Gemeenteblad van Twenterand
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Twenterand | Gemeenteblad 2025, 13416 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Twenterand | Gemeenteblad 2025, 13416 | beleidsregel |
Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Twenterand 2025
Artikel 2. Geen uitzicht op inkomensverbetering
Het college is van oordeel dat er geen uitzicht op inkomensverbetering aanwezig is, indien:
Artikel 3. Uitzicht op inkomensverbetering
Het college is van oordeel dat er uitzicht op inkomensverbetering aanwezig is, indien:
Vriezenveen, 18 december 2024
Burgemeester en wethouders,
de secretaris
P.F.G. Rossen
de burgemeester
mr. J.C.F. Broekhuizen
Bij de beoordeling van het criterium ‘geen uitzicht op inkomensverbetering’ wordt er rekening gehouden met de omstandigheden van de persoon. In artikel 36, tweede lid, van de Participatiewet is bepaald dat tot die omstandigheden in ieder geval worden gerekend:
Het is aan de consulent om alle aspecten te betrekken bij de beoordeling of er sprake is van ‘geen uitzicht op inkomensverbetering’.
Gelet op die beoordeling worden enkele omstandigheden hieronder nader toegelicht.
1. Individuele omstandigheden (artikel 2 onder d)
Bij individuele omstandigheden kan bijvoorbeeld rekening worden gehouden met:
2. Inkomen uit deeltijdarbeid (artikel 3 onder a)
Als de belanghebbende een inkomen uit deeltijdarbeid ontvangt en daardoor onder de inkomensgrens voor de inkomenstoeslag valt, dan is het van belang om te onderzoeken of de belanghebbende mogelijkheden heeft om meer uren te werken. Bestaat die mogelijkheid wel en is het werken in deeltijd het gevolg van een bewuste keuze, dan is er namelijk wel sprake van uitzicht op inkomensverbetering en bestaat er geen recht op individuele inkomenstoeslag.
Bestaat er geen mogelijkheid om meer uren te werken bijvoorbeeld als gevolg van beperkingen of omdat dit het hoogst haalbare is, dan is er geen uitzicht op inkomensverbetering en bestaat er wel recht op individuele inkomenstoeslag. De individuele inkomenstoeslag heeft in dat geval tevens de functie als stimulans om dit werk te behouden.
3. Studie (artikel 3 onder b en c)
Studenten worden geacht uitzicht te hebben op inkomensverbetering en hebben om die reden geen recht op individuele inkomenstoeslag. Het gaat om de student die in de twaalf maanden voorafgaand aan de peildatum een opleiding volgt of heeft gevolgd als bedoeld in de WTOS of de WSF 2000. De beoordeling van dit criterium is beperkt tot 12 maanden voorafgaand aan de peildatum of dat binnen 12 maanden na de peildatum met een dergelijke studie wordt gestart. Dit betekent overigens niet dat als de afronding van de studie meer dan 12 maanden geleden zou zijn, er geen sprake is van uitzicht op inkomensverbetering. In de situatie dat iemand bijvoorbeeld twee jaar geleden zijn HBO studie heeft afgerond, kan er nog steeds sprake zijn van uitzicht op inkomensverbetering alleen wordt de afwijzingsgrond dan niet gebaseerd op artikel 3 onder b maar op artikel 3 onder e.
Deze uitsluitingsgrond is overigens alleen van toepassing op de belanghebbende (de aanvrager) zelf en geldt niet ten aanzien van het inwonende kind tot 21 jaar.
Voor de student met een arbeidsbeperking kan recht op studietoeslag bestaan.
4. Schulden (artikel 3 onder d)
Het hebben van schulden heeft geen invloed op het recht op individuele inkomenstoeslag. Dit betekent dat als het inkomen zonder aftrek van de aflossing op schulden minder is dan 120% van de bijstandsnorm er wel recht op individuele inkomenstoeslag kan bestaan. Deze situatie wordt dan niet uitgelegd als ‘uitzicht op inkomensverbetering’. Is het eigenlijke inkomen hoger dan 120% van de bijstandsnorm, maar is het feitelijk te besteden inkomen tijdelijk (vanwege de aflossing) minder, dan bestaat er geen recht op individuele inkomenstoeslag omdat in die situatie wel wordt aangenomen dat er sprake is van “uitzicht op inkomensverbetering’.
Bij de uitvoering van deze beleidsregels dient rekening te worden gehouden met bijzondere omstandigheden. Indien (te) strikte toepassing van deze beleidsregels leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, kan het college ten gunste van de belanghebbende afwijken van deze bepalingen. Dit betreft een uitwerking van artikel 4:84 Awb.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-13416.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.