraat;
dat de huidige situatie tot verkeersonveilige situaties kan leiden;
dat in het kader van verkeersveiligheid het noodzakelijk is om aan de zijde van de Norbertushof over een lengte van 12 meter (zie situatieschets) middels een gele belijning, als bedoeld in artikel 23, eerste lid, sub g van het RVV 1990, een stopverbod wordt ingesteld;
dat door het instellen van dit stopverbod de verkeersveiligheid op dit weggedeelte wordt gewaarborgd;
dat genoemde weg in beheer is bij de gemeente Kerkrade;
dat dit onderwerp van gesprek is geweest in de vergadering van de werkgroep verkeer, waar de politiedistrict Kerkrade zitting in heeft, en dat de werkgroep adviseert om een stopverbod in te stellen.
Belangenafweging art. 2 WVW
Van de in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen, liggen de volgende belangen ten grondslag aan dit besluit:
A. het verzekeren van de veiligheid op de weg;
B. het beschermen van de weggebruikers en de passagiers;C. het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan.