Gemeenteblad van Haarlemmermeer
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2025, 127416 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Haarlemmermeer | Gemeenteblad 2025, 127416 | beleidsregel |
Handboek parkeernormen gemeente Haarlemmermeer 2018 (herziening 2025)
Op 11 maart 2025 hebben burgemeester en wethouders het ‘Handboek parkeernormen gemeente Haarlemmermeer 2018 (herziening 2025)’ vastgesteld. De herziening was nodig omdat de parkeerkencijfers van het CROW in 2024 zijn aangepast. Daarnaast bleek uit de praktijk dat het handboek op verschillende punten verduidelijking en aanvulling nodig had. Om deze redenen is het handboek op een aantal punten herzien, zodat het beter aansluit bij de huidige situatie en actuele ontwikkelingen.
Met deze herziening is het handboek weer in lijn met de meest recente parkeerkencijfers, jurisprudentie en stedelijke ontwikkelingen. Bovendien is het gebruiksvriendelijker en beter toepasbaar voor ruimtelijke ontwikkelingen. De eerder vastgestelde beleidsregel van 6 februari 2018 vervalt hierdoor.
De beleidsregel is in te zien op deze site en op afspraak in het gemeentekantoor Beukenhorst in Hoofddorp
(Taurusavenue 100), op werkdagen tussen 9:00 en 17:00 uur. Een afspraak maakt u via 0900–1852.
Met het parkeerbeleid wil de gemeente Haarlemmermeer de parkeerbehoefte faciliteren, maar wel binnen bepaalde grenzen. Parkeren voor een voorziening of functie moet bij die voorziening worden opgelost, zoveel mogelijk op eigen terrein of binnen de plangrenzen van een ontwikkeling1. Uitgangspunt is dat iedere ontwikkeling zijn eigen parkeerbehoefte oplost op zijn eigen grond(en). Er moet voldoende parkeeraanbod gerealiseerd worden om de reguliere parkeervraag te kunnen faciliteren.
Het parkeerbeleid heeft tot doel:
Het Handboek parkeernormen gemeente Haarlemmermeer 2024 is van toepassing op het gehele grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer.
Het handboek is gericht op autoparkeren. Voor fietsparkeren bij nieuwbouwwoningen gelden de regels van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) of de voorwaarden van de Beleidsregel Bergingen nieuwe woongebouwen Gemeente Haarlemmermeer.
Op 4 oktober 2018 is het ’Paraplubestemmingsplan parkeerregels’ vastgesteld door de gemeenteraad van Haarlemmermeer (2018.0056736, NL.IMR0.0394.BPGIgbparkeerregls-C001).
Op 27 november 2018 is het ‘Parapluplan parkeerregels’ vastgesteld door de gemeenteraad van gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude (18/047, 2018.0061234, NL.IMRO.0393.BPParkeren-VA01).
Hiermee is het Handboek parkeernormen van toepassing verklaard op alle bestemmingsplannen waarin de parkeernormen nog niet waren opgenomen.
Beide bestemmingsplannen zijn gedeeltelijk herzien op 9 maart 2023 door aanpassing van artikel 3.2.4 (afwijkingsbevoegdheid). Dat artikel regelt in welke gevallen het college kan afwijken van het parkeren op eigen terrein.
Dat zijn de bestemmingsplannen "Parapluplan parkeerregels - partiële herziening", NLIMRO.0394.BPGIgbparkrglsherz-C00r en "Parapluplan parkeerregels Haarlemmerliede en Spaarnwoude - partiële herziening", NL.IMR0.0393.BPParkerenherz-VG01(7312085).
Voor alle gebieden in het (tijdelijk) omgevingsplan geldt de verplichting om een parkeernorm voor te schrijven, dan wel te verwijzen naar het Handboek parkeernormen gemeente Haarlemmermeer.
De verwijzing naar het Handboek parkeernormen gemeente Haarlemmermeer in het paraplubestemmingsplan is 'dynamisch'. Dit betekent dat wanneer er in de toekomst nieuw parkeerbeleid wordt vastgesteld, dit nieuwe beleid van toepassing is op het (tijdelijk) omgevingsplan zonder dat daarvoor een herziening van het (tijdelijk) omgevingsplan nodig is.
Het Handboek parkeernormen gemeente Haarlemmermeer 2018 (herziening 2025) is niet van toepassing als eerdere besluitvorming of afspraken over projecten of ruimtelijke ontwikkelingen hebben geleid tot lagere parkeernormen waaraan de ontwikkelaar rechten kan ontlenen. In dat geval geldt het Handboek parkeernormen 2018 (inclusief dat overgangsrecht).
In december 2013 hebben wij het Handboek parkeernormen gemeente Haarlemmermeer als beleidsregel vastgesteld. Dit handboek is in 2018 geactualiseerd.
Het Handboek parkeernormen gemeente Haarlemmermeer 2018 (herziening 2025) moet worden gezien als een verdere verbetering van het Handboek dat in december 2013 is vastgesteld en in 2018 is geactualiseerd.
Het doel van het handboek is om op een eenduidige manier te komen tot een parkeereis bij een (her)ontwikkeling.
Haarlemmermeer bestaat uit een groot aantal kleine en grotere kernen en een uitgestrekt landelijk gebied. Van stedelijk milieu in het centrum van Hoofddorp tot rustig wonen aan polderlinten in het buitengebied. Daarom is het niet reëel om voor de hele gemeente uit te gaan van één parkeernorm voor een functie. Immers, hoe meer stedelijk een gebied, hoe beter de bereikbaarheid met andere modaliteiten en hoe lager het autobezit.
De parkeernormen van de gemeente Haarlemmermeer zijn gebaseerd op de kencijfers uit de CROW-publicatie 317 uit 2013. Wanneer er in publicatie 317 geen geschikte functies waren, is gebruik gemaakt van de CROW-publicatie 182 uit 2008. Dit is ongewijzigd in de herziene versie van het handboek parkeernormen gemeente Haarlemmermeer 2018. Op basis van de CROW-publicatie 744 uit 2024 zijn alleen de nieuwe parkeernormen voor bezoekers parkeren aangepast.
Dezelfde werkwijze geldt ook voor de te hanteren aanwezigheidspercentages.
In maart 2017 heeft de gemeenteraad van Haarlemmermeer het strategisch parkeerbeleid vastgesteld. Hierbij heeft de raad een amendement aangenomen:
“Voor het bepalen van de parkeerbehoefte bij nieuwbouw, zijn de parkeernormen uit het Handboek parkeernormen gemeente Haarlemmermeer, december 2013 leidend. Hierbij wordt conform het raadsvoorstel 2013.0085317 uitgegaan van de maximale waarde van de bandbreedte in verband met het relatief zeer hoge autobezit en gebruik in Haarlemmermeer. Bij ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied scheppen we daarbij extra openbare ruimte die (op termijn) kan worden ingezet om in een groeiende parkeerbehoefte te voorzien.”
De raad hecht, gezien de strekking van het amendement, belang aan het hanteren van eigen gemeentelijke parkeernormen en het uitgangspunt dat wordt uitgegaan van de maximale waarde binnen de bandbreedte. Deze nota voorziet in die behoefte en herbevestigt het gebruik van ons eigen handboek.
Aanwezigheidspercentages worden gebruikt om dubbelgebruik van parkeerplaatsen te kunnen meenemen in een parkeerbalans. Aanwezigheidspercentages geven voor verschillende dagdelen weer hoeveel procent van de maximale parkeervraag er op het betreffende dagdeel typisch gebruikt wordt.
In de CROW-publicatie is het aantal categorieën functies waarvoor aanwezigheidspercentages zijn opgesteld beperkt. Om willekeur te voorkomen heeft de gemeente voor meer (categorieën) functies aanwezigheidspercentages vastgesteld, zodat vooraf duidelijk is hoe de aanwezigheidspercentages voor een ontwikkeling moeten worden gehanteerd.
Deze bepaling geschiedt in deze beleidsregel voor de meeste functies uitsluitend aan de hand van de ligging ten opzichte van een HOV-halte of treinstation. Bij woningen in de sociale huursector komt daarbovenop de bepaling aan de hand van de huurprijs.
2. Toelichting specifieke functies
In de parkeernormentabel is een parkeernorm voor Bed & Breakfast opgenomen die niet op onderzoek is gebaseerd. Vergelijking met andere gemeenten laat zien dat de norm voor een Bed & Breakfast vergelijkbaar is met de normen voor een tweesterrenhotel.
Een ontwikkeling die we steeds vaker zien is de realisatie van zeer kleine woningen (tot 40 m2 woonoppervlak). Deze woningen zijn, vanwege hun geringe woonoppervlak, vooral gericht op specifieke doelgroepen (studenten, starters, statushouders en spoedzoekers). Onderzoek van Adviesbureau Goudappel Coffeng en eigen aanvullend onderzoek wijst uit dat de doelgroepen, die door deze woningen worden aangesproken, meestal over minder auto’s beschikken dan Haarlemmermeerse bewoners van reguliere huizen. Voor dit type woningen zijn in 2018 eigen parkeerkencijfers vastgesteld. Deze parkeerkencijfers zijn opgenomen in de parkeernormentabel.
In Haarlemmermeer is een grote vraag om datacenters te ontwikkelen. Datacenters worden gekenmerkt door grote oppervlakten waar relatief weinig personeel voor nodig is. Landelijk onderzoek heeft uitgewezen dat er gemiddeld 1 werknemer per 220 m² in dienst is.
Grootschalige logistieke bedrijven
Op logistieke bedrijventerreinen in Haarlemmermeer vestigen zich relatief grote logistieke bedrijven. De nabijheid van Schiphol maakt de regio aantrekkelijk voor dit type bedrijf. Kenmerkend voor dit soort grootschalige logistieke bedrijven is een naar verhouding zeer groot opslagmagazijn met vaak een hoge mate van automatisering. De parkeerkencijfers zoals de CROW die hanteert, houden hier geen rekening mee.
Om deze reden hebben wij het aantal parkeerplaatsen bij diverse grootschalige logistieke bedrijven in Nederland vergeleken. Hieruit is naar voren gekomen dat de parkeervraag per oppervlakte-eenheid inderdaad significant lager is dan de parkeerkencijfers van het CROW. Om deze reden is er voor grootschalige logistieke bedrijven (vanaf 10.000 m² bvo) een eigen parkeernorm vastgesteld. De normen zijn opgenomen in de parkeernormentabel (bijlage 3).
Omdat de meeste studentensteden overvol zijn, zoeken studenten ook naar huisvesting in de omgeving van deze steden. Geografisch gezien komen studenten uit Amsterdam, Leiden, Den Haag en Haarlem vaak terecht in Hoofddorp of Nieuw Vennep. Met een gebleken gemiddelde reistijd van 45 minuten zijn Hoofddorp en Nieuw Vennep aantrekkelijk voor studenten. Er is dus een noodzaak om ook voor deze doelgroep huisvesting te realiseren. Voor zelfstandige studentenwoningen kleiner dan 25 m² geldt een parkeernorm van 0,2 parkeerplaatsen per woning, volledig bedoeld voor bezoekersparkeren. Het betreft woningen die specifiek worden verhuurd aan studenten op basis van een ‘campuscontract’. Deze norm is uitsluitend van toepassing in Hoofddorp-Centrum en de omliggende schilgebieden. Voor Nieuw Vennep is deze norm alleen toepasbaar binnen een straal van 700 meter vanaf het treinstation.
Sociale huurwoningen worden over het algemeen bewoond door mensen met een modaal inkomen of lager. Deze groep bezit minder auto’s dan huishoudens met een bovenmodaal inkomen. In de CROW-kengetallen zijn aparte bandbreedtes voor sociale huurwoningen opgenomen. Binnen de sociale huursector worden aftoppingsgrenzen (maximaal te berekenen huur) gehanteerd:
De aftoppingsgrenzen voor sociale huur worden jaarlijks door de Rijksoverheid vastgesteld en zijn gekoppeld aan de regels voor huurtoeslag. De gemeente sluit hierbij aan. Deze grenzen zijn variabel en kunnen jaarlijks veranderen, omdat ze worden aangepast op basis van inflatie. Zo blijft sociale huur betaalbaar voor lage inkomens
Voor sociale huurwoningen in al de categorieën wordt de minimale parkeernorm toegepast indien de woning zich nabij een hoogwaardig openbaar vervoerknooppunt, zoals een HOV-halte of treinstation, bevindt. Daarentegen zal de parkeernorm voor categorieën 2 en 3 toenemen naarmate de woning zich verder van een dergelijk openbaar vervoerknooppunt bevindt.
Sociale huurwoningen worden gebouwd en verhuurd door woningcorporaties en incidenteel door marktpartijen. Woningcorporaties investeren in sociale huurwoningen om deze voor een periode van minimaal 50 jaar te verhuren. Sinds de Woningwet van 2015 zijn de activiteiten van corporaties aan veel meer regels gebonden. Daardoor is het financieel zeer onaantrekkelijk voor corporaties om een sociale huurwoning te transformeren tot een vrije sector huurwoning. Verhoging van de huur van sociale huurwoningen tot boven de zogenaamde liberalisatiegrens, waarmee doelgroepen met een groter autobezit worden aangetrokken, is dan ook niet meer aan de orde. In de jaarlijkse prestatieafspraken maken gemeente en corporaties afspraken over de eventuele verkoop van sociale huurwoningen. Via de prestatieafspraken kan worden geregeld dat woningen met een aangepaste parkeernorm niet worden verkocht.
Marktpartijen die bij het ontbreken van een woningcorporatie sociale woningen bouwen en verhuren doen dit in het algemeen voor een bepaalde periode (bijvoorbeeld 25 jaar). Daarna kunnen zij de huurprijs tot boven de liberalisatiegrens verhogen of gaan ze over tot verkoop middels uitponden. In de anterieure afspraken met de marktpartijen kan de gemeente laten opnemen voor welke periode de woningen minimaal moet worden verhuurd als sociale huurwoningen. Voor de periode daarna kan worden vastgelegd dat de marktpartij het aantal parkeerplaatsen moet aanpassen op basis van de norm die past bij vrije sectorhuur/koopwoning. Zolang niet is voldaan aan de nieuwe parkeernorm blijven de woningen beschikbaar voor de sociale huur.
Sturing kan ook plaatsvinden via het (tijdelijk) omgevingsplan. De gemeente kan gebieden aanwijzen voor sociale huurwoningen en in beleid vastleggen dat deze woningen een bepaalde periode als sociale huurwoning behouden moeten blijven. Op die manier wordt voorkomen dat sociale huurwoningen worden verkocht of de huurprijs wordt geliberaliseerd.
Bij het Handboek parkeernormen gemeente Haarlemmermeer 2018 (herziening 2025) hoort een parkeernormentabel. Deze tabel is een integraal onderdeel van de beleidsregel. De tabel bestaat uit een samenvoeging van de parkeerkencijfers uit:
Het Handboek parkeernormen gemeente Haarlemmermeer 2018 (herziening 2025) en de bijbehorende tabel houden vast aan de eerder vastgestelde algemene parkeernormen. Parkeernormen die zijn vastgelegd in het vigerend (tijdelijk) omgevingsplan blijven voor het betreffende werkingsgebied of deel van het (tijdelijk) omgevingsplan van kracht.
Net als de parkeerkencijfers van de CROW, is de normentabel opgebouwd uit bandbreedtes. Een combinatie van stedelijkheidsgraad en centrumligging bepalen de bandbreedte. Vervolgens moet bepaald worden waarbinnen de betreffende bandbreedte de parkeernorm zich bevindt.
Voor het bepalen van de functie geldt het volgende:
Stap 1 – Bepalen van de stedelijkheidsgraad
De stedelijkheidsgraad is ontleend aan de omgevingsadressendichtheid (oad), zoals die door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is onderzocht. Het CBS stelt de oad vast voor buurten en kernen. Per kern is een stedelijkheidsgraad vastgesteld, op basis van de methodiek uit CROW-publicatie 381.
Uitzonderingen zijn de bedrijventerreinen die worden ontwikkeld tussen Hoofddorp en de A4. Deze wijken in stedelijkheidsgraad af van de rest van Hoofddorp, maar op basis van de vergelijkbare bereikbaarheidskenmerken en de grootschalige ontwikkelingen die er plaatsvinden, hebben ze dezelfde stedelijkheidsgraad als Hoofddorp;
In Bijlage 1 staat een overzicht van alle kernen en hun stedelijkheidsgraad. De kleuren komen overeen met de kleuren in de parkeernormentabel.
Stap 2 – Bepalen van de ligging ten opzichte van centrum (stedelijke zone)
De ligging van een ontwikkeling ten opzichte van een centrum geeft aan hoe ver (hemelsbreed) de ontwikkeling is verwijderd van een centrum. Het gaat hierbij om centra die van dermate omvang zijn, dat deze een positief effect hebben op aanbod en kwaliteit van andere vervoerswijzen, met name het openbaar vervoer in het centrum.
Voor Haarlemmermeer betreft dit de volgende centra:
In bijlage 2 staan alle centrumgebieden met de schilcentrum eromheen op kaart aangegeven. De afstanden zijn circa zoals weergegeven in tabel 2, maar in bijlage 2 afgestemd op natuurlijke grenzen. In bijlage 2 staan al de centrumgebieden met de schilcentrum eromheen op kaart aangegeven.
De ligging ten opzichte van een centrum is bepalend voor de stedelijke zone waarbinnen de functie ligt:
Per centrum is bepaald hoe groot de schil om het centrum is. Deze maat hangt af van de afstand die het winkelend publiek bereid is om vanaf de auto naar het centrum te lopen: Deze methodiek wordt beschreven in de vigerende CROW-richtlijn (ASVV).
De grootte van de stedelijke zone ‘Schil / overloopgebied’ verschilt dus per centrum. De afstanden worden weergegeven in Tabel 2:
|
(in afwijking van de 200 meter is het gehele bedrijventerrein Pionier Bols in 2022 aangewezen als schil centrum) |
|
Tabel 2: grootte schil om centrum
Stap 3 – Bepalen van de bandbreedte
De combinatie van stedelijkheidsgraad en stedelijke zone bepaalt binnen welke bandbreedte de uiteindelijke parkeernorm zal vallen. De bandbreedte volgt uit de normentabel.
Stap 4 – Bepalen van de parkeernorm
De parkeernorm kan één van de volgende waarden hebben:
De gevonden parkeernorm vormt input bij het opstellen van een parkeerbalans. Een parkeerbalans vergelijkt de verwachte parkeervraag van een ontwikkeling met het parkeeraanbod. Aan de hand van een parkeerbalans is het mogelijk om een uitspraak te doen of bij een ontwikkeling voldoende parkeerplaatsen worden aangelegd.
Bij het opstellen van een parkeerbalans wordt rekening gehouden met:
De parkeerbehoefte van eventuele bestaande functies, die als gevolg van de ruimtelijke ontwikkeling komen te vervallen, wordt in mindering gebracht op de parkeerbehoefte van de nieuwe functie(s). Dit principe wordt salderen genoemd. Het hoofdprincipe bij salderen is dat bestaande parkeerplaatsen opnieuw kunnen worden ingezet om de parkeerbehoefte van de nieuwe functie(s) op te lossen. Of anders gezegd: een ontwikkeling hoeft alleen te voorzien in de toename van de parkeerbehoefte.
De gemeente Haarlemmermeer hanteert twee uitgangspunten voor salderen. Met deze uitgangspunten is gewaarborgd dat een bestaande parkeerbehoefte op de juiste wijze in mindering wordt gebracht op de parkeerbehoefte van de nieuwe functie(s).
Uitgangspunt 1: salderen mogelijk tot maximaal 5 jaar
Aan salderen is een maximale termijn van 5 jaar verbonden. Wanneer het laatste vergunde gebruik van een functie langer dan 5 jaar geleden is (dus wanneer sprake is van 5 jaar leegstand), is het niet meer toegestaan om een oude parkeervraag te salderen.
Uitgangspunt 2: bij salderen worden aanwezigheidspercentages gebruikt
Bij het salderen van de parkeerbehoefte van één of meerdere bestaande functies kan de situatie zich voordoen dat de maatgevende parkeerbehoefte verschuift. Als hier sprake van is, dan kan er feitelijk sprake zijn van een (gedeeltelijk) nieuwe parkeerbehoefte die niet gesaldeerd kan worden. Daarom worden de aanwezigheidspercentages hiervoor toegepast op zowel de oude als de nieuwe situatie.
Bij elke parkeernorm hoort een bezoekersaandeel. Dat is dat deel van de parkeervraag dat aan bezoekers wordt toegeschreven. In sommige gevallen is een functie wat betreft de parkeervraag meer gericht op bezoekers dan op de primaire doelgroep. Denk bijvoorbeeld aan de bezoekers van een supermarkt in vergelijking tot het aantal werknemers.
De parkeerplaatsen voor bezoekers moeten voor bezoekers toegankelijk zijn. Ze kunnen dus niet in afgesloten parkeergarages of terreinen worden gerealiseerd, zonder dat bezoekers daar eenvoudig toegang tot hebben.
Uitgangspunt is daarom dat minimaal het aantal parkeerplaatsen dat nodig is voor bezoekers openbaar toegankelijk is (of waartoe bezoekers eenvoudig toegang kunnen krijgen).
Het gebruik van deelauto’s neemt steeds meer toe. Vooral in gebieden van centrum stedelijke signatuur, met een hoge woningdichtheid. In die gebieden zijn vaak relatief weinig parkeerplaatsen beschikbaar en zijn, als gevolg daarvan, de kosten voor het auto bezit hoog. Tegelijk zijn daar voorzieningen en opstappunten voor hoogwaardig openbaar vervoer of een treinstation vaak op korte afstand beschikbaar.
Met het oog op de gewenste mobiliteitstransitie staat de gemeente Haarlemmermeer positief tegenover autodeelconcepten. De deelauto is in Haarlemmermeer nog niet wijd verspreid. Mogelijk komt dit door de aanwezige gebiedstypen in de gemeente, waarbij voornamelijk in relatief lage dichtheden wordt gewoond. Wel dienen zich initiatieven aan waarbij binnen de planontwikkeling een deelauto als vast element kan worden meegenomen. Alle bewoners zijn dan (bijvoorbeeld via een VvE-constructie) verplicht tot een vaste bijdrage aan de deelauto en alle bewoners kunnen daardoor dus ook gebruik maken van een deelauto. Wij spreken in dit kader dan van een deelautoverplichting binnen die ontwikkeling.
Als er sprake is van een deelautoverplichting, dan wordt er een correctie toegepast op de autonome parkeervraag voor woningen binnen de ontwikkeling als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Dubbelgebruik van parkeerplaatsen
Indien een ontwikkeling meerdere verschillende functies kent, dan is het in theorie mogelijk om parkeerplaatsen voor meerdere functies in te zetten mits deze parkeerplaatsen dan ook voor deze functies beschikbaar zijn. Dit geldt uiteraard niet voor parkeerplaatsen die vast toebehoren aan een bepaalde gebruiker. Een voorbeeld is een privé oprit of parkeerplaats bij een woning of een invalideparkeerplaats op kenteken.
Indien er niet vast toebedeelde parkeerplaatsen zijn en een ontwikkeling kent meerdere functies, dan kan een ‘dubbelgebruik’-toets uitgevoerd worden om de parkeereis te bepalen. De parkeereis wordt bepaald door de behoefte op het maatgevende moment (piekmoment).
Het CROW heeft richtlijnen uitgegeven waarin per functie de verwachte aanwezigheidspercentages zijn benoemd. Deze percentages zijn opgenomen in bijlage 4.
Correctie voor parkeren op eigen terrein bij woningen
Parkeerplaatsen op eigen terrein bij woningen worden niet altijd benut.
Er zijn gevallen waar bewoners de betreffende parkeerplekken omvormen tot tuin en garages die in gebruik genomen worden als verblijfsruimte. Dit is onwenselijk omdat het resulteert in een verhoging van de parkeerdruk in de omgeving.
Plekken die wel in stand worden gehouden, worden ook niet altijd gebruikt. Soms is het eenvoudiger om snel even op de straat te parkeren, omdat bijvoorbeeld een andere auto dan niet wordt geblokkeerd.
Beide ontwikkelingen zorgen ervoor dat in het geval van parkeren op eigen terrein de betreffende parkeerplaatsen niet volledig worden meegeteld in de berekening van het parkeeraanbod. Dat leidt tot de correctiefactoren in Tabel 1.
Verschijningsvorm parkeervoorziening theoretisch aantal van Berekeningsaantal van
Tabel 1: Correctiefactoren parkeren op eigen terrein bij woningen (Bron CROW-publicatie 744)
Het kan voorkomen dat bij de inrichting van een terrein meerdere verschijningsvormen worden toegepast. Bijvoorbeeld een aparte garage en een aparte oprit naar een parkeerplek elders op het terrein. In zulke gevallen worden de correctiefactoren apart berekend en bij elkaar opgeteld.
Bijvoorbeeld in het geval van een ‘garage zonder oprit’ en een ‘enkele oprit zonder garage’. Theoretisch aantal bij elkaar opgeteld: 1 + 1 = 2 parkeerplaatsen, berekeningsaantal bij elkaar opgeteld: 0,4 + 0,8 = 1,2 parkeerplaatsen.
Indien er bij nieuwbouwwoningen private parkeerplekken worden aangelegd (op maaiveld of in
garages), dan wordt via de anterieure overeenkomst geregeld dat in het koop- of huurcontract wordt vastgelegd dat men verplicht is een parkeerplaats te kopen of te huren. Via een kettingbeding moet deze verplichting ook overgaan op toekomstige eigenaren of huurders. Wordt er niet aan deze voorwaarden voldaan, dan tellen de private parkeerplaatsen niet mee in de parkeerbalans.
POET-overzicht (Parkeren Op Eigen Terrein)
Bij nieuwe planontwikkelingen worden de adressen waar parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd, toegevoegd aan het POET-overzicht. Dit overzicht heeft als doel ervoor te zorgen dat gebruikers en/of bezoekers van dergelijke ontwikkelingen, bij de invoering van gereguleerd parkeren, niet in aanmerking komen voor een parkeerontheffing of -vergunning voor parkeren in de openbare ruimte. De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor het informeren van toekomstige bewoners hierover.
In de aanvraag om een omgevingsvergunning moet voor parkeren in ieder geval het volgende worden aangegeven:
Het beoordelen van de parkeerbalans gebeurt door het vergelijken van vraag en aanbod. Een verkeersadvies is positief als:
Geen positief advies parkeerbalans
Indien op een kavel of binnen de projectgrens minder parkeerplaatsen kunnen worden gerealiseerd dan dient ingezet te worden op planaanpassing zodanig dat de parkeeropgave wel past. Indien om redenen deze aanpassing niet kan, dan kan onderzocht worden of de parkeeropgave in de openbare ruimte kan worden opgelost.
Er dient een brede afweging gemaakt te worden waarin de bestaande parkeercapaciteit en de mogelijke aanleg van nieuwe parkeervakken worden afgezet tegen andere ruimteclaims, zoals bijvoorbeeld openbaar groen, speelruimte en klimaat adaptieve maatregelen. Indien uit deze afweging blijkt dat medewerking wenselijk is, wordt aanvullend onderzocht of het tekort aan parkeerplaatsen in de directe omgeving kan worden opgelost. Hierbij wordt eerst gekeken naar (dubbel)gebruik van bestaande parkeerplaatsen, voordat wordt overgegaan tot het realiseren van extra parkeerplaatsen.
Door middel van gedegen parkeeronderzoek kan de ontwikkelaar aantonen dat op de verschillende dagdelen (zie aanwezigheidspercentages) in de directe omgeving, voldoende parkeerruimte beschikbaar is voor de parkeerders van de ontwikkeling. Daarbij mag de parkeerdruk door de extra parkeervraag niet boven de 90% uitkomen en er moet rekening gehouden worden met andere ontwikkelingen in hetzelfde gebied die mogelijk een claim leggen op dezelfde parkeerplaatsen. Voor parkeergarages geldt, dat de parkeerdruk niet boven de 98% mag komen.
Als op deze wijze voldoende kan worden gemotiveerd dat het parkeren in de directe omgeving kan worden opgelost, dan kan het college alsnog instemmen met het aanleggen van minder parkeerplaatsen op eigen terrein dan de maximale parkeervraag.
Voor centrum Hoofddorp is er geen ruimte in de directe omgeving beschikbaar als gevolg van alle ontwikkelingen en de herinrichtingen die daar gepland zijn.
Realisatie extra parkeerplaatsen buiten het eigen terrein
Als de parkeerdruk hoger is dan 90% of anderszins geen gebruik gemaakt kan worden van bestaande parkeerplaatsen, dan kunnen er extra parkeerplaatsen in de openbare ruimte aangelegd worden, indien daar ruimte voor is en een brede afweging is gemaakt. Hiertoe moet uiteraard ook de (eventueel) benodigde vergunning voor verkregen worden. Er wordt in dat geval een overeenkomst gesloten met de ontwikkelaar om de parkeerplekken op openbaar gebied te realiseren, waarbij de kosten van realisatie voor zijn rekening komen.
Op het moment dat er gemeentelijk grondeigendom (openbaar gebied) wordt ingezet voor een parkeeroplossing buiten het eigen terrein van de initiatiefnemer, is het gemeentelijke grondprijzenbeleid van toepassing.
Het Handboek parkeernormen gemeente Haarlemmermeer 2024 is een beleidsregel in de zin van artikel 1:3, vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). In artikel 4:84 van de Awb staat dat het bevoegd bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. Dit betekent dat het college van burgemeester en wethouders in bijzonder gevallen de mogelijkheid heeft om af te wijken van het ‘Handboek parkeernormen gemeente Haarlemmermeer 2024‘, als zich een situatie voordoet waarin één of meerdere belanghebbenden onevenredig worden benadeeld. Indien deze zogeheten hardheidsclausule wordt toegepast, dient het college te motiveren en te onderbouwen waarom er moet worden afgeweken van de regels zoals opgenomen in deze nota.
Ter verduidelijking van en in aanvulling op de wettelijke hardheidsclausule is het college in ieder geval bevoegd af te wijken van de parkeernormen, indien het betreft:
mits gemotiveerd en er echt geen reële oplossing overeenkomstig het beleid gevonden kan worden.
Bijlage 1 kernen en hun stedelijkheidsgraad
Stedelijkheidsgraden bron: CBS Kerncijfers wijken en buurten 2024
Opmerking: De stedelijkheidsgraad ’zeer sterk stedelijk’ komt niet voor in Haarlemmermeer.
Met deze herziening van de beleidsregel zijn onderstaande kernen onder een andere stedelijkheidsgraad geschaard dan voorheen:
Bijlage 2 Centrum en schilcentrum gebieden (stedelijke zone)
Nieuw Vennep Winkelcentrum Getsewoud
Bijlage 4 Aanwezigheidspercentages
Toelichting op de aanwezigheidspercentages
In Haarlemmermeer mogen alle zondagen de winkels open zijn. Het publiek is tijdens de zondag openstelling vergelijkbaar met het publiek op de zaterdag. Daarom gelden voor de functies in de categorieën detailhandel, grootschalige detailhandel en supermarkten op zondagmiddag dezelfde aanwezigheidspercentages als op de zaterdagmiddag.
Voor een aantal functies zijn landelijk geen aanwezigheidspercentages vastgesteld. De profielen stellen wij vast door redenering of ervaringscijfers:
De parkeervraag bij religiegebouwen is maximaal tijdens diensten. De dagen en tijden dat er diensten zijn kunnen per gemeenschap verschillen. Als er geen diensten zijn, worden er in sommige gevallen ook sociaal-maatschappelijke activiteiten gehouden die een parkeervraag oproepen. Activiteiten en diensten zijn bijna nooit ’s nachts. Voor een religiegebouw is daarom niet een profiel met aanwezigheidspercentages te beredeneren. Daarom stellen wij de bezettingsgraad op alle momenten overdag op 100% en ’s nachts op 0%.
Bijlage 5 Maatvoering parkeerplaatsen/laadvoorzieningen
Parkeervoorzieningen zijn in beginsel opgebouwd uit twee elementen, namelijk:
De dimensionering wordt bepaald door de eisen waaraan deze elementen afzonderlijk moeten
voldoen en door de onderlinge samenhang tussen beide.
Voor de maatvoering van parkeerplaatsen gelegen aan straat of openbare weg wordt
aangesloten op de voorkeursrichtlijnen van het CROW. Voor het parkeren op terreinen en garages
wordt verwezen naar de NEN 2443 (Parkeren en stallen van personenauto’s op terreinen en in garages 2013). Deze maten worden bij het bepalen van de parkeerbalans als minimale maten aangevoerd.
Tabel: maatvoering van parkeervoorziening personenauto’s op straatniveau CROW ASVV
Bij nieuwbouw ontwikkelingen met 30 woningen of meer wordt minimaal 5% van de (toekomstig) openbare parkeerplaatsen voorzien van laadpalen. Op deze manier willen wij ervoor zorgen dat er een dekkend netwerk van publieke laadinfrastructuur bij oplevering van de ontwikkeling is. De laadpalen worden via de afspraken tussen de gemeente en Metropoolregio Amsterdam Elektrisch geplaatst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-127416.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.