Gemeenteblad van Veenendaal
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Veenendaal | Gemeenteblad 2025, 130791 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Veenendaal | Gemeenteblad 2025, 130791 | ander besluit van algemene strekking |
COLLEGEBESLUIT TOT VASTSTELLING VAN DE UITVOERINGS- EN HANDHAVINGSSTRATEGIE VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING VEENENDAAL
Dit document bevat de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie (UHS) voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Dit inleidende hoofdstuk gaat in op het doel en de wettelijke vereisten. Hoofdstuk 2 bevat een evaluatie van het huidige beleid. In hoofdstuk 3 staan enkele gemeentelijke beleidsambities en de doorwerking daarvan naar VTH. Hoofdstuk 4 bevat de methode en resultaten van onze risicoanalyse, de prioriteitstelling en daarbij horende doelstellingen. De uitkomsten van de risicoanalyse staan in bijlage A. Hoofdstuk 5 bevat een samenvatting van onze uitvoeringsstrategie die in bijlage B uitgebreid is beschreven. De wijze waarop we de kwaliteit van onze taakuitvoering borgen staat in hoofdstuk 6.
In bijlage B is onze uitvoeringsstrategie beschreven. Die bevat de wijze waarop we preventie inzetten, hoe we vergunningaanvragen en meldingen beoordelen, hoe we toezicht uitvoeren en hoe we omgaan met sanctioneren bij het constateren van overtredingen.
Bijlage C verwijst naar de “Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht” (LHSO), welke onderdeel uitmaakt van onze uitvoeringsstrategie.
1.2 Onderbouwde keuzes in de VTH-uitvoering
Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn instrumenten om de veiligheid, leefbaarheid, gezondheid en cultuurhistorische waarden in onze gemeente te beschermen en een duurzame ontwikkeling te borgen. Bij de uitvoering van de VTH-taken maken we keuzes over waar onze opgaven en prioriteiten liggen, en hoe strikt we activiteiten in de fysieke leefomgeving willen regelen en controleren.
Bij de keuzes en prioriteitstelling spelen diverse afwegingen een rol:
Deze UHS streeft naar een werkbare balans in de genoemde afwegingen.
Deze UHS richt zich op de VTH-taken die gebaseerd zijn op de Omgevingswet (Ow), inclusief bepalingen uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en andere wetgeving en verordeningen die betrekking hebben op de fysieke omgeving. Om herhaling te voorkomen gaat de UHS niet in op VTH-taken die zijn opgenomen in het Integraal Veiligheidsbeleid of andere gemeentelijke beleids- en uitvoeringsplannen. Tenslotte gaat deze UHS niet in op de VTH-taken die door verbonden partijen worden uitgevoerd (Omgevingsdienst en Veiligheidsregio) wanneer hier (regionaal) uitvoeringsbeleid voor is vastgelegd. Voor het overige is deze UHS leidend bij de uitvoering van de VTH-taken.
Voor VTH is de wettelijke verplichting tot het vaststellen van de UHS vastgelegd in de Omgevingswet (afdeling 18.3) en het Omgevingsbesluit (afdeling 13.2). De UHS wordt vastgesteld door het college en ter kennisname aangeboden aan de gemeenteraad.
De VTH-beleidscyclus stelt eisen aan de UHS (omgevingsanalyse, prioriteiten, doelen), een uitvoeringsprogramma met de planning van
in te zetten VTH-instrumenten en capaciteit, de feitelijke uitvoering en tenslotte monitoring van de uitvoering (verslaglegging en evaluatie). Deze UHS heeft betrekking op de blokken ‘Strategisch beleidskader’ en ‘Operationeel beleidskader’.
De landelijke procescriteria zijn leidend voor het VTH-beleid en bevatten eisen die gesteld worden aan de sluitende beleidscyclus.
Deze landelijke eisen gaan over:
Door middel van Interbestuurlijk Toezicht (IBT) oefent de provincie toezicht uit op de implementatie van de VTH-beleidscyclus. Het provinciale IBT Omgevingsrecht heeft de handreiking “Kwaliteits- en procescriteria omgevingsrecht VTH-thuistaken” in 2024 uitgebracht. Er is gebruik gemaakt van deze handreiking bij het opstellen van deze UHS en het daarop volgende Uitvoeringsprogramma VTH.
Deze UHS vervangt het “VTH Beleid gemeente Veenendaal 2021-2025”. De UHS kent geen vaste looptijd. Aanpassing van (onderdelen van) deze UHS zal plaatsvinden wanneer daar aanleiding voor is. Bijvoorbeeld door het actualiseren van de risicoanalyse, het implementeren van nieuwe wet- en regelgeving of het doorvoeren van wijzigingen in de uitvoering op basis van inzichten uit het jaarlijkse evaluatieverslag.
1.5 Totstandkoming en afstemming
De inhoud van deze UHS is tot stand gekomen onder begeleiding van een ambtelijke projectgroep, met inbreng van VTH-medewerkers in diverse werksessies en met consultatie in het managersoverleg Ruimte.
De inhoud van de UHS is voorgelegd aan de Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) en de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Deze afstemming is nodig omdat diverse taken zijn opgedragen aan beide organisaties en vaak in samenwerking met de gemeente worden uitgevoerd. Voor zover dit tot herijkte afspraken heeft geleid zijn deze verwerkt in deze UHS.
Verder is de UHS voorgelegd aan de partners waarmee we samenwerken in het toezicht en in de opvolging van constateringen. Dit betreft de politie en het Openbaar Ministerie. Dit heeft vooral betrekking op de onderdelen toezicht en sanctioneren en gedogen in de uitvoeringsstrategie (bijlage B). Met deze UHS onderschrijft en volgt de gemeente Veenendaal de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (bijlage C) die een goede basis legt voor samenwerking met en uitwisseling tussen alle handhavingspartners.
In de uitvoeringsstrategie (bijlage B) is bij de verschillende taakonderdelen aangegeven hoe de afstemming en samenwerking met andere bevoegde gezagen, handhavingspartners en verbonden partijen concreet plaatsvindt gedurende de uitvoering van de VTH-taken.
De gemeente Veenendaal heeft de overeenkomst “Regionale samenwerkingsafspraken Omgevingswet” getekend. Deze afspraken zijn leidend bij de dienstverlening en taakuitvoering onder de Omgevingswet.
Hoofdstuk 2 Evaluatie bestaand beleid
Er is nagegaan in welke mate het huidige “VTH-beleid gemeente Veenendaal 2021-2025” wordt uitgevoerd en nog actueel is, en hoe de BIG-8-beleidscyclus wordt ingevuld. Dit is gedaan door een analyse van documenten en door middel van een bijeenkomst met de projectgroep.
De gemeente beschikt over de benodigde documenten inzake de VTH-beleidscyclus: actueel VTH-Beleid en een jaarlijks uitvoeringsprogramma en jaarverslag. De samenhang tussen risicoanalyse, doelstellingen en prestaties/inzet verdient verbetering. De planning en verantwoording is beschrijvend en niet getalsmatig. Het ontbreekt aan planning en realisatiecijfers en aan monitoring van doelen. Er zijn verschillende vormen en systemen van dataregistraties in gebruik waardoor het niet eenvoudig is om een consistent beeld voor VTH te verkrijgen inzake planning en realisatie.
Deze UHS en het daaruit voortvloeiend jaarlijks Uitvoeringsprogramma en Evaluatieverslag sluiten de beleidscyclus. Op basis van de risicoanalyse zijn de prioriteiten benoemd en uitgewerkt naar doelstellingen en indicatoren om de realisatie te kunnen volgen. De doelstellingen worden jaarlijks vertaald in geplande prestaties en inzet. Hierbij is geprobeerd om de doelstellingen zo concreet en meetbaar mogelijk te benoemen.
Het voorgaande VTH Beleidsplan bevatte samengevat de volgende doelen:
Een afname van overtredingen op leefbaarheid, veiligheid en gezondheid;
Een toename van het veiligheidsgevoel en de leefbaarheid waarbij we voorkomen dat in gebieden waar de veiligheid positief wordt beleefd er een verslechtering optreedt;
De kwaliteit van onze (fysieke) leefomgeving blijft op niveau of wordt verbeterd;
We borgen en verbeteren de eigen verantwoordelijkheid en betrokkenheid (participatie) van onze inwoners en ondernemers;
We borgen en verbeteren de samenwerking met onze partners;
Het naleefgedrag van onze inwoners/ondernemers blijft op niveau of wordt verbeterd;
We voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen voor de uitvoering van de VTH-taken.
De doelen zijn nog steeds actueel en relevant. Echter, de doelen overstijgen vaak de invloed vanuit de VTH-instrumenten. De doelen zijn soms lastig te monitoren om inzicht te geven in de doelrealisatie en de bijdrage vanuit VTH aan de doelrealisatie. Ook zijn de doelen in het VTH Beleidsplan niet direct gekoppeld aan de risicoanalyse en niet vertaald naar VTH-instrumenten. Dit betekent dat de doelen meer SMART voor VTH moeten worden beschreven.
Dat is in deze nieuwe UHS gedaan door een uitgebreide risicoanalyse te doorlopen, daaruit de prioriteiten te benoemen en door vervolgens per prioriteit een doelstelling te formuleren. Tenslotte zijn indicatoren benoemd om de doelstelling te volgen en is beschreven welke VTH-instrumenten worden ingezet.
Aandachtspunten Interbestuurlijk Toezicht
Vanuit Interbestuurlijk Toezicht zijn constateringen gedaan om de beleidscyclus beter op orde te brengen. De aandachtspunten zijn:
Hoofdstuk 3 VTH in perspectief gemeentelijke opgaven
De inzet van VTH kan bijdragen aan de realisatie van de gemeentelijke opgaven zoals vastgelegd in het raadsakkoord en de Omgevingsvisie.
De relatie tussen deze opgaven en VTH geldt vooral voor:
3.1 Woningbouw en ontwikkeling van de stad
Gemeente Veenendaal kent woningtekorten en binnen de gemeente zijn er geen uitbreidingslocaties. Woningbouw moet voornamelijk worden gerealiseerd via herontwikkeling en inbreidingslocaties. Dit gaat om laagbouw en hoogbouw rondom station en centrum. De ambitie is om 11.000 woningen te bouwen tot 2040. Een van de locaties is ‘Groenpoort’, hier wordt nu al volop gebouwd. Ook Spoorzone is een nieuwe ontwikkellocatie. Bij nieuwbouw heeft de gemeente oog voor starters, jongeren, senioren en (jongere en oudere) inwoners in kwetsbare posities. Er wordt gekeken naar inbreiding, herbestemming en het bevorderen van doorstroming.
De gemeente ligt op koers in de realisatie van de woningbouwopgave, in het vergunningverleningsproces zijn er geen vertragingen. De gemeente wil deze koers vast blijven houden.
Veenendaal wil een duurzame gemeente zijn en heeft de ambitie om de bestaande afspraak, in 2050 energieneutraal te zijn, na te komen. Hierbij wordt gestreefd naar een circulaire economie om bij te dragen aan duurzaam en doeltreffend gebruik van beschikbare grondstoffen. Middels de energietransitie stimuleert de gemeente het opwekken van duurzame energie en faciliteert energieopslag.
De gemeente heeft een voorbeeldfunctie en geeft daar invulling aan door bestaande en toekomstige gemeentelijke gebouwen te verduurzamen. De gemeente staat open voor innovatieve oplossingen en communiceert over initiatieven die op positieve wijze bijdragen.
Het thema ondermijning en criminaliteit krijgt steeds meer aandacht in beleid en uitvoering. Met vier omliggende gemeenten, de politie en het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum Midden-Nederland (RIEC), werkt de gemeente samen om weerstand te bieden aan georganiseerde criminaliteit en ondermijning. De gezamenlijke speerpunten zijn vastgelegd in het Integraal Veiligheidsplan (IVP) Heuvelrug 2023-2026. Speerpunten in de aanpak zijn onder andere (arbeids)uitbuiting en drugshandel.
Het accent van de aanpak ligt bij preventie en het voorkomen van onveiligheid. De weerbaarheid van inwoners, ondernemers en kwetsbare inwoners tegen ondermijning staat daarbij centraal. Het laatste om aanwas bij criminele organisaties te voorkomen. Omdat ook de gemeente interessant is voor criminelen (vanwege vergunningen, toegang tot financiële middelen en informatie) krijgt ook de eigen weerbaarheid aandacht.
De primaire verantwoordelijkheid voor het tegengaan van ondermijning ligt bij het team Leefbaarheid en veiligheid (L&V). VTH is ondersteunend en zelf alert op signalen van ondermijning.
In het raadsakkoord, de Omgevingsvisie en de beleidsnota Erfgoed “Van cultuurhistorische waardering naar beleid” is er aandacht voor monumenten en het behoud van het cultuurhistorisch erfgoed, zij vormen onderdeel van Het Verhaal van Veenendaal. Monumenten zijn over het algemeen in goede staat en er zijn geen grote problemen bij het onderhoud. De gemeente beschermt de Rijks- en gemeentelijke monumenten en bij ontwikkelingen is er aandacht voor de omgeving van een monument. Voor Rijks- en gemeentelijke monumenten geldt geen verplichting om energieneutraal te worden. De verduurzaming van monumenten vraagt om maatwerk, het uitgangspunt is dat een goed woonklimaat haalbaar en betaalbaar moet zijn.
Hoofdstuk 4 Risicoanalyse en prioriteiten
4.1 Methode voor risicoanalyse
Deze UHS bevat de methode voor de risicoanalyse die resulteert in een prioritering. De risicoanalyse wordt periodiek doorlopen en deze UHS wordt bijgesteld indien er veranderende uitkomsten zijn. De reden voor het periodiek doorlopen van de risicoanalyse is omdat het VTH-taakveld erg dynamisch is, waarbij de dynamiek voornamelijk zit in:
De risicoanalyse is gebaseerd op de methode die ook in het vorige VTH-beleidsplan is gebruikt en door veel gemeenten wordt gehanteerd. De methode gaat uit van het effect van activiteiten en de kans dat de effecten zich voordoen. Op basis van de ‘Kans en Effect’ benadering volgt een risicoscore voor activiteiten. Op basis van de risicoscore zijn de prioriteiten en vervolgens de doelen en inzet van VTH-instrumenten bepaald.
Onderstaand is de methode toegelicht:
De risicoanalyse bevat acht typen effecten, welke zorgen voor een volledige en evenwichtige bepaling van de risico’s van de activiteiten:
Per activiteit is een score toegekend op elk van de acht effecttypen:
Per activiteit is de kans bepaald op basis van deze 5 niveaus:
De uitkomsten van de risicoanalyse zijn opgenomen in bijlage A. Dit leidt tot onderstaande indeling op de erg hoge, hoge en gemiddelde risicoscores. De lage risicoscores zijn terug te lezen in bijlage A.
4.3 Prioriteiten en doelstellingen
In deze paragraaf hebben we alle prioriteiten voor de VTH-taakuitvoering benoemd. Voor elke prioriteit zijn het doel, de indicatoren (wat meten en verantwoorden we) en in te zetten VTH-instrumenten uitgewerkt.
De prioriteiten zijn onderverdeeld naar:
Voor activiteiten met een lagere risicoscore volstaan de reguliere werkzaamheden.
Prio #1: Bijdrage leveren aan de realisatie van de woningbouwopgave
Prio #2: Bijdrage leveren aan duurzaamheidsambities in de bebouwde omgeving
Prio #3: Bijdrage leveren aan de aanpak van ondermijning
Risicoanalyse: Erg hoge risico’s
Prio 5#: Brandonveilig gebruik horeca, gezondheidszorg, maatschappelijke functies
Prio #6: Brandonveilig gebruik kamerverhuurpanden
Prio #9: Brandonveilig gebruik industrie- en kantoorgebouw, logies, gebouwen met veel bezoekers
Prio #10: Nieuwbouw van woongebouwen
Risicoanalyse: Gemiddelde risico’s
Prio #11: Strijdig gebruik: woongebouw en bedrijfspand
Prio #12: Strijdig gebruik: perceel bedrijf, gemeentegrond, beschermd gebied
Prio #13: Omgevingsveiligheid bij bouwen en slopen
Prio #14: Niet toegestane splitsing, omzetting of samenvoeging van woning
Prio #15: Illegale kap of ontbreken herplant
Prio #16: Illegaal aanbrengen reclame
Prio #17: Exploitatie horeca of openbare inrichting
Prio #19: Veranderen of slopen van een monument of beeldbepalend pand
Prio #20: Nieuwbouw gezondheidszorg, bijeenkomstgebouw, parkeergarage, kleine bouwwerken
Prio #21: Verbouw woning, gezondheidszorg met bedgebied en industriegebouw
Prio #22: Bestaande gebouwen: woning, onderwijs, bijeenkomst, gezondheidszorg met bedgebied, logies, parkeergarage
Prio #23: Realisatie tijdelijke woongebouwen en huisvesting bijzondere doelgroepen
Prio #24: Verwijderen van asbest zonder of in afwijking van de melding
4.4 Prioritering bij constateren geringe overtredingen
Er is een aantal gevallen waarbij strikt genomen sprake is van een overtreding, maar waaraan op het gebied van handhaving geen prioriteit wordt gegeven. Hiermee kan de beschikbare handhavingscapaciteit worden ingezet op overtredingen waaraan in dit beleid op basis van de risicoanalyse erg hoge, hoge of gemiddelde prioriteit is gegeven.
Er wordt vanuit de handhaving geringe prioriteit gegeven aan:
Geringe overtredingen van bouwregels ten aanzien van: dakkapellen, erfafscheidingen, erkers, luifels, containerombouwen, mini-bibliotheken, externe kachelpijpen, toegenomen bouwvolume door na-isolatie van bestaande woningen, plaatsing van een Post NL-brievenbus, of andere hiermee vergelijkbare bouwactiviteiten, tenzij sprake is van een exces of onevenredige gevolgen voor omwonenden.
Hoofdstuk 5 Uitvoeringsstrategie
Leidend voor de concrete uitvoering van de VTH-taken is de ‘uitvoeringsstrategie’. Het vastleggen hiervan is voor de taken op basis van de Omgevingswet verplicht. Dit hoofdstuk bevat een samenvatting van de uitvoeringsstrategie die in bijlage B is opgenomen.
Het is belangrijk dat inwoners en ondernemers inzicht hebben in wat de regels zijn, wat (on)mogelijkheden zijn om een initiatief te realiseren én wat de gevolgen van het niet naleven van regels zijn.
Activiteiten die onder de Omgevingswet of lokale regelgeving vallen, moeten voldoen aan voorwaarden. Soms is een vergunning nodig, moet een melding of informatieplicht worden gedaan of gelden algemene regels voor de activiteit.
Meer specifiek heeft de gemeente de volgende taken als het gaat om vergunningverlening:
Vergunningverlening levert een bijdrage aan de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en het naleven van de regels die van toepassing zijn. Voor het bepalen van de acceptabele kwaliteit moeten de verschillende belangen tussen voorgenomen activiteiten en de gevolgen voor de fysieke leefomgeving zorgvuldig zijn afgewogen. De belangrijkste toetsingskaders zijn het gemeentelijke Omgevingsplan en andere relevante gemeentelijke beleidskaders, het landelijke Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Vergunningen die door de gemeente Veenendaal zijn verleend, voldoen aan de volgende eisen:
Het uitgangspunt is dat de initiatiefnemer een eigen verantwoordelijkheid heeft in het aanleveren van een goede, volledige en ontvankelijke aanvraag. In het kader van de preventiestrategie maakt de gemeente de indieningsvereisten voldoende duidelijk. Een initiatiefnemer kan vroegtijdig in overleg met de gemeente om een initiatief voor te leggen. Vanuit VTH bieden we inzicht in de te volgen procedure en inhoudelijke vereisten. We voeren een ontvankelijkheidstoets op de aanvraag uit binnen 10 werkdagen.
De gemeente hanteert voor de beoordeling van een aanvraag een toetsingskader. Daarbij wordt onder andere gekeken naar de ruimtelijke inpasbaarheid, constructieve veiligheid, brandveiligheid, omgevingsveiligheid, welstand, milieu en gezondheid. De diepgang van de beoordeling wordt bepaald door het type initiatief en is vastgelegd in de toetsingsmatrix.
Door de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) vervalt de bouwtechnische toetsing door de gemeente voor een groot deel van de bouwwerken. Deze toetsing ligt bij een externe kwaliteitsborger die een borgingsplan opstelt welke voor aanvang van de bouw moet worden overlegd aan de gemeente. Voor overige bouwwerken blijft de gemeente verantwoordelijk voor de bouwtechnische toetsing.
In voorkomende gevallen kan de gemeente besluiten om een Bibob-toets uit te voeren wanneer er signalen zijn dat de vergunning mogelijk gebruikt wordt om criminele of illegale activiteiten mogelijk te maken. De Bibob-toets wordt uitgevoerd door team L&V.
Toezicht is belangrijk om zicht te houden op de naleving van wet- en regelgeving en om waar nodig (handhavend) te kunnen optreden. Daarnaast draagt toezicht bij aan het zicht houden en krijgen op ontwikkelingen.
De algemene prioriteiten in het toezicht zijn bepaald aan de hand van een omgevingsanalyse en de gemeentelijke opgaven. Deze worden jaarlijks in het uitvoeringsprogramma nader gespecificeerd of bijgesteld. Bijvoorbeeld op basis van nieuwe inzichten, ontwikkelingen (beleid, wetgeving, samenleving) of ervaringen uit het toezicht in het jaar ervoor.
De uitvoering van het toezicht vindt op verschillende manieren plaats: programmatisch (gepland), tijdens en volgend op het bouw- of sloopproces, thematisch/projectmatig, naar aanleiding van meldingen, handhavingsverzoeken of klachten of als vervolg op een eerdere controle of handhavingsbesluit. Sommige controles zijn onaangekondigd. Bijvoorbeeld na het stilleggen van bouw- of sloopwerkzaamheden of bij (vermoeden van) strijdig gebruik.
De VTH-applicatie (CLO) waarin alle omgevingsvergunningen worden geregistreerd, is gekoppeld aan de toezichtsapplicatie (CHEPP). Voor de verschillende typen bouwwerken zijn verschillende toezichtprotocollen opgesteld, waarbij de mate van toezicht (frequentie en intensiviteit) is afgestemd op de complexiteit van het bouwwerk. Door het juiste type bouwwerk te selecteren in de toezichtsapplicatie wordt voor de toezichthouder automatisch de juiste toezichtprotocol gegenereerd. Rapportages van de controles worden in de toezichtsapplicatie opgeslagen. Per onderdeel wordt een waardeoordeel gegeven, welke wordt gedeeld met de uitvoerende partij.
In het geval van een verzoek om handhaving vindt afhankelijk van de ernst van de vermoedelijke overtreding een controle plaats. Bij situaties waarin sprake is van acuut gevaar of ernstige overlast wordt uiterlijk de eerstvolgende werkdag een controle uitgevoerd. In overige gevallen vindt uiterlijk binnen 2 weken een controle plaats. Van de controle maakt de toezichthouder een constateringsrapport op, die wordt opgeslagen in de VTH-applicatie.
Bij een overtreding weegt de toezichthouder de ernst van de overtreding én de reden van de overtreding af. Niet of onvoldoende naleven kan een bewuste keuze zijn van degene die wordt gecontroleerd. Het kan ook een gevolg zijn van het onvoldoende kennen van de regels. Op basis van de ernst en de reden wordt een passend vervolg gegeven aan constateringen. We volgen de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO) als we overtredingen constateren. Op basis van de zwaarte van de overtreding en de reden zetten we passende vervolgacties in.
De gemeente heeft een 24-uurs bereikbaarheidsregeling met een piketdienst voor calamiteiten via de crisisbeheersing. Vanuit VTH behandelen we urgente meldingen en klachten spoedig en met een locatiebezoek als er sprake is van risico’s op constructieve veiligheid, brandveiligheid of gezondheid. Bij niet-urgente meldingen beoordelen we het belang en doel en de wijze van behandeling. Meldingen met een privaatrechtelijke grondslag of meldingen die we niet kunnen verifiëren behandelen we niet.
De strategie die de gemeente Veenendaal volgt na een overtreding is in lijn met de LHSO. Die bestaat uit een aantal stappen:
De gemeente heeft juridische instrumenten tot haar beschikking om te handhaven. Bestuursrechtelijk zijn dat een last onder dwangsom (LOD), een last onder bestuursdwang (LOB), het schorsen of intrekken van een vergunning, het opleggen van een bestuurlijke boete of het uitoefenen van verscherpt toezicht. Bij een dreigende overtreding of een dreigende illegale situatie kan de gemeente een preventieve last onder dwangsom of bestuursdwang opleggen.
In de handhavingsstrategie is het uitgangspunt dat de overtreding ongedaan gemaakt wordt en eventuele schade wordt hersteld. Bij de handhaving onderscheidt de gemeente een aantal gradaties. Afhankelijk van de situatie gaat de gemeente in eerste aanleg het gesprek aan met de overtreder.
Er zijn situaties waarbij formeel sprake is van een overtreding, er geen gelijkwaardige oplossing is, maar waarbij de illegale situatie in principe te vergunnen is. In dat geval wordt aan de overtreder de gelegenheid gegeven om een vergunningaanvraag in te dienen.
Bij bouwactiviteiten die onder de Wkb vallen zal in de volgende gevallen de handhavingsstrategie in werking treden:
Als een overtreding een acuut gevaar met zich meebrengt, er onherstelbare schade is aangericht, er sprake is van recidive (herhaalde overtreding) of er niet wordt meegewerkt aan herstelafspraken niet meewerken aan herstelafspraken, treedt de gemeente altijd handhavend op.
Daar waar sprake is van aanzienlijke of dreigende (onomkeerbare) grote schade en bij herhaalde overtredingen wordt conform de LHSO het strafrecht (politie en OM) ingeseind.
Als de gemeente zelf in overtreding is wordt het management en/of college geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld de overtreding te beëindigen, deze in de toekomst te voorkomen en zo nodig de schade te herstellen.
In uitzonderlijke situaties kan de gemeente afzien van handhaving en de overtreding gedogen. Dat is altijd aan een termijn gebonden en niet langer dan noodzakelijk. Conform het landelijke beleidskader gedogen (“Grenzen aan gedogen”, kamerstuk 25085, 1997) hanteert de gemeente de volgende lijn:
De gemeente gedoogt niet als er sprake is van herhaalde overtredingen en/of calculerend gedrag, er sprake is van strijdigheid met andere wet- en regelgeving, als er gebouwd is zonder of in afwijking van de vergunning (die niet legaliseerbaar is) of belangen van derden zwaarder wegen dan het belang van de initiatiefnemer.
Als de gemeente een situatie gedoogt, gebeurt dat schriftelijk, wordt het gedogen beperkt in omvang en tijd, is sprake van een zorgvuldig kenbare belangenafweging en vindt er controle plaats op het naleven van de afspraken.
Hoofdstuk 6 Organisatie en kwaliteit
De VTH-taken worden voornamelijk uitgevoerd door het team Ruimtelijk Ordening en Bouwen (ROB). Dit team verzorgt het afhandelen van Omgevingswetproducten en initiatieven die samengaan met ruimtelijke procedures. Tevens verzorgt het team ROB het toezicht en de handhaving. Er is een functionele scheiding tussen vergunningverlening enerzijds en toezicht en handhaving anderzijds.
Adviseurs op het gebied van stedenbouw en ruimtelijke kwaliteit zijn eveneens ondergebracht bij team ROB. Casemanagers zijn procesverantwoordelijk voor conceptverzoeken, vergunningaanvragen en meldingen. Zij hebben op bepaalde vakgebieden de inhoudelijke expertise (bouw, ruimtelijke ordening). Op andere vlakken wordt advies ingewonnen bij interne en externe specialisten. De omgevingsvergunning is het uiteindelijke resultaat van het samenvoegen, integreren en afwegen van de diverse belangen en adviezen. Vanuit team ROB wordt algemene informatie verstrekt, worden de registraties en publicaties verzorgd.
Onderstaande tabel bevat de personele capaciteit voor realisatie van de doelen in deze UHS en van de VTH-taakuitvoering. In het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma wordt de inzet van de beschikbare capaciteit inzichtelijk gemaakt. Voor zover er sprake is van een capaciteitstekort, is aangegeven op welke punten de ingezette capaciteit afwijkt van de benodigde capaciteit.
De personele capaciteit betreft de vaste formatie in de begroting en de structurele inhuur van de constructeur die is begroot in de legesopbrengst. Op basis van de raming van de legesopbrengsten wordt het budget bepaald voor aanvullende inhuur.
Vanuit landelijke eisen is er aandacht voor de organisatie en kwaliteit van gemeentelijke VTH-taken. Deze eisen komen overeen met ons uitgangspunt dat de inhoudelijke kennis en expertise op orde dient te zijn. Landelijk zijn hiervoor kwaliteitscriteria vastgesteld. Onze verordening bevat bepalingen over de kwaliteit van onze uitvoering en handhaving van het omgevingsrecht. Onderstaand is uitgewerkt wat we concreet doen aan de hand van een kwaliteitsmodel:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-130791.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.