Overwegende,
dat zich binnen woonplaats Nijmegen in de wijk Stadscentrum tussen de Prins Bernhardstraat en de Wilhelminasingel een deel van de Bijleveldsingel bevindt;
dat als onderdeel van verkeersbesluit Oranjesingel, Arksteestraat, Staringstraat, Wilhelminasingel, Bijleveldsingel, Hendrik Hoogersstraat nr. 93115333 d.d. 6 april 1993 algemene gehandicaptenparkeerplaatsen zijn aangewezen aan de noordzijde van de Bijleveldsingel ter hoogte van huisnummer 78 en huisnummer 38;
dat is vastgesteld dat de breedte van deze parkeerplaatsen wat krap is gekeken naar de functie als parkeerplek voor voertuigen van bestuurders met een gehandicaptenparkeerkaart;
dat er meldingen zijn binnengekomen over problemen die worden ondervonden bij het in- en uitstappen van voertuigen op deze plekken;
dat er verbetering in deze situatie kan worden gebracht door de algemene gehandicaptenparkeerplek bij huisnummer 78 te verplaatsen naar de overzijde van de weg;
dat door het verschuiven van paaltjes op deze locatie meer ruimte beschikbaar komt waardoor het in- en uitstappen van het voertuig gemakkelijker wordt;
dat door de gehandicaptenparkeerplaats van huisnummer 38 in oostelijke richting te verplaatsen naar huisnummer 34 op deze locatie ook meer ruimte ontstaat om in- en uit te stappen;
dat met de verplaatsing van beide plekken locaties zijn gevonden die beter geschikt zijn om er te parkeren door voertuigen met een gehandicaptenparkeerkaart;
dat daarmee mindervalide bezoekers die afhankelijk zijn van gemotoriseerd vervoer om zich te verplaatsen, hun voertuig onveranderd in de buurt van de maatschappelijke voorzieningen in dit gebied kunnen parkeren;
dat dit er aan bijdraagt dat weggebruikers in het bezit van een gehandicaptenparkeerkaart een actief en mobiel leven kunnen leiden en daardoor aan het algemeen maatschappelijke verkeer kunnen deelnemen;
dat in dit geval een groter belang wordt toegekend aan het bieden van geschikte parkeergelegenheid aan weggebruikers in het bezit van een gehandicaptenparkeerkaart, dan aan dan aan het parkeren door overig verkeer op de aan te wijzen parkeerplaatsen;
dat de bovenvermelde maatregel wordt genomen op basis van artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 om de veiligheid op de weg te verzekeren, om weggebruikers en passagiers te beschermen en om de bruikbaarheid van de weg te waarborgen;
dat het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;
dat terzake overleg met de verkeersadviseur en tevens de gemachtigde van de korpschef van de politie-eenheid Oost-Nederland heeft plaatsgevonden;
dat, gelet op het bepaalde in het Mandaatbesluit gemeente Nijmegen 2019, onderdeel mandaatregister Stadsbeheer, aan de concernmanager afdeling Stadsbeheer en aan de manager bureau Dienstverlening, (onder voorwaarden) mandaat is verleend tot het nemen van tijdelijke en definitieve verkeersbesluiten op basis van de Wegenverkeerswet 1994
gelet op de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer;