Gemeenteblad van Utrecht
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Utrecht | Gemeenteblad 2025, 132059 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Utrecht | Gemeenteblad 2025, 132059 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regel subsidie tijdelijke investering in voor- en vroegschoolse educatie gemeente Utrecht
Deze nadere regel verstaat onder:
Ouderbetrokkenheid: alle vormen van belangstellende betrokkenheid van de ouders bij de begeleiding van hun eigen kind, bij de groep waarin hun kind zit en bij de peuterspeelzaal of school als geheel en alle vormen van belangstellende betrokkenheid van de voorschoolse instelling of school bij de thuissituatie van het kind;
Voorschoolse educatie: intensieve educatie voor kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar bestaande uit activiteiten ter bevordering van de beheersing van (de Nederlandse) taal met het oog op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden conform besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie gericht op het zo kansrijk mogelijk instromen in het basisonderwijs;
Vroegschoolse educatie: uitvoering van een VVE-programma verzorgd in groep 1 en 2 van een basisschool als vervolg op de voorschoolse educatie. Bestaande uit activiteiten ter bevordering van de beheersing van (de Nederlandse) taal met het oog op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden en gericht op het zo kansrijk mogelijk doorstromen naar groep 3 van het basisonderwijs.
Deze nadere regel draagt bij aan het beleidsdoel om kansengelijkheid van kinderen te vergroten door voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Utrecht te versterken, zodat ieder kind zich in die eerste belangrijke levensjaren zo goed mogelijk kan ontwikkelen en een goede start heeft in groep 3. Burgemeester en Wethouders willen met deze driejarige subsidieregeling, tijdelijk investeren in de volgende vier beleidsdoelen.
Artikel 3 Eisen aan de subsidieaanvrager
De subsidie kan worden aangevraagd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.
Artikel 4 Vaststellen subsidieplafonds
Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks de subsidieplafonds voor deze nadere regel vast middels de subsidiestaat. Deze nadere regel heeft de volgende subsidieplafonds:
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
De volgende activiteiten komen voor subsidie in aanmerking:
Stimuleren deelname aan de voor- en vroegschool
Voor artikel 5 lid1 sub a onder i, ii en iii geldt dat de subsidie uitsluitend kan worden aangevraagd door de bestaande houders van kindcentra die Voorschoolse Educatie uitvoeren in de gemeente Utrecht voor de periode 2024-2029. Voor artikel 5 lid1 sub a onder iv geldt dat de subsidie alleen kan worden aangevraagd door Utrechtse schoolbesturen primair onderwijs voor scholen die volgens het CBS een gemiddelde achterstandsscore hebben tussen de 0.8 en 1,25 en een spreidingsscore boven de 6,32 (gemiddelde spreidingsgetal in Utrecht).
Het aanbieden van voorschoolse educatie in de dagopvang (in verticale of horizontale groepen) van dagen van 10 - 11 uur, waarvan 6 uur meetelt voor de VE-norm van 960 uur. Het aanbod in de groep moet voldoen aan de aanvullende landelijke VE-eisen (Deze eisen zijn neergelegd in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) en de eisen zoals beschreven in de nadere regel subsidie Passende Kinderopvang 2024-2029.Om ervoor te zorgen dat er voldoende gekwalificeerd personeel is om voorschoolse educatie te bieden in de dagopvang stellen burgemeester en wethouders binnen deze maatregel middelen ter beschikking voor het volgen van Voorschoolse Educatie gerelateerde scholingen bij een algemeen erkend instituut.
Het bieden van activiteiten ter verbetering van de taalprestaties van leerlingen (met) een risico op taalachterstand op Utrechtse primair onderwijs scholen met een hoge spreiding in onderwijsachterstandsscores. De activiteiten moeten specifiek gericht zijn op kinderen met een taal/onderwijsachterstand.
Bieden van passende ondersteuning
Voor artikel 5 lid1 sub b geldt dat de subsidie uitsluitend kan worden aangevraagd door de bestaande houders van kindcentra die Voorschoolse Educatie uitvoeren in de gemeente Utrecht voor de periode 2024-2029. Activiteiten onder dit artikel kunnen met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2025.
De inzet van studenten van de Universiteit Utrecht op de Voorschoolse Educatie groepen in 2025 en 2026 en 2027. Hiermee wordt ruimte geboden om in kleinere groepen gerichte aandacht te geven en de sociaal-emotionele en taalontwikkeling van kinderen te stimuleren. Er mag maximaal 1 student tegelijkertijd per voorschoolse educatiegroep worden ingezet.
Stimuleren van (voor-)lezen in de voorschool en thuis
2,5 – 4 jaar: het bieden van extra nieuwe activiteiten buiten het reguliere aanbod van voorschoolse educatie die het (voor)lezen in de voorschool en de thuisomgeving bevorderen. Hieronder valt ook het realiseren van peutercollecties op voorscholen en Boekstart in de kinderopvang in de voorschool. Voor deze maatregel geldt dat de subsidie uitsluitend kan worden aangevraagd door of samen met de bestaande houders van kindcentra die Voorschoolse Educatie uitvoeren in de gemeente Utrecht voor de periode 2024-2029.
Bevorderen van professionalisering en kennisdeling tussen de voorschool en de basisschool .
Activiteiten gericht op gezamenlijke training en coaching voor pedagogisch medewerkers VE en leerkrachten groep 1, 2 en 3. Subsidie voor deze activiteit kan worden ingezet voor trainingskosten, maar ook voor compensatie van vervangingskosten, zodat de professionals op de groep vervangen kunnen worden voor de tijd dat ze de training en coaching volgen. De subsidie voor deze activiteit kan uitsluitend worden aangevraagd voor bestaande houders van kindcentra die Voorschoolse Educatie uitvoeren in Utrecht voor de periode 2024-2029 in samenwerking met Utrechtse schoolbesturen primair onderwijs.
Voorts gelden voor de subsidiabele activiteiten de volgende eisen:
Voor de activiteiten genoemd in artikel 5 lid1 sub A onder iv geldt dat de beschikbare subsidie voor deze maatregel verdeeld wordt over de scholen die op basis van CBS gegevens van 2024 een gemiddelde achterstandsscore hebben tussen de 0.8 en 1.25 en een spreidingsscore boven de 6.32 (gemiddelde spreidingsgetal in Utrecht).
Voor de activiteiten genoemd in artikel 5 lid1 sub B onder ii geldt dat subsidie ingezet dient te worden voor aanvullende ondersteuning van individuele kinderen met een grotere ondersteuningsvraag met als doel dat groepen niet verkleind hoeven te worden en zoveel mogelijk kinderen kunnen deelnemen aan het reguliere VE-programma.
Artikel 6 Eisen aan de aanvraag
De aanvraag van de subsidie wordt ingediend met e-Herkenning via www.utrecht.nl/subsidie.
Bij de aanvraag worden de volgende documenten aangeleverd:
een financiële onderbouwing van de aanvraag aansluitend op het overzicht van de activiteiten. In deze onderbouwing staat per activiteit opgenomen welke personele en materiele middelen nodig zijn voor de activiteiten. Tevens is het gevraagde subsidiebedrag per thema en maatregel helder onderbouwd met daarbij – indien van toepassing – een sluitende begroting met daarin alle (overige) inkomsten;
In afwijking van artikel 4, eerste lid, tweede volzin, van de Asv verdelen burgemeester en wethouders het budget over de aanvragen die volledig en tijdig zijn ontvangen en voor de aangevraagde activiteit voldoende scoren (minimaal 55 van de 100 punten). Iedere activiteit wordt afzonderlijk beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria. De subsidieplafonds worden verdeeld op basis van de volgorde van het hoogst behaalde aantal punten per subsidieplafond. Indien in een aanvraag voor meerdere activiteiten subsidie wordt aangevraagd en een activiteit scoort onvoldoende dan wel niet voldoende punten, dan wordt dat deel van de aanvraag afgewezen.
Criterium 1: Mate waarin de activiteit bijdraagt aan het doel van de maatregel en de juiste doelgroep wordt bereikt zoals aangegeven in de toelichting van deze Nadere Regel (totaal maximaal 40 punten).
Subsidieaanvrager geeft per activiteit aan hoe het bijdraagt aan het doel en welke doelgroep bereikt wordt en indien van toepassing hoeveel kinderen en/of ouders bereikt worden met de activiteit(en).
De aanvraag wordt hoger gewaardeerd als deze een volledige beschrijving van bovenstaande punten geeft en;
. Vertrouwen geeft in het bereiken van de doelstelling
· Het aantal te bereik kinderen en/of ouders realistisch onderbouwd is en gemonitord kan worden.
C riterium 2: Efficiënte en effectieve inzet van middelen (totaal maximaal 40 punten)
De mate waarin er een logisch verband bestaat tussen de activiteiten en de daarbij benodigde middelen.
De subsidieaanvrager geeft een financiële onderbouwing van de aanvraag die aansluit op het overzicht van de activiteiten met een gedetailleerde uitwerking per kalenderjaar, zoals aangegeven in artikel 6 van deze Nadere regel.
De beschrijving wordt hoger gewaardeerd als deze een volledige beschrijving van bovenstaande punten geeft en deze:
. een logisch verband laat zien tussen de activiteiten en de daarvoor benodigde middelen.
Criterium 3: D e mate waarin de activiteiten worden geborgd na beëindiging van de gemeentelijke subsidie (totaal maximaal 20 punten).
De subsidieaanvrager geeft een financiële en inhoudelijke onderbouwing hoe activiteiten worden geborgd na de beëindiging van de gemeentelijke financiering. Indien dit niet mogelijk is geef een onderbouwing waarom het toch waardevol is om deze activiteit voor 3 of 2,5 jaar uit te voeren.
De aanvraag wordt hoger gewaardeerd als deze een volledige beschrijving van bovenstaande punten geeft.
Voor het toekennen van een score aan de verschillende gunningcriteria en de bijbehorende punten wordt de volgende puntenschaal gehanteerd:
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 18 maart 2025.
De burgemeester
Sharon A.M. Dijksma
De secretaris,
Michiel J. Ruis
Burgemeester en wethouders hebben deze nadere regel vastgesteld met het doel om kansengelijkheid van kinderen te vergroten door voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Utrecht te versterken, zodat ieder kind zich in die eerste belangrijke levensjaren zo goed mogelijk kan ontwikkelen en een goede start heeft in groep 3.
Deze nadere regel is een aanvullende impuls voor 3 jaar op het bestaande beleid met betrekking tot voor- en vroegschoolse educatie (nadere regel subsidie Passende Kinderopvang 2024-2029 en de nadere regel subsidie Onderwijs) en is aanvullend op de nadere regel subsidie Samen voor Overvecht (2022-2026) waarin uitvoering wordt gegeven aan het ‘Programma ontwikkeling van het Jonge Kind’ in Overvecht (onderdeel van het Nationaal Programma Leefbaarheid en veiligheid). Met deze nadere regel dragen we bij aan verschillende stedelijke ambities:
Het College van Burgemeester en Wethouders wil met deze driejarige subsidieregeling, tijdelijk investeren in de volgende vier beleidsdoelen
H et bereik van de voorschool staat onder druk. Dat komt onder andere door de nasleep van corona, de toeslagenaffaire, onbekendheid met procedures en angst voor oplopende kosten. Tegelijkertijd weten we dat voorschool se educatie werkt en dat het belangrijk is om kinderen zo lang mogelijk een zo goed mogelijk VE -programma aan te bieden (zie Leseman & Veen, 2022). Er word t ingezet op vier onderdelen :
Spelinlopen voor 0-2,5 jaar. Het doel van deze maatregel is dat kinderen alvast kunnen wennen aan spelen in een groep en daarom beter voorbereid op een VE-groep starten. Uit onderzoek blijkt dat spelinlopen voor ouders, waarvan de kinderen nog niet in de VE zitten, de kans op deelname aan de VE verhoogt. Ook zijn ouders beter voorbereid en geïnspireerd in begeleiding en stimulering van hun kind.
VE in de dagopvang. Het doel van deze maatregel is om het bereik van de voorschool te vergroten doordat ouders ook gebruik kunnen maken van VE in een reguliere kinderdagopvang. Deze vorm sluit goed aan bij behoefte van ouders van VE-kinderen die beide werken. Bovendien stimuleert het integratie van kinderen van diverse komaf. We bieden dit voor 2,5 jaar aan om samen met aanbieders VE in deze periode te onderzoeken of dit in de toekomst een blijvende vorm van VE in Utrecht kan worden.
Het bieden van activiteiten ter verbetering van de taalprestaties van leerlingen (met) een risico op taalachterstand op Utrechtse primair onderwijs scholen met een hoge spreiding. Het doel van deze maatregel is om meer kinderen met een risico op onderwijsachterstanden te bereiken die we nu nog niet bereiken.
Inzet voor extra ondersteuning in en om de voorschool sluit aan bij de bredere beweging die we in Utrecht maken: we starten zo vroeg mogelijk, ondersteunen thuisnabij en werken zo veel mogelijk groepsgericht. Er wordt ingezet op vier maatregelen die hieraan bijdragen.
Inzet van studenten op de voorschoolgroepen. Het doel van deze maatregel is het bieden van extra ondersteuning op de groep om de PM’ers te ontlasten. Bovendien heeft deze maatregel een win-win situatie, de peuters krijgen meer aandacht, de studenten krijgen een duidelijk beeld van het werkveld en kunnen zich hierin al ontwikkelen en de pedagogisch medewerkers ervaren werkdrukverlaging.
De pilot samen rond de VE. Het doel van deze pilot is om met de VE-aanbieders, het samenwerkingsverband primair onderwijs, het buurtteam, de jeugdgezondheidszorgen aanvullende jeugdhulppartners (samen: de kernpartners VE) de ondersteuningsvraag van een kind en het gezin en te onderzoeken en te zorgen dat het kind en de ouders binnen de context van de wijk zoveel mogelijk ondersteund worden in de ontwikkeling die nodig is.
Voorlezen op jonge leeftijd is belangrijk voor de taalontwikkeling. We zien dat de woordenschat van kinderen kleiner is geworden na corona en dat schermtijd toeneemt. Daarom willen we naast het reguliere VE-programma, dat zich al op taalontwikkeling richt, (voor)lezen in en om de voorscholen nog meer stimuleren door het mogelijk maken van de volgende interventies:
Bevorderen van professionalisering en kennisdeling
Activiteiten gericht op gezamenlijke training en coaching voor pedagogisch medewerkers VE en leerkrachten groep 1, 2 en 3. Het doel van deze subsidie is het mogelijk maken van gezamenlijke training en coaching van pedagogisch medewerkers en leerkrachten. Dit draagt bij aan de doorgaande leerlijn, doordat professionals uit beide sectoren elkaar beter kunnen leren kennen en ook onderling kennis uit kunnen wisselen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-132059.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.